dinsdag 9 mei 2017
Circus Pegida – een als anti-islam-groepering vermomde fascistenbende – deed afgelopen zondag, 7 mei, Tilburg aan, en werd in haar spektakel verregaand door het bevoegde gezag en haar al dan niet geüniformeerde en betaalde knuppelfunctionarissen – ook wel bekend als ‘de politie’ – verregaand ondersteund. Agenten omringden in groten getale de kleine groep Pegida-fascisten die in optocht door de stad liepen. Agenten joegen op actievoerders die tegen Pegida leuzen riepen en die Pegida verbaal aanvielen. Politie deed haar best om het Pegida-spektakel zo ongestoord mogelijk te doen plaats vinden door het protest tegen Pegida zo grondig mogelijk te verstoren. Gelukkig had de politie daarbij geen volledig succes: er is wel degelijk hoorbaar en nadrukkelijk tegen de gifspuiters van Pegida actie gevoerd. Wat volgt is mijn persoonlijk verslag, als één van de antifascisten die aan het anti-Pegida-protest meedeed, hardhandig is gearresteerd en net als dertien van zijn medestanders enige tijd heeft vastgezeten.
AFA Noord-Brabant had een oproep verspreid om Pegida tegen te werken, door fluitconcerten, het laten zien van posters met anti-Pegida-teksten en wat er verder te bedenken viel. Uik nam daar zelf aan deel als deel van een handvol actievoerders, en in kleine groepjes gingen we naar het verzamelpunt op het Stadhuisplein. Onderweg zagen we al poluitie de boel in de gaten houden. We kwamen al iemand tegen die ons waarschuwde dat op het Stadhuisplein de politie ook al stond; die was er net vertrokken.
Aangekomen op het Stadhuisplein zagen we inderdaad politie, maar nog niet heel veel. Enkele tegenstanders van Pegida waren er al, het werden er geleidelijk meer totdat er tussen de tien en vijftien mensen aanwezig waren. Politie reed langs, met meerdere ME-bussen. Intussen begonnen wij onderling te praten over wat we konden doen. Lawaai makend zo dicht mogelijk bij Pegida komen, dat even verderop, op het Willemsplein zou samenkomen voor hun demonstratie die voor twee uur was aangekondigd. Maar het was net half één geweest.De politie had dus alle tijd om… ja, om wat precies? Zouden ze ons insluiten en van te voren elke actie beletten? Hoe lang was het zinnig om daar te blijven rondhangen?
Op een gegeven moment kwamen twee agenten op ons af. Of wij voor de anti-Pegida-demobnstratie waren gekomen? Ik legde uit dat de samenkomst nadrukkelijk niet als demnonsteratie was aangekondigd. Hoe dan ook, de agenten maakten duidelijk dat we tegen Pegida mochten protesteren , maar niet op het Stadhuisplein. Of we maar naar het NS-Plein wilden vertrekken. Oftwel: of we maar op wilden rotten naar een vér van de Pegida-plek gelegen locatie, die nogal zinledig was als protestplek. Ik zei: dat gaan we onderling bespreken, wilt u even afstand houden intussen? Dat deelde ik kortaf en niet zeer vriendelijk mee, hetgeen bij agenten de vraag ontlokte waarom ik zo vijandig deed. Alsof je vriendelijkheid van actievoerder kunt verwachten als je ze net aan het wegsturen bent terwijl de ME-busjes al door de stad rijden..
Vervolgens overlegden we onderling. Braaf doen wat ons gezegd werd, en daarmee ons protest bij voorbaat krachteloos maken? Blijven, met een arrestatiekans die snel richting de honderd procent zou gaan? We besloten tot geen van beide opties. We ontbonden onze samenkomst omdat die feiteklijk door de politie onmogelijk gemaakt dreigde te worden. Mensen konden vervolgens hun eigen plannetjes trekken voor het vervolg. Vervolgens deelde ik dat aan de agenten, vanuit en ten overstaan van de andere aanwezigen, mee. We drongen er op aan dat enkele mensen konden blijven, om mensen die later aankwamen in te lichten. Dat liet de politie toe.
We maakten geen haast met vertrekken. Even later verscheen Pegida-chef Edwin Wagensveld en enkele anderen. Een tweetal antifascisten waaronder ik liepen op hen af en jouwden ze uit. Ik hanteerde eventjes mijn metalen bekkens, meegebracht voor de productie van lawaai tegen Pegida. Snel sprongen agenten tussen Wagensveld en osn in, en we trokken ons maar weer terug. Andere tegenstanders keken toe. Tot arrestatatie kwam het nog niet.
We zagen wel dat er steeds meer politie opdook, ze reden ook te paard langs ons. We realiseerden ons dat we ons maar beter niet konden laten insluiten. Samen met een handvol anderen vertrok ik, naar de Oude Markt, om te kijken wat we van daaruit konden doen. Telefonisch kreeg ik te horen dat bij Little Italy, even verderop, al mensen werden opgepakt.. Twee mensen, na en vanwege ID-controle, hoorde ik later. Kort daarop gingen agenten ons ook om ons ID vragen. We lieten die maar zien. Politie deelde ons mee dat we ergens anders naar toe moesten als we ons tegen Pegida wensten uit te spreken: naar het Stadhuisplein. Daar waren we dus net weggestuurd! Nadat we dat hadden duidelijk gemaakt, belde de politie even om de instrtuctie te bevestigen. Ja hoor, het was echt de bedoeling dat we naar het Stadhuisplein gingen. En de politie begeleidde ons die kant uit.
Zo liepen we tussen de kerk aan de Oude Markt en enkele cafes door, en zeer binnenkort zouden we langs het Willemsplein komen waar Pegida zich aan het opmaken was voor hun optocht. Daar lag een kans, misschien wel de laatste want het had er veel van weg dat het gaandeweg steeds moeilijker zou worden om in de buurt van Pegida ons als tegenstander te laten gelden. Een mede-actievoerder en ik begonnen antifascistische leuzen te roepen tegen Pegida, en bogen af richting Willemsplein. We stonden intussen feitelijk tussen politieagenten met fietsen. Ons anti-Pegida-geluid duurde geen twee minuten. Maar geklonken had het wel, totdat politie ingreep. Een agent trok me omlaag en werkte me vrij hardhandig tegen de grond, op mijn buik. Armen op de rug, handboeien om. “U bent aangehouden”, hoorde ik. Dat was me niet echt ontgaan, maar toch fijn dat de politie – na het scheppen van verwarring over verzamelplek en wat wel en niet mocht – op dat ene punt tenminste duidelijkheid wist te verschaffen… Nadat politie me aldus had overmeesterd, hoorde ik een agent sarcastisch zeggen: “Leuke demonstratie, he, pik?”
Ik hoorde nog steeds leuzen roepen en ik begon meteen mee te doen. Eeven later merkte ik dat de leuzen kwamen van degene die ook roepend richting Pegida had geprobeerd te lopen, net als ik. Ook hij was al aangehouden. Zowel hij als ik bleven roepen, ik zong ook dingen als “Nederland politiestaat”. Mensen konden het allemaal zien en horen vanaf het terras van café Meesters waar we zo ongeveer voor lagen. Mede-actievoerders die zich rustig wisten te houden, zagen het ook. En ja, Pegida kon het ook zien, hetgeen een lolletje was dat ik ze zeer graag had misgund. Intussen werden we een politiebusje ingewerkt. De handboeien waren bij mij intussen vervangen door tierips, achter de rug. In het busje bleven we leuzen roepen. Geruisloos zijn we bepaald niet afgevoerd.
Opmerkelijjk was dat de arrestatie niet voorafgegaan werd door een poging om mij te weerhouden van mijn ‘wandaad’. Geen agent versperde ons de weg. Geen agent heeft mij ter plekke opdracht gegeven om niet verder te lopen, geen agent heeft mij gemaand om te stoppen met leuzen roepen. Geen agent heeft mij verteld wat precies volgens hun niet mocht. De arrestatie volgde bliksemsnel, onaangekondigd, op de poging om tegen pegida hoorbaar te ageren. Wat er strafbaar kan zijn aan het roepen van leuzen blijft een raadsel, tenzij we accepteren dat burgemeesters en agenten ter plekke bepalen wat mag en niet mag.
De aanhouding vond – als we even meegaan in principieel onaanvaarbare strafrechterlijke redeneringen – plaats wegens een niet-strafbaar feit, of wegens iets strafbaars dat zich feitelijk niet voltrok. De arrestatie was ook in rechtsstatelijke termen volstrekt illegitiem. Die rechtsstatelijke termen zijn termen die ik als anarchist niet accepteer. Maar het zijn ook termen waarop justitie en politie zich beroepen en waarvan ik dus eis dat justitie en politie zich er aan houden. Daarvan was hier dus bepaald geen sprake.
De illegitieme aanhouding was intussen een feit. Ik zat dus in dat politiebusje, armen op de rug gebonden. Geen veiligheidsgordels om of zo, en dat was niet zonder gevaar. In de VS is het wild rondrijden met vastgebonden arrestanten een beruchte methode van politie om mensen ‘per ongeluk’ te mishandelen. Heel even was ik bang voor iets dergelijks. Dat gebeurde niet. Toch deugt deze gang van zaken niet. Als het busje in een verkeersongeluk was beland dan hadden wij, als vastgebonden maar niet met veiligheidsgordels beschermde mensen, extra risico gelopen. Wat de politie daar met ons deed, was mensen in gevaar brengen. Mensen voor wiens veiligheid en gezondheid zij verantwoordelijk zijn vanaf het moment dat ze ons aanhouden. Is het trouwens niet gewoon strafbaar, mensen laten rijden zonder gordel in een door jou bestuurde auto? Niet dat strafbaarheid mijn probleem is. Maar van wetshandhavers eis ik wel dat ze zich aan eigen wetten houden.
Na een korte rit kwamen we aan, in het cellencomplex dat de politie er bij Ringbaan West op nahoudt. Bij het uitstappen zei ik tegen de agent die ons begeleidde dat ik ga aangifte ging doen wegens rijden zonder gordel. Ik kan zoiets dasn gewoon niet laten. Eén voor één gingen we naar binnen, ik werd eventjes in een L-vormig vertrek ter grootte van een flinke kleedkamer in een sportschool of zo gedumpt, kennelijk een ruimte om grotere aantallen arrestanten eventjes op te bergen. Maar ik zat daar alleen.
Daarna naar een andere ruimte, schoenen inruilen voor slippers die ze daar hebben (schoenen = veters = risico dat arrestant zich ophangt, zoiets). Broekzakken leegmaken, fouilleren en dergelijke, en de gangbare, zeer irritante pogingen om joviaal een praatje met me aan te knopen. Ik zei zo min mogelijk. Ik ging ook op de foto trouwens. Terwijl ik naar de plek werd gebracht waar dat soort dingen plaats vonden, zag ik een groep – agenten dacht ik toen, arrestantenbewaarders, realiseerde ik me later – heel vrolijk lachend bijeen. Ik riep ze toe dat het het lachen ze nog wel eens zou vergaan. Meer gelach, natuurlijk. Maaer het lachen zal ze eens vergaan, als ze dit wanberoep blijven uitoefenen.
Vervolgens moest ik naar een kleine ruime, enkele meters lang, enkele meters breed. Een politiecel. Geen gezelschap. Wel: een soort bankje, een soort tafel, een dedconstructie, allemaal van beton of zxo. Op de bedconstrutie een soort matras en kussen. En een toilet, met daarboven een waterpunt waar je water uit kreeg door op een knop te drukken. Een tekstje op de deur maakte duidelijk dat dit als drinkwater was bedoeld. Dus: om water te drinkenm, diendeik mijn hoofd voorover te buigen boven een onwelriekende WC. Ik heb voor die eer bedankt.
Het eerste uur in die cel zong ik , en bonkte ik op de grond. Goede, galmende akoestiek, en met die slippers kun je flink geluid maken ook. Ik hoopte op reactie van mede-arrestanten: samen zingen en lawaai maken is een manier om de stemming erin te houden, elkaar te bemoedigen en verzet te blijven tonen. Maar ik hoorde niet echt respons. Ik ben nog even doorgegaan, om mezelf bezig te houden. Na verloop van tijd ging de aardigheid er af. Het wachten werd een beetje vervelend. Het wachten werd een beetje heel erg vervelend.
Dat wachten werd onderbroken. De deur ging open, en iemand die zich presenteerde als hulpoffiecier van justitie reikte me de hand. Maar ik schud geen handen met gezagsdragers tegenover me n dit soort situaties. Disrespect voor politie en justitie, wat mij betreft. Onbeleefd? Aanhouding en opsluiting zijn ook geen uitingen van beleefdheid.
De hulpofficier vertelde me dat ik zes uur vastgehouden kon worden vanaf het moment dat hij start van het onderzoek gelastte. Ik zei dat ik er van uitging dat die zes uur in gingen vanaf het moment datik als arrest5ant was ingeboekt maar volgens de hulpofficier zegt het Wetboek van Strafvordering iets anders. Als deze hulpofficier niet loog op dit punt, dan kan de politie dus klooien met die zes uur, door de start van het onderzoek een beetje vooruit te schuiven. De tijd ervoor wordt immers niet meegerekend. En toen ik de hulpofficier sprak die me deze gang van zaken uiteenzetten, was ik al geruime tijd – anderhalf uur? twee uur? – feitelijk in gevangenschap toen de zes uur dus nog van start moesten gaan.
Later kwam de de hulpofficier nog eventjes vragen of er iemand ingelicht moest worden. Wat mnij betreft niet. Een andere korte onderbreking van de afzondering was het ‘eten. Of ik wat wilde eten? Ja natuurlijk, maar ik zei dast ik veganist was. Daarvoor hadden ze alleen maar twee boterhammen met wat hagelslag. Niet-veganisten kregen aan de geur te oordelen een warme maaltijd, veganisten dus niet. Alsof ze geen veganistische warme maaltijd kunnen regelen, in een situatie dat ze van te voren weten dat ze arrestanten binnenkrijgen, waarvan ze dondersgoed weten dat daar flink wat veganisten tussen kunnen zitten. Veganisme is wijdverbreid in radicale actiekringen, en als de politie dat niet weet, is het hoogste tijd dat ze er achter komt. Toetje was yoghurt, drinken bij de maaltijd was melk. Beiden heb ik als veganist geweigerd. Ik vroeg om koffie of thee, maar kreeg te horen dat die later zou komen.
Daarna: terug naar het geïsoleerde wachten. Dat had ik nooit eerder meegemaakt in deze vorm: geen kant op kunnen, en maar afwachten wanneer je er uit gelaten zou worden, uren lang. Ik wist niet hoe laat het was. In mijn hoofd dook onrust en angst op: als ze me nu domweg vergeten? Of als iemand bedenkt dat ze me een zwaardere aanklacht kunnen toedienen, zodat ze me dagen kunnen vasthouden? Als…?
Het ging af en toe flink malen, en mijn hoofd gonsde bij vllagen flink. Ik was gaan liggen soms doezelde ik heel eventjes weg, maar niet lang. De stress kreeg de overhand. Het hielp als ik me dan bedacht date r buiten mensen wisten dat ik aangehouden was en bezig waren met de zaak: een arrestantengroep vanuit de actie, een advocaat wiens inzet via die arrestantengroep geregeld was. Maar de angst kwam steeds weer terug: hoe lang nog? Wat als ze me… ? En elke keer personeel door de gang horen lopen, om eten rond te brengen, om een andere arrestant iets te vertellen, maar niet om mij er uit te laten.
Wel kwam de hulpofficier een keer vragen of er iemand moest worden ingelicht over mijn aanhouding. En later, eindelijk, een rechercheur die met ‘verhoorde’, aan de celdeur. Of ik een verklaring wilde afleggen. Nee dus. Of ik een advocaat wilde bellen. Nee, kost alleen maar tijd. Einde verhoor.. Wachten. Zenuwslopend. Af en toe een beter moment, toen ik toch uit een ander cel ritmisch gebonk hoorde, dat beantwoorde in hetzelfde ritme, en daarop ook weer reactie meende te horen.
Ik had de radio in de muur ook al geprobeerd: vier zenders, de één nog ondraaglijker bonkmuziek dan de ander. Snel uit gedaan. Maar de geluiden van buiten de cel – de flarden conversatie tussen personeelsleden onderling, tussen personeel en iemand die naast mij zat opgesloten en dergelijke – maakten me extra onrustig. Toch maar weer dadio proberen. Dat had als voordeel dat ik hoorde hoe laat het was: rond half negen intussen. Ik was toen dus al zes uur lang gevan gen, maar de teller was pas later gaan lopen. Hoeveel later? Hoe dan ook: heel erg lang kon het niet meer duren. Als ze maar niet….
Nee, mijn opsluiting duurde niet lang, en was natuurlijk relatief gezien geen enorm drama. Maar het was buitengewoon onprettig: de gedwongen eenzaamheid, het vrijwel niets kunnen doen, het besef om vosltrekt aan de gezagsdragende instanties te zijn overgeleverd. Opsluiting, hoe kort ook, is een ernstige vorm van mishandeling.
En aan deze straf gaat dus geen eens een rechterlijk vonnis vooraf. Niemand heeft mij veroordeeld tot zes uur cel. De politie, onder verantwoordelijkheid van de burgemeester, heeft mij gewoon zes uur in de cel gestopt. Alleen de aanhouding wegens de verdenking van een strafbaar feit – een overtreding – is voor het gezag dus al voldoende om deze straf op te leggen. Voor onderzoek, heet het dan. Alsof je zes uur nodig hebt om een verhoor te doen dat in twe eminuten is afgehandeld en in hooguit een kwartier is uitgewerkt in schriftelijke vorm. Het is in de kern gewoon een strafmaatregel, niets anders. Celstraf na vonnis is al onaanvaardbaar. Celstraf zonder vonnis is minstens zo onaanvaardbaar, in zekere zin. Gevangenissen horen niet te bestaan. Full stop. Dat wist ik al, mijn vervblijf in diem politiecel onderstreepte dat besef.
Nog geruime tijd nadat de radio mijn tijdsbesef weer enigszins had gerestaureerd – ergens tussen negen en tien uur moet het zijn geweest – hoorde ik eindelijk der sleutel in de celdeur. Ik kon gaan. Spullen teruggekregen, slippers weerr ingewisseld voor mijn schoenen, naar de uitgang begeleid. Buiten, naar het hek. Buiten het hek: ja hoor! Vrienden en vriendinnen, kameraden, stonden de mensen die vrij werden gelaten, op te wachten en te verwelkomen. Hugs, veel hugs, en eten!
Vervolgens wachten op de volgende vrijgelatene, en meegedaan om die evenzeer harrtelijk te verwelkomen in de vrije – nou ja, ietsje minder openlijk onrvije – buitenwereld. Verhalen horen van mede-arrestanten. Er achter komen wie de dans – gelukkig! – waren ontsprongen. Daaronder gelukkig één van mij beste vriendinnen, en één van mijn beste vrienden. Zijn begroeting was hartverwarmend, de hare ook, en al die andere begroetingen ook. Extra trots mogen wat mij betreft degenen zijn van wie ik niet had verwacht dat ook zij de klos zouden zijn maar die toch – zo bleek daar of naderhand thuis – ook waren opgepakt. Goede, lieve, dappere mensen. Het bleek in totaal om 14 arrestanten te gaan, al was er eerder de indruk dat het er nog aanzienlijk meer waren.
Die ontvangst buiten was prachtig, en leidde ook weer tot uuitwisseling van contactgegevens tussen mensen. Zo, onder de druk van repressie en opsluiting, smeden we banden van solidariteit. Dit pattroon heb ik keer op keer rond en na arrestaties die ik heb meegemaakt, aan het werk gezien. Het opweachten van mensen die vrijgelaten worden na aanhouding tijdens een actie is niet alleen maar leuk en gezellig. Het maakt ons allemaal sterker, en het maakt onveranderluijk diepe indruk, vooral op wie het nog niet eerder heeft meegemaakt.. Nu ook weer.
Er valt over de gang van zaken – zowel over mijn eigen ervaringen als over de gebeurtenissen van de dag in het algemeen – veel meer te zeggen. Ik laat het echter eventjes bij bovenstaande indrukken. Voor een afgewogen evaluatie is het wellicht nog ietsje te vroeg. Maar het laatste woord over de hele gang van zaken heb ik bepaald nog niet gezegd.
Peter Storm
#1 by Kees Romijn on 2017/05/13 - 23:19
Dit is een goede uitleg van hoe het eraan toegaat, als je in voorarrest zit. Dit is wat de machthebbers doen met personen die zich tegen het systeem gekeerd hebben. Zelf mocht ik dit vorig jaar eens ervaren. Voorarrest, urenlang, Meer dan 15 uur zelfs. Je wordt angstig, want je kunt geen kant op. Precies zoals de machthebbers het graag zien. Je bent namelijk weerloos in zo een cel waarin je geen enkele kant op kunt. Je gaat denken dat men je vergeet. Zeer beklemmend. We zitten er nu middenin met zijn allen. Dat wil zeggen: diep in de shit.
#2 by Astrid Essed on 2017/05/10 - 22:43
ADHESIE!
Beste Peter
Ronduit schandalig, die arrestatie van jou en ik meen enkele
anderen.
Niet alleen qua bruutheid, maar nog illegaal ook volgens
de geldende ”rechts”normen.
Maar ook grote waardering voor jouw moed en die van anderen.
En je volharding.
KUDOS!
DE STRIJD GAAT DOOR!
Een eer die de strijden met mensen zoals jij!
Hartelijke groeten/Astrid
#3 by Yoshimi Makasotu on 2017/05/09 - 14:23
Het is vreemd, er is toch een soort demonstratierecht. Men spreekt altijd over hoe vrij we hier zijn en je suis Charie, etc, etc.
In die zin zijn we vrij(er), aangezien jij wel levend uit die gevangenis gekomen bent. In Turkije was dit anders afgelopen. In Amerika ook al. Dat is relatief vrij. Maar alsnog houd het zich dus niet aan de eigen constitutie. Iets dat sowieso vaker gebeurt valt mij op. Er zijn veel richtlijnen en wetten, die we niet allemaal kennen, maar waar permanent overheen geleefd word. Dingen die gebeuren, die eigenlijk niet mogen, maar wie kent al die wetboeken uit zijn hooft ?
Men heeft recht op demonstratie. Als ik buiten wil staan, met een spandoek tegen broccoli, dan heb ik dat recht. Een tegenbeweging mag daar dan tegenin gaan. De politie houd de twee groepen dan uit elkaar.
Ik vind ook dat mensen mogen demonsteren, van anti abortus activisten, tot pegida, tot de bond precaire woonvormen.
Blijkbaar heeft de politie de opdracht gekregen om linkse activisten preventief op te sluiten. Iets dat tegen de wet in gaat. In die zin kan je dus zeggen dat een buitengerechtelijke macht zijn invloed opdringt. In die zin kan je zeggen dat de kapitalistische klasse in combinatie met de witteboordencriminelen, buiten de constitutie staan en de bevolking terroriseren voor bij de wet om.
Iemand geeft het startsein om de politie preventief mensen op te pakken. Dit zijn dus politieke belangen van zichzelf, die hierin spelen. Dit is niet het handhaven van de rechtorde, maar dit is een orgaan dat zelf ook belagen heeft en hiernaar handelt, deze partij is niet bevooroordeeld zien we hier. Ander was haar enige taak geweest, groep A en groep B uit elkaar te houden.
Wat is het gevaar van mensen die tegen pegida demonstreren ? Een communistische mars zou ook rechtse counter manifestaties oproepen. Zouden die dan preventief opgepakt worden ? Ik denk het niet.
Wat is dan het gevaar van het anti-fascisme, voor de machthebbende instanties ?
Misschien zijn ze bang voor een heropleving van een Folkert van der G ? en willen ze dit tegengaan door preventief iedere veganist en anarchist op te pakken ?
Pegida is klein en de reactie op pegida is dat ook. Ik snap de tactiek van de buiten constitutionele actie niet zo. Ze zullen hiermee niet anti-fascisme kapot weten te maken.
Aan de andere kant kunnen deze buiten constitutionele en dus in werkelijkheid criminele acties, toegepast worden, omdat ze weten dat men niet rijk genoeg is om een goede advocaat in te huren. Denk maar niet dat de directeur van Starbucks dit overkomt, als hij/zij tegen belasting aan het demonstreren is.
Voor zover mijn overpeinzingen.