Wilders, Erdogan: twee handen op één buik


zaterdag 11 maart 2017

Het lijkt wel een co-productie van Wilders en Erdogan, de hele heisa rond de door de Nederlandse regering verhinderde luchtlanding van die Turkse minister. Immers, via de botsing tussen Nederlandse en Turkse regeringen rond deze zaak wordt zowel het Nederlandse als het Turkse nationalisme opgestookt. Wie profiteert er, nu de Turkse regering pal staat voor Turkse trots? Erdogan, nationaal leider die via ene referendum zijn macht wil uitbreiden. Wie profiteert, nu de Nederlandse regeruing die Nederlandse trots hoog houdt en zich niet wil laten “chanteren”? Wilders, die nationalisme to zijn handelsmerk heeft en die – voor wie het eventjes kwijt was – ooit brak met de VVD rond de zaak van een eventueel Turks EU-lidmaatschap. Zo leunt de ene rechtse radicaal op de andere, zo helpen ruziemakende nationalisten elkaar.

Wilders kraait inmiddels triomf: nu een landingsverbod het bezoek van de Turkse minister heeft geblokkeerd: “Zonder de PVV was dit besluit nooit genomen!”  Nu hebben VVD en PvdA zelf voldoende nationalistische berekening in hun arsenaal, en dat wortelt niet enkel in rivaliteit met Wilders. Maar dat hij dit claimt als een overwinning, ligt zeer voor de hand. Dat het hem goed van pas komt, vlak voor de verkiezingen, eveneens. Ultranationalisten in beide landen – aan de macht in Turkije, op de drempel van de macht in Nederland – spinnen dus bij de hele kermis goed garen.

Intussen zijn Turkse Nederlanders zowel tot doelwit, speelbal als slachtoffer gemaakt. Laten we eens kijken waar het aanvankelijk om ging. De Turkse president Erdogan streeft verdere uitbreiding van zijn macht uit, op weg naar complete dictatuur. Daarom komt er een referendum, om de grondwet in die zin te wijzigen. Zo geeft hij zijn autocratie een democratisch jasje: ‘ het Volk wil het’. Hele Derde Rijken zijn in het leven geroepen omdat het Volk het Wil. Hij voert nu campagne. Natuurlijk verdient dit hele referendum afwijzing van iedereen die de vrijheid in Turkije wil verdedigen. Natuurlijk verdient de campagne van Erdogan, zijn ministers en zijn fans geen enkele steun.

Maar dat geeft de Nederlandse regering noggeen vrijbrief om in Nederland een bijeenkomst tussen eeen Turkse ministers en mogelijk flinke aantallen Turkse Nederlanders te blokkeren. De campagne gaat hen rechtstreeks aan: zij kunnen aan het referendum deelnemen. Turkse Nederlanders hebben veelal een Turks en een Nederlands.paspoort, en stemrecht in beide landen.. Turkse Nederlanders mogen dus ook stemmen in dit referendum in Turkije. Ik hoop dat ze deze autoritaire stunt hetzij boycotten, hetzij néé zeggen tegen het plan van Erdogan.

Maar die keus is aan hen. Het is niet aan de Nederlandse regering om die te blokkeren. Daarmee maakt die regering namelijk inbreuk op de vrijheid van Turkse Nederlanders om naar die minister te komen luisteren, om zich te laten overtuigen, maar ook om tegen die minister en zijn propaganda ter plekke te protesteren. In dit geval zou de samenkomst er één zijn geweest van veelal nationalistische Turken. Dat roept bij mij geen sympathie op, ik denk dat de bijeenkomst voorzien had mogen worden van een tegenmobilisatie, een protest van andersdenkenden. En dat het feest nu niet doorgaat, is op zichzelf geen reden tot treurnis: ik gun de minister zijn tegenslag van harte.

Maar de inhoud van de samenkomst was niet de reden dat de regering die samenkomst dwarsboomde. Niet het nationalisme van minister en aanhang was het argument voor het Nederlandse verbod. Nee, de kans op een omvangrijke samenkomst in Rotterdam was de aanleiding om de zaak te blokkeren. “Het kabinet neemt de maatregel naar eigen zeggen omdat de openbare orde en veiligheid in het geding zijn, na een oproep aan Turkse Nederlanders om massaal deel te nemen aan een publieke manifestatie met Cavusoglu”,  de Turkse minister.

Waar gezagsdragers met openbare orde schermen om samenkomsten – welke dan ook – te verbieden, is het zaak om een beetje extra op te letten. Natuurlijk, het gezag voegt er aan toe dat er van alles bespreekbaar is. “Iedereen die een bijeenkomst wil beleggen dient zich te houden aan aanwijzingen van het bevoegd gedag; regels die de Turkse regering niet wil respecteren, aldus het kabinet.” Als die regels echter neerkomen op ‘geen grote bijeenkomst in onze stad!, dan valt er natuurlijk buitengewoon weinig te respecteren. En ja, de Turkse regering stelde zich provocerend op, alsof ze Nederlandse tegenwerking wilde uitlokken om er publicitair voordeel mee te doen. Maar er is natuurlijk geen enkele morele verplichting om je te láten provoceren, je te laten uitlokken en daarmee in de val te trappen die de Turkse regering plaatste. Happen in het aas, met Wilders’ hete adem in de nek, dat is wat de Nederlandse regering om eigen redenen vervolgens deed.

De Turkse minister voert campagne voor een slechte zaak, dient protest en verzet tegen te komen, boven alles vanuit de Turkse gemeenschap zelf. Maar het beleid van Aboutaleb en het kabinet tegen dat campagnevoeren zijn verwerpelijk en bedreigen ons allemaal. En ja, de minister kan nog via een gewoon lijnvliegtuig het land binnen komen, zoals de Volkskrant als mogelijkheid oppert. Maar dat is het punt niet, zolang het de Nederlandse gezagsdragers gaat om het verhinderen, niet puur van diens bezoek maar van de manifestatie waar zijn bezoek deel van zou zijn. Het verbod van vandaag is immers wéér een precedent voor burgemeesters om activiteiten op straat – manifestaties, demonstraties – aan banden te leggen. Rechtse politici hebben de ruimte voor activiteiten op straat slechts incidenteel nodig. Voor linkse en radicale activisten is die ruimte echter essentieel. Elke inperking ervan – ook waar het nu eens een rechts politicus en zijn aanhangers treft – is op termijn levensgevaarlijk.

Voor het huidige verbod zal echter ook in linkse kringen – of wat daar voor doorgaat – begrip zijn, vrees ik. Het gaat immers tegen die door linkse en radicale mensen op zichzelf terecht verafschuwde Erdogan en zijn fans. Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, “is van mening dat de openbare orde ook in het geding is als de bijeenkomst elders in zijn stad doorgaat”, zo schreef de Volkskrant  al eerder in de week, toen een eerdere locatie onmogelijk bleek. Emile Roemer, SP-chef, denkt in soortgelijke termen en zei na het kabinetsbesluit om de minister geen landingsrechten te geven: “Ik sta achter de minister-president. De orde en veiligheid voorop stellen lijkt me wijs.”  Een verfoeilijke slellingname. De reikweidte van het verbod raakt immers iedereen die de straat op wil, en bedreigt dus juist ook linkse, progressieve, radicale mensen en hun – onze – activiteiten.Alleen al daarom is het torpederen van het ministersbezoek en de bijbehorende ‘samenscholing’ verwerpelijk., net als het steunen van dit verbod in openbare-orde-termen door ‘links’.

Nationalistische mobilisaties – en dan niet alleen Turks-nationalistische, maar in Nederland allereerst Néderlands-nationalistische mobilisaties, de Wilders-campagne bijvoorbeeld – dienen te worden tegengewerkt door critici, door mensen als jij en ik, ongeacht kleur herkomst en dergelijke. Niet door concurrerende autoriteiten. Niet via een verbod van staatswege, als we tenminste niet willen dat de staat uitmaakt wat gezegd en betoogd mag worden en wat niet. Interessant is overigens dat in Hamburg een soortgelijke bijeenkomst als de nu getorpedeerde manifestatie, gewoon kon plaatsvinden. “Daar sprak Cavusoglu een toegestroomde menigte van Turken toe vanaf het balkon van het consulaat-generaal.” Kennelijk hanteert Duitsland en Hamburg de ‘openbare orde’ iets minder krampachtig dan Rotterdam en Nederland.

Intussen is het verbod een feit. Huichelaar Erdogan kan nu moord en brand schreeuwen over een vertrapte vrijheid, en Nederland een “nazi-overblijfsel” noemen. Misschien hebben ze nagelaten een spiegel aan te brengen in Erdogans presidentiële paleis? Alsof in Turkije een bijeenkomst waar een buitenlands politicus een massabijeenkomst waar kritiek op zijn regering weerklonk, zou tolereren. Mensen van DENK kunnen er desgewenst op wijzen hoe Nederland de Turkse gemeenschap van haar uitingsvrijheid berooft. Maar het zou hun geloofwaardigheid helpen als ze soortgelijke inbreuken op uitingsvrijheid van andersdenkenden, bedreven door Erdogan zelf, dan net zo fel zouden bekritiseren. En Wilders kraait, vijf dagen voor verkiezingsdag, victorie, zoals geheel en al te verwachten viel. Turkse regering, Nederlandse regering, Rotterdamse burgemeester: jullie worden bedánkt.

Peter Storm

, , , , ,

  1. #1 by kees romijn on 2017/03/11 - 23:44

    Als er iemand goed heeft geprofiteerd van de aanslagen in de Bataclan, dan is het Geert Wilders.

Comments are closed.