Actiedag tegen arbeidswet Frankrijk: balans en vooruitzicht


vrijdag 29 april 2016

De actiedag tegen de dreigende nieuwe arbeidswet kende grote aantallen deelnemers en hier en daar stevige confrontaties tussen actievoerders enerzijds, gezag en rijkdom anderzijds. Gisteren en vannacht heb ik geprobeerd te volgen wat er ongeveer is gebeurd, en daarover geschreven. Nu is het tijd om een voorlopige balans op te maken.

De omvang van het protest was aanzienlijk. Le Monde  noemt de volgende aantallen: “minstens 8500 in Nantes (20.000 volgens organisatoren), 5500 in Le Havre net als in Lyon, 4800 in Marseille, 4000 in Rennes net als in Rouen, 3800 in Toulouse. Bayonne zijn ongeveer 2500 betogers waargenomen, 2200 in Caen, 2000 in Mans…” Het feit dat Le Monde bij Nantes eerst een lager cijfer noemt, en daarna een veel hoger cijfer “volgens organisatoren”, doet vermoeden dat het lage cijfer een politieschatting is. Het zou me niets verbazen als dat voor de rest van deze cijfers ook geldt. RT.com  verwijst in haar overzicht naar een tweet van Printemps Social die met hogere getallen komt: “Rennes (…) 15.000, – Bordeaux 10.000 – Nantes 10.000 – Rouen 15.000 – Le Havre 15.000”.

En Parijs? “14.000 tot 15.000, volgens de prefect van politie, 60.000 volgens de CGT”, schrijft Le Monde. De CGT is trouwens één van de vakbondsfederaties die acties op touw heeft gezet. Maar Le Monde doet nog meer: het brengt in een grafiek in beeld hoe de vier opeenvolgende actiedagen -9 maart, 31 maart, 9 april en 28 april – getalsmatig deden in Parijs. Snelle groei van de eerste naard e tweede actiedag. Daarna afname, en gister weer afname.

Laten we eens aannemen dat dit ongeveer klopt: de omvang van demonstraties en manifestaties tegen deze wet neemt, na een piek eind maart, gestaag af. Waar duidt dat op? The Local legt een verband met de aanpassing van de arbeidswet, waar intussen enkele scherpe kantjes van afgevijld zijn. Dat kan nooit meer dan een gedeeltelijke reden zijn, want de piek van 31 maart kwam enkele weken na die wijzigingen in het voorstel. Een andere reden die je in het nieuws tegenkomt is: studenten hebben vakantie dan wel moeten tentamen vorbereiden. Als dat meespeelt, is er dus hoop voor de beweging, want zowel vakanties als tentamens gaan ook weer voorbij.

Volgens mij zijn er andere redenen aan te wijzen voor afnemende mobilisatie. Deels is het de vorm zelf: steeds afzonderlijke actiedagen met geruime tijd er tussen. Dat is een keer prima, en een tweede keer ook. Maar als er na een derde actiedag nog stees weinig beweegt, dringt de vraag zich op: gaat dit wel werken, zo ‘n herhaling van zetten? Er is duidelijk meer nodig om een vastbesloten regering van haar voornemen te doen af zien. Continue vormen van acties , stakingen van onbepaalde duur, de situatie vraagt om dat soort drukmiddelen. Vasthouden aan losse actiedagen strategie is de manier om de beweging dood te laten bloeden: mensen blijven niet komen naar iets dat steeds duidelijker niet werkt.

Daar komt bij dat vakbonden zelfs uit de actiedag van gisteren niet halen wat er wellicht in zat. Er lopen in Frankrijk meer arbeidsconflicten dan louter het protest tegen de arbeidswet. Maar het gaat vaak wel over soortgelijke thema’s. Eerder in de week was er een spoorwegstaking tegen verslechtering van arbeidsvoorwaarden. Waarom die staking niet laten samenvallen met de actiedag van gisteren? Het zou de dag steviger hebben gemaakt, de spoorwegstaking zelf van bredere weerklank hebben kunnen voorzien, onderlinge herkenning tussen groepen arbeiders makkelijker hebben gemaakt. Het zou de strijd van arbeiders tegen verslechteringen op alle fronten – waarvan die wet een speerpunt is – veel meer slagkracht hebben gegeven.

Maar precies daar deinzen vakbondsbestuurders al gauw voor terug: strijd ontketenen met slagkracht en vaart. Zij zoeken naar een compromis, met acties als aanvullend drukmiddel. Als arbeiders de wet gewoon wegstaken, is er voor de vakbondsrol als onderhandelingspartner geen plek meer. Dan hebben arbeiders gewonnen, maar vakbondsbestuurders dus niet. Ik vermoed dat de keus van vakbonden om de strijd op te splitsen, zowel naar dag als naar thema’dáár mee samenhangt, bewust of onbewust. De bonden willen niet winnen, De bonden willen concessies, zodat de bestuurders  de arbeiders half-tevreden naar huis kunnen sturen en rol als managers van het klassenconflict weer hebben waargemaakt.

De strijd ligt gelukkig niet louter in handen van vakbondsbestuurders of zelfs van de bonden als zodanig. Heel kenmerkend voor de actiedag van gisteren is de felheid van veel confontaties. Vooral RT.com maar ook The Local en andere nieuwskanalen laten daar aardig wat van zien. Het ging bij die felheid vaak niet om enorme aantallen betogers. Honderd jonge betogers hier, honderdvijfig studenten daar. Maar ze vóchten. Met de politie, die flink met traangas en knuppels in de weer was, maar in Rennes met een soort exploderende brandbommen werd bestookt. Met de symbolen van de macht – een kapotte beveiligingscamera illustreerde dat. Met de symbolen van de rijkdom. En uitgebrande Porsche liet dat zien. Dit waren niet wat kleine losse incidenten. Dit waren flarden van opstand. Afgelopen nacht vochten demonstranten ook in Parijs, waar de politie uiteindelijk de samenkomst op het Plein van de Republiek uiteenjoeg.

Veel mensen die met het doel van de actiedag sympathiseren, zullen dit soort hardere acties hoofdschuddend afwijzen: al dat geweld… Maar juist de straatvechtende jongeren laten een woede en vastberadenheid zien die noodzakelijk is. Aan deze jongeren hoeft niemand nog uit te leggen dat twee keer per maand een actiedag van vakbondsoptochten de gehate wet niet gaat stoppen, en al helemaal de sociale verhoudingen waar die wet uitdrukking aan geeft niet gaat veranderen. Veroordeling van het geweld dat van actievoerderskant is gebruikt, is veroordeling van precies die mensen die hart, ziel en dynamiek aan de strijd geven, mensen aan wie het verzet heel veel te danken heeft.

De komende weken worden beslissend. Het vuur is niet uit de acties, maar de groei momenteel wel. De belangrijkste stappen vooruit die nodig zijn bestaan uit het hanteren van continue actievormen. Nuit Debout, de dagelijkse pleinbijeenkomsten zijn in dát op zich van grote waarde: ze vinden dagelijks plaats, en niet eens in de zoveel weken. Maar de druk die er als actievorm van uitgaat is beperkt: een grote groep pratende mensen blokkeert de uitoefening van de macht niet daadwerkelijk, het laat amper een vuist zien. De waarde van Nuit Debout ligt elders: in het feit dat mensen er zelf vorm beginnen te geven aan een gezamenlijke zoektocht naar kritisch inzicht en naar alternatieven.

Bezettings- en blokkadeacties – van scholen, zoals gisteren gebeurde, van kunstinstellingen zoals het eerder deze week bezette maar intussen ontruimde Odeon-theater, en waarom niet ook in fabrieken en kantoren?  – zijn als drukmiddel veel steviger en daardoor effectiever. Gecombineerd met stakingen, net zo lang volgehouden tot minstens die wet weg is, en van stevige en aanhoudende druk op straat, kan daaruit een strijd groeien die de regering en haar wet niet enkel in de verdediging drukt, maar frontaal verslaat.

Peter Storm

,

  1. #1 by SG on 2016/04/30 - 18:31

    De keus tussen gewelddadige (offensieve) acties en vreedzame actie is niet slechts een keus van tactiek, maar van moraal. Dat lijkt in dit artikel vergeten te worden.

Comments are closed.