donderdag 24 januari 2013
Opruiing is het delict waar een Openbaar Ministerie zich van bedient om Joke Kaviaar mee aan te vallen. De aanval is helaas met resultaat bekroond, nu een rechtbank haar 4 maanden cel heeft opgelegd. Maar een gewonnen slag is geen gewonnen oorlog. De strijd gaat door, en dus ook de bijbehorende discussie over opruiing, het hoe, het wat en het waarom. Meerdere dimensies ervan wil ik graag, en deels nogmaals, belichten.
De eerste dimensie is opruiing als essentieel deel van het vrije woord. Dat vrije woord zelf is deel van voortsluimerende en steeds oplaaiende gevecht voor een wereld met meer vrijheid, meer solidariteit, met gelijkwaardigheid tussen mensen. Die strijd botst – onvermijdelijk – keer op keer tegen de bestaande, gevestigde orde, en tegen de juridische uitdrukking van die orde: de wetten, de wetshandhavers, de instellingen die zij hanteren, rechtbanken, politiekorpsen, gevangenissen.
Voorbeelden liggen voor het oprapen. Ooit was slavernij legaal. E en slaaf was bezit van een slavenhouder. Wie een slaaf hielp met ontsnappen pleegde feitelijk diefstal, nam het bezit af dast rechtens de slaveneigenaar toekwam. Justitie had tot taak weggelopen slaven terug te brengen; wie de autoriteiten belette om een weggelopen slaaf terug te brengen, wie bijvoorbeeld een slaaf verborgen hield, of naar een land zonder slavernij hielp ontsnappen, pleegde een strafbaar feit. Wie andere mensen aanzette tot dit soort hulpverlening, pleegde opruiing tot zo’n strafbaar feit. Slaven die zelf in opstand kwamen, schonden het juridisch verankerde bezitsrecht van de slavenbezitter. Dat was natuurlijk in zo’n toestand volstrekt onwettig, evenals het oproepen tot zulke opstandigheid. Subversie – ondermijning van de gevestigde, juridisch verankerde orde – en opruiing – aanzetten tot zulk subversief gedrag – gingen hand in hand in de strijd tegen de slavernij. Het is maar één voorbeeld, er zijn er zo vee meer. De strijd voor vrijheid en gerechtigheid kan niet zonder subversie, en evenmin zonder opruiing. In het artikel “’Opruiing’, oftewel de subversieve kern van het vrije woord” heb ik dat al een beetje verder uitgewerkt.
Subversie en opruiing zijn noodzakelijk voor wie het bestrijden van criminaliteit serieus neemt. Dat is de tweede dimensie. De grootste criminele organisaties en netwerken zijn immers niet de maffia of iets dergelijks. De grootste bedrijvers van misdaden zijn staten en hun instellingen. Zij – via hun soldaten, geheime diensten, politiekorpsen, gerechtsdeurwaarders, noem maar op – schieten mensen neer, bombarderen mensen, folteren ze, sluiten ze op, deporteren ze, intimideren ze, nemen hun huizen en bezittingen in beslag, en doen ook nog eens wat nodig is om ervoor te zorgen dat ondernemers mensen kunnen laten werken tegen lage lonen en onder beroerde arbeidsvoorwaarden. Moord met voorbedachten rade, doodslag, openlijke geweldpleging, diefstal, ontvoering, bedreiging, afpersing – stapels strafbare feiten zijn het. En staten – alle staten, puur omdát het staten zijn – plegen ze dag in dag uit. Dat geldt – zoals Joke Kaviaar als weinig anderen in haar teksten belicht – ook voor de Nederlandse staat. Die deporteert vluchtelingen en mensen zonder verblijfspapieren, die sluit ze op, die brengt ze tot soms dodelijke wanhoop.
Welnu, misdaad dient bestreden te worden, toch? En daar dienen we elkaar toe aan te moedigen, toch? Dat noemt men toch burgerplicht? Welnu, de staatsmisdaden waar ik het over heb gaan niet van staatswege bestreden worden, tenzij ze de staat zelf in verlegenheid brengen. Maffiamisaden worden immers ook niet door de maffia bestreden, tenzij wellicht de eer van de Godfather in het geding raakt. Ingrijpen tegen de maffia door tegenstanders van de maffia ligt meer voor de hand. Welnu, precies daarom ligt ingrijpen tegen staatsmisdadigheid door tegenstanders van de staat, ja, door staatsvijanden, meer voor de hand dan rekenen op politie en justitie tegen de misdaden door, nogmaals, diezelfde politie en justitie. Dat betekent dat wij de detentie en deportatie van vluchtelingen zelf dienen te dwarsbomen, subversief als die handelswijze is. En het betekent dat we anderen daar toe moeten stimuleren, uitnodigen, oproepen, opruiend als dat soort uitingen ook zijn. Subversie en opruiing zijn burgerplicht, zogezegd – waarbij de aantekening past dat het hier niet gaat om staatsburgerschap, maar om een ander concept van burgerschap waarin we wereldburger en tegen elke gevestigde en systematisch tot criminele geneigde autoriteit zijn. Ook dit heb ik eerder uitgewerkt, in “Opruiing als burgerplicht”.
Er is echter een derde dimensie aan het begrip opruiing. Het idee van opruiing is door en door dubbelzinnig. Persoon A raadt persoon B aan om iets onwettigs te doen teen de staat, tegen het “openbaar gezag”. De daad is illegaal en bedreigt de staat; het advies ertoe heet opruiing. Het maakt juridisch niet uit of het advies ook werkelijk mensen tot de daad brengt; het advies zelf is gekenschetst als delict: ‘opruiing’. Op deze manier wordt dus puur een mening – geheel ongeacht eventuele consequenties – buiten de wet gesteld. Jelle Klaas, in zijn artikel over de zaak tegen Joke Kaviaar, zit er dan ook naast waar hij schrijft: “Aangezien echter niemand haar woorden letterlijk heet genomen, ze niet een menigte woedende demonstranten met fakkels in de hand toesprak die voor een IND-kantoor stonden, maar het enkel woorden op internet waren, denk ik dat de rechtbank er juridisch flink naast zit.” Nu zou ik het vonnis ook verwerpen als Joke en/of anderen wél letterlijk demonstranten met fakkels bij een IND-gebouw had toegesproken, maar dit hier even terzijde. Moreel en politiek bedrijft de rechtbank een schandalige knevelarij, en Jelle Klaas draagt in de rest van het op zich welf welkome stuk goede argumenten daartegen aan. Maar volgens juridisch helaas geldige formuleringen kan iets dus wel degelijk opruiing en daarmee strafbaar zijn, ook als de woorden niet door de bijbehorende daden gevolgd worden. Dat feit zélf verdient genadeloze verwerping – maar het is vooralsnog wel een feit. Het hele concept ‘opruiing’ is daarmee niet iets dat gaat over specifieke daden buiten de opruiend geachte teksten zelf; het is een concept dat zich richt tegen gedachten en het uitspreken of opschrijven ervan. ‘Thought crime’ dus, een begrip dat in Orwells 1984 thuishoort, en verder helemaal nergens.
Er is nog iets raars aan het concept, iets dat feitelijk beledigend is voor actievoerders , plegers van onwettige vormen van verzet. Mensen doen acties omdat zij daarvoor kiezen. Anderen kunnen ze daarbij in woord en geschrift inspireren, aanmoedigen en dergelijke. Maar het zijn actievoerders zélf die de stap zetten, de keus maken. Het idee ‘opruiing’ miskent dat, en het negeert de zelfstandige rol van de ‘dader’, de actievoerder die een hek doorknipt of weet ik wat. Het idee dat de opruier daar een verantwoordelijkheid voor draagt, miskent de eigen zelfstandige autonome rol van mensen in verzet. Het past weliswaar in een autoritair wereldbeeld waarin gezagsdragers orders geven en wij onderknuppels de orders ‘mogen’ uitvoeren’. In een vrije wereld van gelijke mensen is er echter geen hiërarchie tussen degenen die iets bedenken en degenen die iets doen. Ik kan worden gestimuleerd en aangemoedigd of op een idee gebracht. Ik kan echter nooit en te nimmer worden ‘aangezet’ tot iets dat ik niet zelf ergens al wil. In die specifieke zin is opruiing – naast noodzakelijk deel van verzet, naast burgerplicht tegen staatscriminaliteit – ook nog eens een wanstaltige autoritaire vervorming van hoe verzet en het stimuleren van verzet daadwerkelijk plaatsvindt.
Wat mij betreft bestaat er strikt genomen geen opruiing, maar is er wel van ideeënvorming en ideeënverbreiding als onderdeel van noodzakelijk verzet sprake. Het concept ‘opruiing’ licht een deel van de gedachtenvorming eruit, hijst het op een voetstuk en maakt er een strafbaar feit van. Wat mij betreft horen er dus aanhalingstekens omheen. Hoe dan ook, we hebben meer en wijder verspreide subversie en ja, ‘opruiing’ daartoe, nodig, om de represie waar het vonnis tegen Joke Kaviaar deel van is, te helpen verslaan.
Peter Storm
#1 by Condor on 2013/01/29 - 17:11
Geachte heer Storm,
U heeft helemaal gelijk. De term opruiing in de wet geeft in feite aan dat ALLE lezers van een bepaalde kritische tekst of toespraak, hersenloze zombies zijn, die willoos de acties gaan uitvoeren, die door de desbetreffende persoon geschreven zijn.
De belediging gaat nog veel verder dan die van de actievoerders alleen!! De belediging is voor iedereen die de zogenaamd opruiende stukken leest of beluisterd, ik ga nog een stapje verder, is ook een zware belediging voor ALLE mensen die de “opruiende stukken” niet hebben gelezen. Daarvan wordt bepaald, wat wel en niet goed voor ze is, om te lezen en te horen. Bah, wat een arrogantie!!
De wet, staat, rechterlijke macht, elite, politiek, meent voor mij te moeten bepalen, wat ik wel en niet mag lezen, en daar mijn eventuele mening en consequenties aan verbind.
Dit is mijn mening over Nederland ,met betrekking tot de schandalige behandeling van Joke Kaviaar:
Helaas is het in Nederland niet meer mogelijk om vrijuit de waarheid en mening te verkondigen.
Kijk maar naar Joke Kaviaar, die heeft een torenhoge gevangenisstraf van 4 maanden onvoorwaardelijk gekregen, voor enkel haar meningsuiting in woorden en geschrift.
Zij heeft geen bommen gelegd, brand gesticht of andere zaken.
Zij heeft slechts luidkeels het criminele beleid tegen vluchtelingen openbaar gemaakt.
Nederland is verworden tot een land zoals China of Rusland en meerdere landen waar het niet zo nauw genomen wordt, met het recht op vrijheid van meningsuiting, waar je gewoon de cel ingaat, voor het verkondigen van je mening en misstanden aan de kaak durft te stellen.
Dus lange celstraf voor het simpele feit dat je zeer krachtig een voor de overheid negatieve mening verteld, tegen het monsterlijke vluchtelingen beleid van de Nederlandse staat.
Maar er is veel meer mis met Nederland, we hebben massale dwangarbeid en uitbuiting van het eigen volk.
Lees de blog die pas in opgericht:
https://dwangarbeidersverzet.wordpress.com/
Joke Kaviaar, de vluchtelingen, dwangarbeiders etc etc, zijn niet de enige mensen, die in Nederland zwaar onderdrukt en gesanctioneerd worden.
Er is al jaren een levensgevaarlijke trend ontstaan, waar we een tweedeling in de maatschappij hebben, namelijk de mensen met geld en macht, en de mensen die niks tot weinig hebben.
De repressie tegen de tweede groep is draconische vormen aan het aannemen.
Condor