woensdag 18 mei 2016
We naderen het einde van onze gang door het artikel “Anarchisme gaat ons de revolutie niet brengen”. Even volhouden nog, geachte opponenten, medestanders en meelezers. Dit is deel vijf, en daarmee sluit ik de serie af.
De auteur schrijft: “Nog afgezien dat anarchisten geen helder idee hebben hoe je de bourgeoisie van de troon stoot: wat als dat eenmaal gelukt is? Dan ontstaat er een machtsvacuum.” Natuurlijk. Afgezien dan van het zelf-organiseren van stakingen, bedrijfsbezettingen, sabotageacties, kleine en grote demonstraties, pleinbezettingen, straatgevechten, het opwerpen en verdedigen van barricades, het opzetten van arbeidersmilities en guerrilla-eenheden, het bestormen en platbranden van politiebureaus, het aanvallen van kazernes om soldaten over te halen met wapen en al over te lopen naar de opstandige menigten, het op touw zetten van landbezettingen en het verjagen van grootgrondbezitters, afgezien van het zo snel mogelijk in zelfbeheer op gang krijgen van noodzakelijke activiteiten zoals voedselvoorziening en vervoer, hebben we inderdaad geen ènkel helder idee hoe je de bourgeoisie van de troon stoot. Anders nog iets, inpakken of gaat het zo mee?
En dan dat machtsvacuum. “Wat doe je daarmee? Laat je die leeg, omdat je de macht afwijst? Dan komt de bourgeoisie gewoon weer terug…” Nee, we laten dat vacuum niet leeg, want we wijzen de zelf-organiserende macht van onderop dus niet af. Waarmee het ‘vacuum’ dan wordt gevuld willen zien? Met wijkcomités, buurtraden, bedrijfsraden, assemblees op allerlei gebied, gebundeld in federaties via gedelegeerden die overleggen, met allerlei basisnetwerken, allemaal verdedigd verdedigd door een in milities gebundelde gewapende bevolking zelf. Met zelfbestuur, vrije associaties en zelfverdedigingscomités, zoals de Spaanse CNT die in 1936 al had klaarstaan (1) om terug te vechten toen Franco zijn staatsgreep begon. Met macht-van-onszelf-samen, macht van onderop, want nogmaals, dat het anarchisme de macht categorisch afwijst is categorisch onzin. Anarchisten gebruiken er alleen soms andere woorden voor, want velen van ons associëren ‘macht’ vooral met wat ik macht-van-bovenaf, opgelegde autoriteit, zou noemen.
Mikhail Bakoenin, één van de grondleggers van het anarchisme, geeft een summiere schets van de beoogde post-revolutionaire maatschapij, met trekken die je in varianten bij tal van anarchisten terug ziet komen. Hij pleitte voor “de vrije organisatie van het leven van het volk, in overeenstemming van hun behoeften – niet vanaf de top, zoals we dat in de Staat hebben, maar van de bodem naar boven, een organisatie gevormd door de bevolking zelf, los van alle regeringen en parlementen, een vrij verbond van associaties van agrarische en industriële arbeiders, van communes, regio en naties, en de economische, volledig vrije, organisatie van de mensen, een organisatie van onder naar boven, door middel van een federatie.” Sommige woorden, zoals ‘naties’ bijvoorbeeld, zou een hedendaagse anarchist graag vermijden, en Bakoenin dacht al wel voorbij staat en kapitaal, maar nog niet voorbij de moderne industrie waarvan tenminste sommige anarchisten stellen dat die ook na onteigening van de kapitalisten niet ongemoeid zal blijven.Bakoenin was verre van perfect, en natuurlijk gewoon ook een kind van zijn tijd. Maar de kernprincipes – zelforganisatie waar voorheen het kapitaal en de staat domineerden en regeerden – zijn hart en ziel van datgene waarmee anarchisten dat ‘vacuum’ graag gevuld willen zien.
Waar het vacuum alleen niet mee gevuld gaat worden als het aan ons ligt, is met een professioneel leger, politieapparaat, geheime dienst, staatsbureacratie, gevangenissen, concentratiekampen en folterkamers. Anarchisten zijn dus niet tegen een georganiseerde en desnoods gewapende verdediging van de revolutie. Wel zijn we tegen het overdragen van die taak aan een instantie die met haar geweldsmonopolie boven de maatschappij staat en zich keert, niet enkel tegen de externe contrarevolutie maar juist ook tegen de klassen namens welke die ‘revolutionaire’ staat regeert. Zo ‘n staat, elke staat, is inherent contrarevolutionair.
Naar het slot van het hier besproken artikel toe worden de verdraaiingen grotesk. “Anarchisten (…) doen alsof je in één stap kunt gaan van een maatschappij die is doordrenkt van geïnstitutionaliseerde, gemondialiseerde macht (kapitalisme, imperialisme, patriarchaat) naar een samenleving zonder enige vorm van macht.” Wederom: waar haalt JW het vandaan? Ik ken geen enkele anarchist die zoiets zegt of aantoonbaar zelfs maar denkt. Ik ken wel anarchisten die weten dat revolutie een proces is, dat er niet bent met de val van de oude macht, dat er alle kans is dat er, zeer tegen de zin van anarchisten, dan een ‘revolutionaire’ nieuwe staat ontstaat die je echter óók weer zult moeten bestrijden als we waarlijk vrij willen zijn, dat oude gedragspatronen niet zomaar zijn verdampt en ga zo maar door.
Dan komt als climax het verwijt: “dat anarchisten van de revolutie een utopie hebben gemaakt”. Zo “blijf je dromen van de perfecte samenleving, in plaats van er in concrete stappen naar toe te werken. Je berooft jezelf van de mogelijkheid om onderzoek te doen naar de meest dringende vraagstukken, te analyseren wat de grootste problemen zijn binnen een gegeven context, te leren van geslaagde en mislukte historische wereldrevoluties…” Ja ja, we dromen wat af in onze subcultuur. Alleen het bier en de punk – of de LSD en de Doors – ontbreken in deze karikatuur.
Maar onderzoek naar de meest dringende vraagstukken, is dat echt wat er bij anarchisten ontbreekt? Vraagstukken zoals het imperialisme misschien, waar de anarchist Noam Chomsky – ook buiten anarchistische subculturen toch best bekend – nogal wat over schreef? Onderwijs, waar de anarchist Paul Goodman zijn gedachten en praktijkervaring in een reeks boeken over onder woorden bracht, vol concrete voorbeelden (2)? Misdaad en straf, waar de anarchist Alex Comfort een prachtig boekje over maakte (3)? Leren van wereldrevoluties? Zoals Voline en Gregori Maximov en Alexander Berkman, die de mislukte Russische revolutie probeerden te doorgronden (4)? Zoals Vernon Richards, José Peirats, Sam Dolgoff en Gaston Leval en talloza anderen die hetzelfde probeerden met de Spaanse revolutie (5)? Allemaal anarchisten die precies probeerden wat anarchisten volgens de auteur nalaten vanwege ons ‘utopisme’: leren van revoluties, oftewel van episodes in ‘wereldrevoluties’.
Kloppen de analyses allemaal? Welnee, we slaan de plank vaak genoeg faliekant mis, en dan is er snel genoeg een andere anarchist – of een relatief verstandige marxist, het komt voor – die ons daarop wijst. Maar dat is hier de discussie niet. De discussie is dat anarchisten wordt verweten dat we allerlei urgente zaken niet onderzoeken en niet doordenken en geen strategische concepten ontwikkelen en door maar een eind heen te dromen onszelf beletten om ons in concrete revoluties te verdiepen om er wat van op te steken. Dat verwijt is verbijsterend onrechtvaardig en onjuist, zoals een groot deel van het artikel verbijsterend onrechtvaardig en onjuist is. Met de analyses, conclusies en concepten die anarchisten trekken kun je het grondig oneens zijn. Maar serieuze discussie begint dan wel met erkennen dat die analyses, conclusies en concepten op zijn minst bestáán.
Het is best mogelijk om daar achter te komen. Een keertje in Buiten de Orde bladeren – disclosure: ik help dat blad te maken – zou die erkenning iets dichterbij kunnen brengen. Je kunt ook eens een kijkje gaan nemen op het weblog In Dystopia Levend van Hadrian Ferran. Ook daar wordt anarchistisch nagedacht over sommige van “de meest dringende vraagstukken” en van “de grootste problemen (…) binnen een gegeven context”. Iets soortgelijks geldt voor Grutjes, dat zich met anarchistische eigenzinnigheid “contrapolitiek blog” noemt. De goede verstaander weet dan genoeg, maar ook anderen zitten maar een muisklik verwijderd van actuele analyses vol anarchistische inspiratie. Ben ik het met alles wat daar staat eens? Vergeet het maar. Maar het verschaft stof tot nadenken, biedt inzichten en laat zien dat er in anarcho-kringen geanalyseerd wordt dat het een lieve lust is. En veel van die analyses zijn verbonden met praktijken van solidariteit, maatschappijverandering en strijd. Het is echt niet zo moeilijk om te ontdekken dat anarchisten méér doen dan dagdromen alléén.
Op één punt heeft JW wel gelijk: geslaagde historische wereldrevoluties bestuderen we als anarchisten tamelijk weinig. Maar ja, geslaagde wereldrevoluties zijn er eigenlijk ook niet echt, en wat niet bestaat, kunnen zelfs utopische anarchisten niet onderzoeken. We doen echter ons best om in het gebrek aan geslaagde wereldrevoluties, op onze onuitstaanbare kleinschalige autonome utopische wijze, verandering te helpen brengen. Intussen bedank ik de auteur voor het compliment, maar leg ik de lachspiegel die het artikel toch voornamelijk is nu toch graag terzijde.
Noten
1 Zie Agustin Guillamon, “Ready for Revolution – The CNT defense committees in Barcelona, 1933-1938”
2 Twee van de boeken van Paul Goodman over dit onderwerp zijn “Compulsory Miseducation” en “The Community of Scholars”. Op het gebied van genderrollen enorm gedateerd. Op andere punten kraakhelder, stof tot nadenken voor de post-Maagdenhuisgeneratie
3 Alex Comfort, “Authority and Delinquency – a study in the psychology of power”
4 Voline, “The Unknown Revolution”, 1917-1921, “Book One. Birth, Grownth and Triumph of the revolution” , Voline, idem, “Book Two. Boshevism and Anarchism” Voline, idem, “Book Three. Struggle for the Real Social Revolution”
Gregori Maximov, “The Guillotine at Work”
Alexander Berkman, “Russian Revolution and the Communist Party”,
5 Vernon Richards, “Lessons of the Spanish Revolution”; José Peirats, “Anarchists in the Spanisch Revolution”
Sam Dolgoff (ed.) “The Anarchist Collectives – workers’ self-management in the Spanish Revolution”
Peter Storm
#1 by peter on 2016/05/21 - 12:32
Onderstaande reactie is van Conan, binnengekomen via mail en door mij geplaatst omdat het Conan niet via het invoerscherm lukte.
peter
—–
Nog afgezien dat anarchisten geen helder idee hebben hoe je de bourgeoisie
van de troon stoot: wat als dat eenmaal gelukt is? Dan ontstaat er een
machtsvacuum.
Daar waar mensen is, daar is macht, dat is iets wat ik al eerder aankaartte
in mijn reacties. De vraag is alleen, willen we een troon faciliteren, waar
een bureaucraat een kapitalist of een koning op kan zitten, om ons te
dirigeren, of willen we dit tegen gaan. Er zal nooit een machtsvacuum zijn
tussen mensen, want de mensen zelf vullen dit op. In anarchisme ligt de
macht bij de werkende massa, het machtsvacuüm is dus wel degelijk opgevuld,
alleen niet door een bureaucratie, of een alleenheerschappij . De macht
ligt bij de federaties van arbeiders, fabrieksraden, gildes etc. Deze macht
is dan wel zwaar gedecentraliseerd, het vacuüm is alsnog opgevuld. Je kan
niet direct de vinger leggen op individuen, of leiders van deze massa, toch
is dit fenomeen van georganiseerde arbeiders in princiepen genoeg. Het
vacuüm is opgevuld door een amorfe, organische macht.
“Wat doe je daarmee? Laat je die leeg, omdat je de macht afwijst? Dan komt
de bourgeoisie gewoon weer terug…”
Anarchisme is juist de stroming die heel erg heeft nagedacht over
menselijke verhoudingen in het algemeen. Kropotkin was bijvoorbeeld een
geoloog en een socioloog. Bakunin was meer een kunstenaar dan een
wetenschapper en Proudhon was naast het feit dat hij econoom was, ook een
socioloog. Marxisten zijn vaak droge, analytische wetenschappers en hebben
zich niet verdiept in menselijke relaties als kern gegeven, maar stellen de
economie boven alles en iedereen. Eigenlijk niet heel anders dan liberalen
dat doen. Eerst de eigen theorie en dan pas de realiteit onderzoeken. De
eigen theorie boven de praktijk stellen en de realiteit negeren.
De bourgeoisie kan niet terug komen in anarchisme en wel om een paar
redenen. Er zijn een paar kindersloten ingesteld, om dit te voorkomen.
Allereerst het economische kinderslot. Anarchisme hanteert wel markten,
maar gesocialiseerde markten. Erfrecht, loonarbeid en het recht op vastgoed
zijn afgeschaft. Kortom de accumulatie van kapitaal zal niet plaatsvinden
en een economische bourgeoisie kan niet ontstaan. Hier is heel goed over
nagedacht. Als een collectief al beter gaat dan een ander collectief, dan
komt die de leden van het collectief toe en niet een enkele familie.
Daarnaast zal deze welvaart niet doorgegeven worden aan een volgende
generatie. Dan de elementen die de kapitalist rijk maakt. Andermans arbeid,
het bezitten van vastgoed, om andermans arbeid op plaats te laten vinden en
vervolgens het doorgeven van het kapitaal. Dit alles is er niet in
anarchisme. Anarchisme hanteert eerder meritocratische principes.
Ongelijkheid binnen de marche van het acceptabele, binnen de marche van de
menselijke interacties en het leven. Niet een fundamentele economische
onderdrukking en onmogelijkheid om de eigen arbeid om te zetten in
levensonderhoud vanwege een feodale elite, maar een diversiteit binnen de
collectieven en tussen de collectieven.
Het woord utopie is altijd bruikbaar, om een politieke linkse tegenstander
de mond te snoeren. Ja maar jij bent niet wetenschappelijk, jij bent
utopisch. Wat is die wetenschap overigens waard, als deze niet getoetst kan
worden, absoluut is en iedere tegenspraak in kapselt en negeert. In mijn
perceptie is dat geen wetenschap, maar een religie. Daarnaast is wetenschap
sowieso een vorm van religie, omdat de mensheid zelfs met haar metingen en
aannames de waarheid niet in pacht heeft, maar dat is een hele andere
discussie.
Anarchisme wordt verweten utopisch te zijn. Dit is historisch gezien niet
helemaal accuraat. Allereerst. In de achttiende eeuw waren er wel degelijk
utopische denkers, maar Proudhon identificeerde zich hier al niet meer mee.
Daarna komt Bakunin meer uit de negentiende eeuwse traditie en is hij
geïnspireerd door links Hegeliaans denken. Een filosofische stromingen die
niet gezien word als utopisch. Een Utopie suggereert een nieuwe, plastic
wereld. Als ik het goed heb is het Bakoenin die juist spreekt van de utopie
als een vervanger van de christelijke Hemel, naar een arbeidershemel op
aarde. Hij zag het als een vervanging van het religieuze opium. Daarnaast
heb ik zowel Kropotkin als Proudhon niet horen spreken over een kant en
klare, perfecte wereld. Proudhon bijvoorbeeld kijkt meer naar de huidige
situatie, wat de problematiek is van de huidige situatie en hoe we die
problematiek zouden kunnen aanpakken. Nergens spreekt hij van een wereld
zonder leed, hij spreekt alleen over tactieken om leed in het tastbare
leven te bestrijden.
Wel vind ik het frappant dat het juist de marxisten zijn die ons van
utopisme beschuldigen. Ik bedoel als je die Maoistische enge propaganda
posters bekijkt, dan is het eerste woord dat in je opkomt : utopie……
Wetende dat deze utopie vervolgens besmeurd is met bloed van zogenaamde
counter revolutionaire, dan laat het een smerige nasmaak achter.
Jullie marxisten kunnen hier zeggen wat je wilt, ons bekritiseren zoveel
als je wilt. Wij anarchisten zouden in jullie heilstaat direct omgelegd
worden, voordat we überhaupt een woord op papier gezet hebben. In
Maoistisch China, werden mensen vermoord omdat ze een bril droegen. Mensen
die brillen dragen kunnen immers lezen en mensen die lezen kunnen immers
liberale, of counter communistische boeken lezen en dat hebben ze dus
misschien gedaan, dus moeten ze dood…. Wow wat een vrijheid faciliteert
jullie communisme. Gewoon iedereen omleggen die mogelijkerwijs een
bedreiging vormt en dit dan schoonwassen, onder het mom dat je het voor het
volk gedaan hebt en het dus rechtvaardig is. Er vervolgens niet vanuit gaan
dat sentimenten als jaloezie, haat en algemene willekeur hier geen rol in
kunnen spelen. Er gewoon vanuit gaan dat je eigen bureaucratie niet
geperverteerd is. Ik ken Chinese mensen wiens ouders vermoord zijn en dus
in een kindertehuis opgroeide, omdat hun ouders mogelijkerwijs
intellectuelen waren en dat is natuurlijk een belediging voor het volk….
Wiens vrijheid is dit ?
#2 by jw on 2016/05/18 - 20:53
Om het woord even te kapen: Peters vijfdelige serie is voor mij een lachspiegel. Zie mijn reacties onder deel 1 en 2 over idealisme en utopisme. In deel 5 somt Peter een aantal anarchistische ideeën op van ‘hoe de bourgoisie van de troon te stoten’ en eindigt grappend met ‘anders nog iets’? Ja, het kleine detail anarchisten nog nooit ergens het kapitalisme omver hebben geworpen, en dat alle genoemde voorbeelden geen revolutionaire activiteiten zijn als ze niet worden uitgevoerd met het doel staatsmacht te grijpen als (in deze context enige mogelijke) middel om al die activiteiten en projecten te verdedigen.
In een discussie kun je vrij makkelijk een paar anarchisten citeren die het een en ander hebben gezegd, maar dat zegt nog niks over wat het anarchisme doet in de echte wereld. En dat is uiteindelijk het belangrijkste, omdat we het hebben over het omver werpen van het kapitalisme, niet welk verhaal het mooiste eruit ziet op papier.
Over de Spaanse collectieven schrijft Peter feitelijk dat ze niet sterk genoeg waren om zichzelf in stand te houden en zich te weren tegen sabotage vanuit de overheid. Dat is toch precies het bewijs dat je zelf die staatsmacht moet grijpen zodat je niet wordt belemmerd door de bourgeois overheid? Heeft het anarchisme daarvan geleerd? Ervan leren is verder gaan dan de conclusie trekken dat het is mislukt; ervan leren betekent dat je nieuwe methodes of strategieën inbouwt om het de volgende keer wel te laten slagen. Dat doet anarchisme m.i. niet; het blijft hangen in een beschuldigende vinger wijzen naar alle andere partijen.
The Historical Failure of Anarchism beschrijft de algemene reactie van anarchisten op het grote anarchistische experiment van Spanje: “It is nothing short of a complete abdication of one of the most basic responsibilities of revolutionaries: the responsibility to subject the defeats and failures of the movement to the most thoroughgoing critical scrutiny. Instead it takes a historical experience that ended in a crushing defeat, makes excuses for that defeat and offers the faithful reassuring platitudes that, all evidence to the contrary, the one true path of anarchism is vindicated by the experience.” – https://libcom.org/history/historical-failure-anarchism
Dan komen we op de vraag of anarchisten macht negeren of niet. Mijn kritiek is niet dat anarchisten macht negeren in de zin dat ze doen alsof de staat niet bestaat. Wat ik bedoel is dat anarchisten negeren hoe macht werkt, zowel voor als tijdens de revolutie. Ik zeg dat een bestaan van kleine collectieven die op vrijwillige basis met elkaar omgaan en handelen, niet kan bestaan in de context van kapitalisme en imperialisme *zonder staatsmacht*. En dát is iets wat anarchisten negeren. (Peter bewijst dat nogmaals door met abstracte idealen te komen over zelfbeheer, in plaats van met aanwijzingen te komen hoe anarchistisch georganiseerde zelfbeheerde collectieven zouden overleven in de context van het kapitalisme.)
Hoewel ik dat letterlijk in mijn artikel heb staan, heb ik die strekking niet overal in mijn artikel duidelijk genoeg gespecificeerd, dus ik ben blij dat Peter me daarop wijst. De verwarring ontstaat als je niet goed de theorie van de beweging onderscheidt, en dat heb ik niet goed genoeg gedaan. Dat anarchisme als theorie zicht richt op het uitwissen van alle macht en het vestigen van een samenleving zonder macht, zoals ik schrijf in mijn artikel, heb ik te slordig geformuleerd. Zoals het er staat, is het inderdaad onwaar. Ik had moeten zeggen: “… een samenleving zonder enige vorm van gecentraliseerde macht” en “…het uitwissen van alle bestaande macht…” Maar het moet gezegd worden dat dit anarchisme op dit moment nauwelijks bestaat – de meeste anarchisten zijn juist wel bezig als een Don Quichot alle vormen van formele macht te bevechten, op een allesbehalve strategische manier, iets wat je niks oplevert behalve een reeks zware teleurstellingen en burnouts.
Dat gezegd hebbende, blijft de stelling staan dat dat de grote blinde vlek van het anarchisme is (zowel in theorie als in de hedendaagse praktijk): de onkunde om met macht om te gaan. Het is alsof je over een weg aan het rennen bent, en je ziet van mijlenver een muur op de weg staan, maar je blijft toch door rennen, omdat je vindt dat de muur er niet zou moeten staan. Totdat je tegen de muur opbotst. En dan geef je de muur er de schuld van dat die daar staat, in plaats van dat je tijdens het rennen dingen hebt bedacht om die muur af te breken of om er overheen te klimmen. En dan begin je weer opnieuw. (Dit is geen analogie van gebeurtenissen, maar van de houding van anarchisten.) Zo’n houding wordt ingegeven door het idealistische karakter van het anarchisme: op de een of andere manier er van uit gaan dat het vasthouden aan een principe of een idee, voldoende is om met de realiteit te dealen.