Strafrecht is onrecht (1): inleidende observaties


vrijdag 31 januari 2014

Politiegeweld leidt de laatste tijd tot aandacht en verontwaardiging – in zeer beperkte kring. Demonstraties tegen politiegeweld – bijvoorbeeld na de vrijspraak van de agent die de 17-jarige ongewapende donkere jongen Rishi doodschoot – trekken kleine aantallen mensen. Dat heeft een reden: verreweg de meeste mensen – ook als ze best kritisch zijn over specifieke episodes van politioneel wangedrag – accepteren het idee dat de politie noodzakelijk werk doet en deel uitmaakt van een onmisbaar apparaat. Ten onrechte, want strafrecht is onrecht, en dat zit niet alleen in de huidige toepassing ervan.

Weinig mensen zeggen: waarom zoveel politie hier bij onze demonstratie? Heel veel mensen zeggen het omgekeerde: waar is de politie als je ze nodig hebt? Het onderliggende idee is hier dat de politie natuurlijk fouten maakt maar onmisbaar, nuttig werk doet, werk waar we niet zonder kunnen. Wat is dat werk? Plat gezegd: boeven vangen. Subtieler gezegd: de criminaliteit bestrijden. Zolang mensen geloven dat politie criminaliteit bestrijdt, en dat criminaliteitsbestrijding via strafrecht onmisbaar en rechtmatig is, zal het erg moeilijk zijn om bredere oppositie en sterker verzet tegen politiegeweld op te bouwen. Het is dat geloof in misdaadbestrijding via strafrecht, met de politie als handhaver, vervolger en bestrijder, dat frontaal en inhoudelijk aangepakt dient te worden. Want het geloof is op drogredenen, onwaarheden en een gewelddadige moraal gebouwd. Strafrecht is dus onrecht, de politie vormt zelf een crimineel apparaat. Maar eerst een praktische vaststelling: het werkt niet.

Een enkel voorbeeld. Folkert Jensma wijst in zijn informatieve NRC-blog “Recht en Bestuur”op 21 december 2013 op de structurele afname van gerapporteerde criminaliteit“Net als in de meeste Westerse landen daalde in 2012 het slachtofferschap van criminaliteit, en wel sinds 2005”. Dat is wat ze meemaken. “Niet wat ze zelf aan de politie opgeven. Dat is trouwens ook gedaald, sinds 2011 met 5 procent en sinds 2005 met 15 procent.” Mensen zijn minder vaak slachtoffer in hun eigen beleving. Mensen doen minder vaak aangifte. Of er ook minder gebeurt dat aangegeven zou kunnen worden, is minder duidelijk. Maar de trend is: minder criminaliteit.

Pleit dat voor politie, justitie, strafrecht? Geenszins. Niemand kan namelijk vertellen hoe die dalende trend verklaard kan worden. Maar aan effectief politie- en justitieoptreden – in termen van justitie en politie zelf – kan het niet liggen. Jensma komt met aardige cijfers. “Aan veelvoorkomende criminaliteit rapporteren burgers in 2012 8.1 miljoen incidenten (…) Daarvan bereiken er 1.1 miljoen de politie in de vorm van meldingen een aangifte.” De meeste criminaliteit gaat gewoon langs het politie- en justitieapparaat heen. Geen wonder, want eenmaal in handen van dat apparaat is het resultaat vaker wel dan niet helemaal niets. “In 2011 loste de politie 270.000 misdrijven op – dat is een daling van 20 procent. Ook het gemiddelde oplossingspercentage daalde, van 25.2 procent in 2005 naar 23.7 in 2012.” Dus 76.7 procent blijft onopgelost! Hoe lang zou een school opengehouden worden waar 76,6 procent van de leerlingen zakt bij het eindexamen? Hoelang zou het duren voor het Medisch Tuchtcollege ingrijpt als er in een ziekenhuisafdeling dit soort sterftecijfers bij operaties worden bericht? Hoe lang ontkomt een autofabriek aan een bankroet, en aan boze vragen bij Radar en Kassa, als dit percentage aan auto’s met kapotte remmen wordt afgeleverd aan de dealers?

Bij Openbaar Ministerie en rechtbanken is het beeld al niet veel anders. “In 2012 stuurde de politie ook minder zaken door naar het OM dan in 2005: 218.000 verdachten.” Wat doet dat OM? “Bij het OM wordt maar liefst 46 procent geseponeerd”, deels om dingen als gebrek aan bewijs, deels omdat er om andere deden niet vervolgd kan of hoeft te worden volgens het OM “Het feit is te gering, er zijn elders maatregelen getroffen, er is medeschuld van het slachtoffer, de verdachte is te oud, te jong…” In tien procent van de zaken volgt bij de rechter vrijspraak of ontslag van strafvervolging. “Van de 175.000 strafzaken die rechter en officier afhandelden, werd in 53.300 zaken dus geen enkele sanctie opgelegd. In één op de drie zaken die de politie doorstuurde werd dus niet gestraft.” De 8.1 miljoen incidenten leidden dus tot 1.1miljoen meldingen/ aangiftes, tot 218.000 verdachten, tot 175.000 strafzaken en tot 121.700 veroordeling. Inderdaad, “de echte repressiedenkers kunnen hier niet vrolijker van worden. Zeker niet als ze lezen dat sinds 2005, gecorrigeerd voor loon- en prijsstijgingen, de uitgaven zijn gestegen met 18 procent zijn gestegen tot 12.9 miljard.” Als ik geloofde in recht en orde en straffen en gevangenissen, dan zei ik ook: ik wil mijn geld terug! Misschien ligt hier wel een belangrijke bron van de steun die rechtse politiek en partijen juist op dit thema hebben, in de roep om harder straffen en meer politie. De politie is helemaal niet goed in precies die taak waarmee ze zich naar burgers zo breed en ‘onmisbaar’ maakt. Dat staat in schril contrast met de sloten geld die het hele gebeuren kost. En mensen – zij die wel last hebben van inbraak, maar vooral ook zij die er in crisistijd via belastingen wel aan moeten bijbetalen – hebben dat heel goed in de gaten.

De roep om een politie die dit werk wel goed doet is echter misplaatst. In de eerste plaats omdat het dus zonder al dat hoogst klunzige politiewerk de criminaliteit daalt, en het veiligheidsgevoel van mensen parallel daaraan toeneemt. Het is dus helemaal niet nodig om je daar zo druk over te maken, hoe vervelend inbraak en oplichting ook is als het je overkomt. In de tweede plaats omdat dat boeven vangen is namelijk helemaal niet de goede zaak is waar we het te vaak voor houden. Het maakt boeven niet minder boef, en het miskent dat de meeste van die zogenaamde boeven om te beginnen al geen boeven waren, maar bijvoorbeeld mensen aan de onderkant in een maatschappij die mensen met dure spullen en flitsende reclames de ogen uitsteekt, maar die spullen vervolgens voor de meeste mensen buiten bereik houdt vanwege lage inkomens.

Het strafrecht en het bijbehorende apparaat – politie, strafvervolging, rechtspraak, boeteheffing en gevangeniswezen – is een soort wraakactie van de staat jegens mensen die zich niet aan haar regels houden. Het is ook nog een melkkoe voor de staat, en in toenemende mate een manier om in gevangenissen nóg een categorie van dwangarbeiders te creëren, naast het oprukkende verplichte ‘vrijwilligerswerk’ buiten de gevangenis, in werkplaatsen die trouwens nogal wat met gevangenissen gemeen hebben: bewakers, geen bewegingsvrijheid, geestdodend werk. “Wat de overheid in feite doet, is een strafstelsel optuigen waarin de verschillen tussen werklozen en taakgestraften vervagen, aldus Piet van der Lende. Daaraan kunnen we een verdere vervaging tussen wat buiten en binnen de bajes gebeurt n dus nog aan toevoegen. Baanlozen moeten gestraft door ze te laten werken voor hun uitkering. Gevangenen moeten worden uitgebuit terwijl ze worden gestraft. Het vloei allemaal in elkaar over, in een kluwen van repressieve regelgeving, opsluiting en en steeds harder werken voor vrijwel niets. De gevangenis is hier een uitvergrote versie van wat buiten de gevangenis ook steeds schrikbarender vorm en omvang aanneemt. De strijd tegen dwangarbeid en de strijd tegen gevangeniswezen zijn veel beter te voeren als delen van dezelfde bevrijdingsstrijd dan als puur losse projecten.

Buiten de gevangenis moet je zulk werk dus doen om zelfs maar recht op een uitkering te krijgen. Binnen de gevangenis krijg je een miniem loon. Dat heb je als gevangen straks nog harder nodig dan nu, want staatssecretaris Teeven wil dat gevangen de eerste twee jaar van hun straf 16 euro gaan bijdragen aan de eigen gevangenhouding. Per dag. Een macaber plan, waarmee je ex-gedetineerden zo ongeveer terug trapt in de noodzaak om op onwettige manieren inkomen te vergaren. Maar zo verhoog je natuurlijk wel de druk om binnen de gevangenis elke kans op arbeid te verrichten aan te grijpen. Het maakt deel uit van het omzetten van gevangenissen in een soort dwangarbeiderscentra, in een maatschappij waarin dwangarbeid op meerdere fronten dus van hogerhand wordt doorgedrukt. In de gevangenis zelf hebben (ex-)gedetineerden intussen van collega-gedetineerden maar al te vaak allerhande g nuttige tips en connecties voor die aldus gestimuleerde onwettige vormen van inkomensverwerving opgedaan. Zo genereert en reproduceert het gevangenisstelsel de criminaliteit die het zegt de bestrijden, maar waarvan het zelf een aanjager is.

(wordt vervolgd)

Peter Storm

, , ,

  1. #1 by Hugo Endert on 2014/02/01 - 03:53

    goed stuk, Peter!

Comments are closed.