Morsi wankelt, maar wie wint?


dinsdag 2 juli 2013

De gebeurtenissen in Egypte roepen zeer gemengde gevoelens bij me op. Enorme menigten die de macht van Morsi en zijn een repressieve rechtse regering uitdagen en op de rand van ineenstorting brengen: het is prachtig! Maar in die menigten zijn geluiden te horen die angstaanjagend zijn. Winnen degenen die deze geluiden voortbrengen, dan kunnen de huidige protesten wel eens inleiding zijn van een wisseling van de rechtse wacht, en niet van een werkelijk doorzettende omwenteling in bevrijdende richting.

De omvang van het protest is buitengewoon indrukwekkend. Vele honderdduizenden demonstranten alleen al in de hoofdstad Cairo. Tussen de 14 en de 17 miljoen landelijk, volgens cijfer s van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat roept echter meteen rvagen op. Aan het begin van een revolutie is het logisch dat vrijwel iedereen, behalve de dictator en zijn kliek, de straat op gaat. Dat was de situatie op 11 februari 2011, rond de val van Mubarak. Maar nu wijn we bijna twee en een half jaar verder. Jaren van polarisatie, waarin via verkiezingen, en wel degelijk met brede steun, Morsi aan de regering kwam, die vervolgens met onderdrukking en gebrek aan maatregelen tegen armoede, mensen tegen zich in het harnas joeg. Maar al die mensen die hem nog maar een jaar geleden in het zadel hebben geholpen met hun stem zijn niet verdwenen. Ook zij hebben gisteren gedemonstreerd, maar heel indrukwekkend was dat niet. De meerderheden op straat tegen de president zijn overweldigend. Ze werden, heel opvallend, niet of nauwelijks door politie of leger voor de voeten gelopen, ze kregen van de staatsmacht de ruimte. Je krijgt de indruk dat er binnen het overheidsapparaat bepaald geen grote motivatie is om Morsi en zijn partij tegen de volkswoede te verdedigen. En er is goede reden om te kijken naar de stemming en samenstelling onder die mega-mensenmassa. Dan zullen we zien dat deze volkswoede een tegenstrijdig mengsel is.

Heel opvallend is de houding van veel demonstranten tegen het leger. Een verslaggever in The Guardian, waartuit ik ook de informatioe uit de rest van deze en de twee erop volgende alinea’s heb geput: “Het is de moeite waard om op te merken dat de tegenstanders van Morsi verdeeld zijn in degenen die willen dast het leger de zaak overneemt, en degenen die zich de repressieve rol van het leger herinneren.” Anders gezegd: tegenover Morsi staan zowel tegenstanders als voorstanders van een militaire staatsgreep. Een sfeerbeeld van het protest bij het presidentiële paleis: “Elke minuut gaat er vuurwerk af, en er breekt gejuich uit elke keer als er een legerhelikopter boven langskomt. De toejuichingen weerspiegelen wijdverbreide hoop onder re oppositie op een militaire staatsgreep (…) ‘Het is de enige instelling die in staat is het land te besturen’, zei Ahmed Mahmoud, een bankbediende, vannacht buiten het paleis.”

Heet vallend is ook de houding van de politie tegenover de regeringspartij van Morsi, en de Moslim Broederschap, de organisatie achter die partij en de president. OP de demonstratie van 20.000 aanhangers van Morsi staan aanhangers zelf met stokken in de hand. “We zullen niets doen als leger en politie hun werk doen. Maar zo niet, en als ze het presidentiële paleis niet verdedigen, dan zullen we we het met onze bovenlijven verdedigen”, zo zei één van hen. En toen een kantoor van de Broederschap aangevallen werd, was er geen politie te zien. Je kunt daar een tactische terughoudendheid in zien van een staatsmacht die weet dat je de miljoenenmenigten van gisteren niet met politiecharges bedwingt. Je kunt er echter ook een teken inzien dat de politie – die drie jaar geleden nog gewend was aanhangers van de Broederschap op te luiten en af te tuigen – het helemaal niet zo erg vindt dat boze menigten de Broederschap en haar kantoren belagen.

Tegen deze achtergrond is de oproep van de protestcoalitie aan “ politie, leger en rechterlijke macht” om de kant te kiezen van de “wil van het volk… zondag duidelijk tot uiting gebracht op de verschillende pleinen in Egypte”, tamelijk griezelig. “Politie, leger en rechterlijke macht” kunnen hier maar al te makkelijk een vrijbrief in zien om in te grijpen, Morsi opzij te schuiven en zélf de teugels weer in handen te nemen. Dat zou het eind van de suprematie van Morsi en de Broederschap in kunnen luiden, maar tegelijk ook het eind aan de speelruimte die demonstranten stakers, radicale activisten en verdedigers van mensenrechten op dit moment hebben. De staatsmacht kiest nooit de kant van ‘het volk’. De staatsmacht kiest haar eigen kant, en oproepen aan de staatsmacht om ‘in te grijpen’, geven die macht een democratisch en zelfs revolutionair krediet dat haar helemaal niet toekomt. Zelfs als het leger niet hapt, zelfs als een staatsgreep uitblijft, is het schadelijk als het leger hiertoe wordt opgeroepen. Het strooit mensen zand in de ogen, het moedigt mensen aan om de redding te zoeken buiten zichzelf en elkaar, in de kracht van de revolutionaire beweging zelf . De welwillende houding jegens leger, politie en rechters die eruit spreekt maakt de staat – onder welke leiding ook – sterker, en de revolutie zwakker.

Waar komt deze houding vandaan? Het is deels onmacht, gebrek aan geloof in eigen kracht. De bewegingen op straat en in bedrijven zijn sterk genoeg om regering na regering voor de voeten te lopen. Maar ze zijn bij lange na niet sterk genoeg om regeringen – welke dan ook – opzij te schuiven en te vervangen door de organisatie van mensen zelf, in de volkswijken, op de pleinen in de bedrijven. Kijken naar boven is een uiting van gebrek aan kracht en krachtsbesef daar beneden. Vandaar die bankbediende die het leger zag als “enige instelling die in staat is het land te besturen”. Dat het land bestuurd zou kunnen worden door wijkcomités, arbeiderscollectieven, assemblees op pleinen, horizontaal met elkaar verbonden, is een besef dat nog helemaal niet wijdverbreid is – omdat dit soort comités, collectieven en assemblees op veel plaatsen helemaal nog niet bestaan of na de weken van de omverwerping van Mubarak weer zijn weggekwijnd. Tot zover is het vertrouwen in het leger, en zelfs het roepen om een staatsgreep, een uiting van zwakte in het revolutionaire kamp.

Maar dat is helaas niet alles. Er is ook een contrarevolutionair kamp, of beter gezegd: er zijn er twee. Er is de contrarevolutie van Broederschap en Morsi, bestreden door de protestbeweging. Er is ook een tak van de contrarevolutie binnen de protestbeweging aanwezig. Zogeheten ‘feloul’ aanhangers van het Mubarak-regime die zich schuil hebben gehouden maar nu weer durven, spelen een flinke rol. En gisteren namen politieofficieren, in uniform en wel, deel aan het protest. Ze riepen om een staatsgreep. De contrarevolutionaire insteek van dit soort deelnemers is onmiskenbaar. En terwijl sommige politiemensen tegen Morsi protesteerden, lieten andere politieagenten – op eigen gezag? Ik vraag het me af… – het bewaken van gebouwen van de Broederschap nogal achterwege. Doden vielen zondag met name omdat gewapende activisten van die Broederschap zélf demonstranten beschoten terwijl ze met molotovcocktails werden bestookt. De aanvallen op gebouwen van de regerende macht zijn niet verkeerd. De manier waarop krachten in de Egyptische staat de druk van de straat kennelijk minstens tolereren, is hoogst verdacht. Veel demonstranten willen van Morsi af omdat ze de revolutie wil doorzetten. Politie en een veel andere demonstranten willen van Morsi af omdat de de revolutie willen terugdraaien en snakken naar een opgelegde orde en gezag.

Deze tegenstrijdigheid zien we terug in de grieven van het protest: deels economisch – tekorten aan levensbehoeften, stijgende prijzen, armoede voor zeer velen, en een regering die daar niets zeer effectiefs tegen onderneemt. Dat drijft het protest naar links, richting klassenstrijd. Onveiligheid, criminaliteit, chaos, en een regering die daartegen niets effectiefs onderneemt: dat drijft het protest naar rechts, naar een roep om wet en orde, wat hier in Nederland bekend staat als de roep om meer blauw op straat, strenger straffen, gevangenissen die geen hotels mogen zijn en dat soort reactionaire praat. Get is een mengsel van radicale en reactionaire opvattingen – op zich zelf iets wat je in elk groot volksprotest, elke aanzwellende revolutie, wel ziet. Wat de Egyptische situatie momenteel gevaarlijk maakt, wat de kans op een contrarevolutionaire draai aanzienlijk maakt, is enerzijds de omvang van steun die het leger kennelijk heeft; en het georganiseerde karakter dat de roep om een staatsgreep ook onder demonstranten blijkbaar heeft, en de ruimte die ‘feloul’ klaarblijkelijk krijgen. Voormalige leden van de oude Mubarak-partij zijn tegenwoordig zelfs gewoon welkom in de oppositiecoalitie Nationaal Reddingsfront.

Gelukkig is het verhaal niet voorbij. Er is onder de protestbeweging veel meer dan illusies in leger en verlangen naar staatsgreep. Dezelfde protestbeweging Tamarod die leger en politie opriep om tegen Morsi stelling te nemen, roept ook op tot een campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid als Morsi niet rap vertrekt. Steun zoeken bij leger en politie is omhoogkijken, redding van hogerhand afroepen; het schaadt de revolutie. Roepen om burgerlijke ongehoorzaamheid echter is juist weer de redding zoeken bij de strijdende bevolking zelf, krachten van onderop aanmoedigen. Dat versterkt de revolutie. Er is ook deelname vanuit vakbonden aan het protest: de Egyptische Federatie van Onafhankelijke Vakbonden bracht samen met de Revolutionaire Socialisten, een trotskistische organisatie, een oproep uit waarin ze tot deelname aan het protest van 30 juni opriepen. Ze wezen op onderdrukking van een sit-in van arbeiders van een cementfabriek, en op het uitblijven van een wet die vakbondsvrijheid vastlegt. Het is een tamelijk eurig soort links dat hier spreekt, maar het os in ieder geval; tegenwicht tegen de genoemde rechtse geluiden waar de oppositie bepaald niet vrij van is.

In de nu begonnen week zal veel u duidelijker worden. De regering van Morsi vertoont al flinke deuken, nu vier ministers zijn opgestapt. Het leger is met dreigen begonnen, en eist bij monde van de bevelhebber binnen 48 uur een einde aan de politieke crisis. Daarmee moeten de “wensen van het volk” door politieke leiders worden ingewilligd. Dit ultimatum vanuit de legerleiding kan de val van Morsi versnellen maar de komst van een ander despotisch regime in kan luiden. “Na de woorden van de generaal steeg gejuich op van de demonstranten op het Tahrirplein.” De levensgevaarlijke illusie in het leger als redder zit diep en is wijdverbreid.

Ik vermoed dat het eind van het presidentschap van Morsi niet ver is. Maar met of zonder Morsi aan de macht, de noodzaak en urgentie om zelf druk op de ketel te houden, van onderop uitgeoefend en horizontaal gecoördineerd, is groot. Anders blijft Egypte van de autoritaire regen in de repressieve drup belanden.

Peter Storm

, , ,

  1. #1 by nic wempe saye on 2013/07/03 - 07:00

    Peter, mijn complimenten, voor je indrukwekkende stuk over Turkije.

    Met respect, Nic Wempe Saye

Comments are closed.