Crisis in de SWP (1)


maandag 4 februari 2013

De Britse Socialist Workers Party (SWP) heeft zichzelf in een diepe crisis weten te storten. Het weekend datnet achter ons ligt heeft een nieuwe fase daarin ingeluid: gisteren vergaderde een door de partijconferentie van begin januari gekozen, vijftigkoppig, Nationaal Committee, een soort partijraad. Die beslist of de tussentijdse conferentie, waar de oppositie binnen de partij op aandringt, er komt. Hoe dat is afgelopen, weet ik nog niet. Veel wijst er echter op dat de leiding, het Centraal Commitee (CC), nog sterk genoeg is om dat te beletten – en nadat het daarin is geslaagd, de oppositie met hardere hand – tot en met royementen – zal bestrijden. Veel SWP-leden zullen dat niet afwachten, en zelf de uitgang zoeken, als ze dat nog niet gedaan hebben.

Intussen worden de geluiden van linkse personen en groepen buiten de SWP dat ze geen zin hebben om nog met de partij samen te werken, of dat dit erg lastig wordt, sterker. Een hele reeks van redelijk linkse schrijvers – onder meer Ilan Pappé, schrijver van een geweldig boek over de etnische zuivering van palestina – heeft in een “Open Brief” al duidelijk gemaakt dat ze er niet vor voelt om hun medewerking als spreker of schrijver aan SWP-actiiteiten bij te dragen. Het is maar één teken van het groeiende verval, het toenemende isolement, van de organisatie.

Wat is er aan de hand? Paul Kellog geeft een competente samenvatting, redelijk zakelijk geformuleerd. Jim Jepps heeft een grote hoeveelheid links naar artikelen vanuit en over de crisis, van allerlei kanten, bijeengebracht: “SWP crisis: who is saying what?” Er is steeds meer te vinden nu de bal eenmaal rolt. Kort gezegd speelt er het volgende. In de laatste maanden van afgelopen jaar kwam een al enkele jaren sluimerende beschuldiging van seksueel geweld binnen de partij in de aandacht. Een prominent ouder mannelijk partijlid zou een jonge vrouwelijke SWP-er hebben verkracht. Op het moment dat dit zou zijn gebeurd, was dat prominente lid – aangeduid als Kameraad Delta, iets dat we maar even zullen aanhouden, – zelfs deel van het CC. Na veel vijven en zessen stelde een binnen de SWP werkzame Disputes Committee (DC) een onderzoek in. Daaruit kwam naar voren dat de beschuldiging ‘niet bewezen’ geacht werd. Over het rapport werd op de partijconferentie van januari gestemd: een uiterst krappe meerderheid aanvaardde de conclusies. De partijleiding vermaande vervolgens een ieder de gelederen te sluiten. Incident gesloten.

Maar al tijdens de aanloop naar de conferentie waren er pogingen gedaan om een opener procedure te stimuleren. Zo vonden mensen het raar dat in de DC die over de zaak van Delta besliste, goede bekenden, mensen die nauw met hem samenwerkten zaten, en ook twee CC-leden. Delta heeft geen beoordeling gehhad door een jrry van gelijken, maar door een jury van zijn maten, zo ongeveer sneerde Tom Walker, SWP-journalist in zijn brief waarin hij afscheid van de partij nam. De vrouw die de klacht over verkrachting naar voren bracht, zou ook nog eens met onheuse vraagstellingzijn bestookt, over zaken als drankgebruik tot privé-omgang met mensen. Blaming the victim, daar kwam het dichtbij, als die berichten kloppen. Onvrede over de gang van zaken leidde tot de vorming van twee interne oppositiegroepen, fracties. Vier mensen die via Facebook overlegden over de vorming van zo’ n fractie werden door het CC kort voor de conferentie geroyeerd wegens-… interne fractievorming.

Na de conferentie lekte een verslag van de zitting van de DC uit. Gevestigde media roken een rel binnen de SWP en begonnen er, soms zinnig zoals Laurie Penny in de New Statesman, soms insinuerend zoals in de Independent, over te schrijven. Interne opponenten, Richard Seymour via zijn weblog Lenin’s Tomb, hielden hun kritiek niet meer intern en traden naar buiten. Intussen is er een weblog van oppositionelen in de SWP, van mensen die aandringen op een tussenconferentie, op aftreden van het CC, op democratische hervormingen binnen de partij zoals het recht om het hele jaar door fracties te vormen – en niet enkel in de drie maanden voorafgaand aan een conferentie, zoals nu de regel is. Ook eisen ze het ongedaan maken van de vier royementen, en het uitblijven van dit type represailles sowieso. Een intern partijmemo – alles lekt uit, wen er maar aan, kameraden – slaat intussen critici om de oren met verwijten van ‘autonomisme’ en ‘sluipend feminisme’- alsof feminisme een scheldwoord zou moeten zijn onder radicalen en revolutionairen. Het is een buitengewoon treurige vertoning.

Intussen heeft het CC nogmaals teruggeslagen, met een artikel van CC-er Alex Callinicos waarin zijn versie van Leninistische orthodoxie etaleert, het internet als duistere plek vol sappige roddel en geruchten stereotypeert, en elke kritiek feitelijk afdoet als een concessie aan sociaademocratisch of aanderszins dubieus gedachtengoed. Wie het CC aanvalt, valt de SWP aan; wie de SWP aanvalt, valt de Leninistische traditie van de Oktoberrevolutie en de Bolsjevistische partij aan, en daarmee de revolutie zelf. Dat is not done in een partij die zich zo graag aan dat Bolsjevistische voorbeelt spiegelt, zonder overigens die elementen te erkennen die Lenin nog wel en Callinicos niet meer tolereerde.

Openlijk meningsverschil in de partij, groepsvorming en de activiteit van oppositiestromingen binnen de partij was namelijk tussen 1903 en 1921 onder Bolsjevieken – binnen hun partij, en binnen de sociaaldemocratische partij waarbinnen ze zeker tot in 1912 zelf als fractie opereerden – heel gewoon, en er volgden dan doorgaans geen represailles van partijbonzen. Pham Binh laat dat, met passende verwijzingen naar citaten van Lenin zelf, netjes zien. Het Leninisme van Lenin was destijds al gevaarlijk staatsgericht en daarom uiteindelijk contrarevolutionair. Maar vergeleken bij de benauwende karikatuur van Callinicos was Lenin’s versie teninste nog iets waarbij een min of meer vrije ademhaling mogelijk was. Zelfs onder mensen die Lenins autoriteit erkennen, is Callinicos’ versie ervan dus hoogst omstreden.

Laten we echter met de zwaarste zaak beginnen. Een jonge vrouw zegt door een oudere man – beiden partijleden – verkracht te zijn. Dat is een zaak van grove overtreding van hoe progressieve, linkse, radicale, revolutionaire mensen met elkaar om dienen te gaan, en daarom natúúrlijk een zaak voor zo’n organiisatie om naar te kijken. Maar het is meer: het is, juridisch maar vooral ook moreel, een zware gewelddadige misdaad. Die los je niet intern op. Dat is werk voor de politie, hoezeer diezelfde politie ons aller wantrouwen en afkeer ook ten volle verdient. De SWP deed dat niet, en in de DC-verslaglegging lezen we dat iemand zegt: “We moeten het feit verwelkomen dat we een DC hebben. We hebben geen vertrouwen in het systeem van burgerlijke rechtbanken om recht te doen.” Een enge drogreden is impliciet aanwezig hier. Nee, we hebben geen vertrouwen in de burgerlijke rechtspraak, dat klopt. Maar – en daar zit hier de crux – dat wil niet zeggen dat een linkse club het zelf béter kan doen. Dat kunnen we niet, en daar kunnen we maar beter glashelder over zijn. Heeft de SWP de middelen voor forensisch onderzoek? Heeft de SWP de middelen om iemand langdurig op te sluiten en te verhoren, iets dat bij onderzoek naar dit type misdrijven toch gangbaar is? Nee, en ik moet er niet aan denken dat ze het wél heeft.

De SWP kán geen serieus onderzoek doen naar de vraag of kameraad Delta die verkrachting nu wel of niet gedaan heeft. En zelfs al zou dat DC hebben uitgesproken dat Delta naar haar idee schuldig was. Wat dan? Royement. Mooi. And that’s it? Ongelofelijk. Iemand merkte droogjes op: “Wat waren ze precies van plan te doen als de beschuldiging ewezen werd geacht? Een proletarische gevangenis bouwen?” Nee, Callinicos als schrijver van een requisitor tegen ketters is één ding, maar Callinicos als gevangenisdirecteur blijft ons godzijdank bespaard.

Ik lees intussen ook dat de SWP maar liefst negen eerdere verkrachtingszaken via interne procedures heeft afgehandeld… Zijn de daarin van verkrachting beschuldigden geroyeerd? En zijn er vervolgens mensen gewaarschuwd, ook buiten de partij, zo van: hoor es, die man heeft ooit één van ons verkracht, pas op met die vent? Zou de SWP met pogingen tot moord ook het DC inschakelen? Ja joh, je hebt een kameraad invalide geslagen, we denken dat je geen lid meer kunt zijn, maar de zaak is verder gesloten hoor, en we vertellen niks verder, want we zijn tegen het burgerlijk rechtssysteem? Ik moet nu zomaar opeens aan Vrankrijk denken, dat kraakkafé in Amsterdam waar met een geval van ernstige mishandeling ook tamelijk slordig is omgesprongen. Het laat maar zien dat tolerantie en medeplichtigheid aan geweld niet beperkt is tot Leninistische, top-down-georganiseerde groeperingen. Ook informele netwerken met hun ogenschijnlijk niet-bestaande hiërarchieën kunnen er wat van.

Er echter is een duidelijk antwoord van een anarchist in Australië hoe om te gaan met dit soort ellende: “Individuele anarchisten hebben het absolute recht om welke noodzakelijke middelen dan ook te gebruiken om hun veiligheid te garanderen en om anderen te beschermen tegen gewelddadige mensen in ons midden. Dit omvat ook het gebruik van de “wet”. Zij die anarchisten oproepen om hun gewelddaden niet te rapporteren aan de Politie vanwege anarchistische politiek, zouden verworpen moeten worden als de de gewelddadige hypocrite tuig dat het is.” Dit is geschreven in Australië, ruim voordat de hele SWP-etterbuil opensprong, en los van die toestand. Maar het principe is breed hanteerbaar. Revolutionaire ideeën misbruiken om misdaden, door revolutionairen begaan, af te dekken, is verwerpelijk. Bij zware mishandeling, ook binnen de eigen scene, zeggen verstandige radicalen uiteindelijk dus: ga toch maar naar de politie, ook al is het structureel en principieel onze vijand.

Maar is verkrachting minder erg dan poging tot moord, of zware mishandeling en daarom wel geschikt om intern afgedaan te worden? Dat laatste is misschien wel wat het meeste steekt: dat verkrachting – en zeker binnen of in de context van relaties – als minder ernstig wordt opgevat dan moord, doodslag, mishandeling. Wat dat betreft is de publieke opinie in India momenteel misschien toch al verder gevorderd dan die in de SWP-leiding. Wat je ook van de groepsverkrachting daar kunt zeggen, ze wordt niet afgedaan met een intern onderzoekje door maten van de verdachten… Ik weet het, de verkrachting daar is een feit, in het geval van kameraad Delta en de SWP gaat het nog enkel om een aanklacht, een beschuldiging. Maar toch. De houding – laat er een DC op los en behandel het als interne zaak – komt feitelijk neer op het bagatelliseren van verkrachting, het vergoelijken ervan tot iets dat weliswaar in strijd is met partijnormen en goede omgangsvormen, maar dat is het dan ook. Terecht hebben mensen het gevoel dat er iets grondig niet goed zit in een partij waar zó met verkrachting wordt omgegaan.

Nee, ik ga er niet van uit dat Delta schuldig is. Ik stel alleen maar vast dat de procedure die gekozen is om daar ook maar iets over te zeggen, bespottelijk is. Burgerlijke rechtspraak vervangen door een slechte karikatuur ervan is niet revolutionair maar contrarevolutionair. Het feit dat de vrouw die zegt dat ze is verkracht niet naar de politie wil is op zichzelf heel begrijpelijk en logisch: de politie – zelf doordrenkt van seksisme, deel van het patriarchale systeem waar verkrachting zo’n brute uiting van is – laat slachtoffers vaker wel dan niet in de kou staan. Maar het verandert niets aan dat simpele feit: een interne oplossing, alsof het slechts een beperkte disciplinaire zaak was, is totaal onaanvaardbaar. Daar genoegen mee nemen, dat wel okay vinden, is op zichzelf al een symptoom van het onvoldoende serieus nemen van verkrachting.

Zware misdrijven zijn zaak voor die terecht verwerpelijk geachte politie en justitie, zolang de huidige al even verwerpelijke gevestigde orde nog bestaat en we geen bétere middelen hebben om dit soort dingen echt aan te pakken. De taak van revolutionairen is het dan om vervolgens het slachtoffer/ degene die zegt verkracht te zijn, bij te staan, het politieonderzoek en de hele procedure buitengewoon kritisch te volgen, om de kans dat politie en justitie de zaak niet serieus nemen en nieuw onrecht op oud onrecht plaatsen zo klein mogelijk te maken.

De taak van werkelijke revolutionairen is het ook om in de tijd dat de zaak loopt, de van verkrachting beschuldigde persoon buitenspel te zetten. Niet omdat Delta bij voorbaat schuldig is. Wel omdat revolutionairen zelfs iedere schijn dat verkrachting niet serieus wordt genomen moeten vermijden en nadrukkelijk aan de kant van het slachtoffer/ degene die met de klacht komt te gaan staan. Schorsen van kameraad Delta zodra duidelijk was dat de klacht serieus was; uitleggen aan de klagende vrouw dat dit soort zaken domweg niet door de SWP zelf uitgezocht kunnen worden maar dat ze alle steun, sympathie en begeleiding krijgt als ze naar de poltie zou stappen; haar helpen ook op alle andere denkbare manieren hulp te zoeken en haar terzijde te staan, of ze nu naar de politie gaat of niet; dat zijn elementen vann een zinniger aanpak, zoals Linda Rodgers die uiteenzette op het weblog van oppositionele SWP-ers. Zelf voor rechtbankje spelen, zoals de SWP deed, was en is gevaarlijke onzin. Dat rechtbanke vullen met maatjes van de verdachte maakte de onzin nog openlijk partijdig ook. Dat het CC zelf mensen in het rechtbankje had zitten, versterkt die partijdigheid nog verder. CC gebruikt DC om maatje uit de wind te houden in verkrachtingszaak. Dat was de indruk die nu ontstond.

Daar kwam nog een andere indruk bij: hypocrisie, meten met twee maten. Tom Walker, de nu opgestapte journalist van de Socialist Worker, schreef als partijlid in augustus 2012 nog een artikel over Wikileaks-guru Julian Assange. Het advies van hem, afgedrukt in de partijkrant en kennelijk het partijstandpunt: Assange moet zich voor de beschuldigingen van seksueel misbruik verantwoorden bij de Zweedse justitie. Maar ja, Assange was geen SWP-lid en had dus wellicht geen recht op de speciale behandeling via een DC die kameraad Delta wel kreeg…

Dat vonden gelukkig nogal wat SWP-leden ook. Maar pas toen gevestigde media aandacht aan de zaak schonken, begonnen zij echt te bewegen. Eerst Laurie Penny van buitenaf, en daarna pas Richard Seymour van binnenuit in de openbaarheid. Wat hij deed was goed en dapper – maar ook weer niet overmatig voortvarend. Maar toen hij zich had uitgesproken, leek het alsof de sluizen van kritiek open gingen. SWSS-afdelingen (SWSS is de studententak van de partij) spraken zich fel en kritisch uit, een zusterorganisatie in Servië brak met de International Socialist Tendency, de stroming waarvan de SWP de officieuze aanvoerder is, Tom Walker stapte dus op. De campagne om via een tussenconferentie het CC de wacht aan te zeggen, kwam op gang. Maar dat CC stelde volstrekt arbitrair een deadline: moties voor zo’n tussenconferentie moesten uiterlijk 1 februari binnen zijn. Dat betekende dat het lastig werd om de statutair benodigde 20 procent van de afdelingen achter zo’n motie te krijgen. Dát stelt dan het CC weer in staat om te zeggen: zie je, jullie voorstel heeft te weinig steun. Maar die tijdslimiet staat dus niet in de statuten, het is weer een voorbeeld van autoritaire willekeur van de partijleiding. En zo stapelt het CC de ene dwangmaatregel op de ander om haar positie te handhaven.

(wordt vervolgd)

Peter Storm

  1. #1 by Emil on 2013/02/04 - 11:08

    Een mooie samenvatting Peter. En inderdaad hebben inmiddels nogal wat leden/groepen uit de IST zich uitgelaten over deze kwestie. Ik denk aan Ierse, Canadese kameraden en de ISO uit de VS (tot 2001 onderdeel van de IST en nog steeds nauw verwant).

    Het is dan ook verdacht stil bij de Nederlandse IS. Ook heb ik nog geen enkel lid hierover horen spreken. Heb jij meer gehoord?

Comments are closed.