Oekraïene, fascisme, antifascisme, ‘antifascisme’ (3): steun aan Rusland is ook geen optie


dinsdag 11 maart 2014

Fascisten en neoliberalen aan de macht in Kiev als product van een naar rechts gedraaide volksopstand, van intriges binnen de elite, en van diplomatieke interventie en manipulatie vanuit Westerse staten – het is niet vreemd dat de Russische reactie tegen dit alles onder linkse mensen enige begrip en soms zelfs expliciete steun ontmoet. Begrijpelijk, die Poetin-promotie, maar wel radicaal verkeerd.

Poetin kan doen alsof hij met zijn ingrijpen op de Krim en zijn dreigement om desnoods gewapend voor Russischtaligen in Oekraïne op te komen, in de aloude antifascistische traditie staat. Sommige linkse mensen in het Westen doen alsof Poetin hiermee een nieuwe Slag om Stalingrad voert een heldhaftig deed wat het Russische Leger destijds deed: de nazi-opmars stuiten, om hem vervolgens verpletterden te verslaan. Het is een misplaatste en levensgevaarlijke vergelijking die ook nog eens Stalin veel te positief afschildert. Russische intimidatie en interventie is te duiden als een poging om Oekraïne binnen de Russische invloedssfeer te houden. Het is te zien als een antwoord op Westerse pogingen om Oekraïne onder de paraplu van NAVO en/of EU te brengen. Maar met enig principieel antifascisme heeft dat helemaal niets te maken. Het gaat gewoon om botsende imperialistische machten, VS en EU aan de ene kant, Rusland aan de andere. Daarbij is Rusland de zwakkere, waardoor ze haar haar houding als defensief kan presenteren.

Dat de ene kant gebruik maakt van uiterst rechtse knokploegen en een deels uit fascisten bestaande regering, maakt de tegenstanders daarvan nog niet automatisch tot antifascist. Sterker: de houding van Poetin draagt er juist toe bij om veel Oekraïners in ultranationalistisch, fascistisch vaarwater te drijven en te houden. Oekraïens fascisme ontleent immers veel van haar aantrekkingskracht aan haar anti-Russische oriëntatie. Alles wat afkeer van Rusland lijkt te rechtvaardigen , elke als agressie, intimidatie of inmenging uit te leggen daad, maakt de russofobie van fascisten geloofwaardiger. Dat is reden nummer één waarom de Russische politiek geen greintje steun, sympathie of waardering verdient, ook niet onder antifascisten, juist niet onder antifascisten.

Er is een tweede reden: de nogal geringe afstand tussen Poetins politiek zelf, en vormen van regelrecht fascisme. Nee, Poetins staat is geen fascistische staat. Maar fel nationalisme, eerherstel voor militaire deugden, nostalgie en streven naar terugkeer als grote mogendheid zijn thema’s die zowel Poetin als fascisten goed liggen. De manier waarom Poetin en zijn medestanders allerlei ultraconservatieve tradities als handvat gebruiken en zijn tegenstanders niet alleen als subversief, maar ook als decadente agenten van de buitenlandse vijand neerzetten, past in de paranoide stijl van politiek bedrijven die we kennen van radicaal-rechts, van Mcarthy en zijn communistenjacht in de jaren vijftig in de VS, van Wilders en zijn islamofobie vandaag in Nederland. Wie Rusland zijn gang wil laten gaan, geeft daarmee steun aan dít soort politiek. Als dat ‘antifascisme’ moet verbeelden…

Poetin ligt redelijk goed bij extreem-rechts in West-Europa. De NRC signaleerde in december 2013 de aanwezigheid van een zekere Viktor Zubarov op een bijeenkomst van “eurosceptische partijen” – een bijeenkomst waar kopstukken van het Vlaams Belang, Front National en de FPÖ de gastvrijheid van de Lega Nord genoten. En Geert Wilders was er ook. Zubarov is parlementslid van de Poetins Verenigd Rusland. De NRC aschrijft ook nog: “Front National-leider Marine Le Pen werd afgelopen zomer in Moskou ontvangen door naaste medewerkers van Poetin. Ook de FPÖ heeft goede banden met Moskou.” Elders, in “Pro-Russian network begind anti-Ukrainian defamation campaign”, een op zoch redelijk rommelig en eenzijdig, maar wel informatief stuk van Anton Shekhotsov, las ik dat Le Pen Oekraïners “aanraadde om ‘zich niet bij deze nachtmerrie aan te sluiten’”. ‘Nachtmerrie’ sloeg op de EU. FPÖ-er Mölzer pleitte ervoor dat oekraïne een beetje rekening hield met Ruissische gevoeligheden. Immers, Oekraïne lag traditioneel in Ruslands invloedssfeer. Extreem-rechtse politici uiot West_Europa vallen dus eerder Janoekovitsj en Poetin bij dan hun ideologische geestverwanten in Oekraïne. Dit soort extreem-rechtse connecties maken Poetin nog niet meteen tot een fascist. Maar zijn verontwaardiging over de fascisten in Oekraïne is totaal ongeloofwaardig. Wat Poetin dwars zit, is niet dat er in Oekraïne fascisten regeren, maar dat het de verkeerde fascisten zijn, anti-Russische en geen pro-Russische.

Interessant is trouwens de manier waarop de officiële Russische politiek het fascisme-verwijt richting Oekraïne – een verwijt waar op zichzelf zeer veel bewijsmateriaal voorhanden is – onderbouwt. Dat loopt langs wel zeer curieuze lijnen. Nogal wat van de publicisten die de nazi-connectie in Oekraïne breed uitmeten, blijken te maken te hebben met het blad Eurasia, dat weer banden heeft met iets wat de de Internationale Euraziatische Beweging heet. Die blijkt geleid te worden door een zekere Aleksandr Dugin, een Russische fascist die wat extra aandacht verdient omdat hij fe deel uit maakt van een politieke trend die in de omgeving van Putin niet zonder weerklank is.

Dugin is sinds 2008 werkzaam op de Staatsuniversiteit van Moskou, toch al een bolwerk van ultraconservatieve intellectuelen. Studenten protesteerden in 2007 al eens tegen verspreiding van pamfletten verspreid door de deken van de faculteit sociologie waarin de Protocollen van de Wijzen van Zion, een beruchte antisemitische vervalsing, positief geciteerd werden. Het jaar erop werd Dugin hoofd van die faculteit. Hij had toen al een bescheiden staat van dienst als ultraconservatief voorvechter van wat Euraziatische opvattingen genoemd werd, maar feitelijk een vorm van fascisme was. Iemand die door Dugin opgevoerd werd als “overtuigd Euraziaat” was bijvoorbeeld de Nazi-leider Reinhard Heydrich. Dugin verdedigde expliciet fascistische voorbeelden, al noemde hij zich tegenwoordig heel handig wel ‘antifascist’. Hij heeft bondgenoten in hoge kringen, waaronder Ivan Demidov, tegenwoordig deel van de presidentiële administratie van Poetin, eerder de ideoloog van Verenigd Rusland, Poetins partij. Dugin is ion tussen bezig met het promoten van zijn Euraziatische ideologie tot buitenlands-politieke doctrine van Rusland. Een di octrine die gepresenteerd wordt als conservatief, maar door Andreas Umland in “Fascist tendencies in Russian Higher Education: The Rise of Aleksandr Dugin and the Faculty of Sociology of Moscow State University”  omschreven wordt als “een feitelijk revolutionair neo-imperialistisch programma dat neerkomt op een blauwdruk voor een gewapende confrontatie met Ruslands buren en het Westen”. Dat laatste is precies wat we momenteel rond de Krim zien. Helemaal toevallig lijkt die overeenkomst me niet.

Het blad Eurasia komt voort uit een uiterst rechts Italiaans tijdschrift onder de naam Eurasia, Rivista die Studi Geopolitici. Bij de medewerkers komen we Dugin weer tegen. Over hem vertelt Shekhotsov nog: “Dugin heeft sinds het begin van de jaren zeventig promotie gemaakt voor het idee van de vernietiging van de Oekraïne en de kolonisatie ervan door Rusland. Hij is ook een inspiratiebron geweest voor de stichting van de Italiaanse nationaal-socialistische organisatie Stato & Potenza, die openlijk voor de annexatie van Oekraïne door Rusland pleit.” Het wereldje waarin het – op zich feitelijk best onderbouwde – beeld van fascistische invloed in de Oekraïense protesten wordt uitvergroot tot er louter een fascistisch-annex-Westers complot overbleef en niets anders, blijkt zelf niet bepaald vrij te zijn van fascisten. Een serieus antifascisme kan zich maar beter vér buiten dit wereldje  begeven, en niet het Oekraïnse fascisme moeten willen bestrijden met hulp van (pro-)-Russische hele en halve fascisten.

En er is nog iets. De fascisten in Kiev, op straat en in de regering, krijgen inmiddels onder linkse en radicale mensen flinke aandacht. Maar er doen ook fascisten mee aan de andere kant van de scheidslijn. We horen af en toe over ‘pro-Russische demonstraties’ op de Krim en in Oost-Oekraïne. Daar gaat het sowieso soms best ruig toe.  Zondag 9 maart was er in Donetsj bijvoorbeeld een pro-Russische demonstratie waarbij Oekraïense vlaggen  op een overheidsgebouw vervangen werd door een Russische vlag. Een voornemen van pro-Oekraïners om te demonstreren werd afgeblazen, uit angst voor geweld.

Die angst is geen onzin, elders was daadwerkelijk een botsing tussen pro-Russische en pro-Oekraiense betogers. “Pro-Russische activisten vielen pro-Oekraïense activisten aan met stokken en zwepen”. Dat was op de Krim, in Sebastopol. Dit schrijft Radio Free Europe (RFE), een bron die overigens met voorzichtigheid dient te worden gehanteerd: het was oorspronkelijk een Westerse Koude Oorlogszender. Maar binnen het pro-Westers raamwerk waarin de zender opereert, komt ze wel met informatie die je elders niet of minder tegenkomt. 

In Donetsj arresteerden Oekraïense autoriteiten Pavel Goebarov, nadat deze man tot afscheiding had opgeroepen, wederom volgens RFE. Hij had zichzelf ook tot ‘Gouverneur van het Volk’ uitgeroepen.Vijfduizend mensen betoogden voor zijn vrijlating. Natuurlijk is zo n arrestatie botte, verwerpelijke repressie. Maar zeker zo verwerpelijk is de politiek van de man zelf.   De man was eerder lid van een nazi-organisatie, en ook “gemeenteraadslid voor de rechtse en antisemitische Progressieve Socialistische Partij van  Oekraïne. En klaarblijkelijk had hij nogal wat supporters ook.

Hij was niet de enige fascist die aan de pro-Russiche acties deelnam, zoals foto’s bij hetzelfde artikel van demonstraties in Odessa en Sebastopol laten zien. Foto’s en informatie over deze nazi-connectie vond ik op Tahriricn, een website met anti-autoritair revolutionaire strekking. Hoe omvangrijk en invloedrijk de fascistische deelname aan pro-Ri ussische demonstraties in Oost-Oekraine en de Krim is, weet ik niet. Maar het lijkt me slordig om dit soort demonstraties zien als ‘strijd tegen het fascisme’. Ze zijn een nationalistisch protest tegen een nationalistische regering, met fascisten aan beide kanten.

Partij kiezen tussen EU/VS enerzijds, en Rusland anderzijds, is dus geen goed idee. Partij kiezen tussen Janoekovitsj en de oppositieleiders, tussen de pro-Russische bonzen in het Oosten, en de pro-Westerse politici in Kiev en Lviv, is evenmin vruchtbaar. Over de rechtse en uiterst rechtse stroming die de oppositie domineert en de revolte misvormde heb ik het uitvoerig gehad. Het is echter onjuist om uit de fascistische rol af te leiden dat dus het bewind van Janoekovitsj of krachten die in diens voetsporen treden, verdediging verdienden. Diens regering was corrupt, repressief en had één doel boven alles: de verrijking van a haar steunpilaren, de zogeheten oligarchen waarvan Janoekovitsj er zelf één van was.

Interessant is trouwens dat één van de belangrijkste oligarchen, Rihat Achmetov, één van de financiers van Janoekovitsj Partij van de Regio, gebruik maakte van diensten van Amerikaanse lobby-firma Davis Manaport, genoemd naar twee zakenpartners. Hij huurde Manafort in om het imago van een van zijn bedrijven te verbeteren. Vervolgens maakte die ook werk van de verbetering van het imago van Janoekovitsj zelf. Achmetov betaalde volgens een Oekraïense onderzoeksjournalist een slordige 3 miljoen dollar, Janoekovitsj en zijn partij kregen er steun voor een politieke comeback voor terug. Dat was in 2006. De aanwijzingen in die richting zijn op een rijtje gezet in “The gangster billionaire behind Ukraine ‘s president” van Louis Proyect. Niet alleen de oppositie kreeg steun uit de VS. DE regering kreeg die ook. Pikant: de Davis van het lobbybedrijf was camagnemanager van John McCain, de senator die tijdens het volksprotest zo ‘n gezellig samenzijn met fascistisch oppositieleider Tjaniboch had. Rechtse zakenkringen hadden kennelijk twee potjes op het vuur. Een zat in de oppositie. De ander stond achter het het bewind.

De haat die zich via de revolte tegen dat bewind ontlaadde was maar al te zeer terecht. Wie de fascisten in Kiev afwijst, maar het bewind vrijuit laat gaan, maakt een fout. Als het bewind immers alleen van fascisten bestrijding ondervindt, maar niet van linkse en radicale mensen, laten die linkse en radicale mensen de strijd tegen dat bewind, haar corruptie, haar repressie, feitelijk aan fascisten over en verschaffen ze hen nodeloos krediet. We kunnen stelling nemen tegen het fascisme binnen de opstand van afgelopen maanden, zonder de rechtmatigheid van die opstand zélf te ontkennen. Dat is misschien wat complexer dan simpelweg kiezen voor de intimidaties van Poetin tegenover de fascisten, of kiezen voor de fascistische provocaties tegenover Rusland. Maar het is ook beter. De vijanden van vijanden zijn nu immers niet perse onze vrienden.

Anarchisten die probeerden binnen de protesten actief te zijn, en daarbij intimidatie en geweld van nazi’s riskeerden, deden dan ook wat nodig was. Een volledige nederlaag van de protesten had de consolidatie van Janoekovistj’ bewind tot een openlijke dictatuur en de ruimte om te protesteren wel heel drastisch ingeperkt. De poging om demonstraties met wetgeving verregaand aan banden te leggen wees die kant al op. Het plan strandde, het verzet was te fel. Precies dat laat zien hoe ook voor  links-radicalen in november tot en met de val van Janoekovitsj wel degelijk iets op het spel stond. De rechtse oppositie verdiende geen steun, maar het regime verdiende wel degelijk ten val gebracht te worden.

De Autonome Arbeidersunie bracht vlak voor de val van het bewind een verklaring uit waarin het aardig geformuleerd werd: “Dit is niet onze oorlog, maar de overwinning van de regering betekent de nederlaag van de arbeiders. De overwinning van de Oppositie belooft evenmin veel goeds. W e kunnen het proletariaat niet oproepen om zich op te offeren voor de zaak van de Oppositie en haar belangen. We denken dat de mate van deelname aan dit conflict ene kwestie van persoonlijke keus is. Maar we moedigen iedereen aan om te voorkomen in dienst genomen te worden in de binnenlandse militaire krachten van Janoekovitsj, en om met alle middelen de daden van de regering te saboteren.” Geen steun aan de oppositie dus, maar wel parallel aan de oppositie de strijd tegen het regime prioriteit geven.’De tekst sluit dan af met het voor anarchisten vertrouwde: “Geen goden, geen meesters, geen naties, geen grenzen!”

Het was een zinnig standpunt, beter dan totale afzijdigheid vanwege de rechtse dominantie in de protesten. Het risico was wel dat ná de val van Janoekovitsj er toch een subtiele verschuiving plaatsvond, naar de verdediging van het nieuwe bewind tegenover Russische intimidatie. Immers, als het oude bewind het grotere kwaad was dat hoe dan ook bestreden moest woorden, dan is er een logica die Rusland en de pro-Russische stroming als opvolger en beschermer van dat bewind óók als het grotere gevaar ziet. En dán kom je griezelig dicht in de buurt van partij kiezen voor het nieuwe, van fascisten vergeven regime als het kleinere gevaar. Dit risico wordt groter als retoriek over de ‘zelfbeschikking van het Oekraïnse volk’ in het argument vervlochten raakt: precies dat is immers ook wat nationalisten en fascisten in hun vaandel dragen.

Juist nu de opstand heeft geleid tot een nieuw, hard rechts regime is het extra belangrijk op beide kanten in het huidige conflict af te wijzen, en strijd van onder tegen boven vierkant tegenover de strijd tussen verschillende staten en hun heersers te stellen. Van steun aan het nieuwe bewind kan geen sprake zijn: revolutionairen steunen geen fascisten, en trouwens en ook geen neoliberalen.

Maar van steun, ook indirect, aan de Russische staatspolitiek kan evenmin sprake zijn. De verklaring van Borotba, een marxistische groepering in Oekraïne, komt daar dichtbij. In die tekst wordt het nieuwe bewind in Kiev terecht verworpen. Maar er is geen spoor van kritiek op Janoekovitsj te bedenken, en evenmin op het Russische intimidatiebeleid. De tekst roept op tot deelname aan “spontane antifascistische protesten”, maar waarschuwt nog wel tegen Russisch-nationalistische inbreng in die protesten, omdat die de noodzakelijke “internationale solidariteit” ondermijnt. De strekking is echter duidelijk: volgens deze groep in de nieuwe regering van Kiev het grootste gevaar, en bereikt Poetin niet eens de status van kleiner gevaar. Ik ben heel benieuwd wat deze groep zegt nu er in Donetsj en andere Oost-Oekraïense steden niet alleen meer tegen de nieuwe regering in Kiev wordt betoogd, maar er ook mensen tegen de Russische dreiging de straat op gaan….

Gelukkig ontbreekt een helder, hard en revolutionair geluid in de regio niet. We zagen al de verklaring van de Autonome Arbeidersunie, een groep die we in dit drieluik eerder zijn tegengekomen. Er is een mooie stellingname van een zekere Volodymyr Ischenko, gevonden op het weblog Shiraz Socialist. Hij somt op: “Ik haat…” en dan komen ze allemaal langs: de intussen gevluchte Janoekovitsj,  de pro-EU-politici, de oppositie die inmiddels in Kiev regeert, de bestuurders van de Krim, president Poetin, zowel de Russische als de Oekraïense fascisten, de EU die met sancties kwam als mosterd na de maaltijd, en ook links dat zwak was en zich niet wist te verenigen, waardoor de narigheid in de hand is gewerkt. En dan: “Russische kameraden, ga naar de centrale stadspleinen zodat je de interventie in Oekraïne kunt stoppen. Oekraïense kameraden, laat ons nadenken over wat we kunnen doen. Het is duidelijk dat ons aanmelden bij de Rechtse Sector [die tot mobilisatie heeft opgeroepen] geen optie is.” Dat laatste zou steviger mogen, de hang naar ‘linkse eenheid ‘is een beetje een belegen cliché, maar over het geheel genomen is de stellingname in haar afwijzing van al die onderling strijdende stukjes elite een verstandige. Ischenko is socioloog in Oekraïne, en heeft in de Guardian meer geschreven, onder meer een oproep aan actievoerders tegen Janoekovitsj om zich los te maken van extreem-rechtse invloed. Het illustreert wat ik hier en elders betoogde: je kunt tegelijk vóór de protestbeweging tegen  het vorige bewind zijn, en tegen de fascistische invloed daarbinnen.

En er is intussen ook een door steeds meer revolutionaire groepen en personen ondertekende verklaring, intussen ook in het Nederlands beschikbaar. De inhoud is helder, hard en ter zake. “Wij zullen niet bezwijken onder nationalistische bedwelming. Naar de hel met hun staat en ‘naties’, hun vlaggen en kantoren! Dit is niet onze oorlog, en we moeten er niet heen gaan, niet met ons bloed hun paleizen, hun bankrekeningen en hun genoegens om in de zachte zetels van de autoriteiten te zitten betalen. En als de bazen in Moskou, Kiev, Charkov, Donetjs en Simferopol, Washington en Brussel deze oorlog beginnen, dan is het onze plicht om die te weerstaan met alle beschikbare middelen!” En ook hier een klinkende  afsluiting: “GEEN OORLOG TUSSEN NATIES – GEEN VREDE TUSSEN KLASSEN”.  Duidelijke en zeer noodzakelijke taal.

Peter Storm

,

  1. #1 by Hugo Endert on 2014/03/11 - 02:06

    Goed artikel, Peter!

Comments are closed.