dinsdag 4 juni 2013
Onderstaande tekst schrteef ik als column voor de site van de Autonomen Den Haag. Daar is de tekst inmiddels te lezen.
Herrinneren we ons de sorry-democratie? Minister maakt domme fout, vergeet de Kamer te vertellen dat een metrolijn drie keer zo duur wordt als begroot, wethouder maakt domme fout, vergeet de gemeenteraad te melden dat hij ook nog een bouwbedrijf heeft – uitgerekend het bouwbedrijf waarmee de gemeente een nieuw winkelcentrum aanlegt. Oplossing? Minister zegt, sorry, had ik niet moeten doen. Wethouder zegt: sorry, had is niet moeten doen. Kamer kijkt streng maar zegt: nooit meer doen, he? Gemeenteraad moppert en zegt: nooit meer doen he? En een ieder gaat over tot de wanorde van de dag. Sorry, democratie!
Fouten toegeven wordt best lonend als het gevolg is dat je mag blijven zitten waar je zit. Kennelijk is het pluche zo zelfklevend dat gemeenteraad en parlement het losweken van bewindspersoon of amtsdrager van de zetels te tijdrovend en te duur vinden. Bovendien is het Kamerlid van vandaag de minister van morgen, het gemeenteraadslid van nu de wethouder van straks. De sorry-democratie, derhalve. Het werd in de late jaren negentig van de vorige eeuw een waar begrip. Sorry als wapen om zelfs de meest beperkte vorm van democratie nog wat verder in te perken en van melig melodrama tot klunzige klucht te degraderen. Politici die daadwerkelijk uitgerangeerd wordeb, zoeken een goed heenkomen, zoals Wim Kok in de top van de ING. Voor sommige mensen reikt de vrijheid van beweging die anderen wordt ontzegd door middel van detentie en deportatie, tot in de hoogste regionen. Sorry, democratie!
Nu werkt een sorry-democratie natuurlijk slechts optimaal als mensen zich, buiten de hen toegewezen twee minuten in het stemhokje, gedeisd houden. Democratie is er voor de politici, niet vioor de mensen. Als mensen op straat hun verontwaardiging gaan uiten, verliest de staat gezag en controle. Dat kunnen anarchisten autonomen en andere raddraaiers zoals ik – enl zoals jij, geef het maar toe, lieve lezeres en lezer! – weliswaar toejuichen. Maar de gezagsdragers denken daar anders over. Dus hebben ze een reeks technieken ontwikkeld om de straat rustig te houden, de bevolking gedwee, om niet te zegge angstig. Je kunt demonstranten bijvoorbeeld laten ophokken achter dranghekken en dergelijke, op het Malieveld. Gaan ze groepsgewijs richting regeringsgebouw? Politiehonden, knuppels, ME, charges. Je kunt ook demonstraties meteen in laten sluiten door politie en er urenlang arrestatieteams op loslaten, begeleid door het gehelmde knuppelvee. Deelnemers aan de 1 Mei-demonstraties in Utrecht 2011 en Amsterdam 2012 weten wat ik bedoel.
Maar inmiddels heeft het gezag een nieuwe aanvulling op haar repertoire: bij de sorry-democratie hoort naturlijk de excuus-repressie. Het werkt heel simpel. Politie ziet bij bezoek Beatrix aan Utrecht een zekere Joanna met spandoek: weg met de monarchie, het is 2013. Politie arresteerd persoon. Politie laat haar snel vrij en zegt: hadden we niet mogen doen. Excuus! Incidentje, nietwaar? kan gebeuren, toch? Paar maanden later: politie ziet bij troonswisseling op de Dam twee personen, waaronder de eerder aangehouden Joanna, met leuzen tegen de monarchie. Politie houdt allebei aan, rijdt ze rond, brengt ze naar een politiebureau, houdt ze een paarbuur vast, tot de kroningsplechtigheid haar hoogtepunt voorbij is. Politie zegt vervolgens: hadden we niet mogen doen. Excuus! Politie laat beiden personen weer vrij. Foutje, nietwaar? Persoonsverwisseling zelfs, al blijkt uit het transcript van de politiecommunicatie dat ze de identiteit van Joanna in ieder gevál goed hadden bespeurd. Paar weken later, bij bezoek van de nieuwe koning aan Utrecht. Politie ziet man met bord: “Weg met de monarchie”. Politie arrsteert man, officier van justitie zegt: arrestatie onrechtmatig. Excuus! Foutje! Kan gebeuren, toch?
Excuus-repressie. Politie kan gewoon aanhouden wie het wil, wanneer het maar wil. Blijkt ze een juridische grens te heben overschreden, dan zegt politie gewoon sorry en laat de arrestanten gaan. Maar de kritische woorden van de aangehouden demonstranten zijn uit het straatbeeld verdwenen, precies op het moment dat het er het meest toe deed. Het demonstratierecht wordt zo in woorden door het gezag erkend, in daden echter buiten werking gesteld als het er op aan komt. En het gezag komt ermee weg, zoals de politici meestal wegkwamen met hun sorry tegen Kamer of gemeenteraad – of vervangen werden door dubbelgangers.
Dat zal zo doorgaan zolang politie en staatsgezag geen enkele prijs hoeven te betalen voor dit soort ‘vergissingen’. Als agenten, politiechef en burgemeester wisten dat een foutieve arrestatie niet alleen tot mogelijke schadeclaims zouden leiden, maar tot verlies van baan en inkomen en vooral ook gemoedsrust, dan hadden ze een reden tot voorzichtigheid. Als bijvoorbeeld burgemeester Wolfson van Utrecht – baas van politie in de stad waar dus twee keer een anti-monarchist ‘per vergissing’ is aangehouden, maar ook nog eens verantwoordelijk voor het ME-geweld tegen de al eerder genoemde 1 Mei-demonstratie van 2011 – merkte dat mensen hem uitkotsten, hem dat deden voelen, net zolang tot hij een écht excuus maakte, schadevergoeding regelde en direct daarna aftrad als burgemeester. Dan merkte het gezag weer eens dat het zich niet straffeloos alles kan veroorloven.
Misschien moeten we dat proces een handje helpen. Als Wolfson – of Van der Laan, of Van Aartsen met zijn getreiter van vluchtelingen en Occupyers – elke keer dat hij zijn neus in het openbaar laat zien, nu eens boze mensen tegenover zioch ziet? Met spandoeken “Remember the First of May”? En trouwens ook: “Remember Ubica”, dat staaltje van recente repressie tegen krakers waar geeneens sorry als dooddoener op volgde? Als hij wordt uitgejouwd , dag in dag uit, als hij wara hij maar komt “Aftreden!” hoort klinken? Misschien nu en dan begeleid door dingen die door de lucht vliegen in de richting van zijn hoofd? Mocht er eens een ei of tomaat zijn mooie pak raken, dat weten we al wat we moeten zeggen. Excuus! Sorry! Het spijt ons – van die lekkere tomaat en dat ei.
Peter Storm