maandag 25 maart 2013
“We moesten het stadje vernietigen om het te redden”. Met die uitspraak typeerde een Amerikaanse officier de waanzinnige logica van de Vietnamoorlog. Om ervoor de zorgen dat de vijand niet de baas kon worden over het stadje, moest het stadje – en het land, en de buurlanden Laos en Cambodja – maar met bommen worden verpulverd Dezelfde logica wordt nu door de EU en het IMF ingezet tegen Cyprus. Om de banken te redden, moeten we de Cypriotische economie vernietigen. Daar komt het steunprogramma waar Cyprus onder intimiderende druk mee heeft ingestemd feitelijk op neer.
Eerst nog even het probleem. De economie van Cyprus draait vooral op banken. Die trokken spaargelden aan tegen gunstige voorwaarden. Naar de herkomst werd niet geïnformeerd, allerlei geld met een criminele reuk kon er veilig geparkeerd worden. En ja geld stinkt altijd maar maffia-geld stinkt wat harder, zodat de neusbeschermers die Cypriotische functionarissen beroepshalve meekregen goed van pas kwamen. “Volgens schattingen staat er tussen de 8 en 35 miljard euro aan Russisch geld in Cyprus”, aldus de NRC. “Van de 68 miljard euro die in de Cypriotische kassen behoren te liggen, is 40 procent van buitenlandse, vooral Russische, herkomst”, schreef Trouw. De Cypriotische en economie bestond vooral uit het schuiven met dit soort geld. Maar ook een heleboel helemaal niet rijke mensen hadden hun spaarcenten op de banken gezet.
Dat Cypriotische bankwezen raakte bekneld in eerdere rondes van de kredietkrisis. Het geld was namelijk voor een flink deel in Griekse staatsschuldpapieren gestoken, en de waarde daarvan is vanwege de Griekse bankencrisis flink gekelderd. Dat trok de banken van Cyprus mee de afgrond in. Afgelopen weken zijn Europese- en IMF-functionarissen bezig geweest met reddingsplannen bakken.. Vorige week kwam er een plan dat spaarders, ook die met minder dan 100.000, een flinke rekening presenteerde. Die moesten een heffing van 6,75 procent op hun tegoeden slikken; wie meer dan 100.000 op de bank had, moest 9,9 procent betalen. Deze graai in vaak zuur bijeen gespaarde tegoeden van helemaal niet steenrijke mensen, wekte woede. Een meerderheid van parlementsleden schatte deze maatregel in als politiek onverkoopbaar en stemde het plan weg. Geen reddingsactie dus, maar intussen naderde er wel een soort bankroet van Cyprus.
Onder die dreiging werd er opnieuw vergaderd en onderhandeld. De Cypriotische president schijnt met aftreden te hebben gedreigd maar is onder enorm zware druk kennelijk door de knieën gegaan voor een nieuw plan. 13 miljard EU-steun voor de redding van de bankensector is een onderdeel. Maar van die bankensector gaat één van de drie banken helemaal dicht, een andere wordt flink kleiner gemaakt, de derde gesplitst waarbij het levensvatbare deel bij de tweede wordt gevoegd. In een land waar je, naast banken ook bijvoorbeeld nog nog een heleboel staalfabrieken, computerbedrijven, autoconcerns en voedselverwerkende industrie hebt, is dat pijnlijk maar niet onoverkomelijk. Maar in Cyprus is er economisch gesproken buiten de bankensector niet zo heel veel economische activiteit. Het bankwezen zo grondig snoeien is het hakmes zetten in de Cypriotische economie zelf. Het is een beetje alsof je in Koeweit de oliesector halveert, of in Friesland de melkveehouderij afbreekt. Of zoals ze in Zuid-Limburg de mijnen dichtgooiden, iets waarvan de sociale ontwrichting decennia later nog voelbaar was. Bij het opdoeken van één van de banken “gaan duizenden banen verloren”, aldus een achtergrondstuk vandaag in de NRC, dat eraan liet voorafgaan: “De werkloosheid kan volgens een expert zomaar gaan oplopen tot Griekse hoogten als 26 procent van de bevolking.” Mooi reddingsplan, toch?
En dat is niet alles. Bij het nieuwe plan worden de spaarders met 100.000 en minder ontzien. De spaarders daarboven zijn echter meer kwijt, in sommige gevallen alles (behalve de garant gestelde 100.000). De Volkskrant geeft, in een artikel vol feiten en cijfers, aan dat spaarders bij de Bank of Cyprus, doodleuk 30 procent van hun spaartegoed kwijt zijn. Met die mensen hoef je misschien geen groot medelijden te hebben, het gaat om rijkeren, soms om zeer rijken, het gaat vaak om dubieus verkregen geld. Maar als zulke mensen onverhoeds 30 procent van hun rijkdom kwijtraken, zouden ze de Cyprus wel eens snel de rug toe kunnen keren, met funeste gevolgen voor de economie die er dus voornamelijk op banken draait. De reputatie van Cyprus als veilige plek om je geld te stallen is natuurlijk kapot, het genoemde NRC-artikel rept al van “massale kapitaalvlucht” die nu “volgens analisten onvermijdelijk (is) nu grote rekeninghouders bij de twee zwakste banken extra hard worden getroffen.” Die twee zwakste banken zijn geen kleinigheid: het zijn twee van de drie banken waar het in dit verhaal om gaat.
Kapitaalvlucht, een ernstige dreun voor de positie van Cyprus als parkeerplaats voor groot geld … het raakt het hart van de Cypriotische economie. Die moet blijkbaar gesloopt om te redden wat er te redden valt. Intussen is de vraag waar de volgde klap gaat vallen die de nog steeds doordreunende financiële schokgolf gaat uitdelen. Hoor ik daar zeggen ‘Luxemburg’?
Peter Storm