donderdag 21 maart 2003
De Irak-oorlog – 10 jaar geleden net begonnen – werd al in haar aanloop beantwoord met een enorm omvangrijke golf van protest. De vredesbeweging tegen die oorlog slaagde er echter niet in om de oorlog te blokkeren of stopzetting ervan af te dwingen. Waarom faalde de gigantische protestgolf van 2002-2003 in haar hoofddoel? In de allereerste plaats omdat het een protestgolf bleef, en niet doorzette naar daadwerkelijk verzet.
Het bleef een protestgolf om dat hoofdstromingen van de beweging een democratische illusie koesterden of althans aan haar greep niet ontsnapten. Mensen dachten dat, als heel veel mensen nee zeiden tegen de oorlog, en dat via protest lieten zien, de politici van de oorlog zouden afzien. Politici in een democratie zijn immers gevoelig voor wat de bevolking in meerderheid wil. Een variant van de illusie: ook als politici niet luisterden en tegen de bevolking in de oorlog begonnen, dan nog kun je weinig anders dan protesteren en goed opletten op wie je stemt bij de volgende verkiezingen. Mensen bewogen zich binnen dit democratische denkraam, en toen bleek dat dit voor politici doodleuk terzijde geschoven werd als belangen dit vereisten, stond de beweging – gevangen in die democratische illusie – met lege handen. Dat is één.
Veel radicalere krachten in de beweging die wisten dat leiders zich van bevolkingen weinig aantrokken als die op oorlog aanstuurden, handelden niet of nauwelijks naar dat inzicht. Bouw een brede beweging was het recept. Hoe die beweging de oorlog moest stopen, bleef vaak buitengewoon onhelder. Dit soort krachten lieten de democratische illusie dus gewoon voortbestaan terwijl ze beter wisten. Aangezien het om krachten waren die beslist een flinke rol in de beweging speelde – veelal eerder door organisatorische methoden en slagkracht dan door hun aantal – deed hun opstelling er toe.
Ik denk bijvoorbeeld aan de SWP en haar rol in de Britse Stop the War Coalition . Die bracht honderdduizenden mensen op straat. Maar verder kwam ze niet. Chris Nineham, woordvoerder van de Coalition, en van SWP-huize: “We geloven nog steeds dat we de oorlog kunnen stoppen voor die begint.” Hoe? Onduidelijk. “Maar zo niet, dan waarschuwen we de oorlogsstokers dat er enorme protesten zullen zijn op de dag dat de oorlog uitbreekt en het weekend erna.” Dat zei hij ruim twee weken voor de oorlog begon. Hij had voor de helft gelijk: het lukte niet om de oorlog tegen te houden. Maar er kwamen bij het begin van de oorlog inderdaad gigantische protesten. Die stopten de oorlog echter evenmin. Het idee dat met zijn allen nee zeggen tegen de oorlog afdoende was, klopte niet. Mensen met een radicaler politiek hadden beter meer tijd kunnen stoppen in het naar voren brengen van dat inzicht, en het zoeken naar middelen om ernaar te handelen. Maar nee. Brede beweging, brede beweging. Dat was de radicale variant van de democratische illusie. Dat is twee.
Het brede draagvlak voor het protest werd ook nog eens ondermijnd door precies allerlei voorstanders van die brede beweging. Die stelden zich namelijk veelal op het standpunt dat iedereen die tegen de Westerse aanval op Irak was, welkom was. Kritiek op het Iraakse regime verdween naar de achtergrond. Toen dat regime was verdreven werden gewapende strijdbewegingen die politiek erfgenamen van het bewind waren, als verzetsgroepen neergezet die solidariteit verdienden. Reactionaire stromingen in de strijd tegen de bezetting – Baathisten, Islamisten van diverse signatuur – waren bondgenoten in de strijd, net als hun fans in Westerse hoofdsteden. Zo werd het voor verdedigers van de oorlog makkelijk om vredesactivisten weg te zetten als vriendjes van dictatuur en onderdrukking. Dat waren ze niet, althans de meesten niet. Maar we speelden rechts, Bush, de neoconservatieven, in de kaart door onvoldoende afstand te bewaren van dictatuur en onderdrukking.
Ja, in Nederland moest het zwaartepunt natuurlijk liggen bij wat de Nederlandse regering en haar bondgenoten – VS, Groot-Brittannië, Israël – beraamden en bedreven aan misdadige agressie. Maar er is geen valide reden om er niet consequent bij te zeggen: geen enkele steun aan de dictatuur van Saddam, aan de Al-Badr-beweging, aan Al Qaeda in Irak – een beweging die het aanvallen van Amerikaanse militairen combineerde met het vermoorden van grote aantallen Sjiieten. Geen enkele steun aan Hezbollah en Hamas, hoe hard we ook protesteren tegen Israëlische agressie tegen Libanon en tegen Gaza. Geen steun voor dit soort reactionaire politiek, maar frontale, inhoudelijk onderbouwde afwijzing.
Daarbij moest er natuurlijk voor gewaakt worden dat die afwijzing niet zo geformuleerd wordt dat het een excuus wordt voor Westers ingrijpen tegen zulke reactionairen. De afwijzing van wat zulke reactionaire krachten doen kan veelal ook niet de vorm aannemen van een eis, maar wel van een oproep. Je kon als vredesdemonstrant in Nederland tijdens de twee Gaza-oorlogen van de afgelopen jaren moeilijk gaan eisen: Hamas moet de beschieting van Israëlische dorpen stoppen. We hebben hier immers geen drukmiddel tegen Hamas zoals we dat tegen de Nederlandse regering wel hebben. De eis zou in de Nederlandse verhoudingen zijn neergekomen op: de Nederlandse regering moet Hamas dwingen die raketbeschietingen te stoppen. Maar daarmee steunen we nu juist waar we tegen zijn: Nederlandse oorlogsdeelname aan Israëlische kant, met de Hamas-aanvallen als voorwendsel. Dat is echter nadrukkelijk geen goede reden om de raketbeschietingen van Hamas niet nadrukkelijk te veroordelen, terwijl je protesteert tegen de Israëlische aanvallen en de Nederlandse steun daaraan. Een oproep tot stopzetting van die raketaanvallen had wel degelijk gekund.
Dat de VS bijvoorbeeld de wandaden van de Taliban als smoes gebruikt om haar bezitting van Afghanistan te rechtvaardigen, is wederom geen goede reden ons om die wandaden niet zelf aan de kaak te stellen, niet als smoes maar als principieel punt. De weigering om openlijk en hard kritisch te zijn jegens allerlei onderdrukkende stromingen en regimes, enkel uit tactische bondgenootschappelijkheid, vormt ook een illusie: de anti-imperialistische illusie. Aanhangers ervan – veelal degenen die de mond vol hadden over de brede beweging – ondermijnden die breedheid tegelijk door mensen die vrede wilden maar geen excuses voor dictatuur tolereerden, weghield uit de beweging. Daarvoor kregen ze andere krachten terug: de fans van bepaalde vormen van dictatuur, die opgewekt mee demonstreerden tegen de wandaden van de VS en hun eigen leiders met hun wandaden aldus aan legitimiteit hielpen. Dat was breedte, maar ten koste van vrijheidslievende principes, en daarmee van geloofwaardigheid.
Twee krachten hadden zowel de democratische als de anti-imperialistische illusie kunnen helpen doorbreken. De eerste is de kracht die vanuit de beweging zelf naar voren kan komen, als mensen zich tijdens massabetogingen hun kracht bewust worden. Mensen kunnen denken dat protesteren genoeg is – en tegelijkertijd aanvoelen dat er net iets méér nodig is. Als demonstranten samen door krijgen dat ze wegen kunnen versperren, kunnen ze ook op het idee komen dat ze toegangswegen naar kazernes kunnen blokkeren. Op het moment dat ze dat begonnen te doen, en de macht van hun getal omzetten in werkelijk collectieve kracht, dan wankelt de greep van de democratische illusie. Voorstanders van de brede beweging hoopten veelal op dit soort dynamiek, maar zonder aan die dynamiek concreet bij te dragen.
Het is echter wishful thinking om er op te rékenen dat dit vroeg of laat wel zal gebeuren, en d vooral dat dit op tijd gebeurt om een oorlog echt tegen te houden. Daarom maakt het uit of er stromingen en mensen zijn die de democratische illusie zelf aan het wankelen willen brengen. Dat is de tweede kracht waar ik op doel: stromingen van revolutionairen die hier de argumenten voor hadden. Anarchisten, aanverwante ant-staat-communisten, libertaire socialisten, allerlei revolutionairen voor wie verandering van onderop, en alléén van onderop, kon komen. Hoe sterker die zich binnen de beweging lieten gelden, hoe groter de kansen dat delen van de beweging de grenzen van de democratische illusies zouden doorbreken en richting daadwerkelijk verzet zouden koersen. Hoe groter zou dan ook de kans zijn dat mensen hun oogkleppen af zouden zetten en álle in de oorlog betrokken autoritaire machten zouden kritiseren – van VS tot Baath en Taliban en Al Qaeda. Luid en duidelijk. De krachten die dit deden waren echter veelal zwak en opereerden vaak weinig effectief.
Soms trokken ze bijvoorbeeld uit de juiste observatie dat er op vredesdemonstraties wel hele nare leuzen en portretten werden meegevoerd – antisemitische leuzen, portretten van Saddam en van fundamentalistische leiders – de conclusie dat ze in de beweging weinig meer te zoeken hadden. Dat is de implicatie van een stuk uit begin 2003 in de Fabel van de illegaal, blad van een voorloper van wat nu Doorbraak is. Ik zou zelf echter zeggen: méng je in de beweging en stel van dááruit die reactionaire tendensen aan de kaak. Niet de vrijheidslievende revolutionaire horen buiten de beweging, met de fundamentalisten erin. Het hoort toch eerder andersom te zijn, als vrede, vrijheid en solidariteit tenminste bij elkaar horen! Maar dat gaat niet vanzelf.
Ik snap Eric Krebbers waar hij, met gedocumenteerde verwijzing naar antisemitische en andere reactionaire uitingen op een vredesdemonstratie, schreef “De Fabel van de illegaal voelt zich in ieder geval steeds minder thuis op dit soort demonstraties.” Maar ik denk dat de plek van revolutionairen als hij en ik juist ook is om dáár onze punten naar voren te brengen waar we ons níét thuis voelen. Soms moet je een huis eerst verbouwen voor je je er echt thuis voelt, nietwaar? Of dat optimaal is gebeurd in 2002-2003, vraag ik me sterk af. Ik begrijp en respecteer het overigens als de afweging was en is: met geringe menskracht concentreren we ons liever op thema’s en strijdpunten waar we met vergelijkbare inzet iets meer kunnen bereiken. Maar toch: juist in zo ‘n uitbrekend omvangrijk protest kun je als kritische, ja sceptische, revolutionair ook nieuwe krachten vínden die de goede kant op proberen te bewegen en wel wat steun kunnen gebruiken. Je kunt de illusie in de brede beweging afwijzen zonder daarmee het nut van breed protest – maar dan ook als springplank naar meer – te miskennen. Ik stond zelf trouwens op dat moment precies aan de verkeerde kant in deze discussies: ik was als lid van de Internationale Socialisten zowel een voorstander van de brede beweging als strategie, als van wat ik nu de anti-imperialistische illusie noem.
Waar revolutionairen afzijdig bleven van de vredesbeweging, kregen de besproken fatale illusies extra ruimte, en dat hielp niet. Gelukkig waren er andere houdingen. Er waren bij de vredesprotesten vaak ook rellen, botsingen met de politie. Dat liet enerzijds het repressieve karakter van staten zien die hun oorlogen er letterlijk met geweld door wilden drukken. Maar uit het feit dat mensen soms in groepsverband terugvochten, blijkt ook dat groepen mensen de democratische denkkaders ter discussie stelden, niet zozeer in woorden maar in daden. Er waren de tamelijk spontane en felle scholierenacties die ik in het vorige deel an deze serie aanstipte. Er was allerlei burgerlijke ongehoorzaamheid. Er was wel degelijk een onderstroom in het protest die verder ging, grenzen opzocht en uitdaagde, richting opstand, richting verzet. Een mooie indicatie was de blokkade van een treintransport met militair materieel in Italië door actievoerders in februari 2003. De boodschap – onuitgesproken in woorden, maar overduidelijk te zien: oorlog stop je door het transport van oorlogsbenodigdheden te stoppen. Daadwerkelijk. Gezamenlijk. Dat is geen protest meer. Dat is verzet.
Peter Storm
#1 by Astrid Essed on 2013/03/22 - 05:15
NUNACERINGEN OVER VERZETSBEWEGINGEN TEGEN VS/WESTERSE AGRESSIE/BEZETTING
Beste Peter
Geachte lezers,
Peter, hartelijk bedankt voor de zeer interessante analyse reeks ”Vredesbeweging tegen Ieak-oorlog, waarvan hier het vijde deel
Heel waardevol, dat 10 jaar na de misdadige Brits-Amerikaanse agressie tegen Irak, de
in die oorlog bedreven oorlogsmisdaden [gebruik clusterbommen, verarmde uranium wapens,
mishandeling gevangenen etc] en de daaropvolgende harde bezetting, nogeens wordt stilgestaan bij die oorlog/bezetting en het impact van de destijds indrukwekkende vredesbeweging, in Nederland en internationaal
Die analyse is een belangrijke bijdrage aan toekomstige strijd
Belangrijk is ook, dat je naar voren brengt, dat naast verzet tegen die oorlog, de vredesneweging duidelijk afstand had moeten nemen van de dictatuur van Saddam Hoessein [van 1965 tot 1992
bondgenoot van het Westen en door datzelfde Westen enthousiast politiek en militair
gesteund/bevoorraad tot met de gasaanvallen op de Koerden toe]
Wat je opmerkingen over verzetsbewegingen tegen die bezetting betreft, wil ik echter
enige nuance aanbgrenden
Jij schrijft o.a.
”Maar er is geen valide reden om er niet consequent bij te zeggen: geen enkele steun aan de dictatuur van Saddam, aan de Al-Badr-beweging, aan Al Qaeda in Irak – een beweging die het aanvallen van Amerikaanse militairen combineerde met het vermoorden van grote aantallen Sjiieten. Geen enkele steun aan Hezbollah en Hamas, hoe hard we ook protesteren tegen Israëlische agressie tegen Libanon en tegen Gaza. Geen steun voor dit soort reactionaire politiek, maar frontale, inhoudelijk onderbouwde afwijzing.”
Natuurlijk heb je in zoverre gelijk, dat duidelijk afstand genomen dient te worden van misdaden/wandaden van bovengenoemde groepen
Maar ”geen enkele steun” gaat mij te ver
Ten eerste:
Deze groepen, hebben, of je het er nu mee eens bent of niet, het legitieme recht, zich te verzetten tegen buitenlandse agressie/bezetting
Dat betekent nadrukkelijk geen goedkeuring voor gepleegde oorlogsmisdaden
Wat Hamas/Hezobollah betreft wil ik het nog sterker zeggen
Zij vechten [en daarin zijn wij het eens] al sinds jaar en dag tegen de neo
kolonialistische Israelische bezettingspolitiek met al haar misdaden, waarmee nog weer eens door president Obama solidariteit is uitgesproken
Daarbij is hun ideologie duidelijk:
Zij verwerpen Israel -[mijns inziens terecht] als Staat, aangezien deze op neo kolonialistische wijze [via VN Resolutie 181, die grotendeels door Westerse landen
is gepushed en dat over de ruggen van de oorspronkelijke Palestijnse bevolking heen]
waarop deze tot stand is gekomen, geaccompagneerd dooe etnische zuivereringen van honderdduizenden Palestijnen [oorlog 1948 oorlog 1967]
Dat willen ze terugdraaien en een Palestijnse Staat tot stand brengen, met godsdienstvrijheid voor alle bestaande religies
Die strijd en dat streven steun ik volop
Ondanks het gejammer van Westerse en andere hele en halve pro Israel krachten
zijn ze trouwens nadrukkelijk anti zionistisch en niet anti semtisch, gezien het consequent
Hamas is bovendien [in tegenstelling tot het corrupte en met het Westen/Israel
heulende Fatah/Palestijnse Autoriteit] niet corrupt en heeft jarenlang de noodlijdende
Gaza bevolking ondersteund met onderwijs, voedselprogramma’s etc, een taak, die Israekl als bezetter volgens de 4e Conventie van Geneve had moeten verrichten
Natuurlijk verdient Hamas ook kritiek [voorstanders doodstraf, schending vrouwenrechten, executies zonder proces van lieden, die worden beschuldigd van
heulen met Israel, aanvallen op Israelische burgers/steden] en die krijgt zij dan ook van mij
Ook ben ik geen voorstander van hun ideaal, het stichten van een Islamitische
Staat [omdat ik alle religieuze Staten afwijs]
Maar om te zeggen, dat zij geen enkele steun verdienen, gaat mij te ver, zeker gezien
het feit, dat de Palestijnse rechten steeds meer een illusie lijken, door blijvende
Westerse steun al lijkt de EU nu meer afstand te nemen] en alle facts on the ground
[continue uitbreiding nederzettingen,. Muurbouw, stilzwijgende etnische zuivering
Bedouinen, Oost Jeruzalem etc]
Verzet en zeker militair verzet [tegen het Israelische leger, niet tegen burgers] dient
daarom ondersteund te worden
Om te voorkomen, dat de Palestijnen vergelijkbaar lot treft [al verschillen uiteraard de historische omstandigheden] als de Indianen in de VS en
de aborininals in Australie, namelijk een onder de voet gelopen en rechteloos gemaakt volk
Dit wilde ik nog even opmerken/nuanceren
Maar voor de rest een zeer waardevol artikel, Peter
Vriendelijke groeten
Astrid Essed