zondag 14 oktober 2012
Turkije, Israël, Saoedi-Arabië, Qatar en de VS aan één kant. Syrië, Iran, Hezbollah en Rusland aan de andere kant. Slagveld: Syrië, Libanon, Israël, Iran en Turkije. Ziedaar in miniatuur de anatomie van een oorlog in het Midden-Oosten – een oorlog die in feite al bezig is, maar beslist nog verder uit de hand kan lopen.
Er spelen hier diverse conflicten die met elkaar verstrengeld zijn. In Syrië woedt een felle volksopstand waartegen het bewind van Assad tanks, artillerie, helicopters en straaljagers inzet – naast de allang gebruikelijke sluipschutters en moordmilities. De opstand is deels ongewapend, deels gewapend. Maar de wapens zijn nog niet erg zwaar, al is de effectiviteit van de strijdgroepen – het Vrije Syrische Leger (FSA) – opmerkelijk effectief. De guerrillastrijd holt wel degelijk de gevechtskrcht van het bewind uit, met zaterdag 13 oktober het bericht dat het FSA een luchtmachtbasis bij Aleppo hadden veroverd, met flinke verliezen van het regeringsleger. Kort erna kwam het nieuws dat Syrische oppositiestrijders 256 regeringssoldaten gevangen hadden genomen. Hioe betrouwbaar die informatie is, valt moeilijk te bepalen, propaganda van beide kanten versluiert nogal eens de gang van zaken. Dat de strijd tegen Assads bewind aan effect wint, is echter vrij aannemlijk, zoals James Miller in een analyse op EA Review laat zien.
Die strijd vindt plaats in een context die de autonomie van het Syrische volksverzet ernstig bedreigt en ondermijnt. Qatar en Saoedi-Arabië leveren wapens aan gewapende oppositiegroepen, zij het niet in enorme hoeveelheden. Belangrijker: Turkije functioneerde al vanaf een vroeg stadium van de strijd als uitvalsbasis van het FSA en hoofdkwartier van de Syrische Nationale Raad, een oppositiecoalitie van overwegend nogal rechtse politici in ballingschap. Oppositiestrijders vinden bevoorrading in Turkije, kunnen zich er terugtrekken en herstellen om opniew ten strijde te gaan. De Turkse staat biedt feitelijk faciliteiten aan het Syrische verzet, en is daarmee partij in de burgeroorlog.
Het was niet verbazend dat er in het grensgebied gevochten werd, en evenmin vreemd dat Syrische troepen granaten op Turks grondgebied afvuurden met dodelijk gevolg. Het lag in de lijn der dingen dat Turkse troepen zouden reageren. Zo kwam in feite een grensoorlog op gang tussen de twee staten, met beschietingen over en weer, met dreigende taal en oorlogsvoorbereiding van Turkije. Turkije kan nog zo hard beweren zichzelf te verdedigen tegen Syrische agressie, en enkel de Turkse soevereiniteit te verdedigen. Maar wie gelooft in ernst dat Assads wankele bewind Turkije gaat binnenvallen of iets dergelijks? Het omgekeerde is een stuk waarschijnlijker. De Turkse houding is eerder een uitvloeisel van de Turkse steun aan het FSA, en het Turkse verlangen om een bufferzone binnen Syrië te zien ontstaan – zodat vluchtelingen daar, en niet in Turkije, worden opgevangen. Zo’n bufferzone kan tegelijk dienst doen als uitvalsbasis voor het FSA. Turkije wil van Assad af, steunt daartoe de Syrische oppositie en voert nu ook rechtstreeks oorlog met Syrië.
Het Syrische bewind heeft intussen bondgenoten. Er is Iran, waarover dadelijk meer. Er is echter ook de Sjiitische partij/ gewapende beweging Hezbollah. Die organisatie is langdurig door Syrië gesteund, als tegenwicht tegen Israëlische ambities en invasies in Libanon. Het is geen pion van Syrië maar ontving wel steeds forse steun. Nu de opstand woedt, betaalt die steun zich terug: Hezbollah-leider Nasrallah heeft steun voor Syrië uitgesproken. Intussen zijn er meldingen dat Hezbollah-strijders in Syrië meevechten – aan de kant van het bewind, tegen verzet en bevolking. “Hezbollah-strijders ui Libanon hebben zich bij het regime gevoegd in de strijd, zijn actief betrokken in het gevecht daar, en maakten deel uit van het Syrische tegenoffensief in Homs”, aldus de berichtgeving van EA Worldview op 9 oktober. Ik beschouw de nieuwsvoorziening van die site als redelijk betrouwbaar, ze houden vaak eerst een slag om de arm en noemen berichten onbevestigd tot er meer duidelijkheid is. Alhoewel nadrukkelijk pro-oppositie – en helaas ook pro-interventie in zekere zin – is de site geen plat propagandaorgaan dat elke bewering van het FSA kritiekloos napraat. Er zouden ook al omgekomen Hezbollah-strijders begraven worden in Libanon – in stilte. Dat bericht althans een Libanese zegspersoon volgens de Washington Post (1), hetgeen ik op zichzelf niet zonder meer vertrouw. Toch hou ik het, vooral vanwege de vaststelling in EA Worldview, voor buitengewoon aannemelijk dat Hezbollah inderdaad vuil werk opknapt voor Assad. Mocht er ter linkerzijde weer eens enige cheerleaderij voor Hezbollah ontstaan, is het zaak om hier toch maar even op te wijzen. Hezbollah is geen progressieve organisatie, maar een loyale bondgenoot van een bloedige dictatuur.
Hezbollah en Assad hebben een gemeenschappelijke bondgenoot, en twee gemeenschap[elijke vijanden. De bondgenoot is Iran, dat het Syrische bewind op allerlei manieren – met wapens, en volgens het Iraanse bewind zelf met een soort adviseurs bovendien. (1). Iran helpt Assad zich te verdedigen door de opstand te helpen neerslaan omdat Syrië nog een bondgenoot van iran is tegenover de aanhoudende Israëlische en Amerikaanse druk op Iran. Israël en de VS gebruiken het Iraanse kernprogramma als excuus voor deze druk: dat kernprogramma zou Iran kunnen helpen aan een kernbom. Voor Israël speelt die kerndreiging werkelijk een rol: het land zou maar wat graag de enige kernwapenmacht in het Midden-Oosten blijven. Voor de VS speelt dit ook, maar bij dat land is het Iraanse kernprogramma toch vooral een voorwendsel om een bewind dat niet klakkeloos elk dictaat uit Washington volgt en nogal wat olie bezit, te verzwakken, en mogelijk te vervangen door een plooibaar pro-Westers bewind. Als Syrië als bondgenoot wegvalt, groeit het isolement van Iran nog verder. Bovendien kan een succesvolle opstand in Syrië vergelijkbare rebelse verlangens in Iran aanmoedigen. Om die redenen staat Iran aan de kant van Syrië, tegenover de VS en Israël – maar ok tegenoer de Syrische bevolking en haar verzet.
Beide landen staan ook tegenover Hezbollah. Israël ziet Hezbollah als bedreiging, omdat die beweging met raketten Israëlisch grondgebied en bevolking kan beschieten, omdat Hezbollah een Israëlisch overwicht in Libanon effectief dwarsboomt, en omdat Palestijnen in verzet zich door de assertiviteit van Hezbollah tegenover Israël ondersteund kunnen voelen. De wapens waarmee Hezbollah Israël kan raken zijn veelal Iraans van oorsprong: Iran gebruikt Hezbollah als machtsmiddel. Mocht Israël Iran aanvallen, dan ligt vergelding via door Hezbollah afgevuurde raketten voor de hand. Het verzwakken van Hezbollah betekent het verzwakken van die dreiging, en dus grotere speelruimte voor Israël in haar confrontatieplitiek jegens Iran. Het neerhalen in Israël van een door Hezbollah afgevuurde drone laat zien hoe actief ook dit front zomaar opeens kan worden. Een volgende oorlog van Israël tegen Hezbollah zou wel eens een kwestie van tijd kunnen zijn, en is gezien de hierboven geschetste verbanden inmiddels onderdeel van een veel groter conflict aan het worden. In zo’n oorlog valt met goed fatsoen geen goede kant te kiezen, behalve dan de kant van de door die oorlog onvermijdelijk tot doelwit gemaakte bevolking, aan welke kant van de grens ze ook woont.
De rol van de VS in het hele krachtenspel is tamelijk subtiel. Hetsteunt in bedekte termen wapenleveranties qaan de gewpende oppositie in Syrië, maar met mate, en met pogingen o erop toe te zien bij wie de wapens wel en niet belanden. Het staat zij aan zij met Israel tegenover Iran, maar heeft nadrukkelijk minder haast en inder scherpte in haar toonzetting. Het oefent aanhoudend militaire, politieke en/of psychologische druk uit op Syrië, Iran en ook Hezbollah, maar laat openlijke stappen naar escalatie veelal aan anderen over. Over de Turks-Syrische grensoorlog betoont de VS zich niet overdreven betrokken, terwijl Turkije toch een NAVO-land is. Het is een soort imperialistische interventie op de afstandsbediening die het Witte Huis hier beoefent. Vernuftig en cynisch: anderen halen de meeste kastanjes uit het vuur, de VS ziet evengioed haar belangen indirect gediend worden.
Dan is er nog Rusland. Dat blokkeert samen met China sterkere Westerse druk op het Syrische bewind. Daarmee dwarsboomt het weliswaar militaire interventie onder VN-vlag, maar het doet dit niet uit afkeer van oorlog en geweld. Het houdt simpelweg één van de resterende bondgenoten van Rusland de hand boven het hoofd. Syrië levert Rusland een marinesteunpunt aan de Middellandse Zee, en neemt bovendien flink wat Russisch wapentuig af – wapentuig dat het momenteel loslaat op Syrische strijders en vooral ook op Syrische burgers. Met Russische wapens kan het bewind de bevolking blijven terroriseren en het FSA blijven bestrijden, dat laatste overigens met afnemend succes. Inmiddels verliest het bewind niet alleen tanks, maar ook helicopters en nu en dan een straaljager. Blijft Rusland die vervangen? En is Syrië in staat om de rekening te blijven betalen? En durft Rusland het aan om niet alleen nieuwe straaljagers te leveren maar ook getrainde piloten, nu Syrië die ook verliest met elk neergestorte vliegtuig? Precies dat laatste zou Rusland wel eens achterwege kunnen laten om Westerse reactie binnen de perken te houden, zo is op de berichtgeving van EA Worldview althans de inschatting. Als dat laatste klopt, dan wordt de Syrische luchtmacht afnemend effectief. Waar het regime het momenteel vooral nog van terreur uit de lucht moet hebben – op de grond verliest het terrein – zou de afnemende kracht van die luchtmacht wel eens het einde van Assads macht snel naderbij kunnen brengen.
Een andere spaak in het wiel waar het Russische wapens betreft komt uit een andere hoek: Turkije. Dat land dwong enkele dagen terug een Russisch vliegtuig tot landen, om het vervolgens aan een inspectie te onderwerpen. Er werd munitie gevonden, aldus de Turkse premier. Er zat radarapparatuur in, aldus Russische autoriteiten. Met deze stunt maakt Turkije duidelijk dat het enig risico op een botsing met Rusland niet schuwt. Het laat bovendien zien hoe kwetsbaar het Syrische regime wordt voor een toenemeend isolement, als ook militaire toevoer vanuit haar bondgenoot in Moskou niet meer ongestoord paatsvindt.
Het kan zijn dat de toenemende – met wapenleveranties vergrote – gevechtskracht van de Syrische oppositiestrijders, gecombineerd met de verzwakking van de militaire slagkracht van Assads apparaat, binnen afzienbare tijd de val van het Syrische bewind brengt. Die val is op zichzelf zeer welkom, maar de vervanging van Assads tereurregime door de stromingen die in de Syrische opstand de boventoon zijn gaan voeren – rechts en steeds rechtser, verbonden met een handvol van de meest reactionaire regimes in de regio, en met de Verenigde Staten bovendien – is dat niet. Grote verliezer van de strijd, en van de interventies over en weer waarin de strijd verstrengeld is geraakt, is het bevrijdende potentieel die de strijd aanvankelijk zo typeerde, maar die slechts in aangeslagen vorm overleeft. Grote verliezer van de maar aanslepende strijd is intussen vooral de bevolking van Syrië. Het aantal slachtoffers van de strijd wordt inmiddels al gescghat op meer dan 30.000.
Noot:
(1) De twee bij deze not aangegeven verwijzingen vond ik in “Nothing Left in Syria”, een artikel van Joe Morby, een stuk vol interessante informatie die helaas gebruikt wordt om een pro-interventie argument mee te ondersteunen.
Peter Storm