Over knuppels met knuppels en andere smeerlappen


dinsdag 15 mei 2012

Je mag agenten die tegenover jou staan, je bierblikje afpakken terwijl je rustig wat stat te drinken, je op de bon slingeren omdat je hoge nood hebt en geen WC in de buurt ziet, je aan proberen te houden, met hun knuppel zwaaien terwijl jij ongewapend demonstreert… je mag zulke agenten niet beledigen. Doe je dat toch, dan riskeer je – naast verlies van bierblikje, aanhouding wegens wildplassen, klap met knuppel wegens gebruik van je demonstratierecht – óók nog eens een boete wegens belediging van en politieagent. Politiemensen mogen zich aan jou vergrijpen met hun wapens, hun bevoegdheden en de Wet aan hun kant. Jij mag dan niet je woede laten blijken in de woorden die je ter plekke spontaan te binnen schieten. Het is een grofheid: een rechtsorde die politiemensen ongestraft laat knuppelen en mensen die hun boosheid daarover met scheldwoorden uiten ook nog eens op de bon slingert, is in de letterlijke zin van het woord een politiestaat. En ja, politieagenten die dit soort dingen doen zijn klootzakken. Als dat beledigend is, dan is de belediging meer dan verdiend. Als het strafbaar is wat ik hier schrijf, dan komen ze me maar halen.

Ik zal het wat nauwkeuriger zeggen. Aan de agenten die op 1 mei in Amsterdam een paar honderd demonstranten insloten, de leden van arrestatieteams die mensen er uit sleurden, tegen politiebusjes beukten, de ME-ers die op demonstranten insloegen: jullie zijn klootzakken. Aan Van der Laan, de burgemeester van Amsterdam, onder wiens verantwoordelijkheid dit politiegeweld plaatsvond: je bent een klootzak. Aan de agenten die eergisteren bij een kraakactie op vreedzame actievoerders insloegen en 35 mensen arresteerden: jullie zijn klootzakken. Aan de agenten die vorige zomer bij een kunstenaarsprotest in Den Haag mensen wegsleurden en met intimidate en geweld een sit-in beëindigden: jullie zijn klootzakken, evenals de politiechef onder wiens leiding dit gebeurde, en de Haagse burgemeester Van Aertsen, onder wiens verantwoordelijkheid dit viel. Klootzakken, allemaal. Als agenten binnenkort wellicht meehelpen met de ontruiming van het kamp dat vluchtelingen momenteel in Ter Apel hebben opgezet, dan zijn die agenten klootzakken, evenals hun opdrachtgevers, evenals minister Leers die al aangegeven heeft dat het kamp weg moet.

Ik stel voor dat veel mensen het soort teksten als hierboven in alle kalmte, weloverwogen, op zo veel mogelijk plekken naar buiten brengen. Als het verboden is om agenten die grof geweld plegen klootzakken te noemen, of hufters, of smeerlappen, dient dat verbod in volle lengte en breedte openlijk getart, genegeerd en overtreden te worden. Bij deze. Klootzakken zijn het, genoemde agenten, hun chefs, en de genoemde burgemeesters. Er zijn meer smeerlappen bij de politie. Veel meer. Er zijn meer burgemeesters die hufters zijn, en politici, en ga zo maar door. Het probleem is systematisch, maar ik beperk me in dit specifieke stuk maar eventjes.

En ja, het beledigen van agenten en hun opdrachtgevers heft nut. Laat ze onze verachting maar voelen, laat ze maar weten dat we ze niet moeten. Laat ze zich maar ongemakkelijk voelen bij hun verachtelijke werk. Misschien ondermijnt het hun vastberadenheid, want helden zijn het – zwaarbewapend tegen ongewapend – sowieso ook al niet. En al ondermijnt het hun vastberadenheid niet, laat ze maar voelen dat hun werk ze geen achting oplevert. Hoe breder die voelbare verachting, hoe zwakker de politie en de staat. Jazeker, belediging als een vleugje antiautoritair verzet.

Er is wat twist over welk woord wel en welk woord niet beledigend is in de ogen der Wet. “Mierenneuker” mag volgens de Hoge Raad wel, tot vermakelijke en belachelijke ergernis van CDA-ers, veelal ook klootzakken en hufters trouwens. In de NRC lezen we ook nog het volgende: “Het juridische vakblad Delikt en Delinkwent publiceerde vorig jaar een onderzoek naar de taxatie van grove woorden onder officieren van justitie. Klootzak en teringlijer werden door alle parketten vrijwel eensgezind afgedaan met een boete. Maar juist het woord mierenneuker stuitte op willekeur. De ene officier legde een boete op, de ander seponeert wegens ‘gering feit’. Pannenkoek, wijsneus of koekenbakker kun je wel redelijk veilig tegen een agent zeggen.” Over mierenneukerij gesproken.

Maar ik noem bovengenoemde mensen terroriserende agenten en hun opdrachtgevers dus welbewust geen mierenneuker. Teringlijer vind ik niet smaakvol vanwege al die mensen die daadwerkelijk aan tering leiden, een aantal dat met komende bezuinigingen op de zorg wel eens zou kunnen stijgen. Kloothommel klinkt leuker dan klootzak, maar ik haal het niet in mijn hoofd om zo’n hommel – een onschuldig wollig beestje – op één lijn te zetten met de uit belastinggeld betaalde knuppels die met knuppels op mensen in hakken. Dat zou pas echt beledigend zijn, voor de hommel. Ik hou het dus op een welgemeend ‘klootzakken’, ‘smeerlappen’ en ‘hufters’.

, , ,

Comments are closed.