zondag 30 juli 2017
Onderstaand stuk – hier een fractie anders geredigeerd en dergelijke – schreef ik voor de Nieuwsbrief Somalië van Geedi, “werkgroep van vrijwilligers van Somaliërs en Nederlanders”, te vinden via www.geedi.org .
Nederland is sinds jaren actief deelnemer (geweest) aan twee internationale operaties tegen piraterij voor de kust van Somalië. De ene operatie, in NAVO-verband, is i in 2016 beëindigd. De andere, een Europese operatie, isn onlangs tot in 2018 verlengd. Nederlandse oorlogsschepen en militairen zijn actief (geweest) in het bestrijden van piratengroepen, het afslaan van aanvallen door piraten, en het oppakken, vervolgen en opsluiten van mensen die van piraterij werden verdacht.
Het aantal aanvallen door piraten is gaandeweg inderdaad omlaag gegaan. In die zin kun je van succes spreken. Maar er zijn minstens drie kanttekeningen tem aken. Allereerst is het succes weinig meer dan symptoombestrijding: haal de internationale anti-piraten-armada weg, en de piraten komen ongetwijfeld doodleuk terug. In de tweede plaats kent de afname van de piraterij alweer grenzen: er lijkt zeer recent van enige herleving sprake te zijn. En in de derde, meest principiële plaats: de hele Westerse, en dus ook Nederlandse, aanpak van de piraterij heeft onaangename koloniale dimensies.
De twee operaties waren een antwoord op een verschijnsel dat rond 2008-2009 flink aandacht trok: piraten die de Somalische kustwateren onveilig maakten voor internationale commerciële scheepvaart, maar ook voor de aanvoer van hulpgoederen en voedsel. Voor de commerciële zeevaart is het zeegebied bij Somalië belangrijk. Schepen die vanuit de Middellandse Zee naar de Indische Oceaan varen, komen tamelijk dicht langs Somalië. Met de bestrijding van piraterij was dan ook allereerst een commercieel belang gediend van bedrijven die zeetransport verzorgden en ondernemingen die iets te transporteren hadden door middel van koopvaardij. Ook bedrijven die goederen toegeleverd kregen via scheepvaart, hadden baat bij aanpak van piraterij. Dat ook hulpverlening last had van de activiteit van piraten, verschafte de bestrijders daarnaast een mooi humanitair doel in hun activiteiten.
De piraterij zelf had sociale oorzaken, die door de bestrijding ervan geenszins werden aangepakt. Traditioneel leeft een deel van de Somalische kustbevolking van visvangst. Grootschalige commerciële visserij vanuit Westerse staten duwde de kleinschalige Somalische visserij weg, het gebied werd zo ongeveer leeggevist met grote apparatuur, en voor kleine visserboten bleef amper wat over. Mensen kwamen zonder middelen van bestaan te zitten in een toch al door armoede en honger geteisterd land.
Er kwam verzet op vanuit vissersgemeenschappen, dat zich richtte tegen de grootschalige Westerse visserij. Dat verzet mondde uit in aanvallen op commerciële scheepvaart, deels uit woede over de teloorgang van de eigen visserij, deels als alternatieve inkomstenbron: gewapende afpersing. Zo kwam een bedrijfstak op die, op illegale en gewelddadige wijze, een alternatief voor de visvangst vormde. Stel je een jonge Somaliër voor, in een arm kustdorp, waarin het vissersbedrijfje van de familie het niet meer redt. Wat heb je voor opties? Landbouw? In een waar de regen vele maanden, maar soms ook jaren wegblijft? Vluchten naar West-Europa, in de hoop dat je van het daar verdiende geld je familie kunt onderhouden? En dan maar hopen dat je de tocht door Asfrika, en de oversteek over de Middellandse Zee overleeft, en vervolgens niet na acht jaar wachten alsnog wordt uitgezet. In zo’n context is het niet verbazend dat mensen denken: dan maar piraat. Aan geweren is, in het door oorlogen getesterde land, ook nog wel te komen.
Dit is belangrijk om dat het meteen laat zien hoe futiel beide operaties tegen piraterij eigenlijk zijn. Je kunt alle piratenbendes uitschakelen, en de activiteit van piraten zo moeilijk maken dat mensen het, gewoon vanwege de risico’s, wel laten. Je moet daar alleen wel onbeperkt mee doorgaan, want zodra de anti-piraten-troepenmacht de hielen licht, herleeft bij verder ongewijzigde omstandigheden de piraterij. En waar piraterij onmogelijk wordt, zullen mensen vergelijkbare activiteiten ondernemen, maar dan niet op zee maar in het binnenland. Zolang de sociale ontwrichting voortduurt, zullen flinke aantallen mensen buiten de legale economie zich staande proberen te houden, met methoden die we piraterij of banditisme kunnen noemen, maar feitelijk neerkomen op zakelijke activiteiten buiten de wet. Waar sociale stagnatie legitieme economische activiteit frustreert, en waar het niet lukt om die stagnatie te doorbreken door emancipatorische maatschappijverandering, daar krijg je georganiseerde misdaad. In die zin in Somalië een soort Siciilië, maar dan maritiem.
Militaire bestrijding is dus dweilen met de kraan open. Tijdelijke successen zijn er echter wel degelijk geboekt. De website van Atalanta, de Europese operatie, geeft wat cijfers. Het totaal aantal aanvallen steeg van 24 in 2008 naar een hoogtepunt van 176 in 2011. Daarna daalde het vrij abrupt, tot 34 het jaar erop en 7 in 2013. In 2015 waren er geen aanvallen meer gemeld, maar het jaar erop wel één en het jaar erna alweer twee. Het aantal keren dat de Atalanta-operatie erin slaagde om piraten-activiteit te verstoren, steeg en daalde min of meer parallel: geen enkele verstoringsactie in 2008, 14 in 2009, 65 in 2010, het jaar erop 28, en de jaren daarop daalde het aantal effectieve verstoringsoperaties tot nul in 2015 en 2016. Maar in 2017 is er alweer een gemeld.
Het laat allemaal zien dat het weliswaar mogelijk is om de piraterij de kop in te drukken met militair geweld – maar dat je er eindeloos mee door kunt gaan. Het is wellicht niet zonder betekenis dat Atalanta doorgaat, maar dat de parallelle NAVO-operatie Ocean Shield, in 2016 is beëindigd, Zou het kunnen dat door het wegvallen van die operatie, piraten weer meer ruimte zien en actiever worden?
De belangen die door de operatie gediend worden zijn voornamelijk Westers en commercieel. Dat wordt zelfs ook propgandistisch erkend in militaire kring. Rob Verkerke, marinierscommandant, legt uit: “Als je niets tegen piraterij doet, moeten schepen omvaren of ze lopen het risico dat hun handel en het schip in verkeerde handen vallen. Producten als olie, elektronica en kleding kunnen dan fors duurder worden, Dat voelt de consument in Nederland in zijn portemonnee. Wat de marine hier rond Somalië doet, is daarom rechtstreeks in het belang van Nederland.” De activiteiten van de Nederlandse marine, gepresenteerd als wapen tegen prijsstijgingen! Waarheid en propaganda zijn hier vermengd. Ja, de marine beschermt Nederlandse zakenbelangen. Daar is ze, en haar VOC-voorlopers, ooit voor opgericht. Maar dat het daar gaat om de consument is voornamelijk een vorm van humor. Als de marine echt interesse had in lagere prijzen voor olie en elektronica, kan ze beter zichzelf opheffen. Dan zou er immers, met het wegvallen van die marine als klant, een flinke deuk in de vraag naar olie en elektronica ontstaan, met prijsdaling als mogelijk gevolg…
De operatie dient dus doodgewoon kapitaalsbelangen, onder meer Nederlandse. Het welzijn van Somaliërs is bijzaak, en van feitelijke zeggenschap over de gang van zaken door Somalische autoriteiten – laat staan door de Somalische bevolking – is niet merkbaar sprake. Daarna valt toe te voegen dat de Westerse anti-piraterij niet alleen piraten het werken bemoeilijkt. Via Atalanta worden ook piraten gearresteerd, voor de rechter gebracht en veroordeeld. Het aantal wegens piraterij gearresteerde mensen bedroeg 160. Daarvan zijn er 145 veroordeeld. Nederland zorgt kennelijk ook voor gevangenissen ter plekke. Op de website van het ministerie van buitenlandse zaken staat: “Ook ondersteunt Nederland de opbouw van vervolgings- en detentiefaciliteiten in de regio zelf.” Politionele acties derhalve, in de meest leetterlijke zin van het woord. Waar een Westers land of bondgenoodschap met militaire middelen aan ciminaliteitsbestrijding en ordehandhaving om commerciële redenen in een ander land doet – zoals Nederland via de anti-piratenmissies deed en doet – is feitelijk van een koloniale situatie spreke.
De operaties kosten natuurlijk geld. In een verslag over operaties in 2010-2011 trof ik bedragen aan van 14,5 miljoen euro voor Ocean Shield en 5,0 miljoen voor Atalanta. Vijftien miljoen euro dus. Dat is sindsdien waarschijnlijk gedaald met de afname van de piraten-aanvallen en het afbouwen van Ocean Shield. Het blijft hoe dan ook flink wat geld, waar je aardig wat arme vissers in Somalié van zou kunnen ondersteunen als je zou willen. De humanitaire van Nederland aan Somalië bedroeg in 2011 intussen 18,3 miljoen euro. Nauwelijks meer dan het aan militaire anti-pirasterij uitgegeven geld dus. Er is ook nog 1,8 miljoen gereserveerd in het kader van internationale afspraken met andere donorlanden, al;s deel van een internationaal programma. In dit verband “draagt Nederland bij aan de bouw van gevangenissen voor (ex-)piraten.” Ook blijkt er een bedrag van 6 miljoen “uit het Stabiliteitsfonds gereserveerd voor Somalië”. Waar dat geld heen gaat, weet ik niet.
Relatief weinig geld naar het helpen van mensen in Somalië. Relatief veel geld naar het oorlogvoeren en vervolgens gevangenzetten van mensen die, deels wegens wanhopige omstandigheden, in en om Somalié als piraat zich in hun levensonderhoud voorzien. Het tekent de koloniale prioriteiten die de nederlandse staat nog steeds typeren. Somaliërs hebben aan dit soort ‘hulp’ in grote lijnen weinig tot niets.
Bronnen:
‘Antipiraterij’, oop de website van het Ministerie van Defensie, https://www.defensie.nl/onderwerpen/missie-in-somalie/inhoud/antipiraterij
‘Antipiraterij: “zeerovers denken wel 2 keer na”’, op de website van het Ministerie van Defensie, https://www.defensie.nl/onderwerpen/missie-in-somalie/nieuws/2015/03/23/antipiraterij-%E2%80%9Czeerovers-denken-wel-2-keer-na%E2%80%9D
‘Key facts and figures’ , op de website van Atalanta, http://eunavfor.eu/key-facts-and-figures/
‘Betrekkingen Nederland-Somalië’, op de website van de Rijksoverheid, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/betrekkingen-met-nederland/inhoud/somalie (1)
Eindevaluatie inzet in antipiraterijoperaties Atalanta en Ocean Shield van juli 2010 tot juni 2011′, op de website van de Rijksoverheid, https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/evaluaties-van-beleid/documenten/rapporten/2012/03/16/eindevaluatie-inzet-in-antipiraterijoperaties-atalanta-en-ocean-shield-van-juli-2010-tot-juni-2011
Noot: Deze pagina bestond nog toen ik het artikel schreef. Nu ik het online aan het plaatsen ben, blijkt de pagina er niet meer te zijn.
Peter Storm