Studenten in de spits


dinsdag 8 maart 2016

Een doorslaand succes was het bepaald niet, de actie van studenten in treinen en NS-stations. Maar juist van tegenvallers en mislukkingen kun je leren. Dat leldt ook hier. Ik had de actie groter resultaat gegund. Maar de tegenvallende opkomst is naar mijn idee alleszins verklaarbaar. En een deel van de verklaring vinden we als radicale studenten en medestanders door niet alleen naar anderen alleen te wijzen, maar ook naar onszelf.

Eerst maar eens de reden van de actie, en daarmee bij het punt dat actievoerders wel degelijk hadden. De NS heeft te maken met overvolle treinen in de spits. Dus is daar bedacht dat het goed zou zijn als studenten vooral buiten de spits zouden reizen. Dus is de NS gaan praten met hoger onderwijsinstellingen, om te bereiken dat die de roosters zouden wijzigen. Colleges zouden later kunnen beginnen, zodat studenten pas later in de trein hoefden, en de spitstreinen iets minder propvol zouden zitten. Enkele universiteiten tonen zich al bereidwillig.

Er was echter met twee dingen geen rekening gehouden. Collegetijden gaan niet alleen NS, universiteitsbesturen en docenten aan, maar natuurlijk vooral ook studenten zelf. Die waren overvallen door het idee, voelden zich niet bepaald geraadpleegd, en waren boos. Als een ondernemer werkroosters verandert zodat mensen die er werken opeens eerder of later gaan beginnen, en de ondernemer raadpleegt dat personeel niet, dan zijn personeelsleden ook niet blij. Dat gold hier ook, al was er wel een complicatie, zoals we later zullen zien.

Studenten hadden ook inhoudelijk reden om niet gelukkig te zijn met latere begintijden van hun lessen. Veel studenten doen dingen naast de studie, in de avonduren. Die raken in de knel als collegeś later op de dag pas beginnen, want dan zullen ze ook wel later afrgelopen zijn. Je kunt bij activiteiten aan sport. Maar belangrijker zijn wellicht de bijbanen die studenten doen. En studenten staan on der hoge druk om naast de studie betaald te werken. Het alternatief is studieschuld bovenop studieschuld, nu de studiefinanciering is door een asociaal leenstelsel.

Collegetijden de avond in duwen betekent: studenten die moeite moeten doen om financieel het hoofd boven water te houden, daarin tegenwerken. En veel van het soort werk waar het om gaat, kun je bepaald niet eenvoudig naar de ochtend, vor het begin van de lessen, verschuiven. Het gaat immers nogal eens om werk in bijvoorbeeld de horeca, en om negen uur ‘s ochtends zijn restaurants en café’s doorgaans dicht. “Dit plan treft studenten hard. Ze voelen zich al genoeg gepakt door het leenstelsel, zo legde de voorzitter van de landelijke studentenvakbond LSVb de vinger op een zere plek. Studenten die boos reageerden op de latere collegetijden, verdienden en verdienen gewoon bijval en steun, om hetzelfde soort redenen dat arbeiders die een looneis met een staking kracht bijzetten, daarin in principe steun verdienen.

Studenten begonnen dan ook actie op touw te zetten. Het idee was om vandaag met grote aantallen studenten de stations en treinen juist in de spits te bemensen, om het punt te maken. Het idee was ook dat deelnemers zich daarbij voorzagen van oranje, en van rood-wit-blauw. Dat had met de ludieke inkleding van de actie te maken: een kampioenschap treinrijden. En ja, naar kampioenschappen gaan fans uitgedost in nationale kleuren. Zoiets, blijkbaar.

Ik vond het geen goed plan, die vlag-en-wimpel-invulling. Juist meer actiebereide studenten, veelal met een linkse, racialer insteek, zijn veelal – terecht! – minder gecharmeerd van nationalistische uitingen. Deelname en enthousiasme uit deze kringen – kringen waar actie-ervaring zit – werd op deze manier niet makkelijker. Lang niet alle studenten die het aangaat zien Nederland als grote bondgenoot of object om zich mee te vereenzelvigen. Gelijk hebben ze want Nederland ís zo ń bondgenoot of identificatie-object ook niet. Denk maar aan internationale studenten, en aan studenten met een migrantenachtergrond die juist vandaag de dag met nationalistische aanpassen-of-oprotten-retoriek worden geterroriseerd. Dat bij al die giftige anti-AZC-protesten dezelfde nationale driekleur wappert als degene die bij deze actiesymbool mocht wezen, wijst op een probleem hier.

Studenten versus NS en universiteitsbestuurders drukken geen nationaal belang uit, maar een sociaal belang dat impliciet tegenover vertoon van nationale eenheid staat. Kortom: die vlag-en-wimpel-uitdossing verzwakte het actie-concept. Het past bij corpsstudenten in actie. Bij een actie die iets met solidariteit ter wille van sociale rechtvaardigheid te maken wil hebben, past het helemaal niet. Dat is allermaal geen reden om de actie als louter chauvinistisch af te wijzen: goede acties hebben wel vaker bedenkelijke uitingsvormen. Maar het zal radicale en linkse sympathie wel hebben ondermijnd.

Het leek er eerst op dat de actie zelf groot draagvlak had, met enkele tienduizenden mensen die op Facebook aangaven dat ze mee gingen doen. Maar volgens de Volkskrant waren slechts pakweg 25 mensen op komen dagen. Het Amsterdamse Folia was ook gaan kijken en constateerde een “bedrukte stemming”. Geen wonder: slechts een handjevol mensen te vinden bij CS Amsterdam, wat mensen in de trein, en een handjevol mensen in de stationshal in Utrecht. Een tegenvaller voor organisatoren, en voor wie meer had gehoopt.

Wat was er mis gegaan? Media-aandacht was er bepaald wel. Had de chauvinistische inkleding tot het debacle geleid? Ik denk het niet. Helaas zijn echter maar al te veel studenten – en anderen – wel ontvankelijk voor chauvinisme. En ook wie op dat punt niet hardline nationalistisch is, ziet daarmee helaas nog niet het probeem van de driekleurige dan wel oranje uitdossing. Da lage opkomst zal dan ook niet aan dit nationalistische aspect hebben gelegen, vrees ik. Het probeem lag elders.

De grote misslag was: rekenen op Facebook. Natuurlijk zetten veel mensen meteen een klik bij een aansprekende oproep. Maar dat wil nog niet zeggend at mensen ook echt komen. Wie actie organiseert, en echt een stevige opkomst zoekt, kan maar beter ook voor flyers zorgen, persberichten, posters, actiebijeenkomsten en boven alles: rechtstreeks, persoonlijk contact. ‘Kom jij ook? Zullen we samen reizen naar de actie? Zullen we van de week een spandoek in elkaar gaan zetten? Zullen we een pamfletje in elkaar zetten en dat in brievenbussen doen op studentenflats en in de kantines uit gaan delen?’ Dát soort dingen dus, het ouderwetse handwerk dat door rondzingende Facebook-oproepen aangevult en van zeer veel extra uitstraling kan worden vorozien, maar niet vervangen.

Het heeft er veel van weg dat organisatoren zich dat niet hebben gerealiseerd, die aanpak als ‘ouderwets’ hebben weggewimpeld, of zich hebben laten wijsmaken dat die aanpak te tijdrovend was. Precies de tijd die je steekt in voorbereiding, praten met mensen, netwerken van actievelingen op poten zetten en uitbouwen, online maar vooral ook offline, kleine publeike samenscholingen in universiteitskantines en dergelijke beleggen om het vuurtje op te stoken… precies die tijd en die energie verdienen zich echter veelal meer dan terug terug. Je rijk rekenen aan 35.000 ‘Likes’ of ‘Going’-kliks is een beginnersfout of getuigt van een misplaatst geloof in de sociale media.

Protest kwam uit kringen van gevestigde studentenorganisaties die zich gepasseerd voelden. NS-woordvoerder Erik Kroeze  beweert echter het volgende: “Een taskforce heeft onderzocht hoe je de spits kon verlichten, en een van de aanbevelingen was juist om gesprekken te beginnen met de universiteiten en hogescholen. En de ISO heeft dat destijds ondertekend.” Oei. De ISO is één van de studenten-lobbyclubs. Die steunende nu de actie. ”Studenten zijn geen derderangs reizigers van wie rechten zomaar afgepakt kunnen worden” , aldus de voorzitter van deze club. Maar dit ISO zou, als Kroeze geen onwaarheid spreekt, dus meegewerkt hebbenaan precies het initiatief waar studenten vandaag tegen protesteerden. Ziedaar de complicatie waar ik eerder naar verwees. Een lobbyistisch dubbelspel, helemaal niet gezond maar van gevestigde lobbyclubs wel te verwachten. Van zulke clubs kan verzet dus maar beter niet afhangen.

Van wat voor clubs dan wel? Boven alles van actieve studenten zelf. Sommigen hebben geen actie-ervaring maar – in het jaar na de grote Maagdenhuisactie! – sommigen hebben dat wel. Ik denk dat juist radicale studenten en hun sympathisanten hier een rol (hadden) kunnen spelen en het goede actievoorbeeld kunnen helpen geven. Nee, niet omdat de mislukte actie van vandaag een hoogtepunt was qua radicale doelstellingen en actievormen. Wel om dat het een poging was van studenten om zich te verdedigen tegen weer een aanval op hun tijd en indirect op hun inkomen. Of ze/ we die rol ook gespeeld hebben? Ik heb er zeer weinig van gemerkt.

En er was geen goede reden voor radicale en strijdbare studenten en hun medestanders om hiervan afzijdig te blijven en vervolgens bijvoorbeeld te schamperen nadat de actie mislukte. En ja, iets van zulke kritiek geldt ook voor mezelf als sympathisant van ook deze wat onhandig strijdende studenten. Ook ik was afzijdig, al probeer ik bepaald niet te schamperen. Ook ik schrijf er pas achteraf over en niet- zoals vruchtbaarder was geweest – op een solidaire wijze van te voren…

Peter Storm

, ,

Comments are closed.