Anarchie bij de Jonge Democraten


dinsdag 2 februari 2016

Afgelopen avond was ik weer eens op lezingenpad. Dat gebeurt momenteel weer vaker: ik doe twee keer een reeks van vijf lezingen over anarchistische denkers en gedachten. Vorige week woensdag was de eerste van de reeks in Nijmegen, dinsdag de week ervoor al in Den Haag. Maar de avond van vanavond viel niet in deze series. Nu ging het om een discussieavond van de Jonge Democraten (JD), om precies te zijn van een filosofiewerkgroep die afdeling Utrecht van deze bij D66 behorende jongerengroep. Het was een leerzame en plezierige avond die allerlei gedachten bij me opriep, zoals hieronder nog blijkt.

Voortdat het anarchisme aan bod kwam, deed een jong vrouwelijk D66 fractielid wat verslag van de gang van zaken in de gemeentepolitiek. Daarna kwam iemand vanuit de werkgroep aan het woord die een historisch overzicht van het anarchisme gaf. Daarna was de beurt aan mij. Ik had een half uur spreektijd, waar ik natuurlijk een beetje uitpuilde, zoals te doen gebruikelijk.

Mijn lezing bestond uit het uiteenzetten van wat naar mijn idee belangrijke kernbegrippen zijn in de anarchistische ideeënwereld. Om de beginnen de afwijzing van opgelegde, hiërarchisch georganiseerde autoriteit, in de vorm van de staat, het kapitalistisch bedrijfsleven, het patriarchaat en de witte overheersing. Autoriteit, niet alleen als onderdrukkend, maar ook als generator van inefficiënt handelen op bijvoorbeeld de werkplek waar arbeiders beter weten hoe dingen werken dan het management.

Daarna de tegenpool van waaruit anarchisten de autoritaire structuren afwijzen: de vrije, autonome persoonlijkheid, die op basis van wederkerigheid een maatschappij kan vormen, een wederkeringheid die verband houdt met een door anarchisten veelal gedachte natuurlijke rechtvaardigheid die in mensen leeft. De vrije associatie als bouwsteen van zo ‘n op anarchistische principes gebouwde maatschappij: mensen bundelen hun krachten om een specifieke maatschapelijke taak te vervullen. De federatie als vrije associatie van vrije associaties. Delegatie van taken waarbij, zoals door anarchisten bepleit, de zeggenschap in de vrije associaties blijft liggen, in contrast met de volgens anarchisten onwenselijke representatie van mensen waarbij de zeggenschap naar centrale organen verschuift.

Dan de verdelingsprincipes die anarchisten hanteren: de markt – met als probleem dat die ongelijkheden oproept, waarbij hetzij de rijkeren toch weer een staat zullen bouwen om hun voorrechten te verdedigen, hetzij er een structuur gevormd gaat worden om die scheefgroei tegen te gaanm, hetgeen zelf ook weer een soort staat impliceert. Het collectivisme, waarbij mensen uit de collectief gemaakte goederen kunnen nemen op basis van de arbeidstijd die ze zelf aan de productie hebben bijgedragen – een collectiever vormgegeven markt. Het vrije communisme, waarin mensen vrijelijk bijdragen aan de maatschappij en ook vrij kunnen menen wat ze nodig hebben. Dat laatste past volgens mij het beste bij het anarchisme, omdat het de ongelijkheden – en de impliciete autoriteit die daarin loert – hier niet optreedt.

Tenslotte specifieke opvattingen over de veranderingsmethoden. Prefiguratie: het idee dat het anarchistische doel al in de niet-hiërarchische organisatievormen en actiemiddelen te zien moet zijn: je kunt gene niet-hiërarchische maatschappij bouwen met hiërarchische autoritaire organisaties. Directe actie: actiemiddelen die rechtstreeks druk op de ketel zetten, of beter nog het beoogde doel niet eens eisenm, maar rechtstreeks verwezenlijken. Daarna: pauze. Een kameraad en ik hadden wat tijdschriften, zines, folders en stickers meegenomen, om mee te nemen dan wel ter inzage. Die stalden we eventjes ui.

Na de pauze: vragen. Daar zaten gangbare klassiekers bij. Ben je niet bang dat als mensen niet meer via beloning worden aangestuurd, de ‘incentive’, de prikkel richting arbeidsproductiviteit ontbreekt? Nee dus: juist zonder opgelegde autoriteit bloeit de creativiteit,. En bovendien is die hele arbeidsproductiviteit nu iets dat doro winst aan gedreven wordt; als doel is die dus helemaal niet nodig in een anarcho-wereld. Wat doe je met de spreekwoordelijke ‘rotte appels’, de mensen die onverbeterlijkverregaand gewelddadig gedrag plegen, ook nadat de maatschappij bijvoorbeeld het stelen uit economische nood overbodig heeft gemaakt? Is er toch niet politie nodig? Nee dus, voor zover zulk gedrag optreedt, zijn het de mensen zèlf – en niet een boven hen staand orgaan als de politie – die het volste recht hebben zich daar tegen te weren. Bovendien: met de huidige machtsstructuren zitten de ‘rotte apppels’ vooral bovenin. Macht corrumpeert en zet aan tot misdadigheid. Waarop baseer ik mijn kennelijk erg positieve mensbeeld? Op het feit dat ook nu de maatschappij aan elkaar hangt van allerlei vormen van wederkerigheid en vrije samenwerking. Autoriteit en hiërarchie zitten d at in de weg en zijn dus niet alleen onderdrukkend maar ook nog eens erg storend om dingen echt goed gedaan te krijgen. De rechtstreekse betrokkenheid van mensen duidde ik aan ik als motivatie voor die mensen om problemen die ze tegenkomen ook daadwerkelijk zelf en samen op te lossen. Mensen kunnen het samen en ze kunnen het zelf, als ze niet vor de voeten gelopen worden door hogerhand. Anarchie als een soort veralgemeende buren hulpt, dat was de strekking van mijn verhaal.

De avond verliep in goede sfeer, het was geen goedkoop puntjes-scoren over en weer. Natuurlijk was de politieke afstand groot, en ik denk niet dat ik iemand van het anarchisme heb overtuigd. Ik heb wel het idee dat ik een beetje heb kunnen laten zien hoe anarchistische redeneringen werken. Ook hoop ik duidelijk te hebben gemaakt dat anarchisten op de gangbare tegenwerpingen – de incentives, de rotte appels – een samenhangend antwoord hebben. Dat dit antwoord een zaal vol jonge liberalen niet overtuigd zal hebben, is iets anders. Maar verheldering heeft op zich al nut.

En ja, ik leer er zelf ook van. Discussiëren met mensen van een mainstream politieke organisatie is toch weer heel anders dan discussiëren met mensen die vrij dicht bij me staan in politiek opzicht. dat maakte deze avond anders dan de lezingenseries in Den Haag en Nijmegen waar ik dus aan bezig ben: die laatste hou ik binnen delen van de anarchistische beweging zelf.  De afstand tussen mij en mijn  gehoor was op de JD-avond dan ook groter, de noodzaak om op zo ‘n avond goed en helder uiteen te zetten wat ik bedoel scherpt de geest. De vragen waren, zoals ik al aangaf, kritisch. Ik had niet anders verwacht. Mensen waren echter duidelijk niet gekomen om een anarchist lekker neer te sabelen, maar om om hardop over dingen na te denken.

Dat denkwerk ging in pauze en na afloop door. Eén van de organisatoren begon daar zelfs over het denken van Foucault over macht als iets alomtegenwoordigs in de menselijke maatschappij. Ik wees er op dat niet macht – het vermogen van mensen om iets te doen – het centrale probleem voor anarchisten is, maar opgelegde, hiërarchische autoriteit. Maar snel erna was het tijd voor mij om Tilburgwaarts te gaan. Ik begrijp inmiddels dat mijn kameraad, die ook tijdens de bijeenkomst zelf zich goed deed gelden, nog vrij lang is gebleven en in discussie is geweest. Mooi.

Al met al een goede ervaring, derhalve. Een paar opmerkingen nog over de aanwezigen. Ik schat dat er een twintigtal mensen waren. Van een organisator begreep ik dat vooral JD-ers zelf aanwezig zouden zijn, maar ik had sterk de indruk dat er ook enkele anarcho-medestanders op het laatste moment waren gekomen toen ze lucht kregen van het gebeuren. Dat vond ik leuk. De mensen waren jong, dat wil zeggen twintigers, een enkele dertiger wellicht. Mannen waren de meerderheid, maar het was gelukkig geen exclusieve mannenavond. Van de aanwezige vrouwen lieten meerderen zich in de discussie zich niet onbetuigd. Het was wel een vrijwel uitsluitend witte aangelegenheid. Officieel politiek Nederland is een naargeestig wit land, en vanuit officieel politiek nederland zal dat bepaald niet automatisch veranderen.

Als je dit alles vergelijkt met de avonden die ik binnen de anarcho-annex-actiewereld doe, valt het volgende op: de opkomst is qua aantal zeer soortgelijk, en de samenstelling qua kleur en gender ook. Dat vergelijkbare aantal is frappant: politieke partijen met grote aantallen kiezers brengen dus niet meer mensen bij elkaar dan kleine activistische netwerken zonder grote aantallen mensen er omheen. Partijen genereren, of in ieder geval tolereren, relatieve passiviteit onder het overgrote deel van de eigen aanhang. Als ze er maar zijn op verkiezingsdag, nietwaar? We doen het als autonome en anarchistische clubs qua deelname dan ook niet slechter dan partijen, waar het gaat om mensen bij elkaar brengen om discussies te houden en informatie te verspreiden. Dat is bepaald geen sterk punt voor der mainstream politiek. Het is een pluspunt voor anarchisten. Maar dat mag ook wel omdat het anarchisme het zelf-doen zo immens centraal stelt.

De overeenkomst die ik echter qua gender en etniciteit schets, is geen compliment voor ons als anarchisten. Juist als tegenstanders van alle hiërarchie – zoals gezegd, óók partriarchaat en óók witte overheersing – zou het een erezaak voor anarchisten mogen zijn om de mannelijke en de witte dominantie op onze eigen bijeenkomsten te doorbreken. Dat een establishment-partij een wittemannenbolwerk is – totaal wit, in meerderheid mannelijk – is erg genoeg, maar zo zit het establishment, met haar patriarchale dimensie en haar koloniale wortels, in elkaar. Dat anarchistische avonden er op deze punten zeer vergelijkbaar uitzien is heel erg problematisch. Juist als we prefiguratie – iets van de gewenste toekomst in het heden zichtbaar maken – serieus nemen, kunnen onze organisaties, bijeenkomsten en activiteiten maar beter een stuk diverser worden, qua gender waar te weinig zichtbaar is, en vooral qua kleur waar een tergende witheid domineert. Een witheid die doorbroken dient te worden.

Dat de JD het op dit punt niet beter doen dan wij als anarchisten is waar. Maar die waarheid is een al te schrale troost, want vanuit onze opvattingen mag van anarchisten op deze punten meer worden verwacht. Ook in het triggeren van dit soort gedachten na afloop was afgelopen avond dan ook een hele nuttige.

Peter Storm

  1. #1 by Spruif on 2016/02/02 - 17:54

    wat doe je met rotte appels ?

    een goede respons daarop is in anarchisme is je eigen belang dicht verbonden met het collectieve belang. Doe je het collectief, de federatie, of de economische associatie schade aan, dan doe je indirect jezelf schade aan. Een rotte appel denkt dus wel twee keer na

    ook kan je iemand er gewoon uit gooien, als hij echt niets doet.

    en net zoals je net al zij, echte rotte appels zitten in de politiek en aan de top van het bedrijfsleven

Comments are closed.