“Red de Pollepel!” In vrolijke boze optocht naar dubieuze theatershow


woensdag 14 januari 2015

Dat maken we erg weinig mee: een honderdtal zeer gemotiveerde demonstranten in Tilburg op een maandagmiddag in januari. De meeste demonstraties worden op een voor actievoerders gunstiger moment gehouden. En op die gunstiger momenten overtreft het aantal deelnemers zelden de vijftig. Nu waren het er dus twee keer zo veel. Het ging om iets dat veel mensen dan ook ter harte gaat, en met goede reden. We namen allemaal deel aan een protest, afgelopen maandag 12 januari, tegen dreigende sluiting van sociaal eethuis De Pollepel.

1. Actie

De Pollepel bestaat al 34 jaar, en is een plaats waar mensen met weinig geld, met name ook alleenstaanden, een betaalbare maaltijd kunnen genieten, in gezelschap. Voor de één is het vooral het eten. Voor de ander is het meer die sociale functie, een doorbreking van eenzaamheid. Beide kanten zijn van grote waarde, juist nu bezuinigingen het leven steeds waarder maken, en de sociale druk mensen steeds jachtiger langs elkaar heen doet leven. Dan zijn er ook nog de mensen die er werken, en die dat met kennelijke liefde en overtuiging doen. Slechts bestuurlijke vandalen gooien zo ‘n plek dicht wegens gebrek aan geld dat vijfhonderd meter richting centrum van de muren van uit de grond gestampte glimmende kantoren glijdt. Maar de gemeente kort op subsidie; kringloopbedrijf La Poubelle, waar De Pollepel onder valt, schuift die korting als het ware door naar het eethuis, en dus dreigde De Pollepel al in maart te moeten sluiten, dat is weliswaar een een handvol maanden vooruit verschoven. Maar de dreiging blijft. Veerle Slegers schreef een mooie column over de zaak.

Snel na het bekend worden van die dreiging kwam er weerstand op gang, en gisteren brachten mensen die weerstand op straat, in de vorm van de demonstratie die ondersteuning kreeg vanuit Vereniging Weldaad. Het was een demonstratie waar ik aan deelnam. Een verslag dat ik voor een enkel detail heb geraadpleegd om mijn geheugen op te frissen – met wel een volgens mij veel te hoog ingeschat deelnemersaantal, het is weer eens wat anders dan andersom – staat intussen in het Brabants Dagblad  waar je ook meer informatie over de hele zaak kunt vinden.

Eerst verzamelden we ons in en om De Pollepel zelf, waar koeken en worstenbroodjes en koffie waren. Daarna naar buiten, en wat uitleg vanuit de organisatie. De politie eiste dat we op de stoep bleven, en dat we een ‘ordedienst’ hadden. Dus sprak één van de organisatoren ons toe, en zei: “ik benoem jullie allemaal tot ordedienst”. Zo was dat bureaucratische regeltje – waarmee demonstranten in een positie worden gebracht dat ze een beetje de baas over mede-demonstranten moeten spelen om het politiewerk makkelijk te maken – heel charmant beantwoord. Ik heb trouwens he-le-maal- geen politie gezien bij de hele actie. Wat een verademing.

Op de stoep lopen deden we wel, maar de stoep was goed vol, en ik kwam via telling tot pakweg een kleine honderd mensen. Veelal wat oudere mensen, op twee of drie na allemaal witte mensen – een patroon dat in de actiewereld ook in Tilburg helaas nog steeds standaard is. Mannen vormden een meerderheid, maar geen overweldigende, een flink aantal vrouwen deed mee, en één van de twee mensen die de actie aanvoerden was vrouw. Ik vermoed dat veel van de demonstranten vaste en los-vaste bezoekers van De Pollepel zelf waren, of mensen die er werkten. Maar er waren ook veel anderen waaronder ik, mensen die deze plek gewoon verdedigen omdat het een sociale, waardevolle plek is die je niet zomaar vervangt, en dus niet gaat lopen slopen.

Tijdens de optocht maakten mensen demonstratief ritmisch herrie met meegebrachte pollepels. We riepen: “Pollepel gaat door!” En mensen voerden onder meer een spandoek mee met: “Verkwansel niet Poels erfenis” Dat leg ik even uit. Poels slaat op pater Poels, een voormalige priester op inmiddels hoge die zich al sinds jaar en dag inzet voor de armen in Tilburg, juist voor diegenen die buiten regelgeving vallen en dus buiten de bureaucratisch gereguleerde voorzieningen terechtkomen. Hij is één van de krachten achter De Pollepel, en zat tijdens het raadsdebat na de demonstratie – waarover verderop meer – ook te glimmen tussen de anderen op de publieke tribune. Mensen houden van die man, en dat hoort ook zo.

Het was al met al een mooi en levendig protest, met die prachtige vrolijke boosheid die dit type actie vaak kenmerkt. Van dit soort vrolijke boosheid hebben we meer nodig hebben, want de strijd is met deze demonstratie absoluut niet voorbij.

2. Fifty Shades of Populism

De demonstratie voor het behoud van sociaal eethuis De Pollepel eindigde bij het gemeentehuis. Maar daar eindigde onze rol nog niet, want we gingen naar binnen, naar de publieke tribune van de raadszaal waar die middag een gemeenteraadsdebat over de sluiting van De Pollepel ging praten. Daar moesten we eerst even op wachten, want de wethouder had vertraging. Maar vervolgens werden we dan toch onthaald op een voorstelling van de gesubsidieerde toneelvereniging die bekend staat als de Tilburgse gemeentepolitiek. Ik vond de amusementswaarde best hoog, en leerzaam was het ook. De belangrijkste les: als het aan stadsbestuur, aan de raad en het College ligt wordt die Pollepel niet gered. Wie gaan dat dan wel doen, als het al gedaan gaat worden? Precies.

Om het volgende te kunnen volgen, zijn wat feitjes nuttig. Heel informatief daarvoor is “De Pollepel: levensloop van een sociaal gedachtengoed” , geschreven door Paula Anguita en Roland Samuels op de website Tilburgers.nl Je had dus al De Pollepel. Daar gaat het al jaren iets minder mee, althans in zakelijk opzicht. Een tijd terug is het eethuis dan ook ondergebracht bij kringloopbedrijf La Poubelle. Dat valt tegenwoordig dan weer onder de Diamantgroep, de instantie die namens onder meer gemeente Tilburg de gesubsidieerde arbeid, met name de WSW, onder haar hoede heeft. Gemeente Tilburg is, samen met enkele buurgemeenten, de eigenaar van die Diamantgroep en uiteindelijk verantwoordelijk voor de geldstromen. En om die geldstromen gaat het natuurlijk weer eens.

Volgens La Poubelle – een steeds zakelijker opererende instelling, een steeds commerciëler bedrijf, net als de Diamantgroep – daalt het aantal bezoekers van De Pollepel. Daarmee dalen de inkomsten ook iets, De daling is niet dramatisch: “van 78 in 2009 naar 56 in 2013”, en dat wordt geweten aan hogere prijzen die bezoekers voor het eten moesten betalen. Het is nu 5,50 euro voor twee gangen. “Volgens een berekening van de gemeente kost een maaltijd gemiddeld 13 euro en betekend (sic) dat er per jaar E2000,- subsidie bij zou moeten.” Naast kosten van het eten zijn er kosten van huur (4000 euro per jaar), en salariskosten (116.000 euro jaarlijks). Er is een structureel tekort. Dat bestrijdt niemand. Maar doen alsof er werkelijk ‘geen geld’ is om dat op te lossen, is onzin.

Maar nu zet de gemeente het mes in subsidie: de 100.000 euro wordt in stappen naar nul teruggebracht. Die subsidie gaat niet rechtstreeks naar het eethuis, maar naar La Poubelle. Die kiest ervoor om De Pollepel te sluiten, maar doet dat niet in volle vrijheid. Gemeente Tilburg heeft namelijk recent een armoedenota vastgesteld waarbinnen La Poubelle moet werken. Die nota stelde vast dat de prioriteit van de gemeente – met een kleiner geworden budget – zich niet zozeer moet richten op een eetvoorziening voor een beperkt aantal mensen, maar naar andere vormen van ondersteuning, een goederenbank bijvoorbeeld. De dalende bezoekersaantallen worden nu aangedragen als teken dat het nut van De Pollepel afneemt, het feit dat er intussen dertien andere eetgelegenheden voor arme mensen zijn, als motief dat De Pollepel minder onmisbaar is geworden voor de ‘doelgroep’. Dus het kon, in het kader van armoedebestrijding, beter besteed worden dan aan De Pollepel.  Zo ziet het verhaal er uit. En de mensen die op deze voorziening rekenen, er steun aan ontlenen om het hoofd boven water te houden, hebben pech als het aan gemeente en La Poubelle ligt. De afwegingen klinken allemaal heel benepen, en zo komt de ene groep kwetsbare mensen tegenover de andere te staan. Heel wrang, heel triest.

Dalende bezoekersaantallen, de ‘doelgroep’ heeft meer opties, De Pollepel kan eventueel best weg, dat waren de hoofdthema ‘s in de gemeenteraadsvergadering. Eerst mochten twee mensen vanuit de actie ‘inspreken’, allebei vijf minuten. Daar werd meteen het hele officiële verhaal onderuitgehaald. De dalende cijfers bijvoorbeeld. Die zijn tot en met 2013. Maar er is crisis bij het eethuis geweest in 2012-2013, rond zowel kwaliteit als dienstverlening, en daarom nam het aantal bezoekers af. Inmiddels zijn die specifieke problemen opgelost, en stijgt volgens één van de insprekers het aantal bezoekers dus weer. Tot zover argument één van gemeentezijde.

Argument twee, dat van die andere voorzieningen, gaat ook niet op, zo maakten een inspreker duidelijk. Ja, er zijn andere voorzieningen, in buurtcentra en dergelijke. Maar vaak is dat maar eens in de week of eens in de twee weken, niet elke dag zoals bij De Pollepel. En meestal moet je je dan van te voren opgeven. Bij de Pollepel kun je gewoon aanschuiven zonder je eerst aan te melden. Dat maakt het voor iemand met gezondheidsklachten die wat op en neer gaan mogelijk om pas de dag zelf te besluiten: ik kok zelf, of ik sjok toch maar even naar mijn vertrouwde eetplek buiten de deur. Ook wees één van de twee insprekers op de sociale functie: als opeens een vaste bezoeker ontbreekt, vragen anderenwaar zo iemand zou zijn. Mensen die een beetje naar elkaar omkijken en zo.

Deze betogen waren mooi, soms emotioneel. Eigenlijk lieten ze van de kern van het sluitingsbeleid weinig heel. Er bleek uit dat al wel veel naar alternatieven gezocht wordt, bijna alsof mensen beseften dat de huidige Pollepel sowieso reddeloos was. Is het niet een beetje vroeg om dat zoveel nadruk te geven, lieve mensen? Ik kan het niet helemaal inschatten, maar we hebben volgens mij echt nog niet definitief verloren!

Hoe dan ook, na de insprekers was de raad aan zet, de wethouder, nogmaals de insprekers, nogmaals de raad en weer de wethouder ter afsluiting.. Er waren in het debat eigenlijk drie stromingen te bespeuren. D 66, CDA en VVD willen van de Pollepel af. Misschien kan er, als er erg zakelijk worden geopereerd, een goedkoop alternatief komen maar van eindeloos voortzetten van de subsidie kan geen sprake zijn, wat heb betreft. Het werd vaak wat omfloersd gezegd maar daar kwam het op neer.

Hans Smolders, de plaatselijke Fortuyn en ooit diens chauffeur, was samen met twee andere plaatselijke fracties tegen sluiting. Hij bespeelde de publieke opinie vlekkeloos, met tirades over bestuurders met ‘gebrek aan visie’ die alleen maar oog hebben voor een ‘papieren werkelijkheid’ waar de arme mensen van de Pollepel nu de dupe van dreigden te worden. Hoe het precies dan wel moest maakte hij geen moment duidelijk. De andere twee wel: de subsidie moest gewoon worden voortgezet. Dat vond, opmerkelijk genoeg, ook de PvdA. Dat kan ze ook makkelijker doen dan de SP, want de PvdA zit niet in het College, de SP wel.

En dan was er de halfwas tussenpositie van GroenLinks en, jawel, ook van de SP. Geen van beiden bestreden ze frontaal de sluiting. Niet gek, ze zitten allebei in het college dat op sluiting van De Pollepel aanstuurt. GroenLinks pleitte om te kijken of een ‘burgerinitiatief’ de zaak niet kon overnemen, en maakte het op zich waardevolle punt dat in zo ‘n initiatief de gemeente niet de baas moest zijn, maar enkel moest faciliteren. Dingen gaan goed als je niet te veel probeert ze te ‘organiseren laat het maar aan betrokkenen over. Sympathiek klinkend pleidooi, dat hier en daar vrijwel anarchistische trekjes had. Maar niet alles wat anarchistisch klinkt, is ons vertrouwen waard. In de context klonk het pleidooi ook een beetje als: meer rol voor burgers, dan kost het de gemeente minder geld. Voor een voortzetting van de subsidie heb ik GroenLinks niet horen pleiten.

Rondweg pikant was de opstelling van de SP. Veel sociaal klinkende taal over hoe belangrijk het allemaal was. Veel “dialoog” om dan samen tot een “oplossing” te komen. Maar toen iemand van een andere fractie aan het SP-raadslid dat aan het woord was vroeg of ze kritiek had op de gang van zaken, of ze vond dat de wethouder de zaak slecht had heeft aangepakt, antwoordde ze na aandringen: “Nee”. Dat is pikant omdat het gevoel dat de aankondiging van de sluiting – op 16 december, en die zou oorspronkelijk al op 1 maart ingaan – door velen nogal bruusk werd gevonden. Het is ook pikant omdat de toestand rond de Pollepel mede onder een SP-wethouder valt. De SP zit in het College, en de SP-raadsleden hielden dat college en haar eigen wethouder duidelijk de hand boven het hoofd. Het is niet vreemd dat Smolders duidelijk zichtbare steunbetuigingen kreeg, en de SP veel minder.

Hans Kokke, de SP-wethouder was er trouwens zelf niet, zijn CDA-collega Erik de Ridder deed deze zitting het werk. Ja, CDA en SP zitten samen in het college, vergezeld van D66 en GroenLinks. Je verzint het nog niet als je Tolkien heet, of Dan Brown. De verdediging van de sluiting hadden het niet heel moeilijk, en kon bijvoorbeeld erop wijzen dat alle partijen de verschuiving in het armoedebeleid – waar de sluiting indirect uit voortvloeit – eerder hadden gesteund, end at degenen die nu De Pollepel perse willen behouden, dus ingaan tegen hun eigen beleid. Het verzet in de raad was grotendeels een Smolders-show. Maar feitelijk speelden heel veel van de andere raadsleden – ook die van links – een soortgelijk spel: zich profileren als bondgenoten van kwetsbare mensen, zonder daadwerkelijk het tij dat hen bedreigt te keren, maar wel met het oog op steun van de ‘doelgroep’. Wat we zagen was Fifty Shades of Populism, en een feitelijk afwezig links. Want natuurlijk: de PvdA zegt nee tegen sluiting, en is daarmee ogenschijnlijk linkser dan de SP die zo ‘n categorisch nee ontwijkt. Morgen zit de PvdA misschien weer in het College, en dan is hun nee enkel nog een aantekening in een raadsverslag.

Intussen doet iemand als Smulders van mensen vroeger van links verwachtten. Hij is in een leegte gedoken die links zelf heeft achtergelaten door zich zo ver te lasten inkapselen dat iedere linksheid vrijwel spoorloos is geworden. Gevaarlijke situatie, want de man is volgens mij een wolf in schaapskleren. We kunnen die linkse leegte maar beter eens gaan opvullen, van onderop en van buitenaf met het gemeentebestuur tegenover ons en niet als ‘partner’.

Smolders stal de show. Maar veel andere critici van het besluit spraken een soortgelijke taal, het genoemde ‘gebrek aan visie’ en de ‘papieren werkelijkheid’ kwam herhaaldelijk terug. Het klinkt helder, maar het is versluiering, en het neemt de tegenstander niet serieus genoeg. Er is niet zozeer ‘gebrek aan visie’ van het College: er is veel eerder een hele harde heldere visie die ons wordt opgelegd. In die visie is geld en regelgeving belangrijker dan mensen en hun noden. Praten alsof bestuurders ‘gebrek aan visie’ hebben is een onderschatting. Die bestuurders weten waar ze naar toe willen: precies niet de kant waar sociale oplossingen zitten. Dat maakt ze, niet tot visieloze technocraten, maar tot asociale vijanden. Onze taak is niet om deze mensen op te voeden en ze visie bij te brengen. Onze taak is om verzetten bouwen dat sterk genoeg is om ze tegen te houden.

Smolders weet dat hij het besluit niet gaat tegenhouden. Maar hij weet ook dat hij populairder wordt om zich breed te maken voor een nee. Smolders is niet bezig met kwetsbare mensen authentiek ondersteunen. Hij is bezig met kwetsbare mensen gebruiken om te scoren bij komende verkiezingen. En ik heb – vanwege zijn politieke roots in de Fortuyn-beweging waar hij een weliswaar nog relatief gematigd voortzetting van is – het knagende gevoel dat, als de tribune niet bevolkt was met overwegend witte mensen maar met mensen van Antilliaanse, Marokkaanse, Turkse en Somalische afkomst, zijn enthousiasme om zich zo in te zetten aanzienlijk lager zou zijn geweest. Ik vrees dat veel van ons op de tribunes die hem – vooral met een wiebelende handgebaar in de lucht want applaudisseren mocht niet tijdens de zitting – steun betuigden, van een ijzig koude kermis thuis gaan komen.

Dat handgebaar vond ik trouwens wel grappig tegen te komen, want dat herkende ik. Dat heeft in 2011 ingang gevonden onder actievoerders, met name tijdens de Occupy-beweging. Nu blijkt het vér buiten voormalige Occupy-kringen te zijn aangeslagen. Zo verbreiden zich toch gestaag allerlei radicale omgangsvormen en symbolen.

Hoe verder? De uitkomst van de bijeenkomst was feitelijk: we kijken naar alternatieven, we staan open voor initiatieven voor doorstart of een nieuwe sociale eetgelegenheid – maar de stopzetting van die subsidie is niet van de baan. Als we nu gaan wachten of er via dialoog achter de schermen iets te regelen is, gaat De Pollepel er aan, en komt er niet iets behoorlijks voor terug. De demonstratie die aan de raadsvergadering vooraf ging, laat gelukkig zien dat er een andere keus is dan lijdzaam afwachten, en dat er voor die andere keus actieve steun te vinden is. Daar dienen we op voort te bouwen, en dan houden we de bestuursvandalen van gemeente Tilburg gewoon tegen.

Peter Storm

,

Comments are closed.