woensdag 24 december 2014
Over een kerstliedje? Ja, over een kerstliedje. Ik beken, ik ben gevoelig voor de kerstsfeer, terwijl ik de plichtmatigheid rond het hele feest één van de grotere sociale problemen van de zogenaamde christelijke beschaving vind. Kijk maar naar de statistieken over scheidingen, zelfdodingen en depressies. Ze mogen er zijn, die liedjes, wat natuurlijk niet wil zeggen dat ik er per se naar moet luisteren. Veel ervan is plastic. Maar er is één liedje waar ik geen genoeg van krijg. Ja inderdaad, Little Drummer Boy. Wie daar aan komt, die komt aan mij. En dat geldt zowel voor degenen die het liedje de grond in boren als voor die artiesten die het liedje in hun versie naar mijn bescheiden mening kapotmaken. Dat gebeurt gelukkig zelden, het liedje is daar gewoon te sterk voor.
Het liedje roept herinneringen van lang geleden bij me op, en ik ben overduidelijk de enige niet. Mij staat van lang geleden – ik zal acht jaar of zo zijn geweest, misschien negen – een animatiefilmpje bij met een klein jongetje en een trommel, en ik herinner me dat deuntje van pa-rapampam, pam. Geen idee hoe het heette, totdat ik het, eigenlijk niet eens lang geleden, weer tegenkwam, als zijnde Little Drummer Boy. Doodsimpele melodie, en dat onweerstaanbare parampampam pam dus.
En de tekst met dat gegeven, waarvan iets me destijds kennelijk al raakte: klein arm jongetje heeft geen geld voor duur cadeau voor koningskind Jezus, en dan maar aanbiedt op zijn trommel te spelen. Maria knikt instemmend, Jezus lacht vriendelijk. Je hoeft niet rijk te zijn om er bij te horen. Het zal wel invulling zijn van mijn kant, maar door alle flauwekul over koninklijk hoogheid hoor ik toch een liedje dat in de schoenen stapt van de underdog, dat hiërarchische pretenties niet zonder meer intact jaagt. Dat jezuskind zelf lijkt wel meer blijer met dat arme jongetje dan met die rijken met hun sjieke spullen. Nogmaals, een fors stuk invulling van een sentimentele ouwe anarchist die redenen vindt om een kerstliedje mooi te vinden, maar liever mijn invulling dan louter maar vulling, zoals met de gemiddelde kerstkalkoen en de gemiddelde kerstmuziek. En potverdrie, het ís een mooi liedje. Dat hoef je niet met me eens te zijn, maar afzeiken doe je maar even ergens anders 🙂
Nu kan zo ‘n liedje wel kapot, maar heet valt nog niet eens mee om dat voor elkaar te krijgen. Ik heb, grieperig als ik was, afgelopen uren talloze versies ervan beluisterd, en ik viel van de ene verbazing in de andere. Veel mensen kennen het in een versie die iets weg heeft van wat bijvoorbeeld Frank Sinatra er van maakte: zoet, sentimenteel, maar tegelijk ingetogen. Frank gaat tot de rand van de kitsch, maar niet er over heen. Het blijft één van de betere versies.
Er zijn uitvoeringen in allerhande genres, en wat de meesten beluisterbaar maakt is iets heel simpels. Je merkt dat de uitvoerenden houden van het liedje. Waar dat ontbreekt, gaat het ogenblikkelijk mis. Zo vond ik een opname van een act die zich Celtic Woman laat noemen. Groot gezelschap, gelikte presentatie, dat pseudo-mystiek sausje erover dat bijvoorbeeld dat deel van de verder best mooie filmmuziek van Lord of the Rings ontsiert die de beelden van de elf Galadriel aan haar waterspiegel begeleiden. De opname van Celtic Woman die ik bekeek begint met quasi-Gregoriaans, en daarna wordt dus de Little Drummer Boy gezongen. De stemmen zijn niet slecht, de zang is zuiver, alles klopt, en het klinkt nergens naar. Het is alsof een producer de uitvoerenden heeft verteld: jullie gaan dat liedje doen, dat vinden de kijkers mooi, dat ligt goed in de markt. Als de zangeressen echt van het liedje hielden, dan hebben ze dat bijzonder vakbekwaam verborgen gehouden. Ik ben na een klein stukje van het liedje weggezapt. Nee, dan is zelfs de versie van jaren zeventig/ tachtig hitgroep Boney M een stuk beter. Het eerste couplet wordt heel sober gezongen, pas later gaat het toch mis als het kitschgehalte boven aanvaardbare waarden stijgt.
Allerlei artiesten hebben zich er aan gewaagd, er is een duet van Sinatra-generatiegenoot/ stijlverwant Bing Crosby samen met, of all people, David Bowie. , maar die gooien er een ander lied aan vast en doorheen. Datn werkt wel enigszins, maar de toch al zo kleine trommelende jongen sneeuwt een beetje onder. Er is een uitvoering door de jaren negentig rockband de Cranberries. Die viel me niet mee. Het arrangement is best goed, met vakbekwame orkestmusici en een goedwerkend achtergrondkoor. Maar de zangeres zingt onvast, deels zelfs vals, vooral als ze de hoogte in gaat. Ze probeert het te zingen als klassiek lied, maar haar stem vindt haar kracht juist in een wat donker rock-timbre dat ze in de Drummer Boy feitelijk niet benut. Ik heb live-opnames van de Cranberries beluisterd en nee, dit is niet zoals ze doorgaans zingt. Ze houdt overduidelijk van het liedje, dat maakt het nog draaglijk. Maar haar aanzienlijke kwaliteiten kan ze er niet in kwijt, en het liedje gaat zo toch een beetje teloor. Nee, van hen dan toch liever Zombie.
Heel anders klinkt dan weer de uitvoering die rockband White Heart er van maakt. Symfonische rock, theatraal en redelijk bombastisch uitgevoerd. Het is niet helemaal mijn smaak, ik vind het wat over the top. Toch werkt het. Waarom? Ze doen het met overgave, met muzikale liefde, en dat hoor je. En ze zetten in waar ze goed in zijn, hun wijze van muziek maken. Waar de zangeres van de Cranberries misschien te krampachtig probeert te zingen ‘hoe het hoort’, daar trekt White Heart zich daar niets van aan en zet het lied gewoon naar hun rocksymfonische hand. Het liedje overleeft dat prima.
Weer iets heel anders maken het al heel lang bestaande a capella zanggezelschap.
de King ‘s Singers ervan. A capella, dus zonder begeleiding van instrumenten. Dus wordt er door de heren wat af de rompompomd in hele subtiele effectieve patroontjes. En een plezier dat de keurige zingende heren hebben! Hooguit wekt het hier en daar de indruk dat precies de zangers zelf en hun plezier het liedje zelf een beetje overschaduwen met hun stemacrobatiek. Maar leuk is het zeker.
Heel leuk is een punkversie die ik er van vond, uitgevoerd door Sean Quigley (Bold as Lions staat er bij vermeld, for what it is worth). Punk-achtig, op het YouTube-filmpje zie je een zeer onschuldig kijkende drummer/ zanger in de sneeuw die het liedje – met een op onderdelen iets gewijzigde melodie – uitvoert. Het is met een knipoog. Maar het liedje wordt niet belachelijk gemaakt. En kijk maar naar de vage glimlach om de lippen van de zanger. Dat is geen kwaadaardige spot, dat is liefde, al is er wellicht wel ironie in verpakt. Indrukwekkend is wat de Jars of Clay met het lied doen. Ze stappen uit het standaard-trommelritme dat de meeste andere versies aanhouden, en maken er op heel subtiele manier iets swingends van, met invloeden van soul en caribische ritmiek.
Echt heel diep geraakt werd ik door een live-uitvoering van James Hargreaves, Jacob Pepper en Simon Hargreaves. Rock, ogenschijnlijk kalm maar met ingehouden spanning, geraffineerd gitaarspel zonder de vaak zo hinderlijk aanwezige neiging tot showing off. De gitarist zingt ook, en vaak niet helemaal zuiver. Maar zo puur, zo breekbaar! Na enkele coupletten verlaten twee van de drie het podium, en mag de drummer soleren. Ook dat gebeurt precies zonder dat het aan egotripperij ten gronde gaat, heel mooi. Dan komen de anderen terug en ronden ze het samen af. Heel aangrijpend. Zoals het liedje zelf voor mij ook na al die luisterexercities van afgelopen dag iets aangrijpends blijft behouden. ‘t Is gewoon een mooi liedje 🙂 Fijne dagen toegewenst, lieve lezeressen en lezers.
Peter Storm
#1 by Astrid Essed on 2014/12/25 - 07:38
Beste Peter
Ik ken het liedje ja.
Prachtig, ben ik met je eens
Jij en de andere lezers ook van harte Goede
en Vrolijke Kerstdagen toegewenst
Zie mijn Kerstboodschap voor dit jaar
http://www.astridessed.nl/kerstboodschap-2014geen-plaats-in-fort-europaoverpeinzingen-in-de-kerstnacht/
En van harte beterschap
Hartelijke groeten
Astrid
#2 by jan de knappe vent on 2014/12/25 - 00:21
zowel kerst als deze kerstliedjes zijn erop gericht om Jezus terug in de kribbe te schoppen. We hebben thans met een andere Jezus te maken; namelijk de opgestane die aan de rechterhand van zijn Vader zit. Jezus is thans “ergens.” Sinds zijn opstanding is hij al 2000 jaar “ergens.”
Little Drummer Boy gaat ook vanuit de hemel klinken als MH370 t.z.t. wordt terug gebracht. Het is het favoriete lied van de anti christ. * jij ook fijne kerst.