Over het relatieve gelijk van drie dwarsliggers


donderdag 18 december 2014

Drie PvdA-senatoren stemmen tegen een nieuwe Zorgwet, en het Nederlandse kabinet hangt meteen aan een zijden draad. Hoeveel gelijk hebben de drie dwarsliggers met hun verdediging van vrije artsenkeuze?

Het kabinet wil het vergoedingsstelsel in de zorg wijzigen. Op dit moment zit het zo. Er zijn meerdere soorten ziektenkostenpolissen. Je hebt de restitutiepolis. Je betaalt een wat hogere premie, maar dan heb je vrije keus van arts en ziekenhuis, en de verzekeringsmaatschappij vergoedt alles. Je hebt de naturapolis. Je premie is dan lager, maar de verzekering bepaalt dan bij welke arts of instelling je je moet laten behandelen. Kies je een ander, dan vergoedt de verzekeraar slechts zeventig of tachtig procent. Je hebt ook nog de budgetpolis. Nog lagere premie, maar de verzekeraar zoekt uit wie je behandelt en selecteert uit “een beperkt aantal ziekenhuizen en behandelaars.”  Hoe meer je betaalt, hoe groter je keuzevrijheid. Dat is al oneerlijk.

Het nieuwe voorstel wil die scheefheid aanscherpen. Restitutie: alles vergoed, vrije keus. Natura of budget: geen vrije keus – en als je toch kiest voor een behandelaar waarmee de verzekeraar geen contract heeft , mag die verzekeraar afzien van vergoeding. Dan moet je die behandeling dus helemaal zelf betalen. Dat betekent, voor mensen met te weinig geld voor de restitutiepolis, een eind aan de vrije artsenkeus. Volgens Schippers zal daar geen sprake van zijn, omdat de mensen die de restitutiepolis niet kunnen betalen, gesteund worden door de zorgtoeslag.” Maar die zorgtoeslag staat door ditzelfde kabinet onder druk, dus dat praatje van de minister stelt niet gerust.

De nieuwe wet is een aantasting van een grondrecht: het beslissingsrecht van ieder van ons om te bepalen wie er aan onze lichamen komt om onze gezondheid te beschermen. Het kabinet hangt daar een nog hoger prijskaartje aan. En er is nu vaak al nauwelijks wijs uit te worden wat je wel en niet waar vergoedt krijgt, zo maakte op 6 december een artikel in Nrc Next duidelijk. Minister Schippers en haar medestanders komt met argumenten: door zorgverzekeraars de bevoegdheid te geven om wel of geen zaken met artsen en ziekenhuizen te doen, en dat aan patiënten op te leggen, kunnen die verzekeraars ziekenhuizen en artsen prikkelen tot kwaliteit en tot kostenbeheersing. Te lage kwaliteit en te hoge kosten betekent immers: minder kans op een contract met zorgverzekeraars. Zo zal een verzekeraar mensen ‘aanmoedigen’ om hartoperaties te laten doen in ziekenhuizen die daarin gespecialiseerd zijn, niet in ziekenhuizen waar ze zoiets maar twee keer per jaar doen. Dat is de redenering. Het is een voorbeeld van de gedachte dat marktwerking kwaliteit en kostenbeheersing brengt.

Maar als deze redenering écht zou kloppen, waarom mensen dan – tegen extra betaling – het recht bieden om toch naar dat ziekenhuis te gaan dat minder goed zou zijn? Waarom rijkere mensen volledige vergoeding bieden om hun hart te laten opereren in een ziekenhuis dat dichtbij is maar er niet in gespecialiseerd is, en arme mensen verplichten naar de andere kant van het land te reizen, onder dreiging van financiële catastrofe? Als Schippers écht geloofde in dit kwaliteitsverhaal, dan zou ze iets kunnen bedenken waardoor slechtere gezondheidszorg – een ziekenhuis dat maar matige kwaliteit levert op een bepaald onderdeel – rechtstreeks werd aangepakt. Een ziekenhuis dat niet de beste en veiligste hartoperaties kan doen, moet gewoon geen hartoperaties meer doen. Maar het deugt niet om dit over de hoofde van kwetsbare patiënten met weinig geld te spelen.

Het is ook nog, in de neoliberale markt-termen waarin het kabinet opereert, inconsistent. Als we echt willen dat vraag en aanbod op elkaar reageren op een vrije markt, dan gaat dat toch allereerst om de vraag van patiënten, en het aanbod van gezondheidswerkers en ziekenhuizen? Dan moeten patiënten enerzijds, artsen en klinieken anderzijds, onderling contracten afsluiten en zaken doen. Dát is de vrije markt van vraag en aanbod.

Verzekeraars – een sector waarin vier grote bedrijven intussen negentig procent van de markt in handen hebben – horen eigenlijk helemaal niet in dat plaatje thuis. Zij doen immers niet aan het leveren van zorg. Zij doen aan het innen van premies en het vergoeden van zorg, en dan liefst zo dat ze meer binnen krijgen aan premies dan dat ze aan vergoedingen uitkeren. Het verschil is basis van hun winst, en van de riante inkomens van de bestuurders. Marktwerking, concurrentie tussen verzekeraars? Trouw geeft cijfers en achtergronden.  “Met de macht van de consument, tenslotte, lijkt het tegen te vallen. (…) Dit jaar stapte 6,5 procent over naar een andere aanbieder, blijkt uit cijfers van zorginformatiecentrum Vektis. 73 procent deed dat sinds 2006 nog nooit. Zij die wel overstapten, hebben vaak een collectieve zorgpolis. Hun werkgever stapte dan over.”  In dit verhaal staat ‘aanbieder’ voor ‘ziektenkostenverzekeraar’; 2006 is het jaar waarop het huidige zorgstelsel werd ingevoerd. Van een bevolking die zeer prijs- en kwaliteitsbewust elk jaar polissen vergelijken en daarop besluiten nemen, is kennelijk weinig sprake. Verzekeraars opereren als oppermachtige semi-monopolisten. Er is geen ‘vrije markt’. Er is een ijzeren houdgreep van verzekeringsbedrijven, en het wetsvoorstel wil van dat ijzer nu bikkelhard staal maken.

De drie dwarsliggende senatoren zeggen hier nee tegen. Ik weet niet wat ze precies beweegt, maar in hun afwijzing van de verdere inperking van vrije artsenkeuze en verdere groei van verzekeraarsmacht hebben ze gelijk. De huidige situatie is al kwalijk. Met de nieuwe zorgwet zou de boel van kwaad tot erger gaan. Maar de oppositie van de drie is uiterst beperkt en opereert geheel binnen neoliberale denkkaders. Dat de macht van verzekeraars een lachertje maakt van de vrije marktwerking tussen ‘aanbieders’ en ‘vragers’, tussen artsen en patiënten, betekent nog niet dat zulke marktwerking wenselijk zou zijn. Zorg is een collectief, openbaar goed. Het idee dat zorginstellingen concurrerende, winstgerichte bedrijven zijn die een markt bedienen waarop patiënten zich moeten redden, is zelf onrechtvaardig en werkt misstanden in de hand. Wie te weinig geld heeft, wordt al gauw uitgesloten. En wie te weinig informatie heeft, ‘koopt’ makkelijk mis. Dat is een beetje vervelend als het gaat om een nieuwe smartphone. Waar het gaat om je gezondheid kan een miskoop echte rampen opleveren. Een stelsel dat hier zoveel ruimte voor geeft, deugt niet.

Iets meer macht naar de individuele patiënt om haar/ zijn arts te kiezen is ook binnen een marktcontext mooi, zoals ook consumentenbescherming binnen een markteconomie iets van tegenwicht biedt tegen bedrijven die ons belazeren. Een serieus, sociaal en toegankelijk zorgstelsel bouw je echter niet op een vrije markt waar de meestbiedenden krijgt wat zij of hij nodig denkt te hebben, maar op basis van vrije associatie in een solidaire maatschappij waar vakbekwame mensen klaarstaan om degenen te helpen die dat nodig hebben, en waarin de werkers in de zorg zeggenschap over hun werk, en degenen die zorg nodig hebben, die kunnen vinden bij zorgverleners waarin zij een gegrond vertrouwen hebben. Zelfbepaling op de werkplek, zelfbepaling over eigen lijf en leden, werkelijk vrije toegang tot de zorg zijn daarin sleutelbegrippen.

De drie dwarsliggende PvdA-ers remmen misschien een verdere verslechtering in zorgland met hun tegenstem af. Voor werkelijke verbetering is echter nog een lange weg te gaan en een harde strijd te voeren. Die gaat niet met succes voor ons gevoerd worden door een paar parlementariërs. Die gaat gevoerd worden door ons allemaal samen, of we nu werken in de zorg, nu al aan zorg behoefte hebben of gewoon verzekerd willen zijn van fatsoenlijke zorg voor het geval dát.

Peter Storm

opmerking 18 december, 23.06 uur: enkele ontbrekende woordjes toegevoegd, dank lezer (zie comment hieronder)

, , ,

  1. #1 by velthoven on 2014/12/19 - 13:45

    Beste peter kom maar eens aan kan je een artikel schrijven wat ik als gehandicapen allemaal tegen kom. Je kan er een boek over schrijven.Tot genant toe.Ze vergeten zelfs dat ze mensen van doen hebben.

  2. #2 by peter on 2014/12/19 - 00:05

    Dank en excuus, Gerie, verbeterd! De woorden “onder druk” achter “kabinet” ontbraken.

  3. #3 by Gerie on 2014/12/18 - 23:11

    Beste Peter,

    De zin “Maar die zorgtoeslag staat door ditzelfde kabinet, dus dat praatje van de minister stelt niet gerust.”, in de derde alinea, is mij niet duidelijk. Mist er een woordje?

    Vriendelijke groet, Gerie Hermans

Comments are closed.