Foute oorlog tegen foute club (2): Vergissingen, oorlogsmisdaden en noodweer


zaterdag 11 oktober 2014

Deel twee van een serie.

Wie denkt dat de Westerse luchtaanvallen enkel IS-strijders en hun wapentuig raken, negeert de ervaringen met soortgelijke militaire campagnes vanuit de lucht, op Irak in 1990-91 en 2003, op Afghanistan van 2001 tot en met 2014, drone-aanvallen op Jemen en op Pakistan. Die komen volgens mensenrechtengroeperingen in sommige gevallen neer op oorlogsmisdaden.

Amnesty noemde  bijvoorbeeld een aanval in Pakistan waarbij 18 arbeiders worden afgemaakt, waaronder een jongen van 14 jaar. Dat was in 2012. Human Rights Watch wijst in een rapport uit 2013 over Amerikaanse luchtaanvallen in Jemen op zes Amerikaanse “aanvallen waarbij in totaal 82 mensen omkwamen, waaronder minstens 57 burgers”. De huidige luchtoorlog zal niet anders gaan. Het eerste Amerikaanse bombardement van een marktplaats in Irak – 6 oktober, 22 doden, 43 gewonden – is al gemeld. Reden: gebrekkige informatievoorziening, geen netwerk van informanten die de Amerikaanse oorlogsmachine betrouwbare informatie geven over IS-locaties. Je zou dan zeggen: als je niet weet wat je bombardeert, bombardeer dan niet. Maar ja, de VS heeft ‘precisiewapens’, en dit precisiewapen zat er maar 70 meter naast. Zo gaan die dingen.

Ja, dot soort bloedbaden zijn vergissingen, ik geloof niet dat de VS deze marktplaats doelbewust heeft uitgekozen om zoveel mogelijk kinderen, vrouwen en mannen te doden. Wilde de VS dat, dan zouden de luchtaanvallen er anders uitzien. Maar dit soort vergissingen, en de slachtoffers ervan, zijn wel een onvermijdelijk deel van de luchtaanvallen. Voer de luchtoorlog op, en het aantal burgerdoden zal onontkoombaar stijgen tot griezelige hoogten. Voer de druk op de VS en haar bondgenootschap op om haar oorlog tegen IS uit te breiden, en je maakt je medeplichtig aan dit type bloedvergieten. Wat er in Kobani uitziet als redding, heeft voor mensen op soortgelijke marktplaatsen als op de 6 oktober weggebombardeerde plek een hele andere lading. Dat is al een goede reden om de huidige luchtoorlog tegen IS geen enkele politiek, psychologische en morele steun te geven. Integendeel. Bloedbaden stoppen door elders bloedbaden aan te richten klopt niet en deugt niet..

Natuurlijk snap ik dat de mensen die Kobani verdedigen, juichen als een Amerikaanse luchtaanval een IS-positie vanwaaruit Kobani wordt beschoten, uitschakelt en dus de druk op de stad helpt verminderen. Maar dat is nog iets anders dan er toe oproepen. Als Westers militair ingrijpen op specifieke plekken een gunstig effect heeft, kunnen we dat verwelkomen, zoals we noodweer dat een eind maakt aan een te lange droogte verwelkomen. Zoiets is een meevaller in de omstandigheden. Maar noodweer blijft gevaarlijk noodweer, en de Amerikaanse luchtaanvallen blijven gevaarlijke imperialistische brute machtspolitiek, ook als de gevolgen even wat ruimte geven die slimme strijders hopelijk effectief weten te benutten. Van Koerdische milities in en om Kobani eisen dat ze zich tegen Westerse militaire interventie keren als voorwaarde voor solidariteit, is absurd: die interventie biedt op de korte termijn nog enige bescherming tegen het oprukkende IS-leger. Maar dat is nog geen reden om de illusie te voeden dat die interventie een goede zaak is en zelfs opgevoerd moet worden.

(wordt vervolgd)

Peter Storm

,

Comments are closed.