zaterdag 2 augustus 2014
Wat heb ik eigenlijk genoten gisteren! De demonstratie tegen politiegeweld in de Schilderswijk waar ik aan deelnam was niet vrij van spanning, de politie gaf natuurlijk aanleiding tot grote boosheid, en niet alles wat vanuit de demonstratie gezegd werd had mijn instemming. Maar eenvormigheid is de dood in de pot, van meningsverschil kunnen we allemaal leren. Wat voor mij de demonstratie tot een feestje maakte, was de intense motivatie van deelnemers en organisatoren, maar vooral ook de zichtbare bijval vanuit de buurt. Levende, sprekende, applaudisserende, roepende, hoorbare, voelbare solidariteit!
Zelf was ik er niet vanaf het begin af bij, er was een treinongeluk waardoor ik vertraagd was. Ik liep richting beginpunt, en zag toen ik in de buurt was steeds meer politiebusjes, een groepje fietspolitie, agenten die het verkeer regelden. Ik naderde dus de demonstratie. En ja hor, daar kwam de groep aan, Ik voegde me, onder hartelijke begroeting van bekenden, bij de stoet. Ik denk dat er op dat moment vijftig tot zestig mensen mee liepen.
De stoet ging langs één van de politiebureaus in de wijk waar twee toespraken werden gehouden. Harry, van Doorbraak, legde aan de hand van eigen ervaring uit hoe politieracisme er uit ziet. Hij vertelde hoe jongeren van migranten-achtergrond heel vaak door agenten om hun ID gevraagd worden, soms meerdere keren op een dag. Maar hij, als oudere witte man, komt vaak boodschappen doen in de wijk, en was er nog nooit aangehouden en om ID gevraagd. Na een tweede toespraak (1), een ware donderpreek dat het gewoon afgelopen moest zijn met racistisch politiegeweld, en dat de politie de rijken verdedigde in het kapitalisme, gingen we verder.
Er ontstond spanning omdat politieagenten – met tientallen aanwezig, een aantal busjes en een camerawagen aanwezig – niet alleen naast de demonstratie liepen, maar ook erin. “Smeris uit de demo!” begonnen mensen terecht te roepen. De politie trok zich daar weinig van aan. Na geruime tijd deed ook iemand van de organisatie een beroep op agenten om zich niet in de demonstratie te bewegen. Op een gegeven moment ontstond er geduw en getrek, toen agenten vrij opeens een meegevoerde vlag van de Antifascistische Actie AFA probeerden af te pakken. Grote woede van actievoerders, pogingen die vlaggenpikkerij tegen te gaan, uiteindelijk tevergeefs. Tot echt vechten kwam het niet, het provocerende incident verschafte de politie uiteindelijk geen handvat om de ME op ons los te laten. Dat lag aan de zelfbeheersing vanuit de demonstratie, en nergens anders aan.
Intussen werd uit andere , vaak spontaan geïmproviseerde toespraakjes, van mensen uit de wijk en vanuit de organisatie, ook duidelijk dat we niet allemaal hetzelfde dachten over politie en racisme. Voor sommigen ging het erom het bestuur, de politiek, bewust te maken dat er politieracisme en bijbehorend politiegeweld is. De politiek moest daar dan maatregelen tegen nemen. De politie zelf moest op zo ‘n maanier ertoe gebracht worden haar werk te verbeteren, en niet tegenover onschuldige mensen optreden. Tekenend was een uitspraak van – kennelijk – iemand van de organisatie: de politie doet ook alleen maar hun werk. Voor een aantal demonstranten – ook voor mij – is dast precies het probleem: de politie doet haar werk, en dat werk heet onderdrukking. Deze stroming wijst de hele politie af, riep “No Justice, No Peace, Fuck the Police”, en na het incident ook “ACAB – All Cops Are Bastards”, en ook het prachtige “Ik kan niks, ik wil niks – Geef me een uniform!” Ik hoorde ook de leus “Achter de politie staat het kapitaal – vecht voor je vrijheid, antinationaal” – een leus die zowat een complete – en wat mij betreft juiste – maatschappijkritiek omvat, maar waarvan ik echt betwijfel of iemand die al niet totaal is overtuigd, de bedoeling zelfs maar begrijpt. Het is jargon. Tegen het eind riepen we: “Heel Den Haag haat de politie” – iets wat we strikt genomen (nog?) niet kunnen waarmaken, maar metaforisch toch wel heel erg klopt. Eerder al was het: “Politie uit de demo! Politie uit de wijk!” Grote eensgezindheid van vrijwel alle demonstranten bracht de verwijzing naar een door politiekogels omgebrachte jongen, november 2012, tot uiting: “Nee, wij zullen Rishi niet vergeten!!”, zo klonk het uit de kelen van velen. En dan weer: “Genoeg Is Genoeg!”
Organisatoren probeerden tijdens de optocht af en toe kalmerend op te treden, en riepen op een gegeven moment zelfs beide kanten, politie en demonstranten, op om zich niet provocerend te gedragen. In die onpartijdige veroordeling kan ik me niet in vinden, hoezeer ik ook snap dat de organisatie boven alles een vreedzaam verloop van de demonstratie beoogde. Er was verwerpelijke provocatie vanuit de politie. Er was terechte assertiviteit vanuit de demonstratie. Dat kun je maar beter niet op één lijn zetten. Het gebeurde gelukkig op deze manier maar één keer.
Indrukwekkend waren de verhalen van mensen uit de buurt die politiegeweld te verduren hadden gekregen: aangehouden, geïntimideerd, soms mishandeld. Het is zó oneerlijk, het maakt mensen terecht zó boos. Ja, en natuurlijk uiten mensen hun woede in een wereldbeeld dat hen vertrouwd is, het is een wereldbeeld waarin de politie er zou moeten zijn voor ons, maar dat steeds maar niet blijkt te zijn. Een wereldbeeld waarin de politie ‘echte boeven’ moet vangen, en geen ‘onschuldige mensen’. Zo hoorde ik iemand iets zeggen van “dat geweld moeten ze tegen pedofielen gebruiken, niet tegen ons.” Een andere: “laat ze de echte zuipschuiten aanpakken, niet mij, ik drink geen druppel”. Het zijn geen letterlijke citaten, maar hier kwam het op neer.
Nee, ik deel die oproep tot geweld tegen pedofielen niet, en ik vind dat ook de “echte zuipschuiten” het recht hebben om niet mishandeld te worden. En ik vind dat ‘echte boeven’ óók niet in elkaar geslagen mogen worden door de politie. Maar het sentiment achter de aangehaalde uitspraken is precies wat je krijgt als mensen uit eigen ervaring leren dat de politie zich niet houdt aan de soort regels waar ze zelf mee schermt, dat ze van de taak die ze geacht wordt uit te voeren een potje maakt, dat ze niet ‘je beste vriend’ blijkt maar feitelijk je lompe gewapende tegenstander die ook nog eens bijna overal mee weg komt. De volgende stap – dat de politie als apparaat zelf fundamenteel niet deugt en dient te worden opgedoekt – was op de demonstratie geen gemeengoed. De stap daarheen is een leerproces waar demonstraties als deze deel van uitmaken.
Terwijl we door de buurt liepen, begonnen er steeds leukere dingen te gebeuren om ons heen. Eerst zag ik aan beide kanten groepjes mensen – kennelijk buurtbewoners – niet alleen kijken, maar naast de demonstratie meelopen. Soms een heel eind. Dat zag er uit als meer dan nieuwsgierigheid, dat zat zeker halverwege deelname aan de demonstratie, heel voorzichtig, maar toch. Verderop zag ik een flink handvol iets oudere mannen heel enthousiast staan applaudisseren toen we langskwamen. Er was minstens een positieve nieuwsgierigheid vanuit de vooral door migranten bewoonde Schilderswijk zichtbaar. Hier en daar hingen mensen uit de ramen en namen de boel op via mobieltjes. Op een gegeven moment kwamen uit een zijstraat een hele handvol kinderen – rond de tien jaar of zo – letterlijk op ons af gerend, volwassenen er in wat bedaarder tempo achteraan. Heel opgewekt, zo te zien, en ook dat leek me meer dan enkel afstandelijke nieuwsgierigheid. De stoet zelf werd zo groter dan aan het begin, want de toegestroomde mensen liepen vaak een eindje mee.
Dat verdient groot respect. Deze mensen wonen kennelijk in de wijk. De politieagenten die mensen om ID vragen en erger, zijn agenten die ze dus dagelijks tegen kunnen komen. Deze mensen nemen met deelname aan de demonstratie dus een persoonlijk risico, ze staken hun nek uit. Ik kon ś avonds weer weg naar Tilburg en heb met het politiekorps van den haag in mijn dagelijks leven niet van doen. Deze mensen dus wel. Wat mooi om te zien dat juist zij op hun eigen manier deelnamen aan het gebeuren.
Dit vond ik het belangrijkste en het mooiste: de afstand tussen betogers en buurtbewoners werd overbrugd, muren vielen gedeeltelijk weg. Dat er al vaker dit soort demonstraties in deze buurt zijn gehouden, speelt hier een rol. Dat het organiserende Actiecomité Herstel van Vertrouwen, zelf uit migranten bestaande, haar werk heel serieus heeft gedaan, eveneens. Hoe dan ook: dit was sowieso al een demonstratie die gemengd was qua huidskleur en herkomst, en niet het klassieke evenement van voornamelijk witte linksradicalen. De hartverwarmende houding van gekleurde buurtbewoners maakte het antiracistische geluid tegen racistisch politieoptreden do nog veel indrukwekkender. En ik vermoed dat dit soort support precies ook iets daardoor de politie gedwongen word e zich enigszins in te houden. Zestig demonstranten aanvallen is één ding, langs deze weg een buurtopstand uitlokken nog wel iets anders.
De stoet kwam uiteindelijk aan op het Spuiplein waar nog wat van de genoemde toespraken werden gehouden, waar het Actiecomité zich aan ons voorstelde, en waar we vervolgens we in een hartelijke sfeer afscheid namen. Ik had over het gebeuren zoals hierboven bleek wat kritische kanttekeningen waarvan ik hoop dat de constructieve bedoeling ervan in ieder geval wordt opgepikt. Het doet niets af aan mijn conclusie: demonstranten én organisatoren trots mogen zijn, erg trots, op wat er gisteravond in de Schilderswijk aan actieve solidariteit is laten zien.
(1) Die speech staat inmiddels online te lezen, met videobeelden bovendien, op de website van Antifacscistische Actie (AFA) Den Haag (noot toegevoegd op 2 augustus, 21.34 uur).