dinsdag 8 oktober 2013
Morgen protesteren hopelijk veel personeelsleden van de publieke omroep samen met mensen die solidariteit willen betuigen, tegen een forse bezuiniging die het kabinet door wil voeren. Die bezuinigingen kosten banen, en betere programma’s krijg je op die manier bepaald niet. Het protest komt vanuit de publieke omroep zelf bestaat uit een manifestatie vanaf 11.15 uur op het Malieveld in Den Haag; er is ook een petitie. FNV-bonden steunen de actie. Het is allemaal keurig en braaf. Maar het is iets. Hoe dan ook: de bezuiniging verdient het dan ook om te worden verslagen door protest en verzet. Dat zou tegelijk een opsteker zijn voor het bredere verzet tegen bezuinigingen en kabinetsbeleid in bredere zin.
In discussies over de omroepbezuinigingen is nauwkeurigheid echter nuttig, anders maken we het bezuinigingsfanaten onnodig makkelijk. Wat mij betreft kan het in de afwijzing van deze bezuinigingen het beste vooral gaan om datgene wat deze bezuinigingen gemeen hebben met soortgelijk beleid in zorg, onderwijs, kinderopvang, openbaar vervoer, bibliotheken en andere voorzieningen, noem het maar op. Ze kosten in de allereerste plaats werkgelegenheid, in een periode waarin banen intussen schaarser zijn geworden dan reuzenpanda’s. Het betekent baanloze omroepmedewerkers, en dat gaat van redacteuren en journalisten tot en met allerlei ondersteunend personeel dat nooit in the picture komt maar zonder welk je geen behoorlijk programma kunt uitzenden. Het gaat hier om werkende mensen, met arbeidsvoorwaarden die al onder druk staan, en die nu – niet voor het eerst – de dreiging van baanverlies boven zich voelen hangen. Deze mensen verdienen beter. Strijd en solidariteit zijn onze wapens om er aan bij te dragen dat ze dit ook krijgen. In deze zin is er dus geen verschil met wat er in de zorg en het onderwijs plaatsvindt. Op al deze fronten dient afwijzing van beleid en verzet daartegen de houding te zijn. Op deze basis is ook wederzijdse herkenning en solidariteit mogelijk tussen redactiemedewerkers op de ene plek, verpleegkundigen, docenten, buschauffeurs elders. Het zijn vele fronten, het is in de kern één oorlog.
We moeten ons dus niet verliezen in een debat over de kwaliteit van de programma’s, de unieke en belangrijke rol die de publieke omroep levert, het publieke belang dat daarmee gediend wordt. Niet omdat die discussie op zichzelf niet belangrijk is. Wel omdat het met de bezuinigingen zelf niets te maken heeft. Ja, voor veel van de programma’s die de publieke omroep brengt, heb ik geen waardering, en veel van de lezers van dit blog zullen dat met me eens zijn. Spoorloos, Brouw Zoekt Voer, noem het allemaal maar op. Het is amusement dat zich in niets onderscheidt van wat de commerciële omroep biedt. Simpel feit blijft dat nu sommige publiek zenders ze uitzenden, en dat er mensen hun boterham mee verdienen. De strijd om dit soort programma’s te vervangen door iets draaglijker programma-aanbod, is een strijd die binnen de omroep gevoerd moet worden, met krachtige deelname van kijkers en dergelijke. Maar we moeten niet toelaten dat onze afkeer van het programma-aanbod van die omroep gebruikt wordt om de makers van die programma’s van hun baan en bestaanszekerheid te beroven.
Dat geldt ook voor een officiële kerntaak van die omroep: informatie- en nieuwsvoorziening. Het NOS-Journaal is een tamelijk treurig voorbeeld. Dat biedt geen betere nieuwsvoorziening dan RTL 4, en soms is de kwaliteit en kritische zin zelfs aanzienlijk slechter ontwikkeld. Gezagsgetrouwheid vermengd met lifestyle gericht kijkcijfers scoren zetten de toon. Op de NOS-website heb je zelfs de volgende vaste rubrieken: Binnenland, Buitenland, Politiek, Economie en – vóór de laatste rubriek Opmerkelijk – ook nog Koningshuis! Niet de nieuwswaarde, maar puur het feit dat de NOS een speciale reclametaak voor de monarchie heeft, is hier kennelijk maatgevend. De NOS vertegenwoordigt het officieel niet bestaande Ministerie van Staatspropaganda van het Koninkrijk de Nederlanderigheid. De nieuwsuitzendingen ervan variëren van gebrekkig tot beschamend. Ze zouden een voorwerp moeten zijn van felle kritiek en strijd. Binnen de omroepen want ik kan me niet voorstellen dat er geen journalisten rondlopen daar die zich ook doodschamen. En erbuiten, want we betalen noodgedwongen mee aan die rommel.
Maar alweer, laten we er géén handvat van maken om de omroepen met bezuinigingen op te zadelen. Ik wil betere nieuwsvoorziening; wie bezuinigt, draagt echter bij aan beroerder nieuwsvoorziening. Verbeteringen van de nieuwsvoorziening zullen geld kosten. Bezuinigingen staan daar haaks op. Laten we dus waakzaam zijn dat progressief klinkende argumenten niet worden misbruikt om er een asociaal en verwerpelijk bezuinigingsoffensief mee te legitimeren.
Peter Storm
#1 by Kees on 2013/10/10 - 08:30
Wat ik nog wil toevoegen is dat een deel van de 100 miljoen (25 miljoen) die extra bezuinigd moet worden, bij de regionale omroepen bezuinigd moet worden. Dat zijn omroepen die al met minimale middelen werken. Met nog meer bezuinigingen staat het voortbestaan op het spel.