Cable Street: antifascistische victorie is jarig


vrijdag 4 oktober 2013

Vier oktober is niet alleen dierendag. Vier oktober was in 1936 ook de dag dat ettelijke duizenden Britse fascisten uit hun riolen en vuilnisvaten kropen, zich verzamelden on Oost-Londen om te marcheren in een wijk waar een aanzienlijke Joodse gemeenschap leefde. Ze werden echter opgewacht door vele tienduizenden antifascisten die hen fysiek de weg versperden. Een grote politiemacht probeerde de weg vrij te maken voor de fascistenmars. Dat mislukte jammerlijk, antifascisten hielden stand in langdurige straatgevechten. Mosley’s nazi’s dropen af en hielden verderop een tamelijk zielige betoging. De antifascisten wonnen de slag op die gedenkwaardige dag.

De Battle of Cable Street – genoemd naar de straat waar de veldslag plaatvond – eindigde dus in een klinkende overwinning van het brede, strijdbare verzet tegen het Britse fascisme. Met een beangstigende opkomst van extreem-rechts – met een nadrukkelijk fascistische inslag, en straatgeweld in opkomst, ook in Nederland – kunnen we de lessen en inspiratie van deze overwinning maar al te goed gebruiken.

Hoe het eruit zag is op filmbeelden goed te zien, bijvoorbeeld op het filmpje “Ghosts of Cable Streets” op YouTube, met als begeleidende muziek van The Men Yhey Couldn ‘t Hang die de gebeurtenissen in de gelijknamige song hebben verwerkt. Ik kwam het tegen op Socialist Unity, die me daarmee ook op de verjaardag van de gebeurtenis wees. Een goed achtergrondstuk is te vinden op  Libcom met “Battles of Cable Street”, waarin Michael Richmond een feitelijk mislukte poging van antifascisten om vorige maand de fascistische English Defense Leagye te dwarsbomen, vergeleek met het succes van Cable Street in 1936. het artikel is overigens overgenomen uit Occupied Times.

Het stuk geeft informatie over fascistenleider Oswald Mosley, iemand uit elitekringen, uit de grondbezittende kring, verre verwant van het Britse koningshuis. De steun die hij uit de gevestigde orde kreeg – met de Daily Mail die openlijk propaganda maakte voor de Britse nazi’s – was evident, de medewerking die Mosley voor zijn zwarthemdenmars kreeg ook. En Michael Richmond schetst de krachtsverhouding op straat destijds: “meer dan 250.000 Joden, Ieren, communisten, anarchisten, vakbondsmensen, antifascistische Londenaren van alle overtuigingen, overstroomden de straten en zijsteegjes van Oost Londen en verdedigden hun buurten en het recht om er te wonen. Dit stond in vergelijking met 3-4.000 fascisten en 6.000 politieagenten.”

Het ging er stevig aan toe, met buurtbewoners die vanaf balkons van alles en nog wet op de hoofden van de politie neerdalen – nogmaals, die politie trachtte de straat vrij te krijgen om een nazi-optocht ruim baan te geven. Mensen wierpen barricades op, waarin zelfs trams werden gebruikt “met hulp van sympathiserende trambestuurders”, zoals het artikel tussen haakjes er bij vermeldt. Het was zowel de schaal als de heftigheid van het antifascistisch verzet dat de politie ertoe bracht om Mosley en zijn fascisten naar een ander deel van de stad te dirigeren, zeer tot diens woede.

Vandaag de dag zijn fascisten nog niet in staat om zulke aantallen mensen op straat te brengen in intimiderende marsen. Maar de beginnetjes van zoiets zagen we op 21 september wel degelijk in Den Haag, en de aanblik was niet aangenaam, zoals je kunt zoen in “Wilders maakt nieuwe vrienden”, een artikel van Antifascistische Onderzoeksgroep Kafka . Vraagje: als het fascistische eenheidsfront, de verzameling van Wilders plus fans, PVV, Voorpost, Identitair Verzet, Blood & Honour en hoe ze maar allemaal mogen heten, overmorgen enkele duizenden marcheerders op de been brengt en onder politiebescherming aan het marcheren slaat, zijn wij als antifascisten dan met minstens tienduizenden vastberaden tegenbetogers?

Peter Storm

, ,

  1. No comments yet.

Comments are closed.