Rusland, homohaat en de Olympische Spelen


vrijdag 9 augustus 2013

Homohaat is in Rusland aan de orde van de dag. Het gaat hier zowel om wetgeving en politiegeweld als om georganiseerde intimidatie door groepen buiten de staat om. Beiden versterken elkaar, en beiden vragen om een snoeihard, helder antwoord van solidariteit, in Rusland maar ook daarbuiten. Het vinden van zo’n antwoord is niet zo makkelijk. Maar geen antwoord bieden betekent: mensen overlaten aan staatsterreur, straatterreur en valstrikken via internet. Dat is geen optie.

Hoe ernstig de zaak is, blijkt op twee fronten. Er is de inmiddels alom beruchte wet tegen “homopropaganda”. Alsof een seksuele oriëntatie op mensen van hetzelfde geslacht een ‘standpunt’ is waar je ‘propaganda’ kunt maken. ‘Hey, wordt homo! Hier heb je een pamflet, wil je misschien ook een Gay-krant? En kom naar onze bijeenkomst en wordt lid van de Unie van Homoseksuele Mannen en Lesbische Vrouwen!’ Ik zou spontaan hetero worden als ik zo werd aangesproken. Het is te bespottelijk voor woorden.

Maar achter het belachelijke gaat kwalijke ernst schuil. Onder het mom van bestrijding van ‘homopropaganda’ doet de wet iets anders: het is “verboden om informatie over homoseksualiteit te verspreiden en een gay pride te organiseren”. Voorlichting van minderjarigen over homoseksualiteit is verboden, zichtbare uitingen van homoseksualiteit is verboden, het beklemtonen van een gezamenlijke identiteit op basis van seksuele oriëntatie anders dan de gangbare heteronorm is verboden. Door voorlichting rond homoseksualiteit te verbieden, verdedigt de wet bekrompenheid, onwetendheid en haat. Door zichtbare manifestaties voor de rechten en waardigheid van lesbische vrouwen en homoseksuele mannen te verbieden, behandelt ze mensen als tweedehandsburgers vanwege hun seksuele keuzes-die-nauwelijks-keuzes-zijn. Door informatieverstrekking rond homoseksualiteit, en demonstraties voor vrije beleving en uiting van homoseksualiteit te verbieden, schendt de wet ook nog eens doodgewoon de vrijheid van meningsuiting en van demonstratie.

Je hoeft geen homo of lesbo te zijn om deze wet te verwerpen; je hoeft geen radicale socialist, anarchist of iets dergelijks te zijn om er een reactionaire inbreuk op de vrijheid – seksuele vrijheid, informatievrijheid, organisatie-, uitings- en actievrijheid in te zien, en een inbreuk op de gelijkwaardigheid van mensen. De wet is onaanvaardbaar voor homo ‘s en lesbo ‘s die er rechtstreeks slachtoffer van zijn. De wet is onaanvaardbaar uit radicaal revolutionair gezichtspunt. Maar zelfs uit een heel beperkt, conventioneel liberaal en democratisch gezichtspunt kan de wet helemaal niet door de beugel.

Daarom klinkt er ook afwijzing van de wet uit de gevestigde politiek in sommige Westerse landen, waar het establishment althans déze vorm van bekrompen repressieve houding enigszins achter zich heeft gelaten. Al moeten we de vooruitgang nioet overdrijven: Op een Gay Pride in de Zweedse hoofdstad Stockholm vielen agenten queer actievoerders aan die met een spandoek kritiek leverden op politiedeelname aan die Pride, en de de medewerking van politie aan het deporteren van homoseksuele/ lesbische/ biseksuele/ transgender-vluchtelingen mensen hekelden. Ze werden gearresteerd wegens ‘verstoring van de openbare orde’

Terug naar Rusland. De wet levert feitelijk de ideologie waar potenrammers in georganiseerd verband op leunen: homoseksualiteit is ‘raar’, het ‘hoort niet’, het ‘ondermijnt te moraal’. Met dat idee in de hand gaan ze met name jonge homo’s met grove agressie te lijf. “Het lijkt een nieuwe rage te worden in Rusland: jonge homo’s via de sociale netwerken verleiden tot een afspraak en ze vervolgens vernederd aan de schandpaal nagelen op het internet. (… ) Soms wordt het slachtoffer ‘alleen maar’ uitgescholden.” Maar soms moet het slachtoffer zich uitkleden. “Soms krijgt hij  “urine over zich geen. Of wordt hij roze geschilderd.” De boel komt op internet ter vernedering. Het argument is veelal strijd tegen pedofilie. “Een merkwaardig argument. De slachtoffers zijn juist meestal jonge jongens, die door oudere mannen worden verleid tot seks, al dan niet tegen betaling”, aldus de NOS.

De vernederingen worden georganiseerd door groepjes. Een jonge neonazi, Maksim Martsinkevitsj, is één van de gangmakers. Zijn bijnaam: Hakmes. Het aantal groepen dat zich met dit soort ziek getreiter bezighoudt is zeker 500, het aantal slachtoffers aanzienlijk. “Vermoedelijk tientallen jonge homo’s in onder meer Moskou en Tambov zijn sinds afgelopen winter het slachtoffer geworden van dit soort acties”, aldus Trouw. Naast het genoemde Hakmes is er ook een andere neonazi betrokken bij dit soort terreur, een zekere Filipp Dönitz. Dat is een schuilnaam, de achternaam verwijst naar de nazi-admiraal die in de laatste dagen van het Derde Rijk het stokje nog heel even van Hitler had overgenomen.

De nazi-connectie komt niet alleen via dit pseudoniem tot uiting. “Op vergelijkbare wijze als homo’s gaan Russische nationalisten immigranten te lijf. Alleen al in Moskou zijn enkele duizenden jongeren aangesloten bij groepen die straffeloos jagen op illegale buitenlanders”. Niet enkel in Moskou is het ‘raak’: “In Sint Petersburg schuimden neonazi’s, sommigen gewapend met honkbalknuppels, vorige week met hetzelfde doel de straten af, intimideerden en filmden buitenlandse verkopers, van wie sommigen door de politie werden meegenomen voor verhoor.” Nazi’s vallen immigranten aan, politie maakt het werk af en neemt immigranten mee. ‘Voor verhoor’, en wat gebeurt er tijdens dat verhoor, en erna?

Zoals politie en nazi’s feitelijk samenwerken tegen immigranten, zo is het ook met geweld tegen homo’s. De groepen die zich daarmee bezig houden “voelen zich gesterkt door omstreden wet, die ‘propaganda’ van homoseksualiteit verbiedt onder minderjarigen en de steun heeft van een meerderheid van de Russische bevolking”. Het is moeilijk te vechten tegen dit soort terreur, als de staat en de wet de argumenten voor dit soort terreur levert. Strijd tegen deze wet en strijd tegen dit soort nazi-knokploegen horen dan ook bij elkaar. Het is een kwestie van homo-rechten, homo-emancipatie, gelijkberechtiging. Het is tegelijk een antifascistisch gevecht.

Hoe voeren we dat gevecht? De laatste tijd zingen er oproepen om rond de komende Olympische Spelen in Rusland, aan te grijpen om een protest tegen de wet te laten horen. Stephen Fry en anderen: boycotten, die Spelen. Derk Sauer, mediamagnaat in Moskou, stelt voor om tijdens de Spelen een statement te maken, een Gay Pride te organiseren waaraan ook allerlei prominenten uit de sport deelnemen. Arthur Japin stelt voor om Rusland uit te sluiten van de Spelen. “Rusland uitsluiten van deelname is komisch, omdat de Spelen nu juist in dat land plaatsvinden.” Reden ervoor is er genoeg, zo stelt hij: discriminatie van zwarten was in 1964 reden om Zuid-Afrika uit te sluiten, onderdrukking van vrouwen was in 2000 reden om Afghanistan te beletten om mee te doen.

Interessant en bizar is de houding van het Olympisch Comité zelf. Dat beweerde garanties te hebben gekregen van de Russische autoriteiten dat de anti-homo-wet “niet geldt voor allen die aan de Spelen deelnemen”. Alsof dat bevredigend is: sporters en medewerkers die aan de Spelen meedoen mogen openlijk van hun homoseksualiteit blijk geven, terwijl Russische homo’s nog steeds veilig en onder wettelijke dreiging in de kast gehouden worden. De Russische autoriteiten blokkeerden echter deze slappe uitwijkmogelijkheid. De Russische minister van Sport Vitali Moetko: “Niemand verbiedt atleten met een afwijkende seksuele voorkeur naar Sotsji te komen, maar wanneer ze dit op straat uiten, moeten ze zich gewoon verantwoorden”. Je mag ‘het’ wel zijn, maar het is wel een ‘afwijkende voorkeur’, en je mag het niet laten merken. Waar ken ik dat toch van? Zó lang is het niet geleden dat dit de dominante houding was in Nederland. Hier en daar is het dat nog. Maar in Rusland wordt die houding ook nog eens van staatswetge uitgedragen en bekrachtigd.

Maar ook als de Russische regering voor deelnemers en toeschouwers van de Spelen de wet even buiten werking stelt, is dat totaal ontoereikend. De wet is immers niet in de eerste plaats een aanval op bezoekers van Rusland, maar op de mensen die er wonen. Atleten en bezoekers kunnen naar een paar weken weer terug – naar Zweden bijvoorbeeld, waar de politie er dus ook wat van kan qua homofobie. Homo’s en lesbo’s in Rusland kunnen echter geen kant op, tenzij ze naar Nederland willen vluchten om daar door Teeven alsnog tot wanhoop, hongerstaking en zelfmoord te worden gedreven.

De Russische anti-homowet zélf, en niet enkel haar toepassing tijdens de Spelen, is verwerpelijk. De houding van de Nederlandse NOC*NSF is dat ook, en beroept zich op de genoemde garantie: “Wij gaan ervan uit dat die garantie overeind blijft en dat die wet niet van toepassing zal zijn op sporters, begeleiders en supporters die naar Sotsji afreizen”, aldus Maurits Hendriks van het NOC* NSF. De wet mag wat Hendriks betreft dus gewoon van toepassing zijn om Russische homo’s en lesbo’s en op de voorvechters van hun rechten. Verachtelijk standpunt.

Wegblijven uit protest tegen die wet zélf, en heel er duidelijk maken waarom je wegblijft, is veel beter. Spelen houden in een homovijandig land zonder daar een kik over te geven is domweg niet fair en niet sportief, toch? Maar dat dient dan de keus van atleten en hun teams zelf te zijn, en van fans die hen hierin aanmoedigen. Aan hen dienen boycot-oproepen gericht te zijn. Niet aan regeringen van deelnemende landen, die er maar al te makkelijk een instrument in buitenlands beleid uit smeden ter meerdere eigen eer en glorie. Rutte die uit homovriendelijkheid tot een boycot van de Spelen oproept lijkt me geen fraai schouwspel, en Rutte hierin aanmoedigen lijkt me geen goed idee. Vrolijke wanordelijkheden om roet in Poetins homofobe feestje te gooien, is leuker, en beter. Want de Spelen door laten gaan alsof er niets aan de hand is, dat is natuurlijk geen optie.

Peter Storm

, ,

Comments are closed.