donderdag 30 mei 2013
Het intens gemene beleid dat Nederland tegen vluchtelingen, tegen migranten zonder verblijfspapieren, voert – een beleid van detentie, intimidatie, mishandeling en deportatie – raakt omstreden. Allerhande mainstream instellingen beginnen te roepen om een mildere aanpak. Die roep laat enerzijds zien hoe de kwaadaardigheid van het regeringsbeleid in het oog springt, zelfs bij mensen die helemaal niet zo radicaal zijn. Maar die roep leidt tegelijk tot wijzigingsvoorstellen die de kern van het probleem onaangetast raken. Eén ervan kom van een officiële adviescommissie. De tweede komt triest genoeg van Amnesty, een NGO die geacht wordt in mensenrechten te doen maar dat in de kern hier nalaat.
Een roep om een iets minder inhumaan uitgevoerd beleid zagen we afgelopen dag vanuit de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ). Dat pleit ervoor dat de staat minder vaak en minder langdurig ‘vreemdelingen’ in detentie zet. Het rapport kritiseert het feit dat vluchtelingen ook vastgezet worden als allang duidelijk is dat uitzetting onmogelijk is. Er zou meer controle moeten zijn of opsluiting wel doelmatig is, advocaten worden buiten spel gehouden en dat zou anders moeten. De commissie hekelt ook het feit dat ‘resultaat’ wordt gemeten aan de hand van het aantal ‘vreemdelingen’ dat aan de Dienst Terugkeer & Vertrek wordt overgedragen. Dat gebeurt namelijk vanuit detentie. Het aantal vluchtelingen dat richting vertrek wordt geduwd zonder dat er detentie aan te pas komt wordt niet meegerekend. Zo stelt de procedure feitelijk een premie op het éérst vastzetten en dán pas richting deportatie duwen van vluchtelingen. “De politie wordt, kortom, geprikkeld om veel vreemdelingen vast te zetten. Dat deugt niet, zegt de ACVZ.”
Het is tekenend dat zo’n officiële commissie zoiets zegt. Het rapport verwijst naar feiten waarvan het nuttig is om er kennis van te nemen. Maar de stellingname zelf verdient geen steun en geen sympathie. Er is geen sprake van principiële kritiek op het beleid. Alles draait om een soepeler uitvoering van dat beleid. Het idee is dat de staat ook vluchtelingen weg kan werken zonder ze eerst langdurig op te sluiten. Het idee is ook dat opsluiting zonder het vooruitzicht van deportatie niet effectief is. Maar aan de kern van het beleid – alles op alles zetten om mensen zonder verblijfspapieren het land uit te werken – verandert niets. Die kern is zelf onmenselijk, ongeacht hoe je de uitvoering precies regelt. Uitvoering van de aanbevelingen van de commissie leiden tot een soepeler deportatiemachine, met minder opheft en minder slechte publiciteit. Het leidt dus tot een effectievere versie van diepgaand onrecht dat totale principiële afwijzing verdient. Van een werkelijke erkenning op de vrijheid van beweging, of zelfs maar een oprechte stap in die richting, is geen sprake.
Dat is voor een staatsinstelling, een officiële adviescommissie, natuurlijk ook niet zo raar. Schunniger is het standpunt van Amnesty International, dat met een postercampagne “Ik schaam mij diep” de detentie van vluchtelingen hekelt op een heel merkwaardige wijze. Natuurlijk is het al onzin dat juist de critici van het beleid zich in schaamte zouden hullen. De mensen van de Werkgroep Deportatieverzet die uitzetting na uitzetting na uitzetting trachten te verhinderen, hoeven zich nérgens voor te schamen. Joke Kaviaar, die zich in woord, geschrift en daad inzet voor complete vrijheid van beweging, voor een volledig no border standpunt, hoeft zich nergens voor te schamen. De mensen van Occupy Rotterdam, die dagelijks bij Detentiecentrum Rotterdam demonstreren uit solidariteit met hongerstakers die daar zitten, zij hoeven zich nergens voor te schamen. De mensen van het No Border Netwerk , de mensen van Recht op Bestaan, noem maar op – zij hoeven zich nergens voor te schamen op dit vlak, ze doen wat ze kunnen. Degenen die zich moeten schamen, dat zijn Teeven, zijn politiehonden (ik bedoel de tweebenige, niet de viervoeters, al besef ik dat de vergelijking beledigend is voor die onschuldige harige viervoeters), zijn knokploegen en deportatiepersoneel, zijn IND-bureaucratie, zijn Dienst Terugkeer & Vertrek en alles erop en eraan. De KLM – haar directie, maar ook piloten die willens en wetens meewerken aan vluchten waarmee mensen worden gedeporteerd – moet zich schamen. Maar ik denk niet dat zij erg vatbaar zijn voor het appel van Amnesty. Dat schiet alleen al daarom precies naast het doel.
Maar het is erger dan dat. Amnesty is helemaal niet werkelijk tegen het opsluiten van “vreemdelingen”. Op haar website staat te lezen: “Amnesty wil dat vreemdelingendetentie echt alleen als laatste redmiddel wordt gebruikt, als alle lichtere toezichtsmiddelen ontoereikend zijn. Daarnaast wil Amnesty dat , als detentie onvermijdelijk is, dit zo kort mogelijk moet duren en moet plaatsvinden onder een regime dat slechts beperkingen oplegt die absoluut noodzakelijk zijn voor het doel. Namelijk het voorkomen aan onttrekking van toezicht en het beschikbaar houden voor uitzetting.” Dat doel vindt Amnesty dus op zichzelf geen probleem. De staat mag wat Amnesty betreft mensen het land uit gooien en daartoe maatregelen nemen, desnoods dus óók opsluiting. Die opsluiting, zo voegt Amnesty nog wel toe aan haar verlanglijstje, moet dan echter niet op strafrechtelijke detentie lijken. Tsja. Je mag mensen opsluiten, maar dat mag niet lijken op het opsluiten van weer andere mensen. Nogmaals: tsja.
Het zal op een vage manier nog goedbedoeld zijn ook. Aan dit type goede bedoelingen hebben we echter weinig tot niets. Het recht van Teeven en zijn bureaucraten om alles in het werk te stellen om “vreemdelingen”- dat afschuwelijke bureaucratenwoord – het land uit te werken, wordt door deze zich ‘mensenrechtenorganisatie’ noemende organisatie niet aangevochten. Niet vreemd dat Amnesty inmiddels ook het eerder genoemde rapport van de ACVZ op vrijwel lovende toon aanstipt.
Adviescommissie en Amnesty denken dan ook langs dezelfde lijnen: een soepeler, iets minder openlijk wrede, priocedure om mensen te deporteren, waar mogelijk nog met medewerking van die mensen zelf ook. Noch de adviescommissie, noch Amnesty zijn dan ook bondgenoten in het verzet van vluchtelingen en mensen die solidariteit organiseren. Van een officiële adviescommissie valt dat ook niet echt te verwachten, die zijn er niet om staatsbeleid omver te gooien of principieel te kritiseren maar om te zoeken naar een meer effectieve versie ervan. Maar Amnesty? Iets dat zich mensenrechtenorganisatie noemt maar niet principieel voor de vrijheid van beweging van mensen wil staan en met lapmiddelen leurt? Amnesty moet zich schamen.
Peter Storm