Vredesbeweging tegen Irak-oorlog (1): 15 februari 2003 en meer


vrijdag 15 maart 2013

De periode tussen 15 februari en 20 maart van 2003 behoort tot de meest onwezenlijke die ik me kan herinneren. Op 15 februari de wereldwijde demonstraties tegen de naderende Irak-oorlog, met ook in Nederland een grote demonstratie van tegen de 100.000 mensen. Op 20 maart dan toch het begin van die oorlog, met bombardementen, invasie en uiteindelijk een lange, wrede bezetting. Was al onze inzet, al het protest van die wereldwijde miljoenen, vergeefs geweest? De oorlog stoppen was overduidelijk niet gelukt. Wat was de zin van de vredesbeweging uit 2002-2003?

Laten we terug gaan naar oktober 2001. Toen begon de VS, als reactie op 9/11 dat echter vooral ook voorwendsel was voor eerder geplande agressie, bombardementen op Afghanistan. Die leidden tot protest, ook in Nederland. Toen de aanval voorbij was en de Taliban gevallen, was het protest ook weer verdwenen, al kwamen er in 2002 wel verwante protesten toen Israël haar bezettingspolitiek weer eens escaleerde met haar aanval op Jenin op de Westelijke Jordaanoever. Al snel werd duidelijk dat de aanval op Afghanistan een soort voorspel was, een vingeroefening bijna, voor het grotere werk: een al veel langer voorgenomen afrekening met Irak, dat door de Amerikaanse bommen van Desert Storm in 1991 en door langdurige wurgende VN-sancties was verzwakt, maar nog altijd niet was gebroken. Daar moest nu, met 9/ 11 alweer als voorwendsel, een eind aan komen.

Toen in de loop van 2002 dus steeds duidelijker werd dat Irak het volgende oorlogsdoelwit was, waren er al mensen, groepen, netwerken die zich tegen de oorlog in Afghanistan en tegen de Israëlische escalaties hadden doen gelden. Die krachten gingen vanaf de zomer van 2002 aan de slag tegen de naderende oorlog. In Tilburg bijvoorbeeld was een klein handjevol mensen van de Internationale Socialisten (IS) vanaf oktober wekelijks op straat te vinden met posters: “Opsporing verzocht: George Bush, terrorist”, en andere antioorlogspropaganda. Zo probeerden we een netwerk van mensen om ons heen te krijgen die actief wilden worden in het geval van oorlog. In de winter kwam er een comité tegen de oorlog tot stand in Tilburg, waaraan SP, GroenLinks, de IS en ongebonden personen deelnamen. Er was een noodplan gemaakt om op een afgesproken moment na het begin van een aanval op Irak de straat op te gaan. In andere steden en landen waren, op in iteratief van uiteenlopende groeperingen en mensen, soortgelijke activiteiten op gang gekomen. En je merkte de opinies schuiven. Mensen klachten je in oktober 2002 nog bijna uit en vonden dictator Saddam zo eng dat ze een afrekening daarmee wel zinnig vonden. Mensen waren ook echt bang dat die man een enge bom of een arsenaal van gifgas had. In januari was dat anders. De propaganda – Saddam zou massavernietigingswapens bouwen en onder één hoedje met Bin Laden spelen – begon haar geloofwaardigheid te verliezen bij gebrek aan ondersteunend bewijs. Mensen raakten overtuigd dat de redenen voorwendsels waren, en dat olie er wel eens een boel mee te maken zou hebben.

Internationaal kreeg de vredesbeweging al vleugels. In november 2002 vond in Florence het eerste Europese Sociaal Forum plaats, dat werd afgesloten met een gigantische vredesdemonstratie waar honderdduizenden, mogelijk een miljoen mensen aan meededen. Een onvergetelijke ervaring. Vanuit een bijeenkomst rond dat Forum werd vervolgens een oproep gelanceerd om op 15 februari een wereldwijde actiedag tegen de naderende oorlog te houden, met demonstraties en manifestaties in zoveel mogelijk plaatsen. De maanden daarop werkten mensen aan de realisering van dit prachtige plan, ook in Nederland, ook in Tilburg. De anti-Bush posters sloegen aan, ze doken hier en daar voor onbekende ramen op. En we gingen bussen regelen om mensen makkelijk en in groepsverband naar de voor 15 februari geplande demonstratie in Amsterdam te vervoeren. Een eerste bus kwam snel vol, wagen we een tweede? Ja, laten we het proberen… die kwam ook vol. Nummer drie?! Uiteindelijk gingen we met acht tjokvolle bussen demonstranten op en neer uit Tilburg naar Amsterdam. Een hoogtepunt in mijn leven als actievoerdertje dat daar aan kon bijdragen. En ja, op haar bijdrage daaraan mag de IS, – waar ik destijds lid van was – met al haar gebreken waar ik destijds geen oog voor had, nog steeds trots zijn, met al haar.

De actiedag was wereldwijd een overweldigend succes wat deelname betreft. In Londen – een land dat actief mee wilde doen aan de aanval op Irak – gingen zeker één maar mogelijk twee miljoen mensen de straat op. Spanje en Italië kenden miljoenenmenigten in actie. De VS zag een grote betoging in New York. Dat waren allemaal echter landen waar je substantiële actie kon verwachten. Maar er was nauwelijks een plek ter wereld waar in de buurt geen actie was. Ik las ooit van een actie op die dag op Antarctica. Kort erna een verontwaardigd protest van mensen: er waren twéé acties op Antarctica! Het totale aantal betogers moet in de vele miljoenen hebben gelopen. Het waren er tussen de 12 en de 14 miljoen mensen volgens het Guinness Book of Records, verspreid over bijna 800 locaties, aldus Phyllis Bennis. Leo Zelig spreekt van 17 miljoen in totaal, op 600 plekken. Hij liep zelf mee in Londen en schreef naar aanleiding van het tien-jaar-jubileum van de demonstraties zijn indrukken daarop; Sarah Grey deed hetzelfde maar dan van haar deelname in New York; beiden staan in het zojuist doorgelinkte stuk Wikipedia schrijft in haar artikel over het protest van die dag dat schattingen uiteenlopen van tussen de 6 en 8 miljoen mensen tot aan 30 miljoen.

De weken erop werden gekenmerkt door een buitengewoon merkwaardige atmosfeer. Je voelde de oorlog dichterbij komen, met een griezelige onafwendbaarheid, en bijna met anticipatie: wanneer is het zover? Je voelde de euforie van het miljoenenprotest van 15 februari nagalmen, je voelde de woede – maar je voelde ook dat de somberheid, het pessimisme, het gevoel van onvermijdelijkheid van de oorlog, groeien om je heen. Er bleef gewerkt worden aan acties, voor als de oorlog daadwerkelijk begon maar ook tegen bijvoorbeeld wapentransporten door Nederland. We hebben bijvoorbeeld met een handvol mensen bij station Tilburg in de vrieskou van de vroege ochtend nog een picketline gehouden om die reden.  En we werkten weer aan busvervoer, voor Dag X, de eerste zaterdag na het begin van de oorlog, wanneer er weer een landelijke demonstratie zou zijn. Tegelijk hadden we een plaatselijke demonstratie op stapel gezet, een grotere versie van het eerder genoemde noodplan. In de nacht van 19 op 22 maart begon Bush zijn oorlog. Overdag verspreidden we posters: vanavond allemaal naar de binnenstad, de Heuvel! En er kwámen mensen, het waren er honderden, rond de zeshonderd als mijn geheugen er geen bende van maakt. We liepen door de binnenstad, en de politie slaagde er op de Spoorlaan langs het station niet in om ons netjes op de stoep te houden. Ik kan me in Tilburg geen glorieuzer demonstratie herinneren dan deze. De zaterdag erop kregen we weliswaar geen acht, maar toch nog drie, bussen met demonstranten naar de demonstratie in Amsterdam die wederom tegen de 100.000 deelnemers telde.

Maar het gevoel van demonstranten was toen al omgeslagen. We hebben verloren. We zijn er niet in geslaagd om de oorlog te stoppen. Je kunt zeggen: het was naïef om te denken dat we dat sowieso hadden gekund. Je kunt zeggen: de vredesbeweging van die tijd heeft netwerken opgeleverd, strijdervaringen, die bijgedragen hebben aan de sociale strijd in de maanden en jaren daarop. Je kunt zeggen: de protesten van februari en maart 2003 hebben de Irak-oorlog niet tegengehouden, maar wel de dreigende uitbreiding naar Iran afgeremd, misschien wel geblokkeerd. De protesten lieten een weerstand zien die niet verdween, en die bijdroeg aan het niet onbeperkt voortzetten van de bezetting en ook landen ontmoedigde om aan oorlog en bezetting mee te (blijven) doen. Wikipedia noemt dat laatste effect als factor. Het zou allemaal kunnen. Sterker: er zit een boel in. En het maakte deelname aan de bewegingen van destijds zinnig.

Maar het doet aan een feit niet af: we hadden ons voorgenomen die oorlog tegen te houden met ons allen, waar of niet? Als er tussen activisten wat langdradig gesteggeld werd in Tilburg, of we dwaalden een beertje af van het onderwerp, dan riep er al snel wel iemand: “kunnen we verder? Er moet nog wel even een oorlog worden gestopt.” Dat was met een knipoog, maar tegelijk meenden we dat. En we – al die vredesactivisten et hun uiteenlopende achtergronden, maar verenigd in onze afkeer van die oorlog – zijn daar niet in geslaagd. Dat was een nederlaag. Misschien een onvermijdelijke, ongetwijfeld een zeer leerzame, en zeker ook één met positieve effecten en resultaten die echter aan dat feit niets veranderen. “De wereld zegt Nee tegen oorlog”- en de oorlog kwam toch. Dat behoeft een verklaring, net als de nuttige effecten ervan, en leerervaringen die het protest inhield, toelichting behoeven.. Maar dat komt een volgende keer.

, , , ,

Comments are closed.