donderdag 8 november 2012
Het werd dus four more years voor president Obama, en de opluchting van veel linksere mensen was tastbaar. Het is een opluchting die goeddeels op illusies en gezichtsbedrog is gebouwd. Illusies zijn hardnekkig, en het idee dat met Obama een wezenlijk minder erg beleid zal standhouden dan onder Romney het geval zou zijn, is een hele hardnekkige. De illusie bloeit op een voedingsbodem van drogredenen en informatietekort. Ik voel me bepaald niet opgelucht, integendeel. Be Afraid. Be VERY Afraid – en doe iets met die angst. Dat lijkt me een betere houding dan die van de die mensen bij het Witte Huis die de overwinning van hun held feestvierend begroetten.
Waarom ik geen grote opluchting voel bij de overwinning van iemand die toch evident ‘minder erg’ is dan Romney? Deels omdat de verschillen helemaal niet zo groot zijn. Romney dient de rijke 1 procent? Obama deed de afgelopen vier jaar niet anders, omringd als hij zich had met ministers en topadviseurs die rechtstreeks uit Wall Street zijn ingevlogen. Romney wil graag oorlog tegen Iran? Obama houdt op dat gebied nadrukkelijk al jarenlang ‘alle opties open’ en is gewoon doorgegaan met de opbouw van diplomatieke en economische druk, gecombineerd met dreigementen, tegen dat land. Dat gevaar is met de nederlaag van Romney bepaald niet geweken. Met Romney zou een oorlogsstoker aan de knoppen komen te zitten? Hoe noemen we dan Obama, die een programma moordaanslagen via onbemenste satellieten – drones – steeds verder uitbouwt? Die wekelijks een dodenlijst doorneemt om te bepalen wie nu weer van grote hoogte hoogtechnologisch uit de weg geruimd mag worden? Obama heeft de Irak-oorlog afgebouwd, maar de Afghanistan-oorlog opgevoerd, een oorlog in Libië doorgezet die een drone-staart aan het krijgen is. Hoongelach hoort dan ook de reactie te zijn bij de Volkskrantkop: “Obama krijgt nu de kans zijn Nobelprijs waar te maken”. In de eerste plaats hoor je prijzen te krijgen als je iets hebt waargemaakt. Met of zonder doping, wielrenners krijgen toch ook pas een gele trui nádat ze de snelste zijn in de Tour de France? Ik kreeg mijn middelbareschooldiploma toch ook niet ter aanmoediging, om een regen van enen en tweeën voor Frans weg te werken? In de tweede plaats wijst niets uit de afgelopen vier jaar erop dat Obama iets anders wil dan het handhaven van de Amerikaanse macht met alle middelen, inclusief het grofste geweld.
Natuurlijk zijn er beleidsterreinen te noemen, en aspecten van beleid, waarin Romneys voorkeuren nog aanzienlijk rechtser zijn dan die van Obama. Maar consequenties zijn iets anders dan voorkeuren. Rechtsere presidenten slagen niet noodzakelijk in hun rechtse opzet, minder rechtse presidenten voeren niet noodzakelijkerwijs ook een minder rechts beleid. Er is namelijk ook nog zoiets als context. Het is juist frappant dat Democratische, iets minder rechts ingeschatte, presidenten, soms grover oorlog blijken te voeren dan Republikeinen met hun geëtaleerde voorkeur voor militarisme. Het is eveneens opvallend dat sociale wetgeving zeker zo goed door Republikeinen is doorgevoerd als door Democratische, en evenzeer door presidenten van beiden zijn afgebroken.
Een historische voorbeeld. Vietnam biedt ze.. Frankrijk voerde vanaf 1945 een koloniale oorlog om de nationale verzetsbeweging die een onafhankelijke staat in dat land voorstond, te breken. De VS begon de Franse koloniale oorlog te subsidiëren en een groot deel van de kosten ervan over te nemen. Dat was al rond 1950, onder president Truman, een Democraat. De wortels van de Vietanamoorlog liggen dus bij de politiek van een Democratisch president. Frankrijk moest zich in 1954 gewonnen geven. In het Noorden wonnen de nationale verzetskrachten de macht. In het Zuiden knutselden reactionairen een pro-Westers bewind in elkaar, de VS ging dat bewind steunen, met geld en kleine aantallen militairen. Dat was onder president Eisenhower, een Republikein. In het Zuiden brak ook opstand uit, van arme bioeren, aangevoerd door geestverwanten van het Noordelijke bewind. Rond 1960 was die opstand zo sterk dat het pro-Amerikaanse bewind gevaar liep. De volgende president, Kennedy, voerde daarop het aantal Amerikaanse militairen sterk op, tot enkele tienduizenden. Kennedy was een Democraat. Na zijn dood kregen we Johnson, die doorging met escaleren en uiteindelijk een half miljoen soldaten naar Vietnam stuurde, het Zuiden kapot liet bombarderen om de guerrilla te breken, het Noorden liet bombarderen om steun uit die richting aan de guerrilla in het Zuiden af te straffen. Enorme escalatie. En ook Johnson was Democraat.
Rond 1968 drong het zelfs in de elites door dat de VS niet ging winnen. Hardnekkig en effectief Vietnamees verzet, gecombineerd met groeiend protest in de VS en groeiend ongenoegen onder Amerikaanse soldaten zelf die nu en dan een officier omlegden om duidelijk te maken dat ze zich niet de jungle en de dood in wensten te laten sturen, deden het tij keren. Toen de Republikein Nixon president werd, was dit inzicht veld aan het winnen in het Amerikaanse establishment. Hij zag dat hij van de oorlog af moest, en dat dit niet via een overwinning zou kunnen. Langzaam maar zeker haalde Nixon soldaten terug, er kwamen onderhandelingen, en een wazig akkoord in 1973. Bombardementen gingen gestaag door, er kwamen korte invasies in buurlanden Cambodja en Laos. Maar de langlopende trend was: afnemende rechtstreekse betrokkenheid van de VS, de-escalatie. Onder een Republikeinse president, na acht jaar escalatie onder twee Democratische presidenten. Onder Ford, Nixons opvolger en eveneens Republikein, liquideerden de VS uiteindelijk de failliete onderneming, verdwenen de laatste Amerikaanse soldaten uit het land en viel uiteindelijk het pro-Westerse bewind. Kan iemand hieruit destilleren dat we met Democraten in het Witte Huis beter af zijn?
Bovenstaande schets is niet bedoeld om aan te tonen dat Democraten erger zijn dan Republikeinen, hooguit om het misplaatste omgekeerde beeld te helpen torpederen.. Het verschil zit echter niet voorkeuren. Het verschil zit in de context. De Democraten aan de macht opereerden toen de VS supersterk was, binnenlandse oppositie vrijwel afwezig en de enige bredere kritiek op het beleid van rechts kwam, in de vorm van oproepen tot nog méér bommen, tot aanvallen op China en weet ik wat.. Dus gingen Democratische presidentschappen stap voor stap richting escalatie. Toen Republikeinen het Witte Huis weer betraden, was de escalatie al goeddeels onvruchtbaar gebleken, was er inmiddels kritiek van links op het beleid te horen en waren er effectieve protest- en verzetsbewegingen in de VS opgekomen. Er waren dus stevige remmen ontstaan tegen verdere escalatie, en het werd in het pragmatische belang van het Amerikaanse imperium om te de-escaleren. Dus de-escaleerde Nixon. Machtsverhoudingen, context – en niet de ideologische voorkeuren, want Nixon was bepaald niet minder bloeddorstig dan Johnson! – stuurden het beleid. Wat presidenten diep in het hart willen, is niet zo belangrijk. Wat de elites van de VS inschatten als in hun machtsbelang, dát is wat telt.
Deel van het verschil in beleid wordt dus bepaald door de mate waarin beleid protest ontmoet. En precies op dat deel oefenen we invloed uit – door zelf initiatief te nemen, door op geen president of kandidaat te gaan zitten rekenen of wachten, door geen hoop op hogerhand te projecteren en zelf af te gaan wachten. Precies dat gebeurt echter zo vaak: een progressief-klinkend president, waarop mensen vervolgens afwachtend-hoopvol de zaken aan overlaten. En hier zit precies de reden van mijn “Be Afraid. Be VERY Afraid”. Het is best mogelijk dat de voorkeuren van Romney nog enger zijn dan die van Obama. Ik weet dat niet, ik ken ze niet en ik ben geen psycholoog. Maar het doet er ook niet zo veel toe. Er is namelijk een verschil dat haaks staat op het verschil tussen rechts en nog rechtser. Wederom een kleine historische excursie. In 2000 wonnen, pardon, stalen, de Republikeinen de presidentsverkiezingen. Bush werd president. Dat betekende al snel oorlog in Afghanistan en in Irak, politiestaat in steeds verdere opbouw, belastingvoordeel voor de rijken. Maar het betekende ook immens protest. We zijn het bijna vergeten, maar de inhuldiging van Bush in 2001 ging gepaard met flinke aantallen boze demonstranten die zelfs de stoet waar Bush in zat oponthoud bezorgden. De aanval in oktober 2001 op Afghanistan ontmoette onmiddellijk protesten, onder de leus “Not In My Name”. De naderende oorlog tegen Irak lokte een vredesbeweging uit, wereldwijd en van enorme omvang. Google maar eens op de datum “15 februari 2003”, kijk bij Wikipdia wat er die dag gebeurde. Wereldwijd tot op Antarctica voerden mensen actie tegen de naderende oorlog. Later zakte het protest in, maar er waren steeds weer oplevingen, bijvoorbeeld toen Cindy Sheehan, moeder van een omgekomen soldaat, een tent opzette bij het zomerverblijf van Bush, om de simpele vraag beantwoord te krijgen: Mijnheer de president, waarom moest mijn zoon sterven?
Je kunt zeggen: dit protest haalde weinig uit, want de oorlog ging maar door. Dit is echter slechts gedeeltelijk waar. In de voorzomer van 2003, toen de VS zojuist Irak onder de voet hadden gelopen, hoorde je geluiden dat nu Syrië aan de beurt kwam. Uit die tijd dateert ook de leus: echte mannen gaan niet naar Bagdad, echte mannen gaan naar Teheran”- toen ook al in het schootsveld van het Witte Huis. Zover kwam het echter steeds maar niet. Waarom niet? Te riskant, dat bleek wel toen in Irak de overwinning van 2003 veranderde in een uitputtingsoorlog tegen guerrillabewegingen zich niet zomaar lieten verslaan. Te riskant echter ook binnenslands. Als een relatief makkelijke oorloog in Irak al zoveel protest uitlokte hoe zou dat dan niet zijn voor een veel grotere oorlog tegen Iran? Ik denk dat de protesten van 2003 – relatief ineffectief als ze rechtstreeks waren – indirect zeer hebben bijgedragen om aanvallen op Syrië en Iran i die periode te dwarsbomen, als een soort van schot oor de boeg. Nee, de vele miljoenen die op 15 februari 2003 demonstreerden, deden dat niet helemaal tevergeefs.
In 2006-2007 drong het in Washington door dat de Irak-oorlog niet zomaar te winnen was. Een combinatie van tijdelijke escalatie, het omkopen van guerrillagroepen en vervolgens de-escalatie werd ingezet – nog steeds onder Bush. Obama nam dat beleid – en aanvankelijk zelfs één van Bush’ ministers – over en zette het door totdat openlijke militaire inzet van de VS was afgebouwd. Maar tegelijk escaleerde hij de Afghanistan-oorlog tot grote hoogte – of diepte. De drones-oorlog, begonnen onder Bush, werd steeds verder uitgebreid. De jacht op Osama Bin Laden werd opgevoerd en culmineerde in een banale moordaanslag door een commando-eenheid, feitelijk een ordinaire afrekening.
Obama voerde in dit soort zaken een beleid dat niet zo heel anders was als dt van Bush. Maar eer was één zeer belangrijk verschil. Bush kwam er niet mee weg. Obama wel. Wandaden die Bush op vervelende persvragen en hinderlijke hordes demonstranten zouden komen te staan, bleven bij Obama vrijwel onweersproken. Agressie van Bush? Schande! Agressie van Obama? Ach, weet je, Obama bedoelt het niet slecht, hij kan niet anders, hij wordt verkeerd geadviseerd… Progressieven vonden wel een excuus, al was het maar dat Bush het nog érger zou hebben gedaan.
Het is een oud patroon. Waar openlijk rechtse presidenten, republikeinen, breed protest van radicaal en gematigd opriepen, dar kregen zich progressief profilerende presidenten, Democraten, van vooral gematigden volop de ruimte om hun gang te gaan – met vrijwel identiek beleid. De rechtsheid van Bush werd gecompenseerd door de reactie die het opriep. Dat zette een rem erop. De linksig verpakte rechtsheid van Obama ondervond geen soortgelijke rem van formaat. Dus week de linksige verpakking, en had de militaristische kern de overhand. Romney roept met zijn openlijke rechtsheid meer weerstand op, maar is juist daarom niet noodzakelijk effectiever in zijn rechtsheid. Obama roept minder weerstand op, juist waar zijn beleid dat zo nadrukkelijk wel verdient. Dat maakt hem op een bepaalde manier gevaarlijker.
En daarom zeg ik dus: Be Afraid – en doe iets met die angst. Het gevaar is nu namelijk dat Obama gewoon door kan gaan met waar hij mee bezig is: oorlogvoeren, oorlog voorbereiden, financiële instituties redden op kosten van de arme bevolking, noem maar op – en dat hij daarbij van grote delen va links weer het voordeel van de twijfel krijgt. Het gevaar is dat protestbewegingen verder verzwakken, vanuit het idee tot ‘onze vriend” in het Witte Huis zit, en dat we dus begrip moete hebben als het niet meteen gaat zoals we willen, waarbij Republikeinse oppositie mooi dienst kan doen als excuus voor elk Obama-debacle. Doet Obama niet wat we willen? Dat komt door Republikeinse druk…
Het is die houding van grote delen van links die levensgevaarlijk is. Het is die houding, gebouwd op illusies, die de strijd tegen oorlog en tegen het grote geld, op vrijwel fatale wijze ondermijnt, keer op keer op keer. Het is die houding die mensen die werkelijk een wereld zonder oorlog willen, die werkelijk de macht van het grote geld willen breken, uit alle macht dienen te doorbreken. Four more years voor Obama. Opluchting? Hoezo, opluchting?