zaterdag 27 oktober 2012
Dat was een huiveringwekkende ervaring in Gezinslocatie Gilze, ondanks de stralende zon. Ik heb het over een actie die we voerden, als onderdeel van de actiedag die vanuit het No Border Netwerk was opgezet. Met die actiedag werd de Schipholbrand die in2005 n het detentiecentrum aldaar plaatsvond en waarbij 11 mensen omkwamen, herdacht. Met de actiedag keerden mensen zich tegelijk tegen het opsluiten van vluchtelingen mensen zonder verblijspapieren, mensen die nog in de procedure zaten en eindeloos moesten wachten mensen wiens aavraag al is afgewezen en die vastzitten om ze uit te zetten of tot ‘vrijwillig’ vertrek te bewegen.
In Gilze zitten vluchtelingen weliswaar niet formeel vast. Mar de beperkingen in de locatie zijn zodanig dat het daar wel op neerkomt. De locatie is in het leven geroepen nadat minster Leers van de rechter te horen had gekregen dat gezinnen met kinderen niet op straat gedumpt mogen worden. Andere mensen hebben voor dat elementare inzicht genoeg aan hun eigen geweten, Leers heeft er blijkbaar een vonnis voor nodig. Om aan dit vonnis te voldoen zijn er dus de gezinslocaties, waravan één een eindje buiten Gilze is ingericht, in een bos (1). Daar was de actie dus op gericht.
De actie bestond uit twee onderdelen. Eerst gingen we – in totaal twaalf mensen, en met wat vertraging van sommigen onderweg erheen – ons laten zien en horen in het dorp zelf, vlakbij een plaatselijke supermarkt op een centraal pleintje. We bevestigden enkele spandoeken en een zwart-rode vlag en deelden onze pamfletten uit, met uitleg waarom geen mens illegaal is, en waarom opsluiting van vluchtelingen niet deugt, dit alles voorzien van vermelding van de websites van het No Border Netwerk en de Vrije Bond. Dat verspreiden ging gesmeerd, deels door ze onder ruitenwissers te schuiven maar deels ook door mensen aan te spreken en een pamflet aan te bieden. Het viel me op dat bijna iedereen de flyer aannam. Een groot verschil met soortgelijke acties in een grote stad, waarion de meeste mensen – haastig, overvoerd door allerlei reclamefolders, noem maar op – je pamflet weigeren of totaal negeren. Hier dus niet, en echt vijandige reacties – waarik ik rekening mee hield – heb ik niet gehoord. De paar honderd flyers waren in een uurtje weg.
Het was vertrektijd. We zouden gaan lopen maar toe bleek dat we voldoende ruimte in de paar auto’ s hadden, besloten we erheen te rijden. Dat leidde tot vermakelijke verwarring bij de twee agenten die ons, laten we zeggen , minzaam begeleidden. Gaan jullie rijden? Ja. Welke auto rijdt achteraan, dan kunnen we die volgen. Antwoord van ons: kunnen jullie zelf niet voorop rijden? Jullie weten het toch ook te vinden? Hoe dan ook, even later reden we het terrein van de gezinslocatie op. Daar bevestigden we weer spandoeken en zo. We werden nog aangesproken door twe functionarissen van het COA: we mochten het terrein op, maar onder geen beding de huizen in, en als mensen niet met ons wilden praten, dienden we dat te respecteren. Alsof wíj het zijn die de verlangens van vluchtelingen structureel respectloos bejegenen.
We liepen het terrein op. Een bewaker of zoiets fietste achter ons aan en held ons inde gaten. We zuigen de huizenblokken tussen de bomen. Op zich is de plek mooi gelegen. Toch drop de naargeestigheid van de muren, je voelde dat mensen hier niet voor hun plezier zaten.. We hadden gezorgd voor rode en witte rozen, met een strook eraan bevestigd met de tekst “solidariteit”, in Nederlands, Engels, Arabisch en Farsi. Die deelden we uit aan mensen die we op het terrein tegenmwaken, zowel aan volwassenen als aan nieuwsgierige kinderen (waarvan een enkeling terugkwam met de vraga of die in de plaats van een witte enrode roos mocht). Bij een speelplek voor kinderen raakten we in gesprek met enkele bewoners. En daar werd de al aanwezige naargeestigheid omgezet in regelrechte huiver.
Hoe wordt er voor jullie gezorgd, was de vraag van ons uit, die we aan diverse mensen stelden. We spraken onder meer met mensen uit Iraaks-Koerdisctan, Turkije, uit Nepal. Hoe is het leven er? Niet goed. Vieze woonruimte, slecht schoongemaakt, spinnewebben. Het eten? Slecht, eentonig. Elke dag je melden, anders straf. Die straf kon bij herhaling neerkomen op overplaatsing. Vaak was het een boete, van 80 euro. “Het is gewoon een gevangenis”, aldus één van de bewoners. Hij vroeg een keer toestemming aan het COA om vanwege iets belangrijks in de familiekring buiten de gezinslocatie één dag niet te hoeven stempelen. Die kreeg hij niet. Mensen hebben vrijwel niets te doen. Zo mogen niet werken. Ze mogen het teerrein wel af, als ze zich maar melden, dagelijks dus. Geld voor een advocaat hebben ze niet. Een kind had allergische reacties gekregen vanwege het eten. De dokter deed er niets aan. Zelf je maaltijd koken mocht ook niet. Het bestaan bestaat er vooral uit wachten. Wachten op duidelijkheid , op verblijfsvergunning, vluchtelingenstatus – of uitzetting, of overplaatsing. Af en toe komen er busjes, en die nemen dan mensen mee. Sommige bewoners zitten al een jaar en twee maanden in dit oord. Ik hoorde van zeven, acht mensen, samen in twee kamers opgehokt. Sommige mensen wonen al acht jaar in Nederland. Iemand woonde al achttien jaar in Europa, eerst in Duitsland, nu dus in Nederland. Knagende onzekerheid, en steeds de dreiging van uitzetting – naar een land wat voor de kinderen die het nooit hebben gezien een totaal onbekend land is, en waar mensen sowieso redenen hebben om niet naar terug te willen, want ze zijn niet voor niets gevlucht
Bovenstaande alinea is een karige samenvatting van de horror stories die we opvingen. En al wist ik al dat dit soort dingen schering en inslag zijn in de behandeling van vluchtelingen, als je het uit de mond van mensen die het meemaken hoort, komt het anders, harder en dieper binnen. Het wa een emotionele ervaring. En het is belangrijk dat dit naar buiten komt, want juist met iets al een gezinslocatie waar je formeel niet – maar feitelijk dus wel – opgesloten zit, verschaft het Nederlandse vluchtelingenbeleid zich makkelijker een humanitair imago dan met de openlijk botte opsluiting in detentiecentra. Dat imago moet aan flarden, want het is op leugens gebouwd en camoefleert een werkelijkheid van opsluiting, verwaarlozing en vernedering. Belangrijk was dan ook het feit dat we een mailadres en telefoonnummer bij één van de bewoneers konden achterlaten, dat gebruikt kan worden om verhalen vanuit de locatie naar buiten te kunnen brengen. Het doorbreken van de stilte is één van de dingen die moeten gebeuren, en waar de actie van vandaag een bijdrage is.
Ter plekke bespraken sommigen van ons al wat we meer zouden kunnen doen. Fatsoenlijk eten koken voor, en in samenspraak met, bewoners, was een suggestie. Iets leuks en gezelligs organiseren, een feest met muziek of zo, gewoon om de mensen wat op te beuren. Sowieso gaan deelnemers aan de actie wel door met activiteit rond dieze desolate plek vol getreiterde mensen die niets hebben misdaan dat opsluiteing, pesterij en vernedering rechtvaardigd. Want pesterij en vernedering ís het: dagelijks stempelen, dagelijks eten moeten eten zonder keus, eten waar je akelig en ziek van wordt, en immer de verlammende onzekerheid over een volstrekt duistere toekomst. Het is langdurige krenking van kwetsbare mensen. En dan jammert Leers over een verfbommetje.
De actie van vandag was niet spectaculair of groots. De fysieke muren en hekken van gezinslocatie Gilze hebben we niet gesloopt. Maar hopelijk hebben we aan die andere muren die deze opgesloten mensen en de buitenwereld scheiden toch enige schade kunnen toebrengen. Leten we hiermee doorgaan, tot geen van dit soort muren overeind staat en geen mens meer wordt opgesloten vanwege het simpele feit dat zij of hij hier wil wonen in plaats van daar.
Over de gezinslocatie Gilze meer via Vrijheid van Beweging en via De Vrolijkheid.
#1 by menno on 2012/10/29 - 00:51
kwas vandaag in Gent (B) tesamen om over een landelijke spreiding van de Vrije Bond in België te spreken, en we hadden het onder andere over deze actie. Hoewel wij eerst en vooral ons op de huidige economische toestand van de arbeiders hier in België willen richten, is dit een onderwerp waar wij allen zeer dicht bij betrokken blijken te zijn. Ik neem dan ook aan dat wij elkaar binnen niet al te lange tijd zullen ontmoeten op een van die plekken waar het kapitalistische systeem zijn lelijke gezicht laat zien…..