donderdag 11 oktober 2012
De crisis van GroenLinks gaat vrolijk verder. Inmiddels heeft Andree van Es laten weten dat ze de commissie die de verkiezingsnederlaag gaat onderzoeken, niet langer wil leiden. Er is al wel een opvolgster, Nel van Dijk. Intussen vliegen de opiniestukken over het het debacle ontstaan is in het rond. Daarin staat veel oppervlakkigs over verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Maar hier en daar wordt ook gegraven naar de diepere zere plek. Bij dat laatste help ik graag een handje.
Tot de categorie ‘wie maakte welke bestuurlijke fout’ behoort het artikel van Roderik van Grieken: “Aftreden Groenlinks-bestuur was hun grootste blunder”. De redenering: het bestuur had nu eenmaal een keus gemaakt, het zou die keus aan de partij hebben moeten uitleggen, en dan was het aan de Partijraad om te besluiten of ze het bestuur wel of niet zou volgen. Nu nam het bestuur haar besluit – Sap moest weg – en stapte zelf op, de partij tamelijk ontredderd achterlatend. Het kwam neer op “de kapitein van het schip eigenhandig overboord” gooien, “om er vervolgens zelf achteraan te springen met de mededeling ‘wij zijn niet de juiste mensen om het probleem op te lossen.’” Het was een vorm van “bestuurlijk belletje trekken”, aldus Van Grieken. Onzin is dat niet. Maar denken dat dit de kern van het probleem raakt is wél onzin. Da het bestuur zo krampachtig paniekvoetbal speelde – al maanden, in feite – is geen oorzaak van de GroenLinkse narigheid, maar eerder een symptoom.
Bas de Gaaij Fortman, zogeheten ‘partijprominent’ en ooit aanvoerder van de PPR – partij die later opging in GroenLinks – deed met “’Partijtop’ hielp GroenLinks van de wal in de sloot” ook een duit in het zakje. Volgens hem lag het probleem in ieder geval niet bij Sap, en is zij ten onrechte tot aftreden geprest. Hij denkt dat de vier zetels behaald zijn omdat Sap er nog wat van probeerde te maken, terwijl de partijtop een campagne overzag die weinigzeggend was. “Dat GroenLinks geen twee zetels, kreeg, maar uiteindelijk toch nog vier, was naar mijn inschatting vooral te danken aan het respect dat de lijsttrekker bleef afdwingen. W ie ondanks alles GroenLinks bleef stemmen deed dat niet ‘omdat wij zo’n goed groen-sociaal verhaal hielden’, maar omdat Jolande Sap had laten zien dat met die mooie idealen ook concrete resultaten te behalen zijn.” I see. Vredesidealen zijn te bereiken door een oorlogsmissie in Kunduz te steunen. Sociale idealen zijn te bereiken door mensen honderden euro’s inkomen armer te maken via de forenzentaks. Wie het gelooft mag het zeggen.
Het kan best zo zijn dat er mensen zijn die vanwege Sap toch maar bij de partij gebleven zijn. Ook dat raakt helemaal niet de kern. Sterker is zijn punt over de “zelfbenoemde ‘partijtop’ die via het partijbestuur het vertrouwen opzegt in de net gekozen politiek leider. In die ‘partijtop’ zaten blijkbaar de GroenLinkse wethouders uit Amsterdam, Utrecht en Den Haag. Hiermee ging een partij die ‘democratie’ hoog in het vaandel heeft staan op een bizarre manipuleerhouding.” Dat laatste raakt een belangrijk punt: het tamelijk ondoorzichtige, bureaucratische bewind dat in de partij heerst. Daarmee bewijst GroenLinks overigens dat het een doodgewone partij is, met hele gangbare partij-eigenschappen. Het botst alleen met de pretentie dat GroenLinks iets anders zou zijn dan zo’n doodgewone partij.
Terecht heeft De Gaaij Fortman geen vertrouwen in de ‘partijtop’. Hij schrijft: “Mijn hoop op een proces van reflectie en zelfreiniging ligt dan ook niet daar, maar bij de basis. Alleen bij de leden zelf en hun afdelingen ligt nog politieke kracht.” Hij loopt de pluspunten van dit inzicht echter zelf voor de voeten met zijn lofzang op het realisme van Sap, met haar steun aan Kunduz en voorjaarsakkoord. Hij miskent daar mee dan er voor mensen die soldaten op oorlogspad willen sturen en het thuisfront van die soldaten met bezuinigingen willen opzadelen, genoeg andere partijen zijn die dat met overgave doen. Mensen zitten juist bij GroenLinks omdat ze vinden dat er minder oorlog en minder sociale onrechtvaardigheid moet zijn, niet meer. Terug naar die basis betekent dan ook: terug naar het soort kritische houding die niet alleen de partijtop onder vuur neemt maar ook de keuzes van Sap – en impliciet ook die van De Gaaij Fortman.
Daarmee zijn we bij de beste bijdrage over het GroenLinks-drama die ik in gevestigde media tot nu toe ben tegengekomen: “missie GroenLinks is mislukt”, schreef Leo Platvoet in de NRC. Het stuk raakt een kernprobleem van GroenLinks en legt de vingers op een belangrijke zere plek. “Op cruciale punten is de partij verdeeld. De liberale koers van Femke Halsema gaf de klaroenstoot tot die verdeeldheid.” Ja, er was eerder ook wel gedoe om omstreden besluiten, rond deelname aan de oorlog in Kosovo bijvoorbeeld, “met boze achterbanvergaderingen én – een groot verschil met nu – een Eerste Kamerfractie die niet kwispelend als een schoothondje aanliep achter ‘de partijtop’. Het resultaat was het intrekken van die steun”, waarbij naast “goede argumenten” ook het feit dat de toenmalige leider Rosenmuller tenminste “oog had voor het verbindend vermogen dat een fractievoorzitter moet hebben als de partij gespleten is”, wel hielp. Dat oog hebben Halsema en Sap niet gehad. Die gingen maar door op de ingeslagen weg van neoliberale aanpassing. Het is niet dat ze niet wisten dat er gemor was over Kunduz en Lenteakkoord en dergelijke, “maar Halsema en Sap hadden op de keper beschouwd geen boodschap aan de achterban.” Neoliberaal beleid, steun aan oorlogspolitiek, afgedwongen van hogerhand, de leden zo ongeveer dor de strot gewrongen, dáár lag het probleem. Dat ligt aardig in de buurt van wat ik betoogde in mijn vorige artikel over GroenLinks.
Hij wijst bovendien op de bestaansreden die GroenLinks als het ware opeiste: “een partij die het links-solidaire, het groen en het vrijheidslievende weet te combineren, een partij die meer vertrouwt op de veranderingsgezindheid van mensen, een partij die van nature argwanend staat ten opzichte van heersende machten, economische elites en militaire krachtpatserij, een partij die die voor linkse kiezers een alternatief is voor de altijd naar rechts afbuigende PvdA”. Platvoet constateert dat zo’n partij de bedoeling was, maar dat de poging ertoe is mislukt. Over die bedoeling valt meer te zegen maar dat het er niet van in gekomen is wel duidelijk. De reden voor de mislukking is – zo kunnen we concluderen – de poging van de partijleiding in brede zin om, haaks op die die aspiratie en tegen veel van leden en sympathisanten in, in de partij zélf steeds meer naar rechts te laten afbuigen.
Maar het kan anders. Is er plaats voor zo’n vrijheidslievende, links-solidaire, veranderingsgezinde, groene, club die gevestigde machten wantrouwt? Jazeker – maar nadrukkelijk niet in de vorm van een partij, een organisatie die tegelijk kiezers bij de PvdA wil weghalen, bestuurlijke macht nastreeft en mee wil doen aan het bestel waartegen ze tegelijk wantrouwen koestert. Sterker, zulke clubs – antiautoritair, milieuvriendelijk, sociaal, rebels – zijn er allang. GroenLinksers die de uitgang zoeken en betere opties zoeken om hun idealen na te streven, kunne op allerlei plekken terecht. Ze kunnen een kijkje nemen bij Doorbraak, bij de Vrije Bond, bij diverse plaatselijke anarchistische groepen, bij Occupy dat in diverse steden nog steeds aan de weg timmert, bij het No Border Netwerk waarmee actie in solidariteit met vluchtelingen op touw wordt gezet. Misschien nog beter: ze kunnen zelf groepen en netwerken opzetten om, waar mogelijk samen met genoemde groepen en initiatieven, aan de weg te timmeren. Er is voor radicalen leven buiten GroenLinks, en ná GroenLinks.
En de rest van de partij? Ach, die hebben ook opties. De partijtop voert een koers die nauwelijks van die van Samson en Pechtold is te onderscheiden. Waarom niet fuseren met D66 of opgaan in de PvdA? Daar kunnen we best wat vaardige politici met bijpassend cynisch draaivermogen gebruiken, en ook bestuurders de vaardig zijn om leden buitenspel te zetten, kunnen zich in andere partijen ‘nuttig’ maken. Van enig bestaansrecht van een GroenLinks dat immers niet die solidaire, groene en antiautoritaire inspiraties koestert waar Platvoet naar verwijst, is geen sprake. Ik zou zeggen: doek die tent toch gewoon op, en zoek allemaal een goed heenkomen, zoals honderden (inmiddels ex-) leden al deden. Get a career. Of beter: get a life.
#1 by John Segers on 2012/10/13 - 15:46
Ach ze kenden die malle prijs ook al toe aan de heks van calcutta (zuster theresa) en aan oorlogsmisdadigers dus waarom niet aan de EU. De ambtenaren aldaar schijnen luid toeterend door de straten te scheuren van blijdschap
#2 by Roebachov on 2012/10/12 - 00:14
Het socialisme is dood.
Het is vermoord.
Wie heeft het vermoord?
De academicus.
De academicus heeft het socialisme vermoord.