Griekenland: ramp, ironie en tekens van hoop


donderdag 19 juli 2012

De bevolking van Griekenland is door de intense bezuinigingen een sociale catastrofe ingeduwd. Armoede en ingestorte voorzieningen raken miljoenen kwetsbare mensen. Zelfs de regering – gekozen om het bezuinigingsbeleid conform afspraken met EU en IMF door te zetten – deinst terug en mindert vaart. Intussen bouwen mensen verzetsnetwerken en alternatieven op, om het hoofd boven water te houden en de strijd voor overleving vorm te geven en te versterken. Helermaal zonder tekenen van hoop is Griekenland dan ook niet.

De Griekse economie bevindt zich in een diepe, aanhoudende recessie. Het tempo is zelfs hoger dan eerder ingeschat. De Griekse centrale bank verwachtte dat de krimp 5 procent zou bedragen, maar de onderminister van financiën denkt dat het zelfs 6,5 procent daling zal worden. Het gaat ook steeds sneller. “De achteruitgang loopt volgens Griekse onderzoekers op van 6,5 procent op jaarbasis in het eerste kwartaal tot ruim 9 kwartaal in het derde kwartaal van dit jaar, aldus de Volkskrant op 3 juli. Nu.nl kwam op 9 juli zelfs met 6,9 als cijfer van verwachte krimp, een cijfer vrijgegeven door het onderzoeksinstituut waar die onderminister werkte.

Dit soort recessie vertaalt zich in oplopende werkloosheid. In april 2012 bedroeg die 22,5 procent, een halve procent gestegen in één maand. Het jaar ervoor was de werkloosheid nog 16,5 procent. Ter vergelijking: in Nederland liep de werkloosheid op van 6,2 procent in april en mei tot 6,3 procent in juni, zo meldt de NRC vandaag.

Intussen hakken bezuinigingen de voorzieningen in Griekenland steeds verder kapot. Heel schrijnend blijkt dat tijdens de ook dit jaar weer om zich heen grijpende bosbranden in het land. “De Griekse brandweer heeft moeite om bosbranden te blussen, omdat elf van de 21 blusvoertuigen door onderhoudsproblemen niet inzetbaar zijn”, volgens een woordvoerder, ineen bericht vandaag op Nu.nl. “De Griekse regering liet eerder weten dat noodzakelijke bezuinigingen gevolgen hebben voor de mogelijkheden om bosbranden te bestrijden.” Er zijn al zes dorpen geëvacueerd, en de zomer komt nog maar net op gang. Als er straks – niet voor het eerst – doden vallen, is dat mede voor rekening van de regering die bezuinigt, mede voor rekening van de EU en het IMF die deze bezuinigingen opdringt, en vooral voor rekening van de financiële instellingen die  hun geleende geld terugkrijgen via de Europese financiële ondersteuning waarvan de bezuinigingen onderdeel en voorwaarde zijn.

Lichtelijk ironisch is dat de regering nu zelf aangeeft dat nieuwe bezuinigingen niet, of niet tijdig, gaan lukken. Volgens afspraak moet de Griekse regering in tee jaar tijd 11,5 miljard bezuinigen. Venizelos, kopstuk van regeringspartij PASOK en ex-minister van financiën, noemt dat “vrijwel onmogelijk”. De regering – een coalitie van de sociaaldemocratische PASOK, de rechtse Nieuwe Democratie, en van Democratisch Links, gaat tot uitstel over. Geen van de partijen durft het blijkbaar aan om de getergde bevolking nogmaals in het gezicht te trappen, uit angst dat de laatste kiezers alsnog weglopen.

De ironie zit erin dat deze regering er zit omdat mensen werd verteld dat ze niet op Syriza moesten stemmen omdat die de benodigde bezuinigingen niet zou doorvoeren en daarmee in aanvaring met de EU zou komen. Dus kozen veel mensen toch maar rechts – voor een regering die bezuinigingen uitstelt en op een aanvaring met EU-staten afstevent… Het laat zien hoe klem de Griekse staat zit, tussen enerzijds internationale en Griekse financiers en andere kapitalisten wiens bondgenoot en toeverlaat ze is, en anderzijds een getergde bevolking aan wiens stemmen ze nog een beetje legitimatie ontleent.

Die getergde bevolking blijft intussen gezonde tekenen van weerspannigheid vertonen. Grote actiegoven hebben we al enige tijden niet gezien, de laatste algemene staking is alweer maanden geleden – een naar recente Griekse maatstaven lange onderbreking. Ook grote confrontaties tussen tienduizenden betogers en de oproerpolitie zoals we die in 2010, 2011 en de eerste paar maanden van 2012 zo vaak zagen, zien we nu alweer eventjes niet. De aandacht voor de stembus zoog aandacht voor straat en werkplek weg, veel hoop was gevestigd op een verkiezingsoverwinning op Syriza, en nu die niet kwam, is er iets van verslagenheid onder arbeiders. De doodenge opkomst van de neonazi’s van de Gouden Dageraad komt daar nog eens bij.

Maar er gebeuren toch belangwekkende dingen, minder fotogeniek, minder voorpaginanieuws, maar op een bepaalde manier belangrijker. Mensen organiseren hun leven en hun werk hier en daar, dwars tegen de crisis in, en zonder kapitalisten boven zich. Een voorbeeld is het metaalbedrijf Viomihaniki Metallyetiki in Thessalioniki. De directie is daar weg, wegens het niet uitbetalen van lonen hebben arbeiders het werk er neergelegd. De Arbeiders Bond in het bedrijf heeft inmiddels voorgesteld dat het bedrijf overgaat in handen van de arbeiders, een voorstel dat door bijna iedereen in de algemene vergadering (assemblee) van betrokken arbeiders werd overgenomen. Ze eisen wettelijke maatregelen zodat bedrijven als deze als coöperatie legaal kunnen werken. Belangrijker: in de verklaring waarin betrokken arbeiders dit naar voren brengen, staat ook: “Wij geloven dat het bezetten en opnieuw in bedrijf nemen van bedrijven door de arbeiders is het enige realistische alternatief in het aangezicht van de steeds toenemende uitbuiting van de arbeidersklasse. De zelf-organisatie van fabrieken die sluiten is het enige voorstel dat de kracht heeft om de arbeidersklasse te mobiliseren – die, levend onder de voortdurende dreiging van werkeloosheid, geen manieren kan zien waarmee die zich kan verzetten.” De verklaring roept om tot solidariteit, en is ondertekend door de Beweging voor Arbeiders-Emancipatie en Zelf-Organisatie.

Dit soort mooie alternatieven zijn er meer: arbeiders die bedrijven die overnemen door de ondernemers als verliesgevend zijn achtergelaten en beginnen met arbeiderszelfbestuur, of coöperaties vormen. Een artikel in Industrial Worker, het blad van de IWW in de VS– een radicaal-democratische strijdbare vakbond – door iemand van die bond die op bezoek was in Griekenland, doet verslag hierover. Het artikel wijst erop dat dit soort initiatieven in Griekenland vrij veel voorkomen. Ze opereren wel binnen een markteconomie, hetgeen een beperking is. Vaak zijn het ook slechts tijdelijke initiatieven, eerder bedoeld om het hoofd boven water te houden dan als de bouwsteen van een ander soort wereld die het impliciet wel degelijk zijn.

Het artikel bespreekt ook de opkomst van een alternatief soort bonden: bonden van de basis. Die opereren niet volgens de logica van de onderhandelingen, zoals de grote gevestigde vakbonden. Strijd van arbeiders zelf staat centraal. Het zijn dan ook niet, zoals die bonden, logge, bureaucratisch bestuurde organen. In de basis-bonden hebben de leden directe zeggenschap, en zijn er hooguit maar enkele betaalde bestuurders, geen enorme bestuurslaag. Het zijn veelal kleine bonden. Het artikel noemt er enkele: een bond van koks en ander restaurantpersoneel in Athene, een bond van winkelpersoneel, eveneens in Athene, met 200 leden waarvan 40 tot 50 actieve leden; een bond van media-personeel, opgekomen nadat een TV-station in 2010 dichtging en vervolgens een tijdje lang door het personeel draaiende is gehouden.

Het zijn waardevolle initiatieven. Gecombineerd met een strijd waarin arbeiders de zeggenschap op de werkplek overnemen, laat het iets van een werkelijke uitweg zien uit de poel van ellende waarin Griekenland gedompeld is.

, ,

Comments are closed.