vrijdag 8 juni 2012
Stel je voor. Een man komt wekelijks bijeen met een handvol medewerkers en bekijkt via Powerpoint de portretten en gegevens van mensen die duizenden kilometers verderop leven. Bij elke persoon wiens gegevens ze bekijken is de vraag: gaan we hem vermoorden, ja of nee? Zo nee, dan heeft het potentiële doelwit geluk. Zo ja, dan wordt het potentiële doelwit werkelijk doelwit, en dan wordt hij uit de weg geruimd. Vermoord. Afgemaakt. En de man komt daar openlijk voor uit ook.
Laat zoiets tot je doordringen, en vraag je dan af: wie doet zoiets? En: laten we zo’n seriemoordenaar met zijn assistenten dan zijn gang gaan? Bedenk je dan ook nog dat medewerkers va de seriemoordenaar zich lieten interviewen door een prominente krant. Zodat de hele gang van zaken algemeen bekend kan worden. De seriemoordenaar en zijn handlangers zijn kennelijk totaal niet bevreesd voor arrestatie, strafvervolging, of zelfs maar voor negatieve publiciteit. Kennelijk voelt hij zich onkwetsbaar, boven wetten verheven, boven gangbare opvattingen van goed en kwaad bovendien.Wie is die man, deze seriemoordenaar?
Zijn naam is Barack Obama. Wekelijks beraadslaagt hij met medewerkers om een dodenlijst samen te stellen, van mensen die vervolgens worden gedood. Op die lijst staan mensen van wie gezegd wordt dat het kopstukken van Al Qaeda zijn, of soortgelijke Jihadistische aanvoerders. De New York Times heeft, op basis van gesprekken met Obama’s medewerkers, er een reportage over gemaakt waarover de Volkskrant heeft bericht. Het ritueel waarin Obama persoonlijk de komende doden aanwijst heeft zelfs al een bijnaam: ‘Terror Tuesday’. En inderdaad, pure terreur is wat op deze manier wordt bedreven.
De mensen wiens komende dood door Obama wordt bevolen, worden vervolgens door middel van drones, onbemenste vliegtuigjes, gebombardeerd. Dat is dus executie van mensen, zonder enige vorm van proces, met als enige procedure: de selectie door de baas van de beulen. Dat is al misdadig, ook als op deze manier werkelijk tamelijk nare Al Qaeda-diguren worden vermoord. Als Obama dit met deze mensen kan doen, dan kan hij het met iedereen die hij wil opruimen. De misdaad gaat verder: de informatie kan foutief zijn, waardoor mensen die niets met Al Qaeda of zo van doen hebben, worden vermoord. Op de plaats van een echte of vermeende terrorist zit, kunnen zich ook andere mensen bevinden op het moment van de aanval. Die worden dan óók afgemaakt. Dat wordt in deze hele procedure op de koop toe genomen. Hoe verschilt dit van het optreden van Syrische veiligheidstroepen die tegelijk strijders van het Vrije Syrisch Leger én vreedzame demonstranten, of bewoners van steden waar oppositie actief is, beschieten en vermoorden?
Maar hier houdt de misdadigheid van seriemoordenaar Obama en zijn helpers nog niet op. Het komt voor dat één van zijn drones een echte of vermeende terrorist doodt. Dan komen er andere mensen naar de plaats-delict, om de gedode man te begraven, om te rouwen en dergelijke. Dat is dan herhaaldelijk het moment voor een volgende Amerikaanse drone-aanval, waarmee rouwenden en mensen die te hulp schieten, worden gebombardeerd. Dit is terreur bovenop terreur, dit is een aanval op medemenselijkheid zelf. Opdrachtgever van dit hele ritueel des doods is, nogmaals, Barack Obama, president van de Verenigde Staten. Inderdaad: boven wetten verheven. Die zijn er enkel voor mensen onderaan. Waarom accepteren we dat nog een seconde? Waarom niet tegenover hun onmenselijke wetteloosheid onze onwettige menselijkheid stellen?
De hele reeks drone-aanvallen – in Pakistan, in Jemen, in Somalië ook – is al onder de vorige president Bush begonnen, maar onder Obama opgevoerd. Het aantal slachtoffers – militieleden van Al Qaeda en aanverwanten, maar ook burgers – is aanzienlijk. Het Bureau for Investigative Journalism houdt de score bij. Enkele cijfers. Pakistan: 330 aanvallen sinds 2004, waarvan 278 onder Obama. Totaal aantal slachtoffers: tussen de 2.479 en de 3.180. Burgerslachtoffers onder hen: minstens 482, mogelijk 832. Aantal afgemaakte kinderen onder hen: 175. De aantallen in Jemen en Somalië zijn lager, maar toch aanzienlijk: minstens 317 doden bijvoorbeeld in Jemen, waaronder minstens 58 burgers, waarvan 24 kinderen. Deze telling begon in 2002, maar juist de laatste tijd is het aantal aanvallen op Jemen sterk toegenomen.
Komende november zijn er weer presidentsverkiezingen. Te veel progressieve mensen zullen er weer op hameren hoe belangrijk het is om te voorkomen dat een enge Republikein de baas wordt. Daarom moeten we ook deze keer toch maar weer de dienstdoende Democraat steunen. Toegegeven, Republikeinse kandidaten zijn behoorlijk eg, ook de huiige kandidaat Romney. Maar mensen die dit argument hanteren om toch maar weer op de Democraat te stemmen, en mensen die voor dit argument capituleren, mogen één ding weten. Wie Obama steunt, steunt een seriemoordenaar.