GroenLinks kiest, geloofwaardigheid verliest


zondag 27 mei

GroenLinks verdedigt een naar bezuinigingsakkoord als iets is dat best goed voor het milieu. GroenLinks is intussen ook gewikkeld in een lijsttrekkersverkiezing. Zowel uit de strijd om dat lijsttrekkerschap als uit de steun voor het vijfpartijenakkoord blijkt de hypocrisie van de partij, evenals haar medeplichtigheid aan uitgerekend die zaken die ze sinds jaar en dag zegt te bestrijden.

In een volgend stuk nog eens iets over GroenLinks en het akkoord zelf. Nu eerst dat lijsttrekkersgedoe.  Ik vond de argumenten die Dibi voor deelname aan de strijd om dat aanvoerderschap gaf, nogal hol. Het ging kennelijk vooral om buitenkant, imago, presentatie. Van meningsverschil met de huidige cheffin Sap was niets te merken. En van de praat over het overstijgen van oude tegenstellingen tussen links en rechts krijg ik nogal de kriebels. Vertrouwen boezemde het me allemaal niet, het was een symptoom van de ontwikkeling van GroenLinks tot partij als alle anderen, steeds verder weg van de radicale wortels waaruit ze ooit toch is voortgekomen.

Nu zie ik geen reden om die opvatting los te laten: de partij is een mainstreampartj, en met Dibi aan de leiding zal dat niet wezenlijk veranderen. Maar er zijn wel een paar dingen gebeurd die aanvullende opmerkingen verdienen. De manier waarop gevestigde instanties binnen de partij zijn kandidatuur tegenwerkten was best bot. Een kandidatencommissie die hem doodleuk afdoet als totaal ongeschikt, een partijbestuur dat hem, volgens berichtgeving van de NTR, makers van het programma de Halve Maan waarheen Dibi onderweg was, op dreigende toon voor een gesprek ontbiedt ; een Sap die hem naar verluidt bij herhaling als advies toevoegde “Trek je terug”: wat een krampachtigheid. Dat Dibi voet bij stuk hield vond ik wel voor de man pleiten, en zijn woede tegen het ‘partijapparaat’ leek me zowel terecht als oprecht, al geldt dat weer niet voor zijn kritiek op de procedures op zich. Uiteindelijk begonnen kopstukken zich te roeren, ook Sap vond een meer open referendum toch beter, ze ‘verheugde zich op de strijd’, jawel. Haar vreugde maakte een nogal hypcriete indruk na de eerdere ‘doe-het-niet’-houding. Het partijbestuur liet Dibi opeens toch tot de procedure toe, en nu is de strijd dus bezig.

Dibi had daarin de positie van underdog, en ik had eigenlijk verwacht dat hij precies om die reden vrij snel veel steun zou verwerven en Sap achter zich zou laten. Peilingen wijzen er echter op dat het grootste deel van GroenLinks achter Sap blijft staan. De aanhang van de partij is daarmee nog een stuk gezagsgetrouwer dan ik al had gevreesd. Overigens bedreef Dibi demagogie toen hij de regels waarmee hem aanvankelijk toegang tot de strijd werd geweigerd, “prehistorisch” noemde. Die regels voorzagen in een voordracht via een kandidatencommissie, met groen licht van het partijbestuur, waarna uiteindelijk het congres van GroenLinks zou beslissen. Ik hoor uit GroenLinkse kringen geen klachten over ondemocratische verkiezing van dat partijbestuur of gebrek aan democratie op het partijcongres. Kennelijk vind de partij dat voldoende democratisch. En Dibi ging al die tijd kennelijk akkoord met die ‘prehistorische’ procedure, totdat bleek dat daarmee zijn weg naar de top opeens geblokkeerd kon worden. Ook dat maakt een hypocriete indruk, zijn democratische retoriek is gelegenheidspraat.

Let wel: ik zou die regels ook niet acceptabel vinden. Minder dan rechtstreekse zeggenschap van alle leden van een groep waar ik deel van uitmaak over de complete gang van zaken, inclusief de verdeling van functies, vind ik onacceptabel. Maar ik ben geen partijlid, ik ben een anti-partij-element. Naar parlementair-politieke maatstaven was de procedure bij GroenLinks niet opvallend ondemocratisch; een paar jaar geleden ging het bij alle partijen ongeveer hetzelfde. Dat het CDA iets sneller was dan GroenLinks met switchen naar referendum-democratie – anders democratisch maar niet perse méér democratisch – is misschien een beetje wrang. Maar het maakt de oude procedure niet ‘prehistorisch’ of uitzonderlijk autoritair. Dat laatste gold wél voor de toon waarop Dibi teruggefloten werd, de zware druk die op hem is uitgeoefend is om af te zien van de kandidatuur. Maar Tof Thissen, voorzitter van de kandidatencommissie klaagde: “Wij zijn nu de pispaal, terwijl we verdorie alleen maar ons wérk hebben gedaan”. Hij praatte – binnen de gegeven GroenLinks-werkwijze – geen onzin.

In de strijd tussen de twee kandidaten begint zich intussen wel wat interessants voor te doen. Toen hij zich kandidaat stelde, bracht Dibi vooral een andere stijl en presentatie als argument naar voren. Maar intussen zijn er wel degelijk inhoudelijke verschillen te bespeuren, waarbij Dibi zich iets linkser voordoet dan Sap. Dat gaat allereerst om het vijfpartijenakkoord. Dibi accepteert het akkoord als noodzakelijk compromis. Sap gaat verder: ze verdedigt het akkoord als zelf iets moois, een goede stap in sociale en groene richting. Dibi houdt enige kritische afstand, Sap nauwelijks. Mensen in GroenLinks die iets voelen wringen bij de GroenLinkse steun voor minder ontslagbescherming, forse belasting op reiskostenvergoeding en een hogere pensioenleeftijd, zullen zich wellicht dan ook eerder door Dibi aangesproken voelen dan door Sap. Al heeft hij wel een geloofwaardigheidsprobleem, zoals we nog zullen zien..

Sinds gisteren is daar nog een opvallend punt bij gekomen. Dibi zei dat hij spijt had van zijn steun aan de instemming met de ‘politiemissie’ in de Afghaanse provincie Kunduz. Hij zou onder zware druk vanuit de fractie akkoord gegaan zijn, maar tegen zijn zin. En er heerst volgens hem een “onveilig gevoel” in de fractie. Door zich met terugwerkende kracht tegen de Kunduz-missie uit te spreken, hengelt hij waarschijnlijk naar degenen binnen GroenLinks die traditioneel verbonden waren met vredesbewegingen, die hun wortels hebben in bijvoorbeeld het pacifistisch socialistisch gedachtengoed, mensen die de instemming met iets dat feitelijk een oorlogsmissie is, nooit erg hebben gewaardeerd. Ook hierin is hij kritischer, zo je wilt iets linkser, dan Sap.

Maar er passen kanttekeningen. Al die tijd heft Dibi gezwegen over Kunduz, al die tijd heeft hij de indruk laten bestaan dat de hele fractie, behalve de enige tegenstemster Ineke van Gent, de Kunduz-missie steunde. Al die tijd heeft de fractiediscipline, en het verkleinen van afstand naar pro-NAVO-partijen als toekomstige coalitiepartner, gezegevierd boven en principiële afwijzing van oorlogsdeelname. Was de ‘onveilige’ sfeer zo angstaanjagend, beschikte Sap naast ‘prehistorische’ procedures ook over een veiligheidsdienst of zo? Waarom durfde Van Gent wel en Dibi niet? Dat is geen teken van een sterke ruggengraat bij de lijsttrekkerskandidaat. Dat wil zeggen: als hij de waarheid spreekt hierover, en niet met terugwerkende kracht een nee tegen de Kunduz-missie heeft ontwikkeld dat hij destijds helemaal net koesterde. Het feit echter da andere GroenLinksers niet met heftige ontkenningen van Dibi’s verhaal komen, doet overigens vermoeden dat het wel eens ongeveer gegaan zou kunnen zijn zoals hij zegt. In dat geval is Dibi dus iemand die pas spreekt over zijn principiële bezwaar láng nadat het besluit gevallen is. Pas als hij er politiek mee denkt te kunnen scoren, roert hij zich. Dat is op zijn minst de indruk die het wekt.

Zowel de afstand die hij van het vijfpartijenakkoord houdt als zijn bezwaar tegen de Kunduz-missie situeren hem ietsje links van Sap. Maar die linksigheid is dus pas tijdens de lijstrekkersstrijd naar buiten gekomen. Het wekt de indruk dat het hier vooral gaat om een profleringsdrang, een behoefte zich van Sap toch enigszins te onderscheiden. Nog meer naar het midden dan Sap? Dat zou betekenen dat hij Pechtold of Rutte moest gaan napraten. Dus duwde de profileringsdrang hem naar iets linksere standpunten – die hij wellicht wel meent maar dat doet er niet veel toe. Zelfs inhoudelijke profilering gaat hier meer om effect in de strijd, om profilering en eigenlijk om buitenkant, dan dat het werkelijk een principieel andere koers behelst. Hoe verbaasd ik ook ben over de brede steun die Sap tot nu toe heeft in de partij, dat veel GroenLinksers nog niet meteen overtuigd zij van de kersverse linksheid van Dibi kan ik me wel indenken.

Binnenkort is het achter de rug, en zal het hoogstwaarschijnlijk gewoon Sap zijn die de partij in verkiezingstijd aanvoert. GroenLinks zal zich het gênante gehannes rond de lijsttrekkersstrijd waarschijnlijk snel als nare droom van zich af willen schudden. De narigheid is echter niet zonder betekenis. Niet omdat één van beide kampen, dat van Sap of dat van Dibi, wezenlijk gelijk had. Gelijk hadden slechts degenen voor wie de vertoning een aanmoediging was naar de uitgang, op zoek iets beters, iets eerlijkers. Binnen GroenLinks is zoiets net zo min te vinden als binnen welke politieke partij dan ook. Dat is in het spektakel dat zich afgelopen weken heeft ontvouwd duidelijk zichtbaar geworden.

, ,

Comments are closed.