woensdag 23 mei 2012
Tot voor kort was Ter Apel hoofdzakelijk de naam van een dorp in Groningen. Vanaf 8 mei werd Ter Apel meer en meer synoniem aan het tentenkamp van protesterende vluchtelingen, aan het verzet van deze mensen, van de snel om zich heen grijpende solidariteit met hun protest. Vanaf vandaag echter is Ter Apel vooral de plaats-delict van de misdaad van Gert Leers. Want dat is wat het is, de ontruiming vandaag door ME om het beleid van minister Gert Leers kracht bij te zetten: een misdaad tegen de menselijkheid van mensen op de vlucht, mensen op zoek naar een veilige plek en een menswaardige toekomst. Als vluchtelingen kenden ze al de angst voor onderdrukking en geweld in de landen waaruit ze vluchtten. Met intimidatie en arrestaties, met het fouilleren van mensen en het afvoeren in ME-busjes, voegt de Nederlandse staat nieuwe trauma’s en nieuwe angsten toe aan de ervaringen van deze mensen. ME-ers, dienstdoende burgemeester, minister Leers zelf: allen dragen zij verantwoordelijkheid voor deze misdaad.
Gisteren werd al duidelijk dat de gebeurtenissen rond Ter Apel een nare wending aan het nemen waren. Leers krijgt in juni bezoek van een Irakese minister, zo werd gisteren bekend. Vervolgens bood hij de Irakezen in het kamp tijdelijke opvang ook voor enkele weken, tot het moment dat die minister in Nederland op bezoek zou komen. De Irakese regering zou dan kijken hoe ze terugkeer van Irakese vluchtelingen zou kunne bevorderen. Tot nu toe werkte Irak niet mee aan ‘gedwongen terugkeer’, hetgeen het voor Leers moeilijker maakte om de Irakese vluchtelinge het land uit te werken. Nu Irak en Nederland nauw gaan samenwerken, kon Leers de druk op deze vluchtelingen opvoeren. Aanvankelijk weigerden ze het aanbod, maar korte tijd later kwam het bericht dat ze toch van aanbod van Leers gebruik wilden maken. “De woordvoerder van de Irakezen zegt dat hij hoopt dat Leers met de Irakese minister tot een goede oplossing komt. Hij erkent dat het uitgangspunt is dat de Irakezen terugkeren naar hun land. (…) Hij denkt dat een uitzondering gemaakt kan worden voor mensen voor wie terugkeer niet mogelijk is.”
Zo bericht althans de NOS, we zullen zien dat de werkelijkheid een nog flinke slag anders is: niet ‘de irakezen’, maar slechts sommigen van hen gingen op dit aanbod-met-pistool-tegen-het-hoofd in. Het aanbod betrof ook nog eens Irakese vluchtelingen, niet de vluchtelngen uit andere landen die ook in ter Apel actie voerden. Somaliërs bijvoorbeeld maakten duidelijk dat ze de actie niet opgaven. Maar ‘de’ Irakezen dus wel. Minister Leers had, met behulp van de Iraakse regering, de eenheid die tussen vluchtelingen bestond, een zware dreun toegebracht, een deel van de Irakezen was voor de druk bezweken. Niemand heeft het recht hen iets te verwijten van achter de luie stoel, maar tragisch is het wel. Het was een resultaat van verdeel-en-heerspolitiek van de minister.
Met de Irakezen – een deel van hen, maar daarover later meer – losgeweekt uit de actie en al ongeveer op weg naar de officiële opvang, begon de aanloop naar daadwerkelijke ontruiming. Vroeg in de ochtend kwamen er al berichten dat toegangswegen naar het kamp door politie werden afgesloten. Berichten en geruchten vermengden zich. In de loop van de dag werd duidelijk dat de ontruiming op gang was gekomen. Een opgestarte juridische procedure bleek ‘geen opschortende werking’ te hebben, de politie kon haar werk doen. Een grote overmacht van ME was daartoe paraat. “Rond 16 uur kwamen 20 busjes aan”, berichtte de Volkskrant, die er nog bij zei dat de ME veertig aanwezige vluchtelingen had omsingeld. Het ging nog voornamelijk om Somaliërs en Iraniërs. De politie zou intussen al 20 mensen van het kamp hebben “verwijderd va het kamp”. De NRC komt met: “Tenten zouden worden vernietigd en een Somalische jongen is opgepakt, meldt persbureau Novum. Asielzoekers die het kamp niet wilden verlate hielden een zit-actie.” De krant citeert een verslaggever, Chris Klomp: “ME parkeert bewust busjes voor cameramensen om zicht op ontruiming te belemmeren.” Natuurlijk. Bij een misdaad hoort de poging om de misdaad aan het oog te onttrekken. De gemeente die eerder nog haar vriendelijke gezicht had laten zien, was met een noodverordening op de proppen gekomen die de wandaad juridisch af moest dekken.
Intussen weten we – niet uit de gevestigde media, maar vanuit actienetwerken en betrokken mensen zelf – meer over de ontruiming. Een update op de website van STIL, solidariteitsorganisatie vluchtelingen en migranten zonder verblijfsvergunning, op basis van rechtstreeks contact met mensen ter plekke, meldt om 17.12: “130 mensen bijna of helemaal opgepakt, inclusief een arts en Marianne Bathoorn ondersteuner van het kamp.(…) Alle tenten zijn platgegooid.” Bericht van iets eerder, 16.39: “40 mensen gearresteerd, ongeveer 70 worden nog twee bij twee gefouilleerd, zeg Sam, Somaliër. Twee mensen met bloeddrukproblemen zijn flauwgevallen.” Ja, natuurlijk verwijder je in zo’n situatie de arts van het kamp. Nog wat eerder, 16.26: “Vluchtelingen worden met hun handen omhoog tegen een ME-bus gezet en gefouilleerd.” Kort ervoor, om 16.10: “Politie staat nie toe om persoonlijke spullen te pakken.” Het bericht vermeldt ook iets belangrijks over het opgeven van de actie door Irakezen: “In tegenstelling tot berichten in sommige media, hebben slechts 20 Irakezen van de in totaal 288 vluchtelingen, het aanbod van opvang tot half jun geaccepteerd. Wel zijn Afghanen en Irakezen, en n.a.w. Ook Azerbeidzjanen vertrokken voordat het gebied is afgezet.” Ook meldt de update: “Twaalf ME-busjes en 60 (?) ME-ers” die aan het begin van de ontruiming aanwezig zijn. Zestig misdadigers, voorzien van wapens om de misdaad mee te plegen.
Maar de opdrachtgever hiervoor heet Gert Leers, minister van deportatie die ook zónder door Wilders daartoe geïnstrueerd te worden, uitstekend weet hoe hij kwetsbare mensen onmenselijk kan behandelen. Misdadig is de ontruiming zelf, die door niets gerechtvaardigd wordt. De vluchtelingen hebben niets anders ‘misdaad’ dan te zoeken naar ik een iets beter bestaan voor henzelf en hun kinderen, naar een leven in vrijheid en in veiligheid. Hun ‘misdaad’ is hun poging om hun fundamentele menselijk recht uit te oefenen. Leers misdaad is zijn brute schending van dat recht. Daar bovenop komt de methode van ontruiming, het fouilleren van mensen die zich waarschijnlijk hoopten zoiets ooit (meer) mee te hoeven maken, het tegenwerken van hulpverlening en media. Deze methoden horen thuis in de politiestaat waartoe Nederland zich steeds duidelijker heeft ontwikkeld. In het aanvechten van die politiestaat zal de solidariteit met vluchtelingen die de bruutheid van deze politiestaat wel heel direct ervaren, blijvend hoog op de agenda van ons allen dienen te staan.