Nogmaals over de heisa rond Günther Grass


dinsdag 10 april 2012

Günther Grass is na het publiceren van een gedicht waarin hij kritiek levert op het beleid van de staat Israël, overladen met beschuldigingen van antisemitisme. Israël heeft hem de toegang tot het land geweigerd. En nu is ook een standbeeld dat Grass aan de stad Hannover had aangeboden beklad met de tekst “SS! Günni houd je muil!”, een kennelijke verwijzing vaar Günther Grass, die als jongeman van 18 aan het eind van de nazitijd even lid is geweest van de Waffen-SS. De kreet ‘antisemitisme! ‘is hier overduidelijk een manier om kritiek op de staat Israël te smoren; de verwijzing naar Grass’ oorlogsverleden is een hulpmiddel om hem als het ware ieder recht van spreken over dit onderwerp te ontnemen. Beschuldiging, met of zonder historische verwijzing vaan Grass’ verleden, zijn verwerpelijk, het betreft hier verméénd, geen werkelijk, antisemitisme, zoals ik onlangs al heb uiteengezet.

Het dagblad Trouw nam de moeite om zowel het gedicht als de kritiek erop in meer detail te bekijken. Het resultaat leest enigszins merkwaardig. Er wordt gewogen of de bezwaren tegen het gedicht feitelijk valide zijn, anders gezegd, of alle beweringen in het gedicht wel precies feitelijk juist zijn. Dat is een vreemde manier van doen: het betreft hier immers geen historisch werkstuk, maar een kunstuiting. Je gaat de Odyssee van Homerus ook niet beoordelen op grond van de vragen of Odysseus wel een historisch figuur was, of zijn reis juist is beschreven, en of cyclopen wel bestaan. Een gedicht beoogt geen feitelijke ‘werkelijkheid’ accuraat te beschrijven; een gedicht zegt, met behulp van taal, op een ander niveau iets over die werkelijkheid, en het soort analytische kritiek waar Trouw mee komt is een beetje bezijden de echte kwestie.

Toch valt op hoezeer zelfs volgens de criteria van de historische kritiek, het gedicht van Grass er sterk uitkomt. Bijvoorbeeld: “Hij stelt vast dat Israël zich het recht toeëigent om als eerste de aanval op Iran te openen. In allerlei oefenmodellen zouden de gevolgen van zo’n first strike al zijn uitgerekend. Een aperte leugen, reageerden veel critici. Maar die blijken al even slecht geïnformeerd als ze denken dat Grass is. Een nuchtere criticus verwees op Spiegel Online naar recente berichten over simulaties door het Amerikaanse en het Israëlische leger.”  Volgens berichtgeving zou het Israëlische leger bij een aanval op Iran uitgaan van 300 doden – dat wil zeggen, aan Israëlische kant, zo bleek. Over Iraanse slachtoffers werd klaarblijkelijk gezwegen. Hoe dan ook, wat Grass hier beweerde blijkt meer te zijn dan enkel een poëtische weergave.

Dan wordt de weergave die Grass van de Iraanse president Ahmedinejad geeft, door critici gehekeld. Hij spreekt van het “door een een praatjesmaker onderdrukte en tot gejubel verordonneerde Iraanse volk.” Trouw geeft vervolgens de kritiek weer: “Hoe durft Grass de vervaarlijke Ahmedinejad neer te zetten als kwasi onschuldige ‘praatjesmaker’?” Eerste opmerking hier: nergens zegt Grass dat Ahmedinejad onschuldig of zelfs ‘kwasi onschuldig is’, hij duidt hem niet voor niets aan als iemand die het Iraanse volk onderdrukt en tot gejuich aanmaant. Tweede opmerking: veel meer dan de rol van praatjesmaker heeft Ahmedinejad inmiddels nauwelijks meer. Voorstellen van hem sneuvelen herhaaldelijk in het parlement, onder druk veelal van nog conservatievere krachten. Iran is een politiestaat, maar Ahmedinejad is er niet bepaald de machtigste man. Dat is veel eerder geestelijk leider Khamenei.

De klacht – in de weergave van Trouw – gaat dan door. “Geen woord, ook in het verdere gedicht niet, over diens uitdrukkelijke voornemen om Israël van de kaart te vegen.”  Klopt – maar dat voornemen is dan ook, zacht gezegd, onbewezen. Juan Cole – iemand die het bestaansrecht van Israël voluit erkent maar het beleid van de regering van dat land kritiseert; iemand bovendien die de onderdrukking door de Iraanse staat keer ok keer uitvoerig hekelt, en dus geen vriend van Ahmedinejad – heeft bij herhaling uitgelegd dat het hier een verhaspeling betreft. Volgens Cole zit het ongeveer als volgt. Ja, Ahmedinejad heeft wel eens een uitspraak van Khomeini, geestelijk leider en stichter van de Islamitische Republiek in Iran, heeft herhaald. Die kwam erop neer dat dat het “bezettingsregime” dat Jeruzalem in handen heeft, ten val zou komen. De verwijzing is hier niet naar een heel land dat vernietigd moest worden, maar naar een regering, een bewind, waarvan de verdwijning verweloomd werd. Het was meer een voorspelling dan een dreigement. Wie in 1980 de val van het bewind van de Sovjetunie voorzag en erop hoopte, maakte zich toch ook niet schuldig aan het oproepen tot vernietiging van Rusland en/ of het Russische volk? De door Ahmedinejad herhaalde uitspraak behelst afwijzing van de Israëlische regering en het karakter van de staat, géén oproep op het land Israël te vernietigen. Dat Trouw deze kanttekening niet maakt, is jammer maar helaas tekenend, want vrijwel de complete gevestigde media hebben de beschuldiging dat Ahmedinejad tot de vernietiging van Israël oproept, onweersproken gelaten.

Het gaat nog eventjes door. De critici, wederom zoals weergegeven in Trouw: “Geen woord over diens steun aan terroristische organisaties als Hamas en Hezbollah.” Inderdaad – en ook geen woord over de wandaden die opeenvolgende Israëlische regeringen tegens de Palestijnen hebben bedreven… Maar waarom is Grass verplicht in een gedicht een complete schets van de wandaden van beide staten te geven? En trouwens, wanneer waren de laatste terroristische aanslagen van de twee genoemde “terroristische organisaties” ook al weer precies? “Geen woord over diens ontkenning van de Holocaust”. Inderdaad is de houding van Ahmedinejad op dat punt verachtelijk, want de aantijging dat hij de Holocaust op zijn minst in twijfel trok en ruimte bood aan Holocaust-ontkenners, is wél juist. Maar is het weglaten hiervan – tegelijk met het weglaten van 95 procent van de wandaden van Netanyahu – een bewijs van antisemitisme?! En is het weglaten door Grass van verwijzingen naar de onderdrukking van homo’s in Iran ook homofoob? Maar is het dan ook niet erg nalatig – homofoob nalatig? – van de critici van Grass om hier dan niet ook op te wijzen? Zo kunnen we bezig blijven.

In Trouw gaat het intussen nog even door, en het blad constateert: “In Duitsland is en blijft het moeilijk iets kritisch over Israël te zeggen”. Dat blijkt ook nu weer. Het opmerkelijke bij dit alles is ook nog dat Grass niet eens zozeer Israël op de hak neemt, of zelfs maar het beleid van de Israëlische regering. Hij richtte zich vooral tegen de Duitse steun aan die regering, via leverantie van onderzeeboten aan Israël. En hij kritiseert vooral ook zichzelf! “Waarom heb ik me stilgehouden, me zolang ingehouden (…)?” Dat zijn de eerste woorden van het gedicht. Hij klaagt hier vooral zichzelf aan. Pas daarna volgen de passages over Israël, Iran, de Duitse rol en ook het Duitse verleden.

Over dat laatste, en het verleden van de man zelf, is veel te zeggen dat ter zake is, maar niet op de manier die critici van Grass veelal bedoelen of beweren. Grass meldde zich, toen de Tweede Wereldoorlog ten einde liep, aan bij de Waffen SS, het ideologisch gemotiveerde elitekorps van de nazi-staat. Dat was verkeerd, en ergens ook tamelijk dom: in dienst treden van een militair apparaat dat aan de kant van de overduidelijk verliezende partij vocht. Nergens heb ik overigens gelezen dat hij in SS-dienst vreselijke daden heeft verricht. Wat zijn motieven waren om zich bij de SS aan te sluiten, weet ik niet. Je kunt zeggen: de jongen was 18 jaar, wist hij veel? Dat is te makkelijk: opgroeiende jonge mensen worden juist in oorlogstijd noodgedwongen snel volwassen en bewust van allerlei zaken. Het is vrijwel ondenkbaar dat Grass niet wist dat de SS onderdeel was van een verwerpelijk bewind. De keus die hij maakte was een foute keus. Fout, niet erg dapper, nog veel dommer vooral was de keus van Grass om heel lang géén schoon schip te maken en pas in 2006 te vertellen van zijn deelname aan de SS.

Dit waren ernstige fouten. Hij heeft ze, te laat maar toch, erkend. Hij heeft, na die enkele maanden fout lidmaatschap, intussen 67 jaar geleefd en geschreven. Ik zie niet in waarom fouten als deze zouden moeten betekenen dat hij dus over belangrijke zaken als de politiek van Israël levenslang zou moeten zwijgen. En ik zie al helemaal niet in waarom hij, als bewoner van Duitsland, zich niet extra kritisch zou mogen uitlaten over het beleid van dat land. Van enige echte continuïteit tussen zijn foute stellingname in 1945 en zijn huidige stellingname is – ondanks wat critici suggereren – geen sprake. Juist integendeel! Tóén was hij een loyaal volgeling van de macht van de staat. Nu is hij juist een bij tijd en wijlen scherp criticus van het staatsbeleid.

Nee, Günther Grass kan op basis van dit gedicht niet weggezet worden als antisemiet. Sommige van zijn critici echter helpen, door kritiek op Israëlisch beleid en Duitse assistentie daaraan met agressieve beschuldigingen te beantwoorden, kennelijk liever die twee staten en hun beleid dan dat ze het zoeken naar rechtvaardigheid en vreedzame oplossingen voor serieuze problemen echt willen bevorderen.

, , ,

Comments are closed.