vrijdag 12 augustus 2016
Kazachstan en Oezbekistan zijn twee Centraal-Aziatische staten die hardhandig autoritair bestuurd worden. Dat juist in deze twee landen de afgelopen maanden sociale protesten plaatsvonden, is daarmee extra opmerkelijk, want de deelnemers eraan nemen daarmee aanzienlijke persoonlijke risico ‘s.. De thema ‘s van de protesten betekenen bovendien dat ze n iet zomaar weg te zetten zijn als door Westerse imperiale bemoeials aangestuurde regime change/ ‘kleurenrevolutie’-hulpstukken. Reden dus om de gang van zaken in deze beide landen eens nader te bekijken.
Eerst Kazachstan. Daar probeerde de regering eerder dit jaar een soort van privatisering van grond door te drukken en “de agrarische sector open te stellen voor buitenlands kapitaal”, zo vertelt een stukje op Countervortex.org. Het beleid riep protest op: “grote demonstraties gemeld uit Astana, Almady, Karaganda en andere steden. Stadspleinen zijn naar verluid herhaaldelijk bezet, in weerwil van een verbod op openbare bijeenkomsten.” Het bericht meldt “honderden arrestaties” en zegt erbij dat de protesten in mei zijn begonnen.
Dat blijkt niet helemaal te kloppen als we een artikel op People and Nature bekijken, dat de protesten bespreekt. “De eerste demonstratie tegen landverkopen vond plaats in Atyrov in West-Kazachstan”, staat daar. Foto eronder van een plein tjokvol met betogers. Tweeduidend deelnemers. Het artikel vertelt nog iets: al op 5 mei haalt de president van Kazachstan bakzeil, en stelt het voor langere duur verpachten van gronden aan buitenlandse bedrijven – dat op 1 juli al had zullen beginnen – uit tot in 2017. Hij verwijst daarbij naar de “reactie vanuit de maatschappij” die het beleid had “opgeroepen” Een minister verliest een baan, een adviseur krijgt op zijn kop. Kort gezegd: de protesten – pleinbezettingen van aanzienlijke omvang – hebben de regering tijdelijk op de terugtocht geduwd, anti-neoliberale actie was succesvol. Mooi!
In juli brak strijd uit op een ander front.: “Rond 200 oliearbeiders” gingen voor vijf dagen in staking in Zhanaozen. Daarmee protesteerden zij tegen “het plan van hun werkgevers om hun arbeidsuren teverkorten en te snijden in hun salarissen”, aldus een bericht op Eurasia.net van 30 juli. Er wordt ook b ericht over ontslagen, en over een vakbond die – quelle surprise – niet echt voor de arbeiders op komt. De staking is niet all-out overigens: arbeiders legden dagelijks twee uur het werk neer.
De plaats van de staking is opmerkelijk. In Zhanaozen is namelijk eerder door a olie-arbeiders geprotesteerd. Arbeiders staakten in 2011 voor hoger loon. Op 16 december viel politie betogende stakers – het was Onafhankelijkheidsdag in Kazachstan – aan en opende het vuur op arbeiders. Dat kostte 16 mensen het leven. Radio Free Europe/ Radio Liberty geeft de episode weer in een achtergrondstuk rond de recente staking.
People and Nature had in 2014 een achtergrondstuk over de nasleep van de strijd in 2011. Toen zijn dus protesterende arbeiders doodgeschoten, maar er zijn ook mensen gearresteerd en gefolterd. “De grootste stakingsgolf in post-Sovjet Kazachstan maakte plaats voor de ruwste repressiegolf”. Er kwam in 2012 een proces tegen 37 van de oliearbeiders. “De rechter negeerde protesten van advocaten dat aangeklaagden gemarteld waren tijdens hun voorarrest.” Vonnissen: gevangenisstraffen. Al in 2014, toen het people and nature-stuk verscheen, was bijna iedereen van die mensen wel weer op vrije voeten. Maar de strijd voor rechtvaardigheid was daarmee bepaald niet afgelopen. Dat uitgerekend in diezelfde stad nu wederom oliearbeiders protesteren, is daarmee extra opvallend.
Zowel de landprotesten als de oliestakingen kunnen gezien worden als verzet tegen neoliberale dimensies van beleid. Verkapte privatisering is ruim baan voor de markt. De kortere arbeidstijden zijn ook een poging om kosten te besparen in de olie-industrie, een bezuiniging ten koste van arbeiders die in het neoliberale plaatje past. Er is ook een wet van kracht geworden die bedrijven de ruimte geeft om oudere arbeiders te ontslaan met slechts korte opzegtermijn en minimale ontslagvergoeding. Eurasianet.org, waaraan ik de informatie ontleen, noemt dat “één van de business-vriendelijke clausules in de ArbeidsCode [ die nieuwe arbeidswet, PS) die de macht ( ‘leverage’, in het origineel, PS) van werkgevers over werknemers vergroot.” Ruim baan voor ondernemers en hun belangen dus, ook in Kazachstan. Maar het neoliberalisme dat ook daar beleid is, ontmoet van diverse kanten vrij effectief protest.
Dat is des te opmerkelijker in de politieke context. Kazachstan is een voormalige deelrepubliek van de Sovjetunie. Toen die nog bestond, werd een zekere Nazarbayev partijsecretaris van de Communistische Partij, de baas destijds en in een ander jasje feitelijk nog steeds. Aan het geschetste pro-ondernemersbeleid kun je zien hoe serieus we dat ‘communisme’ kunnen nemen. In 1991 verklaarde het land zich onafhankelijk, onder diezelfde Nazarbayev.
De man is intussen vier keer opnieuw gekozen , “praktisch zonder oppositie” zoals het landenprofiel dat de BBC over Kazakhstan heeft samengesteld, vermeldt. De BBC schrijft over de man ook nog: “Hij zegt dat democratie een lange-termijn-doel is, maar dat de stabiliteit gevaar loopt als verandering te snel gaat”. Intussen is de man dus wel 35 jaar de chef daar, je kunt met die ‘democratie’ niet voorzichtig genoeg zijn… Er is aanzienlijke economische groei geweest, en daar hebben de grote grondstoffenvoorraden – olie onder andere – nogal wat mee te maken.
Dat de arbeiders die de groei helpen genereren zonder er veel van terug te zien, zich met protest laten gelden, dat met de oliestaking en met de landprotesten eerder dit jaar, de gesloten autoritaire verhoudingen en het neoliberale beleid van onderop onder druk wordt gezet, dat is allemaal goed en welkom nieuws.
(wordt vervolgd)
Peter Storm