Na de ‘Slag om Amsterdam’: over de noodzaak van een militant antifascisme


vrijdag 12 februari 2016

Een kleine week nadat antifascisten de Slag om Amsterdam op punten wonnen van de Pegida-fascistenmenigte, is er best reden om nog eens op de gebeurtenissen en diverse reacties er op terug te blikken. De gang van zaken is er belangwekkend genoeg voor, en sommige commentaren verdienen aandachtige reflectie en reactie. Ze bieden immers een goede gelegenheid om de noodzaak van een stevig antifascistische aanpak nogmaals te beklemtonen.

Krachtsverhoudingen

Het eerste punt dat ik wil maken is dit. Antifascisten dwarsboomden het samenkomen en ongestoord marcheren van Pegida redelijk effectief. Ons succes was groter dan ik de dagen ervoor had durven hopen. In die zin was het een overwinning. Maar de overwinning was tactisch, en bepaald niet strategisch van aard. Het was een overwinning die de kracht van het fascisme niet wezenlijk heeft aangetast. We hebben ze hinderlijk voor de voeten gelopen, maar inmiddels marcheren ze verder.

Ik bedoel het volgende. Pegida deed haar ding niet in één van de bolwerken van rechts en uiterst rechts. Dit was geen Almere, geen Steenbergen, geen Venlo. Het is de stad van Jordaanoproer en Februaristaking, van Provo, Nieuwmarktrellen, Geen Woning, Geen kroning, op 30 april 1980, van kraakstrijd en stakingen. Nog maar tien jaar geleden zou de stad een no-go-area voor fascisten in groepsverband zijn geweest. Die zouden door boze mensen, van antifascistische krakers tot en met Ajax-supporters, zonder omhaal in de gracht zijn gedeponeerd. Als het al tot een samenkomst van de fascisten zou zijn gekomen, want er is alle kans dat burgemeesters destijds een excuus hadden weten te vinden om een hypothetische Pegida-mars niet te laten plaatsvinden, en zeker niet in de voormalige Joodse buurt. Dat Pegida alleen al het lef heeft om het te proberen, tekent de naar rechts verschoven verhoudingen. Dat hun hatelijke samenzijn niet in een volledig debacle – in die spreekwoordelijke Amsterdamse grachten derhalve – is gegooid, tekent die verschuiving eveneens.

De verhoudingen b lijken ook getalsmatig. Pegida had vast op meer gehoopt maar hun opkomst was niet miniem. Berichtgeving is hier tegenstrijdig. Volkskrant  en Nu.nl  spreken van zeventig Pegidisten, de NOS  echter over tweehonderd. Ik zag de Pegida-groep van flinke afstand staan, en van opzij zag het eruit als een vijftigtal mensen. Maar ik kon niet zien hoe breed de groep was. Indrukken van internet geven toch een beeld dat Pegida rond de honderd mensen op de been had. Niet alle fascisten waren deel van de Pegida-actie. Er schuimden ook groepjes fascisten door de stad die niet tijdig bij Pegida hadden weten aan te sluiten voordat de ME de boel goeddeels afsloot.

Tegenover die pakweg honderd fascisten stonden hooguit enkele honderden antifascisten die actief Pegida tegenwerkten. Zij duwden Pegida in de verdediging. Maar overweldigend was ons overwicht bepaald niet. We mogen er bepaald niet op rekenen dat we in andere plaatsen – waar linkse en radicale bewegingen veel en veel zwakker staan – net zo succesvol zullen zijn. Een goed humeur na afgelopen zaterdag hebben alle antifascisten zeer verdiend. Triomfalisme is echter misplaatst. We hebben versterking nodig, vroeg of laat gaat het anders een keer echt helemaal mis.

Dat brengt me op een tweede belangrijk punt: die gelederen. Daadwerkelijk Pegida dwarsbomen deden groepen van bescheiden omvang. Gelukkig waren zij echter niet de enigen die de straat op waren gegaan om hun afkeer van racisme, fascisme en dus pegida te laten blijken. Vele honderden – zeker duizend, mogelijk 1500 – mensen waren op de manifestatie ‘Vluchtelingen welkom, racisme niet’. Hun aanwezigheid droeg wel degelijk bij aan een sfeer waarin de stasd toch meer ‘van ons- antiracisten in brede zin – was dan van ‘hun’, van de fascisten en hun maten. Vanuit de manifestatie optrekken naar de Pegida-verzameplek kon alleen omdat er die manifestatie wás. Die droeg dus indirect bij aan het antifascistisch succes even verderop.

Actievormen

Dit is dan ook een goede plaats om te reageren op opmerkingen die Arnold J. van der Kluft op de website Krapuul  in mijn richting plaatste. Hij geeft aan dat hij vroeger sceptisch was over dit type manifestatie, maar laat daarop volgen: “Ik denk daar nu anders over. (…) Dus ben ik het niet eens met kameraad Peter Storm (…) Ik zie het belang er van in je vreedzaam te manifesteren en vreedzaam te uiten.” Maar dat belang zie ik dus ook! Dáár zijn we het over eens, beste kameraad Arnold! Maar het is één vanv de actievormen, niet dé actievorm, niet de belangrijkste en niet de vorm die volgens mij het meest acuut versterking vereist. Ja, ik gaf ongenoegen aan in mijn verslag, ik word van de opzet van dit soort acties soms inderdaad “kregel”. Van de kritiek op de passieve rol waarin aanwezigen gestopt worden, waarin deelnemers nauwelijks meer zijn dan toeschouwers, figuranten of achtergrondkoor, neem ik ook niets terug. Ik wil actie, geen participatie in een Gesamstkunstwerk. Maar van de woorden waarin in aangaf dat ik snap dat anderen dat anders ervaren, en dat ik best het bemoedigende effect voor veel aanwezigen inzie, neem ik óók niets terug.

Voor veel mensen is zo ‘n manifestatie precies wat ze nodig hebben en bij kunnen dragen. Er komt wellicht een tijd dat er voor mij ook niet zo veel meer inzit dan dat. Een flink stukje rennen vor chargerende ME-ers lukt nu nog, maar over vijftien jaar niet meer, en natuurwetten zijn nog altijd sterker dan persoonlijke voorkeuren en politieke keuzes… Hoe dan ook, ik heb zulke manifestaties liever groot dan klein. Maar ik zie ze tegelijk ook graag bewegen, lópen, veranderen in actievere actievormen, in demonstraties en weet ik wat. Met alléén dit type manifestaties gaan we Pegida niet tegen houden en slechts weinig afremmen. Het is allebei nodig: brede mobilisaties en demonstraties – maar dan graag actiever, met inbreng van de aanwezigen – én stevige confrontaties waarmee we de fascisten de opmars versperren Laten we tussen die twee actievormen geen muur op trekken, dat is helemaal niet nodig en niet goed. Laat iedereen doen wat haar of hem het beste ligt.

Willen de verschillende actievormen optimaal elkaar versterken, is het wel nuttig als we elkaar wederzijds als legitiem en nuttig erkennen, ook als je voorkeur hebt boven de ene boven de andere.. Ik hoorde echter vanaf het podium van de manifestatie geen enkel warm of waarderend woord richting die antifascisten die voor een meer confronterende actievorm kozen. Van de politieke partijen vers wacht o ik ook niets anders. Van de Internationale Socialisten zou je echter wel iets meer mogen verwachten: die erkennen in principe immers de noodzaak van fysieke confrontatie om fascisten terug te drijven. Catherine Black van deze organisatie hield een stevige toespraak vol goede punten zoals de felle taal tegen PvdA-politici;.Ik heb hem gelezen  en ook beluisterd . Maar de speech repte ook nergens van wat er even verderop al aan het gebeuren was. Wel: “het is dan ook aanstootgevend dat een paar honderd meter hier vandaan de raciastuische organisatie Pegida staat, nota bene op de plek waar gherdenkingsstenen ligfgen voor joodse slachtoffers”. Maar geen melding van het feit dat antiracisten die racisten ter plekke aan het tegenwerken waren, ten koste van reële fysieke risico ‘s. De support aan militanter antifascisme blijft op die manier niet aleen in woorden steken, maar die woorden bleven op het kritieke moment ook nog eens achterwege.

Waarom kon er vanaf het podium niet eens een ‘Terwijl wij hier staan, staan anderen vlakbij Pegida om hun afkeuring te laten blijken.Voor wie die die keus maken: sterkte mensen, let op jezelf en elkaar!’ van af op zo ‘n moment? Of ‘wij kiezen misschien andere wegen in onze strijd maar het is wel allemaal ónze strijd’? Waarom moet het feit dat toch enkele honderden mensen méér willen dan staan luisteren en applaudisseren, zo ongeveer worden verzwegen? Morgen zijn de antifascisten misschien echt met te weinig. Dan is er voor al die ME minder ‘reden’ in de optiek van Van der Laan. Wat als de Pegida-fascisten dan echt opmarcheren naar zo ‘n manifestatie? Wordt de noodzaak om de fascisten fysiek te weerstaan dán pas relevant genoeg om er melding van te maken?

Ik zie de aanwezigen op de manifestatie nadrukkelijk als bondgenoten die een iets andere invulling geven aan hun antiracisme dan ik, maar met wie ik iets wezenlijks deel. Maar worden wij – waarmee ik nu even degenen bedoel die Pegida probeerden uit te jouwen, te overschreeuwen, te blokkeren en anderszins fysiek tegen te werken – door de sprekers op het podium ook als zodanig gezien? Ik heb er niets van gemerkt. Intussen stonden op de tijdlijn van Laat Ze Niet Lopen wél waarschuwingen waar ook aanwezigen op de manifestatie wat aan hadden. Die maniefestatie werd daar ook gewoon genoemd. Militanter antifascisten zien dus wèl de noodzaak om buiten eigen kring te kijken en het oop te nemen voor iedereen die gevaar liep door fascisten te worden belaagd.

Over meningsvrijheid, confrontatie en het afschrikken van ‘gematigden’

Intussen leg ik wel nogmaals de nadruk op de noodzaak van zo ‘n militant antifascisme. Enkele reacties op mijn vorige stuk over deze dag  vragen daarom nog om wat commentaar. Zo is er de vraag naar de hypocrisie: klagen als de demonstratievrijheid van anarchisten door de politie wordt ingeperkt, maar intussen wel de uitingsvrijheid van Pegida fysiek hinderen. “Hebben zij geen recht op vergaderen, wandelen en meningsuiting?”schreef SG over de Pegida-memsen. Er is het verwijt dat de zinnen aan het eind, over Amsterdamse grachten en lijn tien. “Laten we niet dezelfde gewelddadige retoriek die fascisten gebruiken”, aldus Jeroen. En Kelbo: “die laatst we woorden over lijn tien, ja ik snap dat je er zo over denkt, maar het is niet constructief. Een meer gematigd persoon zal hierdoor afhaken en juist nu moeten we ook de meer gematigde lieden erbij betrokken worden, anders loopt het uit de hand”.

In de eerste plaats: die vier zinnen zijn een liedje. Je kunt dat wegzetten als ‘gewelddadige retoriek’, maar dan misken je de knipoog. Feitelijk is het liedje al oud, ik ken het van demonstraties tegen van alles en nog wat. “O die Ritzen (Lubbers, Deetman, Rutte, vul maar in…) en zijn plannen, weet je waar ik die het liefste zou zien…” Niemand zag daarin meer dan een lekker botte uiting van protest. Niemand had het toen over het overnemen van “gewelddadige retoriek” van wie dan ook. Actieliedjes zijn geen letterlijk te nemen politieke verklaringen. Over hoe smaakvol het is, kun je het natuurlijk hebben, maar niemand hoeft mee te zingen, en als je een aardiger liedje naar de barricaden meebrengt, is dat natuurlijk prima.

Maar ik hou wel staande dat fysieke confrontatie – fascisten van de straten jagen, desnoods de gracht in – nodig is. Een menigte fascisten die zich uit door zich te verzamelen en te gaan lopen, uit niet zomaar een ‘mening’. Ze stellen een daad van intimidatie. Fascistische samenkomsten en optochten zijn pogingen om de straten te veroveren. Ze gaan veelal gepaard met het bedreigen van mensen wiens (vermeende) herkomst, achtergrond of identiteit ze niet aan staat. Pegida aan de wandel is straatterreur in embryo. Ik beklemtoon de noodzaak om die straatterreur te de kop in te drukken, desnoods hardhandig, en dat ook niet aan de staat en de politie over te laten, wiens agenda net zo min solidair en vrijheidslievend is als die van de fascisten zelf. Ik pleit voor militante confrontatietactieken tegen georganiseerd, groepsgewijs optredend fascisme, niet omdat ik denk dat op die manier hun mening verandert, maar simpel als een doortastende vorm van zelfverdediging, en van solidariteit met degenen die zich niet altijd fysiek kúnnen verdedigen.

Het succesvol gebruik van deze technieken betekent dat de geharde fascisten merken dat geen ruimte voelen, dat ze zonder enorme politiebescherming zich niet staande kunnen houden. Dat is niet goed voor hun zelfvertrouwen en verzwakt ze. En als sympathisanten van Pegida weten dat ze niet zonder gedoe en actieve tegenstand aan een Pegida-actie kunnen deelnemen, zullen ze zich ook twee keer bedenken voor ze meegaan. Zo houden we de opkomst van fasscistische acties klein.

Zodra de druk van assertieve antifascistische tegenwerking wegvalt, vervalt ook een reden voor wat minder fanatieke aanhangers van fascistenclubs om thuis te blijven. Dan vervalt ook de noodzaak (vanuit het gezag bezien) om grote horden ME-ers de straat op te sturen. Dán krijgen fascisten de ruimte, en dan heb je straks optochten van vele honderden of duizenden, bestaande uit geharde fascisten tot en met openlijke neo-nazi ‘s, vergezeld van grotere aantallen PVV-sympathisanten en ander rechts en uiterst rechts volk. Dat soort optochten zijn een acute bedreiging voor migranten, voor vluchtelingen, voor elke, döner- of shoarmazaak onderweg, van elk winkeltje langs de route dat kennelijk door mensen van Marokkaanse, Turkse of andere migrantenachtergrond wordt gedreven, en van iedereen die er uitziet alsof zij of hij wel eens links, antifascistisch of zelfs maar een beetje alternatief zou zijn.

Dáárom is het soort actie dat Laat Ze Niet Lopen keer op keer bepleit – tegen Pegida, tegen de NVU, noem maar op – zo noodzakelijk. Niet om fascisten ergens anders van te overtuigen dan dat we ze geen enkele ruimte gunnen. Wel om die fascisten die ruimte dus daadwerkelijk actief te betwisten, en ze zo zwak, ineffectief en gedemoraliseerd mogelijk te houden. Dan werken we tegelijk ook de trend tegen dat bijvoorbeeld de PVV dit slag straatfascisten gaat zien en benutten als min of meer hun knokploegen. Hoe zwakker die knokploegen, hoe minder interessant ze immers zijn voor iemand als Wilders.

Schrikt confrontatie en de bijbehorende taal ‘gematigden’ af? Ja, vast wel. Ook daarom is het goed dat er naast antifascistische confrontaties ook antiracistische manifestaties zijn. Ieder haar of zijn ding, prima. Maar daar mag dan wel iets bij. Met gematigdheid kan we het rechts-radicale gewelddadige project dat fascisme nu eenmaal is, niet worden verslagen. De antifascistische keus – ongeacht de precieze middelen – is ten diepste een radicale en onverzoenlijke keus die noodzakelijk is, willen we de m aatschappij niet overweldigd zien worden door nieuwe rondes van knokploeggeweld, racistische terreur en erger.

Sommige ‘gematigden’ zullen terugdeinzen. Sommige ‘gematigden’ zullen hopelijk radicaliseren – de antifascistische richting uit. Daarop hopen is uitstekend, daaraan bijdragen ook. Maar ons militante geluid in afwachting daarvan temperen? Terwijl we wachten totdat ‘gematigden’ de de radicale antifascistische keus beginnen te maken en de noodzaak van militante strijdvormen beginnen in te zien? Die tijd hebben we niet. Daarvoor is de fascistische dreiging te groot, te sterk en te acuut.

Peter Storm

,

  1. #1 by Qawex on 2016/02/15 - 21:24

    hallo
    1. In Rusland, is er geen sterke linkse oppositie. Partij Zjoeganov – racist.
    Waarom?
    Antwoord.
    a. Dial online google voor de Russische “Sochi Dargins” komt uit op het terrein van de St. Petersburg tak van de partij Zjoeganov racistische uitstrijkje artikel vervelend voor etnische Dargin genaamd “een Russisch uit de Kaukasus”
    Woon aan die in de Nogai steppe (waar zijn Neftekoemsk en Zuid Sukhokumsk) afstammelingen van Russische kolonisten (die Bole dan autochtone Nogai) kleiner wordt dan Dargins
    b. kies het zoeksite Yandex “Magomedov tram” in het Russisch zal komen lasterlijke Caucasophobia
    c. in de buurt van de partij Zjoeganov krant “Sovjet-Unie” “kavkazofobskaya artikel Caucasian ridge problemen”

    2. De Russische fascisten aan de macht – Zjirinovski Minister Tkachev als voorbeeld
    Fascisten uit Rusland soms als evrosoyusche macht in de Verenigde Staten, een fascist Alexei Navalny in 2008 voorgesteld om de Tsjetsjenen en Ingoesjeten te sluiten in het getto

    3. Laten we het bevorderen van de idee. Seychs bijna overal in de wereld geeft een persoon de toestand van 100% set van de burgerrechten bij het bereiken van een bepaalde leeftijd. Het is noodzakelijk om de middeleeuwse anachronisme slopen. Rechten moeten worden gekoppeld aan het ontwikkelingsniveau en wetenschap

    4.Po informatie in St. Peterburga, Bryansk regio geslaagd voor een ongrondwettelijk ordonnantie (de AKP), volgens die ‘s nachts is verboden in de straat tot 18 (!) Jaar. Dit is in strijd met de fundamentele wetten van Rusland – de Grondwet, artikel 27 betreffende het vrije verkeer. Bovendien: 1. Volgens de huidige wet mensen hebben het recht aan de slag op de leeftijd van 14, om seks te hebben met 16 jaar, met het openbaar vervoer tot 7 jaar. Bij nadere beschouwing zien we dat: – De wetgeving laat de part-time in prive te verbieden, zoals bijvoorbeeld hulp in de sanitaire veld, of het opzetten van computerapparatuur. ACS voorkomt dat de implementatie van een vast dienstverband of part-time als het mogelijk is om terug te keren naar de plaats van de woonplaats naar part-time werk op elk moment van de dag – de AKP te voorkomen seksuele en persoonlijke leven van de burgers, omdat de wet niet is geregeld, moeten de handelingen van seksuele intimiteit uit te voeren op welk tijdstip, handelingen van intimiteit mogen uitvoeren op elk gewenst moment in elke woning, respectievelijk, kan niet worden geregeld door de terugkeer van de vergadering – Burgers hebben het recht om het openbaar vervoer te gebruiken, lang voordat de leeftijd van 18 jaar, respectievelijk, voorkomt dat de terugkeer van de AKP in de woonplaats van het openbaar vervoer. En als de trein over lange afstand komt in de plaats van de woonplaats van een burger in de nacht? 2. Veel mensen worden gedwongen om oudere familieleden, die door de stad 3. ingezeten burgers worden verplaatst helpen vaak terug in de nacht in een hostel in de stad studie van de inheemse nederzettingen een negatief beeld van de politie en de staat 4. De burgers gevormd als geheel (het risico dat jongeren protest kan gaan naar de extremistische gemeenschap) 5. Discriminatie bevordert de psychische aandoeningen, verergert sociale problemen kunnen een factor in depressie en zelfmoord misdrijven 6. de burger niet verplicht is om een ​​horloge te dragen, hebben een horloge, en in staat zijn om de klok te gebruiken. Dus dit is een grove schending van de nationale en internationale. 7. Bovendien is het een schending van de Russische Federatie heeft het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten – Artikelen 2,7,9,10,12,17 Covenant (vanaf 16 jaar, mensen hebben het recht op privacy), 18,21,22, 26 Gelieve te verdelen, schrijven naar de Verenigde Naties, in het hof van de mensenrechten, de president van Rusland, het kantoor van de Russische openbare aanklager, de onderzoekscommissie

  2. #2 by Kelbo on 2016/02/13 - 02:21

    Hoi Peter

    Kelbo hier.

    In wezen ben ik het met je betoog eens hier. Zonder fysieke confrontatie met de fascisten, zullen ze nooit tegen gehouden worden. Zo is het gewoon. In feite mogen we de anti fascisten, die in de jaren negentig zo fel actie voerde heel dankbaar zijn en dat ben ik ze dan ook nog steeds. In feite is het zelfverdediging, van alles dat over vrijheid gaat en iedereen die niet in een racistische dictatuur wilt leven, kortom de meeste mensen. Ja eigenlijk zijn de anti-fascistische militante activisten de enige die het fascisme in de kiem smoren, want fascisme is geen mening, maar een misdaad. Een pvda begrijpt dat nog niet helemaal. Als ik iemand keihard in zijn gezicht sla, dan is dat ook geen mening, maar dan is dat geweld. Reguliere politieke partijen bekijken alleen alles vanuit hun havo 4 maatschappijleer boekje, waarin alles een mening is, die iedereen mag uiten. Fascisme gaat buiten het domein van de mening, omdat het zelf de vrijheid van meningsuiting niet erkent !

    ik weet nog, 10 jaar geleden stond de AFA met zwart rode vlaggetjes tegen fascisme te demonstreren, terwijl we allemaal zoiets hadden van, dat is toch allang voorbij allemaal. Ja, dat was het ook, omdat de AFA zo hard actie voerde. Niemand had voorzien dat het weer zo zou terug keren allemaal. Nu komen de neo nazi’s gewoon op telivisie en kunnen ze rustig hun zegje doen. Alles wat nu gezegd word, tien jaar geleden had dat rellen opgeleverd

    Kortom, ja als ze komen, dan ben ik jullie enorm dankbaar dat jullie het riskeren om ze keihard te blokkeren.

    Maar op de achtergrond, op het net, via pamfletten etc, moet het heel anders bestreden worden. De retoriek naar de gewone man toe moet juist duidelijk, toegankelijk en herkenbaar zijn. We moeten ze uitleggen dat die mannen met die kale hoofden ook voor hen een bedreiging zijn en niet alleen voor de Turkse buurman. Speel in op hun egoïsme en breng ze de nodige historische kennis bij, die nodig is om te begrijpen wat er aan de hand is.

    Over het liedje van de lijn tien. I don’t know, het is niet zo erg allemaal, mijn vraag is meer, of het constructief is. De gewone man schrikt juist van bepaalt soort retoriek. Alle punks hebben hanenkammen, als punks ineens geen punks meer zijn en geen hanenkam meer hebben, maar nog steeds wel dezelfde boodschap verkondigen luisteren de mensen ineens wel naar ze. Hetzelfde is met dat liedje. Retoriek naar buiten toe zou toegankelijk kunnen, althans als je massa’s wilt bereiken. Ik wil niet zeggen dat het mij allemaal om de gewone man is te doen, maar in de strijd tegen rechts, moet je die voor je zien te winnen, omdat die makkelijk geïndoctrineerd wordt door rechts. Ik bedoel 90 procent van de pegida bestaat uit simpele mensen, die heel eenvoudig opgestookt zijn met eenzijdige, ongenuanceerde boodschapjes. Onzeker als ze zijn lopen ze achter hun leiders aan, maar meer stelt het niet voor.

    Wat betreft de reguliere partijen, als pvda en sp etc, ik weet niet in hoeverre het bedreigend voor pegida is, om dat te zien. Het maakt ze niets uit denk ik. Wel is het een boodschap naar de brave burger toe van, hey, dit word niet gepikt in onze kringen, maar dat wisten ze in princiepen al. Iemand die misschien twijfelt om pegida aan te hangen, zal misschien zoiets hebben van, hey er is wel een grote maatschappelijke aversie jegens deze pegida, misschien moet ik er vanaf zien. Misschien versterkt het een soort sociale druk bij de mensen die twijfelen. Zeker in SP kringen zijn er mensen die neigen naar Pegida achtige dingen en misschien ook wel in de rechtse D66. Maargoed, ik weet niet in hoeverre het iets uit haalt.

    Laat links dan eens die groep bereiken, om het gevaar in de kiem te smoren en als ze dan toch komen, dan zou de confrontatie massief mogen zijn, want dat is de enige vorm van zelfverdediging.

  3. #3 by Laura on 2016/02/12 - 23:54

    Laat even duidelijk zijn dat Steenbergen géén bolwerk van rechts of uiterst rechts is! (over de andere genoemde plaatsen kan ik niets zeggen, die ken ik niet goed genoeg)
    Ook daar was een tegengeluid te horen, waren er veel mensen van buitenaf gekomen om tegen het azc te protesteren, en kun je niet zomaar een hele gemeente als extreem-rechts bestempelen omdat dit uit de hand gelopen is. Natuurlijk is het verwerpelijk dat dit zo gebeurd is, maar helaas heb je dat soort figuren overal rondlopen en was Steenbergen toevallig de locatie waarop ze als een van de eersten dit vocaal lieten merken.
    Verder, goed geschreven 🙂

  4. #4 by John-Duka Thoral on 2016/02/12 - 21:31

    Ja, dat vind ik ook , er moet meer confronteren demonstraties, Ik zou adviseren om zelfverdedigingscursus op te richten. Ze hebben het lef om in een Joodse historische omgeving hun demonstratie te houden. Ze zoeken actief de confrontatie aan. Ik vind dat ze grens hebben bereikt. De strijd moet opgepakt worden. We moeten ons verdedigen voordat het te laat wordt.

Comments are closed.