Grexit of geen Grexit? Is dat de vraag?


woensdag 17 juni 2015

Grexit is deze weken het wachtwoord: het uit de euro stappen van Griekenland. Zo ‘n stap komt dichtbij nu een akkoord tussen Griekse regering en geldschieters van/ via IMF, Europese centrale Bank en EU maar niet tot stand komt. Intussen dringt de tijd, met weer een deadline in zicht voor voldoen aan betalingsverplichtingen. Is de dreigende Grexit werkelijk de ramp die er veelal in wordt gezien? Is het eigenlijk wel meer dan bluf?

Eerst de reden dat die grexit zo dichtbij wordt verondersteld. Plat gezegd: het geld van de griekse regering is op, en de trucendoos waarmee die regering het financiële hoofd boven water heeft weten te houden, is leeg. Nu horen we zoiets vaker, dus enige scepsis is wel gerechtvaardigd. Lees maar. “Het aftellen voor Griekenland is begonnen. Athene zette zelf de klok aan met de mededeling dat het zonder akkoord met zijn geldschieters afstevent op een bankroet begin juni.” Dat schreef de Volkskrant op 21 mei.  Het akkoord kwam er niet. Het bankroet kwam er niet. En intussen zitten we in de tweede helft van juni.

Intussen legt NRCq op 15 juni  uit dat de toestand nu toch echt nijpend is. Schrijvers vann het betreffende stuk zeggen: “Op elke golf van opwinding volgt bn bijna automatisch de ontnuchtering: er is een deadline, uit Brussel klinkt het paniekerig dat ‘elke dag telt’, de deadline wordt niet gehaald, beschuldigingen gaan over en weer”. En de voorspelde crash blijft nog steeds uit. “Maar deze week is anders: juist nu kan de temperatuur flink gaan oplopen”, zo vervolgt het artikel. Waarom? “De deadline die nu nadert (…) is harder dan eerdere deadlines.” Eerder wist Griekenland zich met “wisseltrucs en uitstelregelingen”nog te redden . “1 juli is anders. Dan moet er in totaal 1,6 miljard euro écht aan het IMF worden afbetaald. Bovendien loopt dan formeel het hulpprogramma van de Europese Unie af: zonder akkoord over de bezuinigingen en hervormingen die Athene moet doorvoeren, vervalt de 7,2 miljard euro die het kan krijgen.” Morgen is een vergadering van EU-geldministers, en die wordt “cruciaal” genoemd. Zoals zoveel eerdere soortgelijke vergaderingen ‘cruciaal’ genoemd zijn.

Het wringt steeds op de eisen van IMF en EU-instellingen dat Griekenland niet alleen aan betalingsverplichtingen moet blijven voldoen, maar onverdroten door moet gaan met bezuinigingsbeleid en zogeheten ‘hervormingen’. Die laatsten betreffen het verder op de schop nemen van pensioenstelsel en ontslagbescherming, een verdere afbraak van sociale zekerheid en bescherming van arbeidsrechten, zaken waar ja naar ja naar jaar onder druk van IMF, EU en ECB – jaren aangeduid als ‘troika’, nu veelal als ‘de instellingen’ – gat na gat is geslagen. De huidige regeringspartij Syriza heeft haar verkiezingsoverwinning van begin dit jaar te danken aan de toezegging dat aan dit bezuinigingsbeleid een eind zou komen, via een onderhandeld akkoord tot schuldverlichting, en zonder dat het land de Eurozone zou m verlaten. De keiharde chantagepolitiek van troika dan wel instellingen maakt duidelijk dat een akkoord waarin het bezuinigingsbeleid tenminste aanzienlijk wordt verzacht, de Griekse regering niet wordt gegund.

Het gaat hier om meer dan geldzucht en het afdwingen van betalingsverplichtingen. Het gaat hier om het afstraffen van insubordinatie. Griekse regering én bevolking moet hardhandig duidelijk gemaakt worden dat, ongeacht protesten en verkiezingsuitslagen, het opgelegde bezuinigingsbeleid onaantastbaar is. Als het relatief kleine Griekenland wegkomt met een breuk met die bezuinigingen, als dat land aanzienlijke schuldreductie los weet te krijgen van de instellingen, dan is – zo kan de onderliggende EU-angst worden verwoord – het eind zoek. Dan wil het noodlijdende Spanje hetzelfde, en dat is een veel grotere economie, dat zou veel meer kosten en een grotere impact hebben. Als Italië dezelfde kant op zou gaan, is de ramp voor het EU-kapitaal helemaal niet te overzien. Dat is immers één van de economische kernlanden van de EU. Griekenland moet dus onderworpen blijven aan financiële wurging, om kostbare precedentwerking te voorkomen. De onderkant van Griekenland moet bloeden zodat de economische en politiek top van de EU rustig en gefortuneerd kan doorslapen.

Van die top maakt de Nederlandse machtselite integraal deel uit. Ook in Nederland wonen geldschieters van Griekenland, ook namens die geldschieters doen de wrede deurwaarders namens het giga-incassobureau van de troika hun werk. “In totaal gaat het om 3,2 miljard euro aan leningen en rond de 16 miljard aan garanties”. Dat is dus het Nederlandse aandeel. Ja, dat is in feite deels opgehoest door de bevolking hier, om in de Griekse staatskas te stoppen die het linea recta naar Europese bankiers en financiers terug kan sluizen. Zo is Nederland dus geen slachtoffer van de EU, maar hoogst medeplichtig onderdeel ervan. Beulswerk is het, en Dijsselbloem is opperbeul momenteel.

Zo nadert er nu een soort ontknoping – of toch niet? Als er geen akkoord komt, dan dreigt dus die grexit. De Griekse Centrale Bank waarschuwt daar intussen ook al voor. Die ziet dan “een ongekende economische crisis” volgens Trouw, die de ellende van zo ‘n grexit in kaart brengt. Geen EU-geld meer voor Griekse banken; die dreigen dan zonder geld te komen, zeker als mensen snel hun geld van de bank gaan halen. Dan zouden die banken waarschijnlijk moeten sluiten, om vervolgens nog maar zeer beperkte uitbetalingen aan klanten te kunnen doen. Tegelijk zou er, naast of in plaats van de EU, een Griekse munteenheid komen. Die zou heel weinig waard zijn in vergelijking met de euro. Importen zouden snel duurder worden, de inflatie zou snel oplopen. Crisis, derhalve.

Het ziet er uit als een indringende waarschuwing van de Griekse centrale bank om op de valreep nog tot een akkoord te komen. Het leest immers alsof die bank zo ‘n grexit helemaal niet wil, en daarom de gevolgen neerzet als een catastrofe. Er speelt echter in de internationale verhoudingen nog iets anders: de angst dat een grexit géén catastrofe wordt voor Griekenland, en juist dáárom moet worden voorkomen! Er zitten namelijk aan het loslaten van de Euro kanten die veel minder ongunstig zijn dan uit het geschetste verhaal van hyperinflatie blijkt. Ja, een snel verzwakkende munt maakt import duurder en brengt aldus inflatie mee. Maar het maakt export goedkoper! En het maakt ook de vervanging van geïmporteerde door ter plekke vervaardigde goederen aantrekkelijk. Ook het toerisme wordt goedkoper, en dat is in Griekenland geen onbelangrijke bedrijfstak.

Het zou zomaar kunnen dat de Griekse economie buiten de Eurozone opkrabbelt, ongetwijfeld op basis van zeer lage lonen, afgebroken arbeidsrechten en een uitgeklede sociale zekerheid en een spotgoedkope staat die naast leger en politie vrijwel niets meer in handen heeft. Uiterst onaantrekkelijk vanuit ieder links perspectief. Maar ook uiterst onaantrekkelijk vanuit het perspectief van EU-bureaucraten, die ermee een eerste ontsnapping aan de financiële wurggreep vanuit die EU moeten incasseren. Het zou zomaar kunnen dat de EU voor zo ‘n ontknoping zo bang is dat het alsnog op een akkoord met Griekenland aanstuurt. Dan zou de Griekse premier Tsipras asnog gelijk krijgen met zijn voorspelling dat de EU vroeg of laat bakzeil zal halen, uit welbegrepen eigenbelang.

Buiten Europa zit ook nog een machtige belanghebbende: de Verenigde Staten! Linkse economisch commentator Mark Weisbrot wijst er in Counterpunch op  dat precies vanuit de VS een grexit wel eens als zeer slecht nieuws kan worden gezien. Zo slecht, dat dat land er veel aan zal doen om er een stokje voor te steken. Dat gaat dan om imperiale afwegingen, waar de geschiedenis precedenten van levert. “Om dezelfde redenen dat de Verenigde Staten tussenbeide kwam in de Griekse burgeroorlog (1946 tot ’49) en de brute militaire dictatuur steunde ( 1967 tot ’74) – met alle moord, foltering en repressie die dat inhield – wil Washington geen onafhankelijke regering in Griekenland.” Zolang het land binnen de EU zit, maakt het deel uit van een belangrijk Amerikaans bondgenoot. Erbuiten is het land een risicofactor. “Iedereen weet dat als Griekenland de euro verlaat en harde valuta moet lenen voor haar betalingsbalans, het wat zal krijgen uit Rusland en misschien zelfs van China. Griekenland zou de NAVO kunnen verlaten. Griekenland zou deel kunnen nemen aan Ruslands voorgestelde gaspijplijnproject, hetgeen Europa meer afhankelijk zou kaken van Rusland” – allemaal hele nare dingen, vanuit het perspectief van Amerikaanse machtspolitiek. Dan is er de mogelijkheid dat “Griekenland het, na een aanvankelijke schok, veel beter doet buiten de Euro, hetgeen anderen kan overtuigen om ook te willen vertrekken”. Daarmee zou een grexit het einde van de Eurozone kunnen inluiden, iets waar bijvoorbeeld de Duitse bondskanselier merkel vast niet op zit te wachten. “Als er iets is waar ze niet herinnerd voor wil worden, dan is het als de politicus die de eurozone verwoest heeft.” Weisbrot denkt dan ook dat de dreiging met een grexit in hoge mate bluf is, want zo ‘n grexit is niet in het belang van grote mogendheid Duitsland ( en dus van de EU) en ook niet in het belang van de Verenigde Staten, die met name in het IMF nogal wat te zeggen heeft.

Wat Weisbrot in de discussie brengt is volgens mij geenszins onzin. ER zit alleen een zwakke plek in: de bananenschil-factor ontbreekt in zijn verhaal, evenals de prestige-factor. Bananenschil: mensen maken vergissingen, ook in de hoogste kringen glijdt er wel eens iemand uit. Zo kunnen er dingen op gang komen die niemand echt wil, maar dei desondanks een eigen dynamiek krijgen. Het kapitalisme kent geen centrale regie, maar bestaat uit rivaliserende economische machtscentra. Dat geeft internationale politiek iets extra grilligs. Wat voor iedere afzonderlijke deelnemer eigenlijk te riskant is, kan topch de uitkomst zijn van een onbeheerst proces.

Daar komt nog de prestige-factor bij. EU en IMF staan op hun strepen: er moet betaald worden, er moet bezuinigd worden. De Griekse regering staat ook op haar strepen: er moet schuldverlichting komen, het bezuinigingsbeleid moet deels worden losgelaten. EU en IMF weten de macht van het grote geld achter zich. Tsipras voelt zich als underdog moreel de sterkere, en leunt op de steun van kiezers. Beiden hebben het gevoel dat ze nauwelijks terug kunnen, hetgeen het conflict aspecten geeft van (bluf-)poker. Dit prestige-aspect vergroot de kans dat er geen deal komt en dat het toch richting grexit gaat, nog aanzienlijk. Ook al zitten noch Obama, noch merkel, noch Tsipras daar echt op te wachten, de kans op een grexit is intussen toch tamelijk groot geworden.

Is zo ‘n grexit vor de al zo getergde bevolking van Griekenland een catastrofe? Of juist een grote opluchting? Vermoedelijk geen van beide, of van allebei een beetje, te weinig om er een keus voor of tegen grexit mee te onderbouwen.. Over de economische kanten had ik het hierboven al. Hoge inflatie is aannemelijk, maar een zeker economische opleving op basis van in importvervanging, export en toerisme is dat ook. Dat het na een grexit allemaal heel veel erger wordt dan het al is, valt niet uit te sluiten maar staat ook helemaal niet vast. Ik vermoed dat de nog steeds redelijk populaire, Griekse regering na een grexit een flinke dosis samen-de-schouders-eronder-retoriek ten gehore zou brengen. Zo zou ze de de bevolking de noodzaak voor ‘offers’ aan kunnen praten en dus een zeer karig levenspeil als onvermijdelijk kunnen presenteren. Ze zou tevens een gevoel van nationale trots aan kunnen moedigen, zo van: we doen het toch maar, dwars tegen die ellendige troika in! Zulk nationalisme zou de regering waarschijnlijk combineren met wat linksige maatregelen om de armoede iets minder scheef te verdelen en draagvlak te behouden.

Intussen zou de Griekse regering echter voor economisch succes afhangen van de bedrijfstakken die succes boeken in export, toerisme en importsubsidie – en die dat op winstgevende manier zullen willen doen. Ook buiten de Eurozone zou de Griekse regering geld zoeken, en het is dan inderdaad best aannemelijk dat Rusland en China in beeld komen. Dat dit alles Washington niet blij maakt, mag zo zijn, dat is echter op zichzelf nog geen reden waarom het linkse mensen wél blij zou maken. China en Rusland zijn staten die op hun eigen wijze machtspolitiek en commerciële prioriteiten net zo goed doordrukken.

Degenen die een grexit aanzien voor een breuk met het kapitalisme, vergissen zich net zo deerlijk als degenen die er alleen maar een absolute catastrofe in weten te ontwaren. Mensen aan de onderkant van de Griekse maatschappij – arbeiders met baan of zonder, gepensioneerden, scholieren en studenten, noem maar op – hebben geen goede reden om partij te kiezen voor of tegen een grexit. Beide uitkomsten zijn iets wat mensen overkomt, niet iets waar ze rechtstreekse greep op hebben of zich vruchtbaar mee kunnen identificeren. Bij beide uitkomsten geldt dat ze hun belangen en aspiraties tegenover ondernemers en regeerders zelfstandig zullen moeten blijven verdedigen, in een strijd die ze maar beter aan geen politicus kunnen uitbesteden.

Peter Storm

Comments are closed.