Dreigbrief en prijsverhoging: over vrije ruimte en openbaar vervoer


zaterdag 4 oktober 2014

Gisteren zat ik weer eens in de trein. Tilburg- Amsterdam, en ja, ook weer terug. Volle trein heen, zeker zo volle trein terug. Ik kon beide keren zitten, maar het scheelde niet veel. En wat las ik toen ik thuiskwam? Dat vertel ik zo. Eerst: waar was ik heen?

Mijn uitstapje ging naar het Spinhuis, een gebouw van de Universiteit van Amsterdam dat i onlangs gekraakt is en omgevormd tot sociaal centrum waar allerlei activiteiten – informatief en muzikaal en culinair – plaats vinden. Ik wilde daar sowieso eens langs, nu deed zich een gelegenheid voor. Uitgerekend gisteren kregen de mensen van het Spinhuis een brief van de Universiteit dat ze er uit moeten. De mensen van het Spinhuis hebben reden om aan te nemen dat er vervolgens anti-kraak in komt, over plannen met het pand wil de Universiteit pas wat openbaren als de actievoerders beloven dat ze vertrekken, per direct. De website van het Spinhuis vertelt meer. Vooralsnog gaan de Spinhuizenaren niet weg, en gaat het programma gewoon door.

Het is een gezellige plek, er is zelfs een cosy corner, handig aangegeven als zodanig. Het zou heel slecht zijn als de universiteit haar zin krijgt: het soort vrije ruimtes als het Spinhuis nu is, hebben we hard nodig. Mensen die daarvoor blijven opkomen trouwens ook. Op Facebook vriendin of vriend met ze worden kost sowieso al niets. Daar vind je ook updates, zoals ik er het nare bericht over die universitaire dreigbrief vond.

Maar goed, nu dus de treinkwestie. Drukke, volle treinen, Deze keer hoefde ik zelf niet te staan of in het trapgat te hangen, maar de laatste tijd is het opvallend vaak mis. Uitpuilende treinen tussen den Bosch en Utrecht zijn eerder regel dan uitzondering. En daar betaal je dan, via die spionagekaart en die poortjes en zo, dan ook nog grif geld voor.

En daar ging het bericht dus over dat ik na thuiskomst las: “NS maakt treinreis bijna 2 procent duurder”. Je maakt de treinen dertig procent korter zodat ze vaker uitpuilen. . Je zet overal jarenlang de stations op zijn kop wegens verbouwing, zodat je treinreis herhaaldelijk door een tragere en minder comfortabele busreis wordt vervangen. En in plaats van de klant gedurende die periode te compenseren met minstens een prijsverlaging van 25 procent, gooi je de prijs verder omhoog. Je moet maar durven.

Maar ze durven omdat de ervaring leert dat wij, treinreizigers of niet, dit pikken. Het is hier niet zoals in Brazilië, waar duurdere buskaartjes herhaaldelijk begroet werden met felle protesten. Soms waren die protesten zo stevig dat bestuurders de prijsverhoging terugdraaiden. Er is in Sao Paolo bijvoorbeeld een club actief: Passe Livre. Die voert herhaaldelijk actie voor openbaar vervoer dat vrij toegankelijk is voor de gebruiker. Zo hoort dat natuurlijk ook. Actie tegen een p[ijsstijging van buskaartjes was één van de bestanddelen van de demonstratiegolf die in juni 2013 tienduizenden mensen in Brazilië op de been bracht.

In Nederland hebben we zoiets niet. En in Nederland krijgen we zoiets ook niet als we er niet gewoon aan gaan werken. Die prijsstijging van de treinkaartjes kan een mooie aanleiding zijn, maar we mogen het wat steviger stellen. Laten we om te beginnen ons woordgebruik eens herzien. Openbaar betekent wat mij betreft dat je er vrijelijk in kunt. We spreken toch ook niet van ‘openbare ruimte’ als daar toegangsgeld voor wordt geheven? Openbaar vervoer is dus vervoer waar de maatschappij hulpbronnen voor uittrekt, en waar mensen dus vrij gebruik van mogen maken. Al het andere is betaald vervoer.

En dan moet de boel ons ook nog op een waardige manier vervoeren! Dus niet alsof we tonnetjes zijn in vrachtauto ‘s, of kratten op goederentreinen. We zijn geen dingen om te transporteren voor geldelijk gewin. We zijn levende wezens. Wat we krijgen is geen vervoer, maar hooguit transport. Zolang trein en bus niet vrij toegankelijk zijn, en zolang ze nog uitpuilen en mensen tot staanplaatsen worden veroordeeld, weiger ik te spreken van openbaar vervoer. Betaald transport, dat is een passende benaming. Hoelang nog tot we weigeren betalende objecten te zijn, in plaats van vrije reizigers in waarlijk openbaar vervoer?

Peter Storm

, ,

  1. #1 by excellentie zwembad on 2014/10/04 - 21:31

    Ik lees vaak in reacties over artikelen over ons vervoer dat mensen zeggen “Je krijgt mij de trein meer in . Ik neem tegenwoordig gewoon de auto”
    Dat is het verschil met landen als Brazilië waar miljoenen mensen afhankelijk zijn van openbaar vervoer. In de jaren 70 en 80 was er dan ook nog een serieuze anti-auto beweging, ook de overheid zag openbaar vervoer en de fiets als positieve zaken om het autogebruik terug te dringen . Tegenwoordig lijkt het omgekeerd alsof ze iedereen uit de trein willen pesten .
    Dat zou wel niet bewust zo zijn zoals ooit in de VS gebeurde waar oliemaatschappijen het openbaar vervoer opkochten om die vervolgens heel vervelend te maken. Maar het helpt ook niet om steeds maar wegen en parkeergarages te bouwen en tevens de trein duurder en oncomfortabeler te maken.
    In andere landen in Europa is de trein nog steeds een plek waar je een WC en een zitplaats kunt verwachten en je een kaartje kunt kopen voor contant geld.
    Ik zou dus vooral denken om bezig te gaan met het terugdringen van autogebruik terug op de politieke agenda .
    En ik zal de eerste zijn die zich aanmeld voor een demonstratie tegen automoblisering van nederland (echter liever niet in die fucking randstad want dan moet ik met de TREIN!!!)

Comments are closed.