dinsdag 18 maart 2014
Hieronder een gastcolumn van Thomas Wasserman. Inderdaad, over de vergelijking Wilders-Hitler. Meer interessante stukken over dit vraagt stuk vind je op de Facebook-pagina “Wilders en Hitler: terechte vergelijking”. Het woord is nu aan Thomas Wasserman.
Peter Storm
Het duikt met grote regelmaat op. In het nieuws, op scheldfora, en in sociale media. Meestal is de vorm “Jij bent slecht, Hitler was slecht, dus jij bent Hitler.” Ter verduidelijking vergezeld van een gelijkende afbeelding dat is voorzien van het typische snorretje dat we nu onmiddellijk met Hitler associëren.
Zo zien we regelmatig mevrouw Merkel afgebeeld met dat snorretje, maar ook Putin, Berlusconi, katten en zelfs Obama. Maar die wordt net zo vaak afgebeeld als Stalin en dan ook op de zelfde manier. Volgens mij kun je op grond van deze afbeeldingen voorspellen wie van hen het vaakst in het nieuws is. Al geldt dat natuurlijk niet voor de katten, maar er zijn dan ook nauwelijks afbeeldingen van katten die op Stalin lijken.
Dit lijkt flauw maar het is geen onzin. Bij katten gaat het daadwerkelijk om uiterlijke kenmerken, die voor zover ik kan nagaan niet ge-fotoshopt zijn. En bij mensen in het nieuws gaat het er doorgaans om om die mensen te kwetsen of in een kwaad daglicht te stellen, en zegt de vergelijking vooral iets over de persoon die de vergelijking maakt. Dan zijn er die historische figuren die afschuwelijke misdaden op hun geweten hebben. Inderdaad, Hitler, Stalin, en vele anderen.
Voor de vergelijkingen staat H. voor slecht ter rechter zijde, en S. voor slecht ter linker zijde. Beiden vele miljoenen doden op hun geweten. Dus zijn het slechte mensen die kunnen figureren in de vergelijking ‘Jij = Slecht, H. of S. waren slecht, dus Jij = H. of S.’ Vervelend, maar niet erg lijkt me. Dan zijn er diezelfde historische figuren die afschuwelijke dingen op hun geweten hebben en waarvoor we willen waarschuwen.
En daar gaat het doorgaans helemaal mis. Uitgerekend de mensen die het zouden moeten snappen schieten in een Pavlov-kramp. “Hitler heeft afschuwelijke dingen op zijn geweten,” beginnen ze je uit te leggen. “Die naam mag nooit meer worden genoemd”, lijken er aan toe te voegen . En daarmee gaan ze voorbij aan het feit dat noch Hitler, noch Stalin, daags nadat ze de school verlieten (Hitler de Reaalschule, Stalin het seminari) kampen oprichtten om mensen te martelen en te vermoorden of hun buurlanden binnenvielen. Mensen die de parallel trekken uit serieuze overwegingen, hebben het niet over de monsters die het uiteindelijk geworden zijn, maar over de redelijke mensen die het waren. Persoonlijk vind ik Wilders als hij de pers te woord staat altijd een van de meest correcte politici. Hij is niet neerbuigend, cynisch of grof. Het overgrote deel van de politici betrap ik daar wel regelmatig op.
Nog even een vergelijking. Ik zag laatst in een programma journaalbeelden van net na de beëdiging van Hitlers kabinet. De commentaarstem vermeldde dat even daarvoor Hitler vriendelijk zijn hand had uitgestoken naar President Hindenburg die de hand weigerde door net te doen of hij het niet zag omdat hij net iemand anders de hand wou schudden. Als het bioscoopjournaal deze scoop had gehad, dan had het publiek kunnen zien hoe de nederige alleraardigste goedbedoelende Adolf Hitler werd vernederd door de vertegenwoordiger van de oude machtspolitiek. Ziehier het bewijs dat Hitler opkomt voor sociaal zwakken, zou het ongetwijfeld uit de luidspreker geklonken hebben.
Alleen er was niets te zien. Niet enkel niet omdat er geen camera bij was, maar omdat we zelden zien dat ze zeggen dat we zien. Grote passen, snel thuis. Een techniek waar ik ( als amateur demagoog) zelf erg behendig in ben. Je laat iets zien zogenaamd ter illustratie van wat je zegt, maar in feite als afleiding van wat je zegt. De boodschap komt wel binnen, maar het controlemechanisme dat checkt of de boodschap juist is wordt even afgeleid. Mensen met een eerlijke agenda hoeven zich hiervan niet te bedienen, omdat ze niet weten dat ze liegen. Mensen met een oneerlijke agenda weten dat ze liegen en dus moeten ze zich wel van dergelijke trucs bedienen.
En zo kan het gebeuren dat Wilders geen verantwoording hoeft af te leggen voor zijn uitspraak, maar wordt de man die oprecht waarschuwt, afgebrand. Iedere communicatiedeskundige kan het uitleggen, maar dat betekent nog niet dat mensen er dus niet meer intrappen. Bovendien heeft de deskundige geleerd afstand te nemen door te synthetiseren (geen idee wat ik nu schrijf, maar het werkt wel, zie je?) zodat hij is ingedekt, maar intussen wel zijn punt heeft gemaakt en de zaken uiteindelijk nog net zo vaag zijn.
Maar mensen die minder objectief hoeven te zijn, kunnen doordringen tot de kern van de zaak. En die kern is dat Hitler een heel behendige manipulator was en zo de waarheid kneedde tot er een beeld verscheen waar hij zich in kon herkennen. Fortuyn, en Wilders inmiddels ook vrees ik, was dol op dit soort boetseerwerk. En omdat het zo subtiel is en er zo redelijk uitziet, roepen mensen die wel denken dat ze intelligent genoeg zijn om alles te snappen, “Oh hij hield zo van het debat.” (Pechtold over Fortuyn). Maar Fortuyn hield helemaal niet van het debat. Fortuyn hield enkel van het debat als hij bij voorbaat won. En wie iets te kritisch werd kon rekenen op een demagogisch “Hoe durft u dat te zeggen!” vingertje.
Ook toen rustte er een zwaar taboe op het H-woord (nee, niet de hypotheekrenteaftrek) zeker ter linkerzijde. Mensen als ik en een zekere Volkert van der Graaf dachten daardoor “Is er dan helemaal niemand die die ziet wat hier gaande is?” Een van die mensen heeft toen vermoedelijk geen andere uitweg gezien dan het wapen ter hand te nemen.
Thomas Wasserman