Ravotr on tour – verslagje en meer


zondag 3 november 2013

Ravotr was en is dezer dagen een beetje on tour. Zoals wel eerder vermeld is er een door mij geschreven brochure uitgebracht door de Anarchistische Groep Amsterdam: “Krachtbronnen van de anarchie”. Om dat te presenteren hou ik hier en daar een praatje met discussie toe. In Amsterdam was de aftrap, op 7 september; op 15 oktober was Den Haag aan de beurt, op 19 oktober Groningen. Afgelopen dagen kwamen daar Leuven op 31 oktober en Gent op 1 november bij, in België dus. Komende vrijdag, 8 november, doe ik het ook in Amersfoort, bij de opening van een Anarchistische Bibliotheek aldaar. Tussen dit alles door heb ik afgelopen maandag, 28 oktober ook nog een muzikaal optreden gedaan, in Den Haag. Dat was een dag van storm zonder en met hoofdletter. Wat indrukken over vooral mijn Belgische uitstapje zijn misschien wel aardig, wat observaties over de praatjes, de samenkomsten en wat daar zoal naar voren kwam wellicht ook.

Leuven dus, en vervolgens Gent. Ik ben niet zo vaak op eigen houtje meerdaags op reis, voor mijn doen was het een avontuur(tje). Treinen naar Leuven ging probleemloos. Het vinden van de locatie echter niet, ik had op basis van Google maps een schetsje getekend, maar het duurde even voor ik erachter was aan welk station ik was beland, en vervolgens liep ik veel te ver door en miste een afslag. Ik had geen telefoonnummers van mensen in Leuven, dus ik zag mezelf al urenlang desperaat ronddolen in een voor mij vrijwel onbekende stad…Gelukkig begon ik te vermoeden wat ik verkeerd deed, en na tot in – of beter ommekeer te zijn gekomen was ik binnen twintig minuten op de goede plek. Daar zag ik al gauw enkele bekenden, werd ik verwelkomd, kon ik mezelf van koffie voorzien en werd er lekker gegeten. Een handvol mensen ging vervolgens weg, maar pakweg tien bleven er over om naar mijn verhaal te luisteren en erover te discussiëren. Het waren voornamelijk iets oudere mensen, dertigers en veertigers en nog wel ouder in een enkel geval. Meest mannen, twee of drie vrouwen. Er was door misverstanden en iets van overhaasting in de aanloop wel wat misgegaan in de pr en de communicatie, maar de betrokkenheid van aanwezigen maakten dat ruimschoots goed. Napraten, overnachten bij kameraden ter plekke, op mijn gemak ontbijten, en door naar Gent. Intussen was mijn telefoon droog komen te staan qua batterij, en mijn oplader had ik vergeten mee te nemen. Maar goed dart er geen noodsituaties waren zodat ik noch gebeld hoefde te worden, noch zelf moest bellen. Maar volgende keer mag dat dus beter…

De plek in Gent, een Anarchistisch Centrum, was ver van het station waar ik na een treinreis van ruim een uur aankwam. Mij was verteld dat ik het beste een bus kon nemen, dat het ver lopen was en dat mijn geschetste routekaartje niet afdoende zou kunnen zijn iom verdwalen te voorkomen. Ik was eigenwijs, en deze keer terecht. Binnen een uur – op mijn dooie gemak sjouwend, rondkijkend en nadenkend – was ik bij de plek. Onderweg zag ik niet alleen een liberale mutualiteit – dat is een soort ziekenfonds, en die zijn verzuild per partij/ maatschappelijke stroming georganiseerd – maar ernaast ook het kantoor van de liberale vákbond. Zoiets prachtig-surreëels heb je in Nederland niet, al doen FNV en CNV erg hun best om met de neoliberale winden mee te gaan. Ik kwam ook langs een groot politiehoofdkwartier, met daarop de inspirerende tekst: “Uw politie – altijd nabij”. Een weinig geruststellende gedachte, net zoals soortgelijke leuzen van het geüniformeerde huurlingenleger in andere landen inclusief Nederland.

Ik was uiteindelijk veel te vroeg bij de locatie, ben eerst nog maar even een frietje gaan nuttigen en daarna er weer heen. Praatje met degene die aan het koken was. Zoals andere bijeenkomsten waar ik lezingen deed, was er eerst een gezamenlijke maaltijd, veganistisch verantwoord en doorgaans lekker. Nu dus ook. Ik kreeg ook nog een rondleiding in de zaal erboven, een anarchistische bibliotheek met een waarlijk indrukwekkend grote collectie. Daar mogen ze trots en erg zuinig op zijn, die kameraden in Gent.

Mensen druppelden geleidelijk binnen, bekeken mij soms een beetje met een blik van ‘wie is die onbekende?’, maar dat loste zich op toen bleek dat de buitenstaander de spreker van de avond was. De meeste bezoekers kenden elkaar kennelijk en hadden genoeg te bespreken onderling. Ik las mijn eigen boekje dus nog maar even door, ter voorbereiding. Net toen ik begon te twijfelen of de jolige sfeer van aanwezigen, gecombineerd met het vrij kleine aantal, het wel zinvol maakte om mijn praatje te doen, werd ik gevraagd om maar eens te beginnen. Dat deed ik voor een tiental mensen waarvan er ook nog twee eerder weggingen. Het waren wel overwegend mannen, slechts twee vrouwen, later nog maar één. Deze mensen waren veel jonger dan in Gent, twintigers vooral, mensen met alternatieve outfit en uitstraling zoals je ze in kraakpanden en bijbehorende plekken vaker ziet, een vleugje hippie ook. Als je eenmaal aan de praat met ze raakte bleken het vriendelijke en vaak ook erg grappige, lieve mensen. Relaxed : ) Het praatje ging wederom plezierig, mensen luisterden niet alleen aandachtig, maar een enkeling zat aantekening te maken. Nadat ik was uitgesproken kwamen er vragen, observaties en flink kritische tegenwerpingen. Daar zat veel leerzaams tussen, het werd echt tweerichtingsverkeer, ik heb wat inhoudelijk huiswerk mee naar huis genomen.

Na de lezing-plus-discussie weer gezelligheid… en een toenemende rioollucht. Wat bleek? In het pand (!) was een afvoerputje, en dat liep vanwege de regen buiten dus over. Dweilen dus, met de regenkraan open. Zo maak je nog eens wat mee. Het drukte de sfeer niet wezenlijk, hooguit de atmosfeer. Na enige tijd ging ik met een van de mensen daar naar huis, een flinke wandeling door t de regen, maar de goede gesprekken onderweg maakten het leed draaglijker. Natte broek, sokken en schoenen – de volgende dag dus de hele dag met vochtige voeten rondgelopen, en terwijl ik dit schrijf heeft iets van een verkoudheid zich onmiskenbaar aangediend. De jonge kameraad waar ik overnachtte, hele aardige engozer, voorzag met van boterham en uiteindelijk bed, twee honden begroetten met met gepast wantrouwen, enkele anderen kwamen thuis, aangeschoten en wel, en zorgden nog voor enige vrolijke momenten. Prima geslapen, de volgende dag gezellig op mijn gemak ontbeten en na talloze wederzijdse bedankjes – voor de gastvrijheid,, voor mijn komst – afscheid genomen en naar de trein.

De terugreis had wat voeten in de aarde, wegens werkzaamheden moest ik extra overstappen, en op Antwerpen mocht ik drie kwartier zoekbrengen voor de trein naar Roosendaal ging. Vier en een half uur onderweg geweest, maar toen was ik dan toch thuis, moe maar vrolijk gestemd. Het was een mooi, leerzaam en plezierig uitstapje, en ééntje waar ook anderen kennelijk plezier aan beleefden. Wat wil je nog meer?

Over de praatjes en samenkomsten zelf valt natuurlijk veel meert te zeggen. Ik noemde al de aantallen in Leuven en Gent: allebei rond de tien mensen, ouder in Leuven, jonger in Gent. Amsterdam telde een soortgelijk aantal, en ook daar slechts een enkele vrouw. Den Haag was veel drukker: in het Autonoom Centrum waren zeker twintig mensen gekomen, vooral twintigers, een enkeling jonger, een enkeling flink ouder. Wederom vooral mannen trouwens, twee of drie vrouwen. Groningen was om deze toch wel erg scheve verhoudingen een gunstige uitzondering. Van de vijftien tot twintig aanwezigen – wederom voornamelijk jonge mensen – was denk ik een kwart tot een derde vrouw, nog geen fifty fifty maar het kwam een beetje in de buurt. En van de vier mensen die ik sprak die organisatorisch iets te maken hadden met het nieuwe Sociaal Centrum waar het plaatsvond, waren er zelfs drie vrouw. Dat begint een beetje op de toch wel erg belangrijke gender balance te lijken. Immers, een stroming als het anarchisme die gelijkwaardigheid uitdraagt en beklemtoont, mag dat in haar eigen samenstelling en op haar eigen evenementen ook wel waarmaken, maar dat blijkt makkelijker gezegd dan gedaan. Hetzelfde geld trouwens voor herkomst/ huidskleur. Het waren zonder enige uitzondering allemaal wel erg witte evenementen, met slechts een enkele gekleurde deelnemer. Ook dat kan maar beter veranderen, en vanzelf zal dat niet gaan.

Tenslotte, iets over de inhoudelijke kant van de discussie. In Amsterdam, Den Haag en Groningen ging de discussie vooral over de vraag hoe de passiviteit van mensen doorbroken kan worden, en ook waar die door werd veroorzaakt. Een relevante vraag, juist in de context van mijn boekje waar ik immers spreek van het potentieel tot revolte en verzet dat immer sluimert onder brede lagen van de bevolking, en waar we vaak zo bitter weinig van merken. In Leuven kwamen er vooral vragen over hie anarchisten in een vrije wereld met dingen als criminaliteit dachten om te gaan, en hoe de diverse zelfbestuurde eenheden van de maatschappij – collectieven, wijken, zelfbestuurde bedrijven – in overkoepelend verbanden gebracht konden worden.

De scherpste discussies ervoer ik in Gent. Daar vonden enkele aanwezigen dat ik te weinig sprak over de noodzaak om de staat te verslaan, daadwerkelijk de confrontatie aan te gaan en dergelijke. Ik zag het punt, maar wees er op dat mijn boekje dat nu eenmaal niet tot onderwerp had. Maar de vraagsteller mocht gerust zijn, ook ik wil de staat opgedoekt zien, en ook ik wil van alle gevangenissen af, zo verzekerde ik hem. Van het bewust ontwijken van die kwestie was wat mij betreft geen sprake.

Ook vond iemand dat mijn betoog de indruk kon wekken van ‘wachten op de revolutie’. Immers, ik hamer in boekje en lezingen op dat potentieel van revolte dat sowieso wel tot uitbarsting komt, of anarchisten nu iets doen – of zelfs maar bestaan – of niet. We hoeven als anarchisten hoeven enkel maar onze ideeën te verspreiden – zodat strijd, als die komt, iets kansrijker wordt in anarchistische zin – en onze beweging faciliterend en ondersteunend te laten optreden als de strijd uitbreekt. De strijd zelf te doen uitbreken – zo kún je mijn boekje lezen – is echter geen anarchistische taak. Het komt op sommigen blijkbaar wat ouderwets-marxistisch over: de fameuze Verelendung zal haar werk wel doen en de massa’s tot revolutie drijven, wij kunnen rustig afwachten, propaganda maken en onze sociale centra op Uur U ter beschikking stellen…

Maar zo is het natuurlijk niet echt helemaal, dat betoog is niet af, er ontbreekt daar een schakel, waardoor dit misverstand ruimte kreeg. Immers, dat potentieel van revolte, al die mensen die wel degelijk ontevreden zijn en vroeg of laat zich verzetten – dat potentieel omvat ook anarchisten zélf. Wij staan als anarchisten niet buiten de maatschappij, het is ook ónze onvrijheid, óns ongenoegen, ónze vervreemding die knelt. Als anarchistische beweging hoeven we weliswaar niet bang te zijn dat het uitbreken van strijd van ons af moet hangen. De pretentie dat enkel wij de strijd gaan ontketenen, en dat het anders niet gebeurt, is misplaatst. Maar als deel van de bevolking – als dát deel dat zich de onderdrukking, de noodzaak van verzet en de contouren van een alternatief bovendien enigszins bewust is – kunnen anarchisten wel degelijk een rol spelen in het uitbreken en aanjagen ervan.

Ideeën uitdragen en onze structuren uitbouwen op een zo open mogelijke manier zijn wezenlijk. Maar initiatieven tot actie nemen, kijken hoe we vuurtjes kunnen helpen ontbranden ook als alles nog rustig is, dat is zowel mogelijk als noodzakelijk. Het gaat niet om het winnen van zieltje, maar om het zaaien van zaadjes, zo verwoord ik het wel eens. Dat mag worden aangevuld en aangescherpt: het gaat om het zaaien van zaadjes , en om het verspreiden van vonken van verzet. Dat laatste mag expliciet benoemd worden, het is een aanscherping van het betoog zoals ik dat in mijn brochure en op lezingen heb uiteengezet. Aan die aanscherping heeft de discussie in Gent wezenlijk bijgedragen. Ik ben de mensen daarvoor dankbaar, zoals ik al degenen wiens gastvrijheid en goede zorgen ik heb genoten, die op bijeenkomsten aanwezig waren en aan de gesprekken deelnamen, dankbaar werd. Dit was tweerichtingsverkeer, en het was me een opstandig genoegen allemaal.

En het is niet afgelopen! Aanstaande vrijdag doe ik mijn verhaal dus dus Amersfoort, met veganistische pannenkoekenmaaltijd als aanloop en context. Adres: Röntgenstraat 36, en het evenement begint om 19.00 uur. Als mensen in andere plekken iets soortgelijks op touw willen zetten, dan hoor ik het graag. Hoe het ongeveer werkt, is hopelijk uit het bovenstaande een beetje duidelijk geworden. O ja, en muziekoptredens doe ik desgewenst dus ook. Hint, hint…

Peter Storm

Opmerking 3 november 20.00: zinnetje kloppend gemaakt.

,

  1. No comments yet.

Comments are closed.