Griekenland: arbeidersstrijd, vakbondsbeperking, zelfbeheer


woensdag 17 juli 2013

Het is inmiddels bijna een ritueel: stakingsdagen en protestdemonstraties in Griekenland tegen het catastrofale bezuinigingsbeleid. Vandaag een demonstratie, gisteren een stakingsdag… en morgen blijkt de regering voet bij stuk te hebben gehouden. Wat voor perspectief zit er nog in deze strijd? Is er iets hoopgevenders denkbaar?

Vandaag vindt een grote demonstratie plaats, met in Athene 15.000 deelnemers die zijn samengestroomd op het Syntagmas-plein waar het parlementsgebouw staat. Aanleiding is het regeringsplan om vele duizenden ambtenaren te ontslaan in een reorganisatie. “Daar gaan mogelijk 25.000 banen mee verloren.”

De demonstratie werd voorafgegaan door een stakingsdag, uitgeroepen door de twee grote vakbondsfederaties. Trein- en vliegverkeer is platgelegd. Ook de staking richt zich tetgen de reorganisatioe die niet alleen banen kost maar ook salarissen aantast. Dit is alleen al in 2013 al de vierde keer dat er in Griekenland een algemene staking van dit type plaatsvindt.

De aanhoudende reeks demonstraties en stakingsdagen dwingt bewondering af, maar roept ook vragen op. De acties dwingen bewondering af, omdat ze laten zien dat arbeiders in Griekenland de rampzalige bezuinigingen die ze moeten verduren, blijven aanvechten. Ze blijven protesteren. Ze blijven laten zien en voelen dat ze het regeringsbeleid én de chantage vanuit EU, Europese centrale Bank en IMF niet accepteren. Ze trotseren daarmee de grote macht van Grieks en internationaal kapitaal, dat arbeiders uitperst als voorwaarde voor nieuwe kredieten, en om zo iets van eerder aan Griekse staat en instellingen geleend geld terug te halen. Arbeiders in Griekenland weigeren terecht die rekening – die niet door hun maar door politici en ondernemers is aangegaan – te betalen. Die weigering verdient respect en solidariteit.

Tegelijk houd ik mijn hart vast. Dit is gaande sinds 2010. De reeks algemene stakingen die toen op gang kwam, is indrukwekkend, het aantal ervan bedraagt meer dan twintig. Het aantal protestbetogingen en stakingen per bedrijfstak of bedrijf is nog veel en veel groter. Aan inzet en actiebereidheid h ligt het in Griekenland absoluut niet. Toch dreunt het bezuinigingsbeleid door. Terwijl tienduizenden betogers op Syntagma néé roepen, stemmen de parlementariërs binnen voor de zoveelste keer já tegen het zoveelste bezuinigingsbesluit van de regering. Het heeft zo bezien niet veel effect, het heeft het bezuinigingstij allemaal niet doen keren.

Daarbij moet echter een kanttekening worden geplaatst. Niemand weet hoe snel de sloop zou zijn gegaan zónder het aanhoudende protest. Niemand weet hoe laag de loopen dan zouden zijn geweest, hoeveel bedrijven er dan zouden zijn gesloten, hoe hoog de werkloosheid dan zou zijn geweest, hoeveel mensen dan op straat zouden moeten rondkomen van vrijwel niets. Bewijzen kan ik het niet, maar ik vermoed dat de stakingen wel degelijk een rem zijn geweest op regerings-m en bedrijfsvoornemens om nog veel harder te hakken ent e slopen. De angst voor een sociale explosie die door de bezuinigingspolitiek kan worden uitgelokt wordt door de protesten aangewakkerd, en weerhoudt de Griekse regering wellicht van nog wildere aanvallen.

Intussen wordt de basis van die regering niet bepaald steviger. Het is nu een coalitie van PASOK, de sociaaldemocraten en Nieuwe Democratie, de conservatieven. De derde coalitiepartner, Democratisch Links, is vorige maand afgehaakt. Dat gebeurde nadat de regering de staatsomroep ERT onverhoeds sloot. Het excuus was vermeende verspilling en corruptie en dergelijke, maar het rook ook wel naar censuur. Dat riep ook weer veel protest op, journalisten van de omroep gingen door met uitzendingen langs onofficiële kanalen, duizenden boze mensen kwamen samen bij het omroepgebouw. Op donderdag 13 juni vond een algemene staking plaats tegen de sluiting.  Enkele dfagen later bepaalde de hoogste rechtbank in Griekenland dat ERT weer open moest, maar wel in afgeslankte vorm zoals de regering wil. Intussen was de regering in crisis geraakt. Democratisch Links stapte eruit, sociaaldemocraten en conservatieven gingen door.

De hele episode laat zien dat de oppermacht van de regering niet gegarandeerd is. Felle en snelle actie heeft de sluiting terug helpen draaien en de regering wel degelijk verzwakt. Die felle actie – en dát is belangrijk! – ging echter deels buiten officiële vakbondskanalen. Journalisten die min of meer onder eigen beheer hun omroepwerk gewoon voortzetten, demonstranten die via het inmiddels bekende patroon door sociale media in ultrakorte tijd in de alarmstand waren gekomen, het protest had wilde aspecten die het extra kracht gaven. Ik vermoed dat daardoor de druk van onderop zodanig groot werd dat de sluiting in haar botte versie althans niet te handhaven viel.

De strijd rond de ERT brak enigszins buiten de kaders van het gangbare vakbondsprotest. Dat laatste drukt weliswaar de woede uit, maar perkt het effect ervan tegelijk ook in. Ik geloof dat de vakbondsbestuurders best weten dat vier of zes keer per jaar een algemene stakingsdag de bezuinigingen niet gaan stoppen. Het zijn schoten voor de boeg om aan de regering te vertellen: verzacht het beleid, in overleg met ons. Doen jullie dat, dan helpen wij jullie aan ‘arbeidsrust’. Doen jullie dat niet, dan riskeren jullie een sociale confrontatie die wij dan ook niet meer in de hand kunnen houden. De vakbondstop gelooft net als de regering in de noodzaak van een renderende kapitalistische economie. Ze wil alleen iets meer sociale ruimte voor arbeiders, omdat die anders geen nut meer zien in de vakbonden en daarmee de positie van het vakbondsbestuur in gevaar brengen. De vakbonden gebruiken het protest als drukmiddel om wat concessies los te krijgen. Maar mensen nemen aan het protest deel omdat ze het hele bezuinigingsbeleid onverdraaglijk vinden.

De bonden benutten de arbeiderswoede, maar perken die tegelijk in. Daarom hoeft de regering voor de bonden en hun acties niet zo heel bang te zijn: na elke één- of tweedagsstaking, na elke indrukwekkende optocht door de straten, gaan de mensen weer naar huis en aan het werk… als ze nog een baan hebben althans. Omdat en voor zover de acties dit karakter – omvangrijk maar vakbondsmatig ingeperkt hebben, hoeft de regering er niet echt bang voor te zijn en gaan de bezuinigingen door. Het effectief blokkeren en terugslaan van het bezuinigingsbeleid betekent door die vakbondsmatige inperkingen heen breken, en een radicaler weg inslaan. Het betekent werken naar stakingen voor onbepaalde tijd – zodat ondernemers en regering niet meer die zekerheid hebben dat over een dag de productie wel weer hervat zal zijn en de treinen weer rijden. Het betekent: ruimte veroveren voor initiatieven van strijdende arbeiders zelf. Het betekent bedrijven die bankroet zijn, in eigen arbeidersbeheer proberen voort te zetten.

Het betekent ook een andere houding tegenover regering, staat en kapitaal Voor strijdende arbeiders die de bezuinigingspolitiek met wortel en tak willen uitbannen, kan de regering – regisseur van dat beleid – geen gesprekspartner, geen waarde opponent zijn aan wie concessies afgetroggeld moeten worden, maar vijand die verslagen en verdreven dient te worden. Net zoals de staat waarmee die regering haar wil oplegt verslagen en ontmanteld dient te worden. En net zoals het kapitaal er is om onteigend te worden door arbeiderscollectieven die bedrijven kunnen omvormen in onderdelen van de maatschappij waarin arbeiders werkzaam zijn om nuttige spullen te maken en waardevolle diensten te verlenen, niet voor de winst van de top, maar voor elkaar en dus ook zichzelf.

Aanzetten in radicaler richting zijn er in Griekenland. In de strijd om de omroep te redden van de sloop zagen we iets van dit type radicalisme. Er zijn echter ook al langlopende initiatieven richting zelfbeheer van arbeiders. Een voorbeeld is de Vimihaniki Metalleytiki, een metaalbedrijf in Thessaloniki waar een groep arbeiders al vanaf 2011 in actie zijn als reactie op het bedrijf dat de fabriek aan haar lot heeft overgelaten. Vanaf februari 2013 hebben arbeiders de productie hervat onder hun eigen beheer.

Dit type activiteiten gaan verder dan het vakbondsmatig onder druk zetten van regering en ondernemers dat zulke gebrekkige resultaten heeft. Ze maken ondernemers overbodig, zagen de stoelpoten onder regeringen weg en laten zien hoe een serieus alternatief voor een orde waarin arbeiders enkel hulpstukken zijn voor winstbejag en bestuur van bovenaf van bovenaf dichterbij gebracht kan worden.

Peter Storm

, ,

  1. #1 by Miekie awater on 2013/07/18 - 10:58

    ook in de bonden zitten stromingen die zelfbestuur en eigen democratie willen realiseren. De bureaucratie inde bonden is degene die blokt met regering en gelooft in oplossingen binnen deze economische crisis. maar je moet daarbuiten kijken. Oplossingen zijn niet binnen de laders van de opgelegde trojka .

Comments are closed.