Brazilië: tegenstrijdigheden binnen een explosie van protest


zaterdag 22 juni 2013

De protestdemonstraties in Brazilië zijn de afgelopen twee weken in duizelingwekkend tempo gegroeid. Ze brengen een grote sociale spanning tot uiting en helpen een politieke crisis aan te wakkeren. De woede die naar boven komt is net zo terecht als het protest zelf. Maar binnen de protesten komen schrille contrasten naar voren. Er is reden voor opgewekte solidariteit. Er is echter geen reden voor blinde euforie. Zoals zo vaak als de boel van onderen in beweging komt, zijn er gevaarlijke kapers op de kust. Er is hoop, maar garanties op een goede afloop zijn er geenszins.

De groei van de protesten is erg opvallend. Op 2 juni gingen de buskaartjes in prijs omhoog. Dat was de directe aanleiding. Op 13 juni demonstreerden in Sao Paolo 5000 mensen, in Rio de Janeiro 2000, en ook in Brasilia was er protest. Grof politiegeweld tegen de actievoerders deed de woede groeien Tegelijk speelde de verontwaardiging rond de Wereldcup in 2014 waar wel geld voor is, terwijl infrastructuur, onderwijs en gezondheidszorg verwaarloosd worden. Op 17 juni waren er landelijk al 240.000 betogers: pakweg 20.000 in Rio de Janeiro, 30.000 in Sao Paolo, 20.000 in Belo Horizonte, 7.000 in Brasilia. De politie bleef gewelddadig en beschoot demonstranten met traangas en rubberkogels. Hier en daar vernielden betogers dingen en gooiden ze wat, maar vreedzame demonstranten werden sowieso ook onverhoeds aangevallen. De climax qua omvang tot nu toe kwam donderdag 20 juni. Toen betoogden minstens een miljoen maar mogelijk twee miljoen mensen, in tachtig steden. “Volgens rapporten gingen er 100.000 de straat op in Sao Paolo, 30.000 in de hoofdstad Brasilia, 80.000 in Manaus, 50.000 in Recife, en 20.000 in Belo Horizonte en Salvador donderdag. In Rio lopen de verslagen uiteen maar demonstranten schatten dat die menigte aanzwol tot een miljoen betogers.”

Intussen waren er een paar dingen gebeurd. In de allereerste plaats was de samenstelling van de acties veranderd. Maria Lakenman, actief in een slopenwijk in Rio, was bij het protest. Ze beschreef haar ervaring: “Het was deze donderdag veel groter dan maandag. Het begon allemaal heel vreedzaam. Maar toen begon de politie in te grijpen en begonnen mensen te rennen. Dat was wel eng.” Meer betogers dus- en kennelijk politiegeweld zonder dat ze daar een aanleiding voor zag. Maar ze zag nog iets. Trouw vat samen: “Lakenman denkt dat de beweging alleen maar zal toenemen. Ze heeft gezien dat ook mensen uit de sloppenwijken beginnen te demonstreren. Tot nu toe kwamen de meeste betogers uit de middenklasse.” Inderdaad: aanvankelijk waren het veelal wat hogeropgeleide jonge mensen, veelal niet de allerarmsten, die de straat op gingen, al was het etiket ‘middenklasse” echt te beperkt. Maar dat verschuift dus. Anders komen er ook geen miljoen mensen op de been.

De tweede ontwikkeling komt van hogerhand. Politiegeweld was de standaardreactie tegen de demonstraties. Maar al snel kwam daar zalvende taal van de president bij, vol begrip en waardering voor de demonstranten die Brazilië wakker hielpen schudden er een beter land van maakten enzovoorts. Maar wat met rubberkogels en traangas en overvliegende helikopters niet lukte, dat kregen ook de mooie woorden van de president niet voor elkaar. Het protest groeide opgewekt door.

De derde ontwikkeling: concessies! De dag voor het miljoenenprotest bleek dat de prijsverhoging van het buskaartje in Rio en Sao Paolo is geschrapt! Een heuse concessie, al maken autoriteiten daar graag een sigaar uit eigen doos van. “Dit zal een groot offer vertegenwoordigen, en we zullen investeringen in andere sectoren moeten verlagen”, aldus de burgemeester van Sao Paolo. Maar een beweging met de huidige kracht jan dat spel ook blokkeren. En mochten autoriteiten gedacht hebben dat het terugdraaien van de prijsverhoging het protest de wind uit de zeilen zou nemen, hebben ze zich nogal vergist. De strijd heeft al geloond, en dat smaakt dus naar meer.

De plotselinge groei van de protesten kan de indruk wekken dat de beweging totaal uit het niets is opgedoken. Dat is echter bepaald niet het geval. Op meerdere fronten is er van een behoorlijk lange aanloop sprake. Protesten tegen dure buskaartjes zijn niet nieuw. Het openbaar vervoer is in Brazilië dan ook relatief duur. E n is is al jaren een beweging actief: Passe Libre. Die heeft al veel eerder acties tegen duurdere buskaartjes gevoerd, in 2006 in Sao Paolo al met ettelijke duizenden deelnemers. De groepering werkt op een radicale manier, en stelt haar acties ook in een radicaal perspectief: ze streeft naar kosteloos openbaar vervoer, zonder zoiets als toegangshekjes. En ze werkt als onafhankelijke, niet-partijgebonden organisatie, horizontaal georganiseerd.

Buskaartjes vormden een trigger, dure sportevenementen -Wereldbeker 2014, Olyposche Spelen 2013, en nu al de Confederation-spelen – een andere. Mensen zien dat het sloten met geld kost, mensen zien dat er geen budgetten beschikbaar zijn om scholen en ziekenhuizen en wegen op peil te houden of te krijgen. Dat maakt mensen boos. Daar komt bij dat er wijken vol mensen tegen de vlakte gaan om plaats te maken voor de voorzieningen die bij bij de sportgebeurens horen. En net als de strijd tegen dure buskaartjes broeit het verzet rond de Wereldbeker al geruime tijd.

In The Progressive schreef Maria Carrion er een achtergrondstuk over. Al in februari was er bijvoorbeeld een bijeenkomst van 100 wijkbewoners in Salvador. Zij luisterden hoe een staatssecretaris de voordelen van het Wereldkampioenschap aanprees: banen, voorzieningen, allemaal moois. Toen was het tijd voort reacties uit de zaal. “Kunt u iets vertellen plannen om een weg door onze wijk aan te leggen?” vroeg iemand. “Hoe zit het met de huisuitzettingen?” En: “We hebben gezondheidszorg en onderwijs nodig, geen mega-events”. De man die de laatste woorden uitsprak, kreeg applaus. De woorden zijn bijna letterlijk een leus die we de afgelopen weken hoorden. Veel van wat er deze weken gebeurt, lag al besloten in de geluiden die op die bijeenkomst en soortgelijke vergaderingen al te horen waren. Het haalde de wereldpers nog niet, maar het broeide dus al maanden.

Intussen is het protest een algemene uiting geworden van woede tegen wat er allemaal mis is in Brazilië. Ik doe een greep uit een mooi verslag van de grote demonstratie in Rio van afgelopen maandag. Wat leuzen: “Als het (bus)tarief niet wordt verlaagd, brengen we Rio tot stilstand”, brengt een aanleiding in herinnering. Inmiddels is én de tariefverhoging van de baan, én Rio wederom tot stilstand gebracht. En ja, er is de sport. “Hoeveel scholen passen er in het Maracana”– het Maracana is één van de grote stadions. “Vergeet de Wereldcup – ik wil geld voor gezondheidszorg en onderwijs”; “Er komt geen Wereldcup”. Andere leuzen laten het elan van een nieuwe beweging zien: “Het is niet Turkije, het is niet Griekenland, het is Brazilië dat zijn inertie verlaat”; “Wij zijn van Facebook afgekomen”; “Wij zijn het sociale netwerk”; “De reus is ontwaakt”. Het ongebonden karakter van veel demonstranten: “Wij hebben geen partij”. En er was een spandoek met een tekst van Berthold Brecht: “Niets is onmogelijk om te veranderen”.

Het gaat dus tegen dure buskaartjes, het gaat tegen uitgaven voor stadions en voor uitgaven richting zorg en onderwijs. Het gaat ook om meer. Borden op de grote manifestaties donderdag: “Kom de straat op. Het is de enige plek waar we geen belastingen betalen”; “Stop corruptie. Verander Brazilië”. Belastingen en corruptie: het zijn terechte, maar ook riskante thema’s. Waar hoge belastingen afgezet worden tegen de beroerde voorzieningen, komt de sociale tegenstelling in beeld. Een demonstrant licht toe: “Er zijn geen politici die voor ons spreken. Dit gaat niet meer alleen om bustarieven. We betalen hoge belastingen en we zijn een rijk land, maar we kunnen dit niet zien in onze scholen, ziekenhuizen en wegen.”

Maar lang niet altijd gaat de schreeuw tegen corruptie en belastingen gepaard met het onderstrepen van sociale noden. Klagen over belastingen en corruptie, los van die onderstreping, is geen links of radicaal thema bij uitstek. Het is zeer makkelijk ook door rechts en uiterst rechts naar voren te brengen, en dat gebeurt in Brazilië in de protesten dan ook nadrukkelijk. Dat kan de protesten opm een verkeerd been helpen zetten. Een commentaar on in een forumthread op Libcom.org: “Ik ben geen expert in deze dingen, maar ik denk dat als mensen protesteren tegen politici terwijl ze zakenlieden en capitalistas veilig en vol vertrouwen laten, dat er dan gevaar in de lucht zit.” Van dat gevaar is bij flinke delen van de protesten sprake.

Dat niet alleen, er was op de grote demonstratie in Rio van donderdag ook agressie van demonstranten tegen mededemonstranten die herkenbaar links en radicaal waren. Veel betogers voeren Braziliaanse vlaggen, en wie dat niet doet kan ook agressie tegenkomen. De ruimte voor de rechtse ondertonen die merkbaar zijn, is in Brazilië groot. Dat heeft niet enkel te maken met het feit dat linkse en radicale stromingen klein zijn, en beslist niet de toon zetten nu het aantal demonstranten zo enorm is toegenomen. Het heeft vooral te maken met het feit dat het land geregeerd wordt door een president van de Arbeiderspartij, een sociaaldemocratische partij met een tamelijk links verleden. Protesten tegen linkse regeringen – regeringen die tegelijk gewoon rechts beleid voren, zoals links in de regering steevast doet – bieden aan rechts en uiterst rehts kansen om via de straat terug te halen wat ze via de stembus even kwijt zijn en aan staatsmacht tekort komen. Je kunt een rechtse draai van de Braziliaanse protesten helaas bepaald niet uitsluiten.

Tegelijk is er geen reden om die rechtse draai als uitgemaakte zaak te zien. Voor met name armere mensen spreekt het wijzen op sociale noden en tegenstellingen – hoge belastingen, wel geld vor sport, maar niet voor onze voorzieningen – wel degelijk aan. Voor rechtse politici is een zo brede en felle volksbeweging – zelfs al kunnen ze er mee scoren tegen een linksige president – tegelijk enorm riskant. Die beweging keert zich duidelijk tegen de héle politiek en haar prioriteiten, niet alleen tegen de zittende regering. Radicale mensen krijgen rechtse tegenwind, maar zijn tegelijk op straatprotest veel meer in hun element dan rechtse politici die proberen de zaak voor hun karretje te spannen .En het grove staatsgeweld tegen het straatprotest drijft de beweging eerder in radicale dan in conservatieve richting. De beweging is, zoals “A Brazilian Autumn?” , een artikel in The Jacobin dat ingaat op het gevaar van een rechtse draai en op tegenstellingen tussen links en rechts in de protesten “een slagveld”, tussen de diverse stromingen en richtingen en opvattingen waar deelnemers heen willen.

Hie dat uitpakt, is helemaal geen uitgemaakte zaak. Als bijvoorbeeld het gerucht dat de landelijke vakbondsfederatie een algemene staking lanceert om het protest kracht bij te zetten, zou dat de hele dynamiek van het protest richting klassenstrijd trekken, in linkse en radicale richting. Maar sowieso zijn de radicale, horizontalistische en linkse delen van de protestbeweging bepaald niet weg, bepaald niet krachteloos en dus bepaald niet kansloos. De situatie ligt open, en de macht van regering en staat zijn in Brazilië minder veilig dan ze in vele jaren zijn geweest.

Peter Storm

  1. No comments yet.

Comments are closed.