vrijdag 24 mei 2013
Afgelopen woensdag vond in Den Haag de demonstratie “Vluchteling, geen crimineel” plaats. Met die actie protesteerden mensen tegen de dreigende strafbaarstelling van illegaal verblijf in Nederland. Over die strafbaarstelling sprak op die dat de Tweede kamer, vandaar mede de demonstratie. Het wat tegelijk een schreeuw tegen de wrede en hardvochtige beleid van de staat tegen vluchtelingen. Ik deed mee.
We verzamelden bij het Centraal Station Den Haag, aanvankelijk een erg kleine groep van tien, twintig mensen maar het werden er uiteindelijk flink wat meer. Flink wat vluchtelingen, aangevuld door handjesvol solidariteitsactivisten van her en der. De groep bestond uiteindelijk uit tegen de honderd betogers. Geen hele grote opkomst, gezien de akelige berichten die bijvoorbeeld uit het detentiecentrum Rotterdam komen, waar hongerstakende vluchtelingen vastzitten en met grof geweld worden behandeld. Dat schreeuwt om bredere verontwaardiging, en die is er ook wel. De avond tevoren hadden 150 mensen een symbolische kring rond dat detentiecentrum gehouden. Mooi gebaar van solidariteit! Het doet echter niets af aan mijn lichte teleurstelling over de demonstratie in Den Haag – ik had op iets meer gehoopt.
Wat aan opkomst een beetje ontbrak, werd flink gecompenseerd o door de stemming van deelnemers. Er is aan één stuk door geroepen. “Geen man, geen vrouw, geen mens is illegaal!” , “We are here, we will fight, freedom of movement is everybody’s right!” “Refugees, not criminals. What?! Refugees, not criminals!” Onophoudelijk, onvermoeibaar. Gaaf. Naast spandoeken met algemene leuzen zag ik ook bordjes over één hongerstaker, Baset Salehi, een activist uit Iran. Veel zichtbare betrokkenheid van politieke organisaties zag ik niet, alleen één iemand in een Groen-Links-jasje.
Intussen deelden demonstranten pamfletten over het doel van de demonstratie uit aan omstanders en voorbijgangers. Wisselende reacties, van belangstellend via beleefd naar onverschillig en tamelijk vijandig. Maar de inzet van de demonstranten om de boodschap uit te dragen via leuzen en via zo’n pamflet, was duidelijk. Dat is nodig ook, want van degenen die morgen gaan helpen om de machinerie van deportatie, detentie en dood te helpen ontmantelen, loopt het overgrote deel nu nog rond buiten de demonstratie, als nu nog passieve omstander en voorbijganger. Daarmee in contact komen is absoluut een kerntaak van activisten, hoe moeilijk en vervelend dat vaak ook is.
Bij het ministerie van Justitie hielden we halt, voor een paar toespraken. Ik heb daar kort het woord gevoerd en aangestipt dat niet vluchtelingen crimineel waren, maar degenen die hen opsloten, de verantwoordelijken aan de top, de medeplichtigen van het uitvoerend werk. Dat zijn boeven, en dienen als zodanig bestempeld te worden wat mij betreft. Het excuus dat ze louter orders opvolgden wordt al sinds 1945 niet meer geaccepteerd. Daarna las ik mijn gedicht voor: “Tot de nachtmerrie stopt” .
De demonstratie ging verder en kwam na geruime tijd aan op het Plein, bij de Tweede Kamer. Er stond een hek, ik dacht eerst dat dit een politiemaatregel was om ons van het parlementsgebouw weg te houden, het bleek echter een symbolisch onderdeel van de demonstratie zelf te zijn, dat kennelijk heg met prikkeldraad buitensluiten van vluchtelingen moest symboliseren.
Ter plekke volgden wederom toespraken. Er sprak een GroenLinks-Kamerlid, hetgeen een kromme-tenen-reflex opleverde, en niet alleen bij mij. Ze zei niets waar ik het verregaand oneens mee was, kenschetste het beleid als niet humaan en dergelijke. Tegelijk had ik het gevoel dat ze vluchtelingen en solidariteitsmensen naar de mond praatte, in de hoop op radicale credits en een paar potentiële stemmen bij komende verkiezingen. Maar je kunt het beleid honderdduizend keer inhumaan noemen, zolang je als partij accepteert dat er iets als ‘illegaal verblijf’ bestaat, draag je mee verantwoordelijkheid voor de onmenselijke uitsluitingspolitiek die daarop is gebaseerd.
Gelukkig waren er veel betere toespraken. Ik licht die van Joke Kaviaar er uit, omdat die ook na te lezen staat: “VERBODEN TE LEVEN” , wederom een snoeiharde onderbouwde aanklacht tegen het vluchtelingenbeleid van de Nederlandse staat.
Die Nederlandse staat was ook bij de demonstratie aanwezig, in de vorm van flink wat hinderlijk aanwezige politie. Naast nogal wat agenten te voet zag ik minstens twee politiebusjes, en later kwamen er ook nog een tweetal agenten te paard aanzetten. Een stap buiten de groep zetten kwam mij op een zachte, maar toch erg irritante duw van een agent te staan. Bij het Kamergebouw probeerden agenten actievoerders soms ook te manen om op de stoep te blijven. Enig verkeerstechnisch excuus ontbrak.
Kennelijk is het nu al zover dat, als je demonstreert, je je niet meer vrijelijk in en uit de optocht mag begeven. Wie voor vrijheid van beweging van iedereen vecht moet inperking van de bewegingsvrijheid als demonstrant kennelijk maar tolereren. De politie kwam hier mee weg, voor een flink deel door ons relatief geringe aantal. Met vijfduizend demonstranten lukt zoiets een stuk moeilijker. De daarin besloten les lijkt me duidelijk.
Uiteindelijk gingen de meeste demonstranten het Kamergebouw in om het debat over strafbaarstelling en het asielbeleid sowieso bij te wonen. Ik heb me daaraan onttrokken, en ik hoop dat degenen die wel naar binnen zijn gegaan, de parlementaire ranzigheid van zich af hebben gespoeld door een verfrissende douche. We zien elkaar bij volgende acties weer.
Peter Storm