maandag 29 april 2013
De uitdrukking is: belofte maakt schuld. Maar er zijn beloftes waar voor geldt dat ze misdaad assisteren. Dat geldt bijvoorbeeld voor de belofte van de PvdA aan de VVD om het verbod op illegaal verblijf, afgesproken tussen de twee regeringspartijen, intact te laten. Op het partijcongres van de PvdA had weliswaar een meerderheid een motie tegen dat asociale verbod gesteund. De partijtop zei echter dat ze het nu eenmaal aan de VVD hadden beloofd. En ja, belofte maakt schuld, niet waar?
Het is een lachwekkend misselijk excuus, ‘belofte maakt schuld’. Alsof een onmenselijke belofte hoger staat dan een simpele eis tot humaniteit. Alsof de handtekening onder een regeerakkoord belangrijker is dan de waardigheid van mensen hun verlangen om niet als opgejaagd wild te worden behandeld. Als ik morgen aan een seriemoordenaar beloof om vijf bejaarden en twee kinderen te ontvoeren en ze aan zijn voordeur af te leveren, staat die belofte dan hoger dan het recht van die zeven mensen om in waardigheid en vrijheid te leven? Was de Britse premier Blair geëxcuseerd voor zijn misdadige steun aan de oorlog in Irak door het argument dat hij het nu eenmaal aan de Amerikaanse president Bush had beloofd? Dat is de moraal van het heilige contract, niet de moraal van de onaantastbaarheid van menselijke waardigheid. Waar eden en beloften hoger staat dan humaniteit, is de politiestaat een feit.
Vunzig is het, net als de complimenten van PvdA-kopstukken. Jacques Tichelaar bijvoorbeeld, Commissaris van de Koningin in Drenthe, die partijleider Samson “heel moedig” noemt omdat hij de belofte aan de VVD voorrang geeft boven de motie tegen een illegalenverbod. Als het opjagen van kwetsbare mensen omdat dit nu eenmaal voortvloeit uit beloften moedig is, verdienen nogal wat politiefunctionarissen uit 1940-1945 alsnog een lintje omdat deze de moed hadden om, loyaal en plichtsgetrouw zoals ze hadden beloofd, te helpen met het opsporen van onderduikers. Beladen vergelijking? Jazeker. Maar wie bezwaar maakt, moet maar komen uitleggen waar die mank gaat. Het enige dat er scheeef aan is, is dat die politieagenten nog konden zeggen dat ze orders uitvoerden, al ging dat vaak wel opmerkelijk enthousiast. Samson voert geen orders uit. Die maakt keuzes. Misdadige keuzes.
Lachwekkend is het allemaal ook wel een beetje. De PvdA geeft hoog op van het nakomen van haar belofte aan de VVD. Maar heeft de PvdA voordat het zover was niet nog wat andere beloftes gedaan, aan haar kiezers bijvoorbeeld? Ik ben eens in het PvdA-verkiezingsprogramma gaan kijken, en lees op pagina 34: “De opvang van vreemdelingen moet menswaardig zijn en voldoende toegesneden op kinderen. Gezinnen met minderjarige kinderen worden niet op straat gezet, omdat kinderen een basisrecht op fatsoenlijke opvang hebben. Ook vreemdelingen die ziek zijn verdienen opvang. Kinderen worden niet opgesloten.” Alleen al die eerste zin over menswaardige opvang is in strijd met een verbod op illegaliteit tenzij je vindt dat het opsluiten van mensen, enkel omdat ze geen geldige verblijfspapieren hebben, het opsluiten van deze mensen in aanzienlijk zwaardere omstandigheden dan in reguliere gevangenissen bovendien, menswaardig is. Met dat eerste zinnetje over menswaardige opvang is het hele asiel- en vreemdelingenbeleid van het kabinet feitelijk een schending van het PvdA-verkiezingsprogramma, en dus van een belofte aan de kiezers. Je kunt niet tegelijk mensen menswaardig opvangen en diezelfde mensen opjagen, opsluiten, bedreigen met deportatie, daadwerkelijk deporteren. Als de PvdA haar belofte van menswaardige opvang van vreemdelingen was nagekomen, had Aleksandr Dolmatov waarschijnlijk nog geleefd. Maar kennelijk zegt de moraal van Samson dat beloftes aan coalitiepartners wel geldig zijn, beloften aan kiezers echter niet. Zo werkt de politiek.
De gang van zaken verdient ook aandacht omdat ze leerzaam is voor tegenstanders van het repressieve beleid tegen migranten, vluchtelingen en dergelijke. Ieder die de PvdA heefrt5 gezien als hefboom naar iets minder onmenselijkheid in het beleid, heeft nu een probleem. Een meerderheid op een partijcongres – in theorie beleidsbepalend orgaan in de partij – is niet genoeg om het beleid om te gooien. Dat wijst erop dat in de PvdA niet de leden, maar de bestuurders en politici zelf de dienst uitmaken als het erop aan komt.
Dat is ook logisch: een politieke partij is een staatsdragend of potentieel staatsdragend orgaan. Controle over wie er wel en niet op het grondgebied van de staat mag zijn, het weren, selecteren en deporteren van degenen wiens aanwezigheid niet gewenst wordt geacht – het is voor geen enkele staat bijzaak, het is een kerntaak. En waar mobiliteit van mensen over de grenzen heen – of het nu vlucht voor oorlog en vervolging betreft, of het zoeken naar werk toeneemt, groeit ook de drang van de staat naar beheersing. Daarvoor zoekt de staat steeds nieuwe instrumenten. Een verbod op illegaal verblijf, uitmondend in strafbaarstelling, is zo’n instrument. De behoefte aan dit soort maatregelen heeft dus diepere wortels dan de botheid van een Teeven of de rancunepolitiek van een Wilders. De druk op de PvdA is niet enkel partijpolitiek, maar staatsbureaucratisch. En de PvdA is loyaal aan de staat vanwaar dit soort beleid wordt uitgewerkt. Dat weegt zwaarder dan wat kiezers of leden willen, en dat is structureel, ingebouwd en systematisch.
Langs die weg is dus voor tegenstanders van de onderdrukking van vluchtelingen niets wezenlijks te halen, beleidsmatig gezien. De PvdA heeft geen verraad gepleegd. De PvdA heeft gewoon gedaan wat ze standaard doet: de staat dienen en haar logica in beleid om helpen zetten, met een voor haar kiezersgroep ontworpen bijbehorende toonzetting. Het is een les die keer op keer geleerd dient te worden, op basis van dit soort ervaringen. Dat is geen drama… als de les dan ook maar door een aantal mensen werkelijk wordt opgepikt.
De PvdA kan dus als partij geen bondgenoot zijn in de strijd tegen een hardvochtig migratiebeleid. Maar veel van de leden en sympathisanten zijn wél bondgenoten, althans potentieel, en zeker op onderdelen. De brede steun voor de motie tegen strafbaarstelling van illegaliteit illustreert een illusie in de gevestigde politiek. Maar ze wijst er ook op dat ook in PvdA-kringen mensen niet blij zijn met ene beleid van mensenjacht, opsluiting en deportatie. De hoop om hun partij van koers te veranderen blijkt weer eens misplaatst, maar dat zoveel mensen zich inzetten tegen dat verbod is zelf weer hoopgevend. Er blijkt uit dat er een aanzienlijke steun te vinden is voor strijd tegen minstens onderdelen van het migratiebeleid. Het is aan radicalen die – terecht! – geen enkel vertrouwen in staat en partijen hebben, om samenwerking met deze mensen te zoeken, op weg naar verzetsvormen die de zoden aan de dijk zetten die in moties op partijcongressen niet te vinden zijn.
Peter Storm