30 april 1980, 30 april 2013


maandag 22 april 2013

Afgelopen avond keek ik bij wijze van uitzondering eens wat uitgebreider TV dan het halve oog waarmee ik het NOS-journaal wel eens toelaat op mijn netvlies. Er was dan ook iets boeiends: Andere Tiojden, met een mooie reconstructie van 30 april 1980. Dat was de dag dat koningin Juliana plaats maakte voor koningin Beatrix een dag die door mensen werd aangegrepen voort actie tegen leegstand en speculatie, en tegen sjieke festiviteiten terwijl tienduizenden mensen geen fatsoenlije huisver sting konden vinden. De leus drukte het krachtig uit: “geen woning, geen kroning!”

De documentaire, en de bijbehorende webpagina’s van Andere Tijden, waren fascinerend. Kop stukken van het gezag – in Amsterdam en landelijk, politie zowel als stadsbestuur en politiek – vertelden over de voorbereidingen, de verwachtingen, de maatregelen. Mensen uit de toenmalige kraakbeweging deden hun verhaal over hoe zij zich klaar maakten voor een dag van confrontatie. Beelden van de tot rellen omgevormde demonstraties, tot vlak bij de Dam en de plek van de plechtigheid, lieten zowel de omvang van het stadsprotest, de hardheid van de botsingen en de chaos waarin het politieoptreden voor een flink deel verzandde. Interessant detail: de stoorzender waarmee vanuit actiekringen de communicatie aan politiezijde subtiel maar soms hoogst effectief werd ontregeld. Mij viel vooral de grootte van de menigten op, en de relatieve knulligheid van het ME-optereden.

ME-ers haalden overigens later op de dag hun gram voor het feit dat ze overdag hardhandig in de verdediging werden geduwd. “Honderdtwintig man ME, zestig man marechaussee, zestig politiemensen “met plaate petten”en nog een aantal rechercheurs hadden de relschoppers op het Leidseplein van alle kanten ingesloten, zo’n 1500 tot 2000 mensen. ‘De sfeer was duidelijk’, citeerde Hoefnagels de anonieme ME-er. NU moest het gaan gebeuren. We hebben net zo lang geslagen en geschopt tot er niets meer te slaan viel. De grootste oproerkraaiers werden de vernieling in geslagen’” Hoefnagels is auteur van een boek “De woning en de kroning”, over de gebeurtenissen.

Opvallend was de hardheid van de politie, maar ook de bereidheid van demonstranten om de politie stevig tegenspel te geven. Die bereidheid was eerder dat jaar sterk gegroeid, nadat een vreedzame blokkade van een kraakpand grof door politie uit elkaar was getimmerd. Dat, plus de bereidheid van het gezag om een kraakactie in de Vondelstraat met de inzet van niet alleen ME maar een heuse tank te breken, gaf een omslag. Het bevorderde een groeiende bereidheid van krakers en sympathisanten om terug te vechten, die op 30 april voelbaar werd. Als de staat oorlog voert tegen demonstranten,dan krijg je zoiets. Dan vechten mensen terug, en terecht. Maar dan nog: op 30 april zelf werden grootschalige demonstraties rellen nádat poltie begin te chargeren. Ook dat viel uit de reconstructie van Andere Tijden op te maken. Dat veel demonstranten mentaal op rellen waren voorbereid en een keus maakte om de confrontatie aan te gaan, is evengoed onmiskenbaar.

Zo onplooide zich een stedelijke opstand in de hoofdstad, van ongekende omvang, felheid en ook duur. Alleen al het aanschouwen daarvan heeft iets glorieus en inspirerends voor verzetsmensen van vandaag. En wat verfrissend om zoveel mensen te zien straatvechten zónder de klassieke outfit, de gezichtsbedekiking en wat al niet meer. Die is nodig geworden door de steeds intensiever staatscontrole. Toen lag dan nog voor ons, wanneer laten we dat weer achter ons?

Over minder dan tien dagen krijgen we dus de volgende monarchale wisseling van de wacht. Zijn er parallellen tussen toen en nu? Waar mogen we als opstandigen op anticiperen, hopen, naar streven? Een grote overeenkomst is de sociaaleconomische context. Net als 2013 was ook 1980 een jaar van crisis, van werkloosheid, bezuinigingen, van opvallende contrasten tussen het leven aan de top en het steeds moeilijker bestaan van vooral ook jonge mensen onderaan de maatschappij. Woningnood was daar een flink onderdeel van, een woningnood die des te schrijnender was waar ondernemers leegstaande panden als winstobject gebruikten, ze niet als woonruimte ter beschikking stelden maar ze vast hielden om ze met wis nst door te verkopen. Dit soort speculatie kon ongestoord plaatsvinden, terwij kraakactie steeds harder werd bestreden. Dat voedde de woede. Die explodeerde op 30 april 1980.

Maar waar de crisies een parallel is tussend e twee jaren, is die woede nu veel minder merkbaar. Er is geen grimmige confrontatiestemming. Er hangen niet, zoals in 1980, mooie posters met “Geen Woning, Geen Kroning”, ondertekend door “De Autonomen”. Er is – nog? – geen breed tot uiting komende stemming om het feest desnoods hardhandig te gaan verstoren. Ik denk dat de veel effectiever geworden politie, de sterk verzwakte stedelijke sociale beweging, de door repressie en internalisering nogal in het ion gerede geraakte kraakbewging ook, daar veel mee te maken hebben. De verwachting dat er duizendne mensen niet alleen voor protest naar Amsterdam zullen komen, maar daarbij ook bereid zijn tot een confrontatie, lijkt me aan de optimistische kant. De autoriteiten spelen het spel nu ook anders. Minister van binnenlandse zaken Wiegel waarschuwde in 1980 om de andere dag tegen ‘relschoppers’ en ‘raddraaiers’, en zette daarmee echt een toon van ‘kom maar op’. Vandaag is de toon anders: er worden plekken voor demonstranten aangewezen, op minzame toon wordt ons door het gezag verteld dat demonstreren natuurlijk moet kunnen maar keurig volgens spelregels in nette banen geleid. Protest wordt gewoon in het hele spektakel van de macht ingepast en daarmee krachteloos gemaakt – voorzover we dat toelaten.

Dát er protest komt is evengoed duidelijk. En daar zit een inhoudelijk verschil. “Geen woning, geen kroning” ging over woningnood, over kraken, over bredere sociale onvrede. Het ging echter nauwelijks oer de monarchie zelf. Dat is nu anders. De monarchie is wel degelijk omstreden geraakt. Een op zichzelf keurige groepering als het Nieuwe Republikeinse Genootschap heeft aan aanhang gewonnen, en komt geregeld in de publiciteit. De orde bedreigt ze niet, maar het laat zien dat de monarchie ook in elitering aan draagvlak verliest. Dat maakt het bestel kwetsbaar.

Veel activistischer is “Weg met de monarchie” , opgekomen in het kielzog van de eenpersoonsactie van studente Joanna, die eerder dit jaar de tekst “weg met de monarchie, het is 2013”, omhooghield bij een Bea-bezoek aan Utrecht. Ze werd door politie ‘verwijderd’. Er gonst wel degelijk actiebereidheid. Zo is er een oproep om op die dag in het wit te gaan, als protest tegen Oranje. Mensen zullen naar de aangewezen demonstratieplekken gaan, maar zich ook als individu onder de feestende menigten mengen met tekenen van protest.

De sfeer is anders dan destijds. Toen zette grimmige woede de toon. Nu is er eerder een vrolijke minachting voor de monarchie en het bijbehorende belachelijkheden. Alle kans overigens dat de autoriteiten alsnog woede provoceren door niet alleen demonstranten in te sluiten op voorgeschreven plekken, maar ook individueel protesterende mensen kort te houden met een extra rigide opgevatte bepaling tegen ‘beledigende’ teksten en dergelijke. Autoriteiten zijn op zo’n dag doorgaans nerveus. Veel zal afhangen van de aantallen mensen die naar Amsterdam komen om te protesteren, van hun creativiteit en niet te vergeten humor. Wanrt daar kan geen gevestigde opgelegde orde tegen, dat trekt geen autoritair bestel: belachelijk gemaakt te worden door onderdanen die de rol van onderdaan weigeren en daarvoor hun nek uisteken ook.

Peter Storm

  1. #1 by Hans on 2013/04/24 - 17:16

    Spuistraat wordt volgens mij afgesloten bij Vrankrijk. Wordt een getto dus a.s. 30-4.
    Tip; Bekijk de docu ‘De stad was van ons’ eens en lees Bilwet ‘Bewegingsleer’ en ‘Een voet tussen de deur’ van Duivenvoorden over de gesch. van de Kraakbeweging.

Comments are closed.