Bulgarije: hoe de strijd loont


donderdag 21 februari 2013

Pakweg een week volstond om de Bulgaarse premier Borisov tot aftreden te bewegen. Een handvol dagen van omvangrijke en felle demonstraties, gericht tegen hoge energieprijzen maar tegelijk ook tegen de regering wiens beleid die hoge prijzen omvatte. Breder gezien is de Bulgaarse regering dan ook bezweken voor een heftige protestgolf. Dat is reden voor grote vrolijkheid, maar tegelijk tot het stellen van vragen. De belangrijkste: Hoezo dit? En: wat nu?

De protesten duurden handvol dagen, pakweg een week. Aanleiding waren hoge energieprijzen. Die zijn het gevolg van dat welbekende verschijnsel, liberalisering van de energiemarkt. Zo zijn in Bulgarije subsidies afgebouwd, en vorig jaar juli gingen de energieprijzen 13 procent omhoog. Voeg daarbij dat de huidige energie-ondernemingen veelal vooruitbetaling eisen en veel sneller stroom afsluiten van mensen die niet betalen dan de eerdere staatsbedrijven. De liberalisering heeft alles met “Europese” regels te maken, en is één van de ‘zegeningen’ die het lidmaatschap van de EU de Bulgaarse bevolking brengt.

Mee speelt ook de economische crisis waar het land door getroffen is. “De Bulgaarse economie hangt nauw samen met de Griekse en zoals bekend zit de groei daar ook in het slop.” Inderdaad ja, en de bezuinigingen daar hebben de crisis daar dieper gemaakt. Crisis en recessie zijn echter niet het enige waarin Bulgarije met Griekenland te maken heeft. Het antwoord van Bulgaren heeft ook ‘Griekse’ trekjes: fel straatprotest.

Afgelopen zondag was dat te merken. Toen betoogden in twintig steden tienduizenden mensen. Daar speelden zich mooi heftige taferelen af. “In meerdere steden gooiden demonstranten met eieren, flessen en fruit. Ook staken ze hun stroomnota’s in brand. Soms werden zelfs gebouwen van energiebedrijven belaagd”, schrijft Nu.nl. “Ruim 2000 mensen blokkeerden de grote weg naar Griekenland. Ook in hoofdstad Sofia hielden mensen het verkeer op. Daar zouden mensen, ook vrouwen en kinderen, hebben gevochten met de politie.” Betogers riepen om nationalisering van EVN, het distributiebedrijf van de energie, een onderneming in Tsjechische handen, net als een ander energiebedrijf Energie-Pro. Het derde energiebedrijf op de Bulgaarse markt, EVN, heeft Oostenrijke eigenaars. Dat Bulgaarse bedrijven in buitenlandse handen zijn, opent het risico dat de woede tegen liberalisering verziekt wordt dor anti-buitenland-sentimenten, maar daarvan is gelukkig nog weinig te merken.

De minister van financiën vertikte het om EVN te nationaliseren. De premier ontsloeg de minister en beloofde lagere stroomrekeningen. Het was niet voldoende, ook op dinsdag 20 februari was er weer een grote demonstratie. Betogers en politie botsten, 25 mensen raakten gewond en belandden in het ziekenhuis. Toen vond de premier kennelijk mooi geweest en stapte op.

Hij motiveerde dat met een paar hoogst opmerkelijke uitspraken. “Ik wil niet deelnemen aan een regering waarbij de politie mensen slaat”, zo zei hij. “Ik kan niet toekijken als er hekken opgetrokken worden rond het parlement. Als mensen willen dat de regering aftreedt dan heeft de staat een nieuwe vertrouwensstemming nodig, zodat de bevolking beslist hoe de regering voortgezet wordt van nu af aan.” Nieuwe verkiezingen dus, en die worden naar verwacht vervroegd van juli naar mei of april. Dat laatste is niet opmerkelijk, maar een premier die aftreedt omdat hij niet kan aanzien dat politie mensen aftuigt is dat wel. Zou niemand de man verteld hebben dat het slaan van demonstranten ti tot het vaste takenpakket van de politie – van elke politie – behoort, en dat zoiets ‘handhaving van de openbare orde’ heet? Zou niemand hem ooit hebben uitgelegd dat geen regering overeind blijft zonder precies die politie, met die taakomschrijving?

Heel erg aannemelijk is dat allemaal niet. Het zou best kunnen dat Borisov – of mensen uit zijn directe omgeving – gewoon heel goed ziet dat zijn aftreden een goed middel is om de rust terug te krijgen en daarmee de ruimte voor ‘liberalisering’, bezuinigingsbeleid en prijsstijgingen te behouden. Een leuk precedent is het wel: als in Nederland de premier opstapt en op nieuwe verkiezingen aanstuurt dat wordt de gemiddelde levensduur van kabinetten ingekort tot twee maanden hooguit, en dat zou het land vrolijk onbestuurbaar maken…

Die verkiezingen zullen weinig oplossen, want bezuinigingsbeleid zit momenteel in het politieke DNA van het complete politieke establishment en van de Europese Unie waar ook Bulgarije deel van uitmaakt. Borisov kwam aan de regering via verkiezingen in 2009. Hij staat bekend als centrumrechts. De Socialisten – momenteel de oppositie, maar eerder als regeringspartij ook al eens uitgekotst door boze demonstranten – zullen geen wezenlijk ander beleid gaan voeren. Binnen verkiezingstermen, binnen het gevestigde staatsbestel, zijn de problemen die mensen zo boos maken, niet op te lossen.

Die problemen zijn intussen ernstig. Er zijn die energieprijzen, waardoor de energierekening een heel groot beslag legt op het budget van mensen. Er is ook een hoge werkloosheid: 11,9 procent. Er zijn de lage lonen: volgens Aljazeera omgerekend 550 dollar in de maand, volgens de Independent zelfs maar 480 dollar oftewel 360 euro. Nee, niet in de week. In de maand. Dan is er de corruptie. Onder betogers was “Mafia” dan ook een veelgehoorde aanduiding van de regering. Armoede, gecombineerd met afkeer van politie die mensen geld uit de zakken kloppen, dat is het explosieve mengsel dat dezer dagen op de straten van Bulgaarse steden tot ontploffing is gekomen. Die woede zal ongetwijfeld de huidige regeringspartij een verkiezingsnederlaag bezorgen en de S oppositie ruim baan bieden. Maar het is te hopen dat er in deze opstandige dagen veel mensen genoeg kracht en inzicht vinden om niet te bouwen op electorale afrekeningen waarna variaties van hetzelfde volgen. Wat betogers met de regering van gister hebben gedaan, daar zouden ze best mee door kunnen gaan.

Of dat ook werkelijk gaat gebeuren, of er onder de huidige betogers veel bereidheid is om de strijd door te zetten, ook tegen een volgende regering, tegen de bezuinigingslogica zelf en de belangen daarachter – dat weet ik niet. Er zijn tekenen die wel die kant op wijzen: afgelopen avond waren enkele honderden betogers in de hoofdstad dichtbij het parlementsgebouw om duidelijk te maken dat het aftreden van Borisov hen niet genoeg was: tegenover hens tondeneen honderdtal steunbetuigers aan de aftredende regering.

Het rommelt er al langer aan het front van de sociale strijd. Zo was er een conflict tussen arbeiders en de leiding van wapenfabriek VMZ Sopot, een staatsbedrijf. Die leiding stuurt aan op privatisering en zegt twee derde van het personeel kwijt te moeten om kosten te besparen. Arbeiders kregen al maanden geeneens loon, en hebben op 25 januari een korte staking gehouden, middelbare scholieren betuigden solidariteit. Het draaide er vooralsnog op uit dat de premier – ja, die Borisov – aankondigde dat er geld beschikbaar kwam voor betaling van salarissen. Wat langer geleden was er een staking in kolenmijnen, protest van arbeiders in de loodindustrie vanwege niet uitbetaald salaris, en nog wel meer – terug te vinden via de Bulgarije-rubriek van Labourstart waar ik ook het verhaal over Sopot vandaan heb gehaald.

Hier zien we het soort broeiende onvrede die ook het huidige protest een zwaardere lading en slagkracht kan helpen geven. Het succes van demonstranten deze week in het verdrijven van een premier kan omgekeerd arbeiders aanmoedigen voor hun verlangens en belangen op te komen, onder het aloude motto: de strijd loont.

,

Comments are closed.