Tunesië: acute explosie, chronische spanningen


zondag 10 februari 2013

Het is een minder gelukkige gewoonte van anarchisten en aanverwanten om ons commentaar op gebeurtenissen teveel af te laten hangen van de vurigheid van gebeurtenissen. Zijn er in land X – Tunesië, om maar eens iets te noemen – grote betogingen, barricades, brandende gebouwen van regeringspartijen? Dan schrijven we erover en duiden we de revolutionaire betekenis van de gebeurtenissen. Keert de rust terug? Dan verschuift onze aandacht veelal naar plekken waar wel sprake is opvallende vormen van verzet die de aandacht opeisen. Helemaal vreemd en verkeerd is het niet: je ontkomt er niet aan je aandacht te verdelen, en juist opvallende actualiteit vraagt om duiding. Jammer is het wel, want ook in ‘rustige’ tijden doen de maatschappelijke processen zich voor die in explosieve episodes dramatische gevolgen blijken te hebben. Van barricade naar barricade rennen met onze aandacht is ook wel een beetje een linksradicale variant van hoe media werken. Niet helemaal te vermijden, maar wel iets om alert op te zijn.

Dat bedacht ik me toen ik over de actualiteit in Tunesié – het onderwerp van dit stuk – nadacht. Van oudejaarsdag 2010 tot half januari schreef ik veel over de gebeurtenissen daar. Het waren dan ook de weken van opstand, en van de aftrap van wat we nu de Arabische Lente noemen. Daarna schreef ik er nog maar heel af en toe over. En nu – nu de strijd er weer hoog oplaait – is het land terug in de aandacht, ook die van mij. Het is dan ook niet niks, de moord op een linksradicaal politicus, waarna vele duizenden mensen weer gingen demonstreren, gingen rellen en gingen staken. De geest van revolutie was en is weer terug.

Intussen laat de contrarevolutie zich echter alweer nadrukkelijk gelden. De islamistische regeringspartij Ennahda, doelwit van fel protest, is niet bepaald uitgeschakeld. Meerdere duizenden aanhangers demonstreerden gisteren in Tunis, en lieten daarmee zien dat de straat bepaald niet exclusief het terrein is van de opgekomen revolutionaire golf. Dat het bij de Ennahda-partij om tegenstanders van een diepere volksrevolutie gaat, blijkt intussen niet enkel uit hun religieus getoonzet culttureel conservatisme. Juan Cole verwijst in “Why Tunesia’s Arab Spring is in Turmoil”, naar een artikel in Al Akjbar uit december 2012 over de partij. Een paar citaten. Over de band tussen partij en economische elite. “Gedurende het afgelopen jaar heeft de partij haar deuren geopend voor de zakenklasse van het land, waarvan velen hun rijkdom opeengestapeld hebben met twijfelachtige methoden.” Over de groeiende politieke greep vanuit die partij: “De partij is haar aanhangers al aan het benoemen op invloedrijke regeringsposten verbonden aan onderwijs, de rechterlijke macht en de media, onder anderen.” En er is de verstandhouding met radicalere islamisten: “Ze heeft ook het werk van de Salafisten oogluikend toegestaan, die de instructies van de leider van Ennahda Rachid Ghannochi volgen om de maatschappij te islamiseren, waardoor ze in een soort religieuze politie werden   omgevormd.” Een reactionaire kracht dus, eentje die via verkiezingen waarvoor de opstand van 2010-2011 de weg baande de regeringsmacht kreeg maar die de voortgang van de revolutie dwarsboomt.

Haar positie is de laatste dagen echter wel sterk verzwakt. De partij domineert weliswaar de regering, maar is niet de enige regeringspartij. Een van haar coalitiepartners, het Congres voor de Republiek (CPR) stapte vandaag uit de regering. Dat CPR dringt al enige aan op andere ministers van justitie en buitenlandse zaken; druk die al voor de moordaanslag tegen de linkse politicus was begonnen. De president van het land Marzouki, is van die partij. Dat die nu opstapt maakt de basis van de regering smaller en versterkt het isolement van de Ennahda-partij nog. De premier, een E Ennahda-man, dreigt al met opstappen als het niet om de regering te veranderen in een kabinet van technocraten. Die kans is best groot want binnen zijn eigen partij is daar veel weerstand tegen.

Zo zien we in de politieke top allerlei spanning en beweging die onder druk van de u losgebroken protesten verder is opgevoerd. Die druk is geen incident. Afgelopen tijd was ‘rustig’ wat betreft grootschalige en opvallende opstandigheid. Maar het broeide, er was wel degelijk verzet. IK grasduin eens even bij de Tunesië-rubriek van Labourstart, en vindt al snel onder meer:

Ook in Tuneië is het vergif van ‘overleg’ dus de sociale verhoudingen binnengedrongen en werkt inkapseling van sopciale strijd in de han. Precies het assisteren daarbij is natuurlijk ook de rol van vakbonden, die slechts ondanks dit karakter soms door arbeiders enigszins en nimmer permanent als instrument van strijd kunnen worden gebruikt.

De explosie van de laatste dagen had dus een aanloop. De diepte van de frustraties, de armoede, de werkloosheid – landelijk 18 procent, maar hier en daar volgens een-UGTT-bestuurder mar liefst rond 80 procent! – , ze betekenen dat als na wat geschuif met ministers- en partijposities de rust een beetje terugkeert, daarmee de spanning helemaal niet weg is. Het kan bepaald geen kwaad om de komende tijd de berichtgeving over kleinschaliger vormen van sociale strijd met aandacht te blijven volgen. Ze zouden immers best wel eens de aanloop naar de volgende grotere uitbarsting van strijd voor vrijheid en sociale rechtvaardigheid in Tunesië.

Peter Storm

,

Comments are closed.