Actie tegen politiegeweld: verslag, commentaar, en een hug voor Occupy Rotterdam


zaterdag 30 juni 2012

Thuisblijvers hadden vandaag weer eens ongelijk, voor zover ze wel tegen politiegeweld zijn, maar desondanks niet – tenzij door overmacht – naar de actie tegen politiegeweld, vandaag in Rotterdam, zijn gekomen. Van die thuisblijvers waren er helaas erg veel, want de actie kende geen groot aantal deelnemers, minder dan verwacht en gehoopt. De actie was echter wel degelijk van waarde, als onderdeel van het opbouw van protest en verzet tegen de oprukkende politiestaat die bekend staat als Nederland. Enkele kritische observaties over de actie zijn op hun plek. Maar die gelden pas ná het uitspreken van grote waardering voor de initiatiefnemers van de actie, die vanuit Occupy Rotterdam is opgestart.

Op de achtergrond speelde bij dit initiatief het verloop van een demonstratie tegen het ACTA-verdrag een rol. Daar trad security onbehoorlijk op. Te hulp gevraagde politie liet die beveiliging met rust, en weigerde zelfs aangifte tegen het securitybedrijf op te nemen. Thema van de actie was dus: kritiek op politiegeweld, maar vooral het afwijzen van het plan om in gemeente Tilburg selectief fouilleren te gaan doorvoeren, in een wijk die niet bekend gemaakt wordt, en volgens criteria die geheim worden gehouden. Deze inbreuk op de vrijheid was reden om de actie uit te roepen. De afgelopen weken kwam daar natuurlijk de schoppartij van politie tegen een dronken man en een politievuist in het gezicht van een man tijdens arrestatie bij.

Genoeg redenen dus om juist nu tegen politiegeweld te hoop te lopen. En de opkomst leek substantieel te worden, met bijna 150 mensen die op Facebook hun deelname hadden aangemeld. Op het verzamelpunt zelf echter zag ik minder dan 40 mensen. Misschien dast de groep nadat we van dat punt, het Zuidplein, naar het naburige politiebureau – werkplek van de schop-agente – hadden gelopen nog iets is gegroeid. Maar beduidend meer dan veertig actievoerders waren er toch niet. Dat is, gezien de aandacht die er voor het onderwerp de afgelopen dagen toch ontstond, toch wel een tegenvallertje. En reken maar dat Aboutaleb en zijn ambtenaren dit óók hebben geconstateerd. Zij registreren ongetwijfeld hoeveel steun er onder de bevolking voor anti-politieprotest bestaat. Grote steun – bijvoorbeeld blijkend uit grotere aantallen actievoerders afgelopen middag – zou hun speelruimte om de politie ongebreideld te laten slaan, schoppelen en meer, inperken. Kleinere steun betekent dat de politie vrij ongestoord en onbezorgd door kan gaan op de ingeslagen, ingeschopte, ingeknuppelde, weg. Welnu, we waren dus met niet heel veel, en daar zullen we aan moeten werken. Kwantiteit doet er toe als we protesten houden.

Wie waren er vooral? Occupyers, naar mijn indruk, vooral uit Rotterdam, maar ook wel uit enkele andere plaatsen. Vrijwel geen zichtbare aanwezigheid van georganiseerd links. Geen SP, maar dat was ook niet te verwachten: die partij verdedigt de staat die ze hopen te gaan besturen, en die ze op lokaal niveau vaak al meebesturen. Al te veel kritiek op de politie past daar slecht bij. Ik zag slechts één actievoerder die als trotskist herkenbaar was: iemand die met “1917”, het Engelstalige blaadje van de International Bolshevik Tendency, een mini-afsplitsing van een trotskistische splintergroepie zich oit van een trotskistisch partijtje heeft afgesplitst, rondliep. Hij mengde zich vol vuur in allerlei onderlinge discussies om dar de Continuïteit van het Historische Programma vanaf et Communistisch Manifest tot op Heden, de Noodzaak voor de Arbeidersklasse om de Leiding te Nemen, en meer van dat fraais, onder de aandacht te brengen. Het was soms bijna aandoenlijk, en ook wel een beetje vermoeiend. Maar het wás linkse aanwezigheid, en daarmee veruit te prefereren boven activistisch-linkse áfwezigheid.

De Internationale Socialisten waren bijvoorbeeld niet aanwezig, terwijl ze op de agenda op hun site wél melding van de actie maakten. Niet sterk. Doorbraak was er ook niet, althans niet zichtbaar als zodanig. Eveneens jammer: deze groep antiautoritair ingestelde socialisten hebben juist op acties tegen repressie iets zinnigs in te brengen. Maar Doorbraak had tenminste geen verwachtingen tot deelname gewekt. Afwezig was ook ieder zichtbaar georganiseerd anarchisme. Dat is helemaal spijtig, want juist anarchistische politiek heeft, door de jaren heen, afwijzing van politierepressie tot politieke kerntaak gemaakt. Juist nu had een spandoek met iets als “achter de politie staat het kapitaal” niet misstaan, plus een flyertje met een stevige standpuntbepaling. Uit onderlinge gesprekken die ik met mede-actievoerders had, bleek overigens dat ik niet de enige persoon met anarchistische opvattingen was. Maar dat is nog niet hetzelfde als een doordachte, openlijke, collectieve anarchistische inbreng.

Terug naar de actie zelf. Na het verzamelen op het Zuidplein liepen we naar het al genoemde politiebureau. Daar stelden we ons eerst in een kring op, waarna mensen die dat wilden, het woord konden voeren. Enkele mensen deden dan. Aan mij was ook gevraagd een praatje te houden, en dat heb ik gedaan. Wat volgt is geen letterlijke tekst, maar een reconstructie van de kern van het betoog uit mijn geheugen.

Eerst besprak ik het schop-gebeuren, de verontwaardiging maar ook hoe het gezag onmiddellijk riep dat het geweld proportioneel was, volgens het geweldsprotocol, binnen de beleidsregels. Dat kan best nog waar zijn ook, maar dat is dan des te erger voor die regels. En wat als het schoppen nu eens niet was gefilmd, was er dan heisa ontstaan? Hoe vaak gebeurt zoiets zonder dat we dit weten? Ik noemde vervolgens onder meer de herhaaldelijke politieaanvallen op demonstraties, Nijmegen en Rotterdam – aan die laatste hield een toehoorder me herinneren – op 1 mei 2010; Utrecht 1 mei 2011, Amsterdam 1 mei 2012, en meer. Ik duidde de politie aan, niet als onze beste vriend die de weg een beetje kwijt is, maar als de knokploeg van de 1 procent.

Ik stak ook een beetje de draak met het infame bloemetje voor de schop-agente amens de Rotterdamse gemeenteraad. Dan moet de vuistslag-agent er ook ééntje, en alle 200 ME-ers op de 1-mei-demonstraties ook. Nee, die verdienden meer bloemetjes per persoon, want die waren uren aan het meppen geweest. Zo bezien verdient het politiekorps van New York – waar zoiets als het schop-vertoon als kleinigheid zou overkomen – minstens een bloemencorso, en president Assad de hele Keukenhof.

Het fouilleer-plan is een aanslag op privacy, en op het principe dat je voor onschuldig wordt gehouden tot het tegendeel is aangetoond. Maar het is ook selectief. Waar zullen ze fouilleren, in rijke villaplaatsen als Wassenaar en Aerdenhout, en de Rotterdamse villawijk – Kralingen, zo hielp iemand me aan de naam van een Rotterdamse villawijk – of in wijken in Zuid? Wie aal aangehouden worden: zee zakenman in net pak, of een skater met zijn outfit en zijn petje? Het plan werkt ook racistisch: als Opstelten incognito langskomt, evenals Aboutaleb, wie heeft dan de meeste kans om gefouilleerd te worden? Tot slot riep ik op tot het ontwikkelen van een cultuur van doordachte en georganiseerde ongehoorzaamheid in het aangezicht van de oprukkende repressie, zoals die in dat fouilleerplan tot uiting kwam.

Het volgende onderdeel was een actievorm die bedacht was om iets van ons protest bij de politie zelf te laten doordingen. Mensen konden op een formulier aangeven hoe ze zich voelden vanwege het politiegeweld: teleurgesteld, geschokt, verontwaardigd, verbijsterd. Dat kon je aangeven op een formuliertje, en dat kon je in het politiebureau, bij wijze van een soort van aangifte, overhandigen. Als idee om mensen die op zich het bestaan van politie accepteren, de politie beschouwen als instituut dat ‘onze beste vriend’ zou moeten zijn maar zich niet zo gedraagt, en daarop gewezen moet worden, was het wel een vondst. De meeste van de aanwezigen dachten in deze richting. Tekenend was ook de lijst met instructies die op uitgedeelde kaartjes met het telefoonnummer dat je in geval van arrestatie kon bellen. “Niet schelden. Niet laten provoceren. Niet provoceren.” Dat is nog te plaatsen, maar deze had ik niet eerder gezien: “Geen onverwachte bewegingen maken . (Werkt in je nadeel)!)”. Tja.

Maar niet alle aanwezigen denken zo gematigd over de politie. Ik was de enige niet die de politie zelf als geweldsapparaat, als machtsuitoefening ten bate van de heersers, beschouwt en de politie als zodanig afwijst. Ik heb dan ook, net als een aantal anderen, het politiebureau niet betreden, en geen papier ingevuld en ingeleverd. Ik ga het politiebureau pas in als ik, via arrestatie, daartoe wordt gedwongen, als ik wel moet wegens een specifieke aangifte, of als ik dat met een zo groot aantal medestanders tegelijk doe, om het politiebureau van agenten d te ontdoen en het gebouw een nuttiger functie – of eventueel een bestemming als puinhoop – mee te geven. Niet als deel van een, op dit punt wat mij betreft nodeloos vriendelijk, actie-onderdeel. De weigering van mij en geestverwanten werd door mede-actievoerders/ organisatoren overigens gerespecteerd, er volgde na afloop nog heel interessante discussie hierover, waarin over en weer niet alleen werd gepraat, maar ook daadwerkelijk geluisterd.

Voordat het inleveren van formulieren begon, kwam er nog een toelichting: we dienden één voor één, en niet als groep, naar binnen te gaan. Gingen we namelijk als groep, dan zou de aangifte ook als één aangifte – en niet als een reeks individuele aangiftes – behandeld worden. Waarom dat heel nadelig was, was niet duidelijk: dat de politie liever geen hele groep in hun bureau ziet, is ook duidelijk. En wie legde uit dat we één voor één naar binnen konden en zo? Een agent, die daartoe de megafoon mocht hanteren! Dat deed hij, met een big smile, zich waarschijnlijk zeer goed bewust van de gunstige PR-indruk die hij hiermee kon maken. Een actievoerder riep, met een waardering die niet de mijne is, iets van: dát is de politie zoals we die graag zien! Applaus van sommigen, maar niet van mij: ik draaide het schouwspel even letterlijk de rug toe. Later zag ik trouwens ook dat de politie niet alleen haar vriendelijke gezicht paraat had. Naast het politiebureau stonden voortdurend twee agenten-te-paard. Niet opvallend, wel nadrukkelijk aanwezig. Ik hoop dat het tweetal zich gruwelijk heeft verveeld, en betreur het dat ook dáár nog belastinggeld aan is verspild. Voor de paarden vind ik het dan wel weer sneu.

Vervolgens begon het invullen en het inleveren van de papiertjes. Iemand kwam naar me toe en zei dat hij blij was met mijn relatief radicale betoog, en het dus niet zag zitten om dat bureau in te gaan. Hij verliet de actie, samen met nog iemand. Ik vermoed dat dit actieonderdeel dus twee deelnemers heeft weggeduwd. Ik vermoed ook dat de bijbehorende uitstraling van de actie, al in de aanloop – niet tegen de politie, niet tegen elk politiegeweld, maar tegen excessief, buitenproportioneel politiegeweld – er toe heeft bij gedragen dat georganiseerde anarchisten, die wel hebben bijgedragen aan het verbreiden van de oproep via Facebook, niet de motivatie konden om eraan deel te nemen. Ik vind dat spijtig, juist een zichtbaarder anarchistische participatie had de hele actie een scherpere, meer antiautoritaire uitstraling hadden kunnen geven. Maar begrijpen doe ik het wegblijven van teveel anarchisten ergens wel.

Dit is typisch een voorbeeld dat niet alleen een door veel mensen niet begrepen radicalisme, maar ook een door actieve en betrokken mensen niet gedragen gematigdheid, de opkomst nadelig kan beïnvloeden. Volgens mij was hier in dit geval inderdaad sprake. Een mede-activist wees er bijvoorbeeld op dat juist ook mensen in arme wijken die de politie voortdurend op hun dak hebben, eerder aangesproken zullen worden door een toot waarin de politie totaal wordt afgewezen, dan door de relatief welwillende toonzetting die de actie voor een belangrijk dele typeerde. Ook dat klopt naar mijn idee. Veel mensen van buiten actiekringen waren er sowieso niet.

Terwijl mensen – na het bizarre treurspel van agent-met-megafoon – om de beurt hun briefje bij het bureau inleverden, brak eigenlijk het beste deel van de actie aan. Stevige onderlinge discussies, onder meer over de hierboven aangestipte meningsverschillen. Uitwisseling van ervaren, aanknopen en aanhalen van onderlinge banden. Diepte ontwikkelen in het beetje beweging, en de samenhang in die beweging ontwikkelen, dat gebeurde voor dat politiebureau, en later ook nog op een terras waar een aantal van ons napraatten. En ik ben onder de indruk van de wijze waarop, juist ook door mensen die bovengenoemde radicale afwijzing van de politie niet delen – de meesten, en ik denk ook de meeste organisatoren – met respect en serieuze belangstelling op die radicale kritiek – door meerderen van ons, – naar voren werd gebracht.

Het is een symptoom van nog iets anders dat nadruk behoeft. Dit was een actie opgezet vanuit Occupy Rotterdam, een groep die ik, als anarchist die actief is in Occupy Tilburg met aandacht maar vooral via internet volg. Ik was al positief over die groep: keer op keer kwamen uit Occupy Rotterdam initiatieven die getuigden van voortvarende betrokkenheid, bijvoorbeeld rond de schoonmaakstaking. Solidariteit is voor Occupy Rotterdam niet enkel een woord, maar een praktijk. En nu zag ik de Rotterdame Occupyers in real live, en mijn respect is verder gegroeid. Fijne mensen, doordrongen van de noodzaak om tegen al het onrecht dat er is keer op keer iets te doen. Politierepressie, knietje, vuistslag, fouilleren? Occupy Rotterdam neemt initiatief en gaat de straat op. Goed!

Alle kritiek die ik hierboven uit op de tegenover de politie ingenomen houding, de gematigdheid van dat actieonderdeel met die formulieren, noem maar op: ik hou die staande, en het doet er toe. Maar het is kritiek op basis van solidariteit, niet bedoeld om mensen af te kammen maar ingegeven door de wil om acties béter te helpen maken. Het laatste woord krijgt echter de genoemde waardering. Hulde en een grote hug voor Occupy Rotterdam. En het gevecht tegen politierepressie gaat dóór.

, ,

Comments are closed.