Griekenland: beperkte nederlaag in sociale oorlog


dinsdag 19 juni 2012

De overwinning van pro-bezuinigingspartijen in Griekenland is geen goed nieuws voor al diegenen die met de afgelopen jaren met stakingen, demonstraties, rellen en andere activiteiten het bezuinigingsbeleid met zoveel vuur en volharding hebben bestreden. Die nederlaag geldt degenen die op Syriza hebben gestemd, met de hoop dat die linkse partij bezuinigingen zou terugdraaien en verbeteringen voor armen zou brengen. Die nederlaag raakt ook degenen die op andere linkse groeperingen stemden. Die nederlaag raakt wel degelijk ook degenen, in Griekenland en daarbuiten, die de stembusstrijd niet als het centrale front van de sociale oorlog zien, ook als zij aan die stembusstrijd niet deelnamen omdat zij – terecht – andere strijdmethoden, directe actie en dergelijke, voorrang gaven en willen geven.

De overwinning van Nieuwe Democratie (ND), de vorming van een nieuwe regering die het door EU en IMF opgedrongen bezuinigingsbeleid gaat doorvoeren, is een tik tegen héél de arbeidersklasse en haar bondgenoten, een terugslag in de sociale oorlog tussen de brede onderkant en de kapitalistische elites van Griekenland en Europa. Maar de tegenslag is kleiner dan op het eerste gezicht kan lijken. Rechts in Griekenland, en het Europese kapitaal, halen opgelucht adem, maar hun opluchting kan wel eens van korte duur zijn. De schuldencrisis woekert verder, en de sociale oorlog van onder tegen boven gaat door. In die oorlog waren de verkiezingen een vervelend uitgepakte schermutseling. Niet onbeduidend, maar geen veldslag op het centrale oorlogsfront.

Laten we de uitkomst van de verkiezingen eens beter bekijken. Ja, ND werd de grootste, en niet Syriza zoals veel tegenstanders van de bezuinigingsramp hoopten. Syriza werd tweede. Maar kijk eens naar twee trends! Eerst de ontwikkeling van Syriza zelf. In 2009 stemde tussen de 4 en 5 procent op die partij. In mei van dit jaar sprongen ze vooruit naar 16,78 procent. Op 17 juni stegen ze door naar 26,9 procent. Nee, de grootste partij werd ze niet, dus liep ze de – absurde – 50 extra zetels voor nummer één mis en kan ze geen regering vormen. Maar nog twee of drie van dit soort ‘nederlagen’ en Syriza heeft alsnog de regeringsmacht binnen handbereik…. Natuurlijk is er geen enkele zekerheid dat de opmars van deze partij doorzet. Maar de ruk naar links, waar Syriza’s score uitdrukking van is, is zeer krachtig. Ook voor antiautoritaire revolutionairen die, zaosl ik, in stemmen en parlementaire politiek geen brood zien, is dat van belang, als symptoom en signaal van wat er leeft n speelt.

Een tweede patroon zien we rond zowel Syriza als haar tegenpool ND. Beide partijen wonnen, niet zozeer ten koste van elkaar, maar ten koste van partijen dichtbij henzelf. Syriza groeide, de stalinistische KKE liep verder leeg, Democratisch Links viel wat terug, kleine linkse groepen haalden de kiesdrempel niet. Syriza werd groter ten koste van de rest van links. De ND groeide, maar de Onafhankelijke Grieken en de nazi’s van de Gouden Dageraad vielen wat terug. PASOK, de sociaaldemocratische partij die van 2009-2011 een bezuinigingsregering leidde, brokkelde verder af. Ik vermoed dat die partij – links qua achtergrond, bezuinigingsrechts qua politiek zowel aan ND als aan Syriza resterende kiezers verloor. Feitelijk heeft Syriza de positie van PASOK als partij waar veel arbeiders mee verbonden waren, overgenomen. Syriza won ten koste van de rest van links, ND won ten koste van de rest van rechts, beiden wonnen ten koste van PASOK.

Feit blijft dat de ND de eerste plek verwierf én dat partijen die het Memorandum – de tekst waarin Griekse regering, EU en IMF bezuinigingen afspraken in ruil voor financiële steun bij afbetaling van schulden – een meerderheid veroverden. PASOK en ND zijn samen sterk genoeg om te gaan regeren, en dat zal één dezer dagen ook gebeuren. De overwinning van de pro-Memorandum-partijen is boven alles een product van intense, aanhoudende politieke intimidatie, dreigementen en chantage. Die campagne kwam vanuit de ND en aanverwante partijen, vanuit de Griekse kapitalistenklasse, maar vooral ook vanuit Europese staten, politici, regeringsleiders. De demagogie was opmerkelijk bot. De kern was het verhaal dat, als Syriza won, Griekenland uit de euro moest, en dat dit een ramp betekende. Een paar voorbeelden. “Griekse Nationale Bank: inkomens halveren na exit euro” (NRC, 29 mei) ; “Mislukking Griekse verkiezingen is ‘terugkeer naar de drachme’”, aldus de NRC op 15 juni. Dat verwees naar een uitspraak van ND-aanvoerder Samaras dat, als het weer niet lukte om een regering te vormen die de bezuinigingspolitiek doordrukt en met de rest van de EU door één deur kan, vertrek uit de eurozone onvermijdelijk werd. Opmerkelijk is hier het woordgebruik. Als verkiezingen niet opleveren wat hetzij de ND, hetzij de redactie va de NRC wenselijk acht, dan zijn de verkiezingen kennelijk ‘mislukt’. Het tekent de arrogantie van bezuinigingsrechts en haar media-spreekbuizen. Intussen was er ook rechtstreekse financiële druk: “ECB staakt steun Griekse baken, ‘terugkeer van drachme fataal’” volgens alweer de NRC, op 16 mei. De Europese Centrale bank bereidde zich op die terugkeer maar vast voor door zich tegen de risico’s ervan in te dekken en de hand op de knip te houden. Intussen bleven Merkel en haar bondgenoten maar roepen dat Griekenland zich aan de afspraken moest houden. Europese banken, instellingen en politici maakten duidelijk: stem voor onze bondgenoten/ zaakwaarnemers, anders dreigt doem en ondergang. Dat veel kiezers bezweken onder die druk, uit pure angst op ND stemden, en daarmee de pro-memorandum-politiek een kiezersmeerderheid gaven, is tragisch. Maar echt vreemd is het niet.

Voor degenen die hun belangrijkste hoop gezet hadden op een Syriza-regering die de bezuinigingspolitiek zou stopzetten, is de verkiezingsuitslag een drama. Maar die hoop was sowieso niet zo realistisch. Syriza beloofde bezuinigingen terug te draaien en het Memorandum naast zich neer te leggen. Maar ze wilde niet uit de euro, en zei dat ze via onderhandelingen in de EU verbeteringen kon bereiken. Misschien zou dat zijn gelukt als Syriza had gewonnen; misschien was de keiharde taal van bijvoorbeeld Merkel vooral bluf. Misschien zou er, na veel rook en lawaai, een compromis zijn bereikt – maar dan één die het kapitaal intact zou laten en de immense sociale crisis niet zou oplossen. Maar als het géén bluf was geweest, als de EU had geldstromen afgesneden en Griekenland de EU had uitgeduwd? Dan had Syriza – gevangen in verkiezingslogica en parlementaire politiek – geen antwoord gehad. Om de confrontatie met het Grieks en internationaal kapitaal aan te gaan heb je een ander soort machtsmiddelen nodig dan parlementszetels en formele zeggenschap over een staatsapparaat dat met het Griekse en internationale kapitaal is verweven. Dat vergt revolutionaire actie, en dat was iets waar geen enkele parlementaire politieke formatie uiteindelijk toe in staat of bereid is. Een Syriza-regering zou wellicht verbeteringen hebben gebracht, zolang er tenminste geen enthousiaste kolonels uit de coulissen zouden zijn opgemarcheerd richting parlementsgebouw. Maar een Syriza-regering zou zelf geen wezenlijke breuk mat de kapitalistische machtsstructuren hebben kunnen doorvoeren. Dat is Chavez in meer dat tien jaar presidentschap van venezuela ook niet gelukt. En Venezuela had iets wat griekenaldn niet heeft: olievoorrade, en dus een strategisch belangrijke bron van exportopbrengsten om sociale programa’s mee te fnancieren.

Er zijn echter in Griekenland ongetwijfeld veel mensen die wellicht op Syriza gestemd hebben, maar meer als uitdrukking van hun woede tegen bezuinigingen en gevestigde politiek dan uit geloof dat Syriza de klus namens hen en voor hen zou klaren. Die mensen hebben eerder gestaakt en gedemonstreerd. Die mensen hebben eerder de oproerpolitie getrotseerd. Voor die mensen is de ND-overwinning een psychologische klap in het gezicht, maar geen enorm drama. Verkiezingen zagen zij immers toch al niet als hét strijdtoneel. Veel mensen uit deze categorie zullen zijn gaan stemmen, en dan vooral op Syriza. Maar niet allemaal. Het opkomstpercentage was in mei 65,07 procent; deze keer nog maar 62,5 procent. Dit cijfer vond ik in een bruikbare analyse van een trotskistische groep in Griekenland. In die tekst, vertaald te lezen op In Defense of Marxism, lees ik dat het hier met name om jonge mensen gaat.

Het hoge aantal niet-stemmers is opvallend. Je zou denken dat in een zo gepolariseerde en gepolitiseerde toestand als in Griekenland, in een erop-of-eronder-atmosfeer, vrijwel iedereen gaat stemmen, juist ook jonge mensen wiens toekomst op het spel staat. Nee dus. Waarom niet? Verkiezingsmoeheid zal een rol spelen. Geldgebrek ook: in vroeger jaren zette grote partijen bussen in om hun kiezers naar de stembus te vervoeren, dat soort uitgaven schijnt te zijn wegbezuinigd. Maar afkeer van het hele parlementaire circus zelf speel ongetwijfeld een rol, net als diepe wanhoop vanwege een situatie die er uitzichtloos uitziet. Een deel van de thuisblijvers is afgehakt, en ander deel weigert kennelijk resoluut om áán te haken. Dat kan wel degelijk op iets positiefs duiden. Mensen die niet (meer) gaan stemmen zijn immers daarmee niet uit het maatschappelijke landschap verdwenen. Met een tamelijk sterke anarchistische beweging in het land zou een deel van die niet-stemmende jongeren wel eens bovengemiddeld maatschappelijk betrokken kunnen zijn, en bepaald niet apathisch. Die anarchistische beweging kan nu – nu via verkiezingen de bezuinigingslogica niet te breken bleek – hopelijk een nieuwe relevantie en uitstraling vinden, vooral als ze zich verbindt met al die ánderen in reëel of potentieel verzet tegen de bezuinigingslogica.

Arbeiders die Syriza stemden, samen met de arbeidersaanhang van andere linkse partijen, samen ook met nogal wat arme en jonge mensen die niet zijn gaan stemmen, zaten partijpolitiek gesproken in een ander hokje. Maar in sociaal opzicht zitten ze in hetzelfde schuitje. Dat geldt zelfs voor veel armere mensen die bezweken zijn onder de druk en toch maar ND of PASOK hebben gestemd. Het geldt zelfs voor sommigen van degenen die uit wanhoop gezwicht zijn voor de giftige nazi-verleiding van Gouden Dageraad. Allemaal zullen nieuwe bezuinigingen te verduren krijgen. Allemaal staan ze voor de noodzaak zich te verweren, des te meer nu de hoop dat politici dat gaan doen tenminste tijdelijk is vervlogen. De verkiezingen hebben rechts, het Griekse en het Europese kapitaal, heel even een opsteker bezorgd. Links likt zijn wonden, het betere deel maakt zich klaar voor vervolg-verzet. De sociale oorlog op de straten en de pleinen van de steden, in de fabrieken en kantoren en scholen van het land, woedt verder.

, ,

Comments are closed.